Trouw 4 Januari 2024 - Interview. Klimaatadaptatie. Hogere Dijken of Meer Wateropvang

You might also like

Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 6

Interview:Klimaatadaptatie

Hogere dijken of meer wateropvang? Hoe willen we dat


Nederland er uitziet, dat is de vraag

dat s
Onderzoeker klimaatadaptatie Tom van der Voorn bij de drijvende woonwijk Schoonschip in
Amsterdam-Noord. Hij promoveerde op onderzoek naar toekomstig waterbeheer.
Na dijkverzwaring schiet ook aanpassen aan het water tekort tegen de
gevolgen van klimaatverandering, stelt onderzoeker Tom van der Voorn.
‘Kijk eerst naar de toekomst en kies dan je maatregelen’, zegt hij.

Onno Havermans Trouw, 4 januari 2024


Hansje Brinker met zijn vinger in de dijk is verzonnen. Toch staat de jonge held symbool
voor de eeuwenlange strijd van Nederland tegen het water. Met dijken en gemalen, die
de zee en rivieren in toom houden en de polders droog. En inmiddels ook met
aanpassingen die het water de ruimte geven of langer vasthouden, zoals de nevengeulen
van het project ‘Ruimte voor de Rivier’ en beken die weer meanderen door het
landschap.

Maar ook met dit ‘adaptieve’ waterbeheer zijn we op de langere termijn niet opgewassen
tegen extreme regenval, overstromingen en droogtes, die horen bij de verandering van
het klimaat, zegt Tom van der Voorn, onderzoeker klimaatadaptatie bij
het Dutch Research Institute for Transitions, kortweg Drift. Hij promoveerde onlangs aan
de Erasmus Universiteit Rotterdam op een pleidooi voor een transformatief
waterbeheer.

“Nu passen we ons watersysteem stukje bij beetje aan op een steeds extremer klimaat,
totdat de rek er uit is. Beter begint Nederland bij wat wenselijk is in de toekomst, om
vervolgens terug te redeneren welke opvattingen, regels, manieren van werken en
infrastructuur op de schop moeten om dat mogelijk te maken”, zo licht hij toe.
Nederland is met zijn aanpak van water een voorbeeld in de wereld. Wat is daar mis mee?
“Dat was heel lang prima. Maar nu moeten we overschakelen naar een transformatieve in
plaats van een adaptieve aanpak. De klimaatverandering is ook hier voelbaar en
waarneembaar, bijvoorbeeld bij de overstromingen in Limburg van twee jaar geleden.
Volgens de nieuwe klimaatscenario’s van het KNMI worden de extremen nog extremer.

“Mijn hypothese is dat we niet meer op een voorspellende manier naar de toekomst
kunnen kijken. De wereld is te complex, alles hangt met elkaar samen, en daardoor is het
onvoorspelbaar wat de gevolgen van klimaatverandering zullen zijn. In plaats daarvan
moeten we kijken naar de toestand die we wensen. In mijn proefschrift gebruik ik de
vakterm backcasting: een toekomstbeeld schetsen en terugredeneren hoe je dat kunt
bereiken vanuit het hier en nu. Het Deltaprogramma werkt aan de waterveiligheid in
2050, maar hoe willen we dat Nederland er dan uitziet? En hoe willen we dat het er in
2100 uitziet?

“We hebben de bovengrens van de mogelijke, maximale zeespiegelstijging inderdaad


verhoogd.” zegt Sybren Drijfhout, expert van het KNMI. Dit heeft als effect dat de
zeespiegel mogelijk meer stijgt dan voorheen was ingesteld. Er is nu ook de mogelijkheid
dat Nederland met het huidige systeem niet de zeespiegelstijging aan kan. De aanpassing
van de modellen van het KNMI komt voort uit dat het effect van smeltijs veel sneller
merkbaar gaat zijn. Dit bleek voor het eerst uit een onderzoek van het vakblad Nature uit
2016 waaruit bleek dat de ijsmassa’s in Antarctica minder stabiel waren dan gedacht. Dit
alles kan in het ultieme horrorscenario een extreme zeespiegelstijging van wel 17 meter.

Of het echt noodzakelijk is om de onzekerheid van de ijskapprocessen mee te rekenen in


de modellen is nog discussie in de wetenschap. In het mogelijke horrorscenario zouden
namelijk ijstongen afbreken en daarna ijskliffen bezwijken onder hun eigen gewicht, of
dit überhaupt mogelijk is op Antarctica is nog helemaal niet zeker. volgens
waterbouwkundige Jonkman is de meest waarschijnlijke koers dat in het jaar 2100 er een
behapbare zeespiegelstijging is van zo ongeveer 40 tot 80 centimeter. En zelfs als de
zeespiegel aanzienlijk meer stijgt dan de waarschijnlijkste koers, dan zou Rijkswaterstaat
de 5 meter zeespiegelstijging nog kunnen controleren. Dus als we het advies van
Jonkman aannemen, kan Nederland de komende tijd nog “rustig aan” doen.

“Dat gaat verder dan water alleen, het is ook een politiek-maatschappelijk vraagstuk.
Wat we tot dusver deden heeft alleen maar problemen veroorzaakt, op ecologisch
gebied bijvoorbeeld. Sinds de eeuwwisseling zijn we bezig geweest om ons aan te passen
met adaptief beleid, maar dat is ontoereikend. We moeten toe naar transformatief, dus
naar een fundamenteel andere inrichting van ons watersysteem, sociaal en ecologisch.”

Wat bedoelt u daarmee?


“Mijn promotieonderzoek past in het transitiedenken van professor Jan Rotmans, de
oprichter van Drift. Nu in de ruimtelijke ordening water en bodem leidend zijn bij
beslissingen, is een andere organisatievorm nodig in het waterbeheer. Het
klimaatvraagstuk overstijgt immers de grenzen van gemeenten, provincies en
waterschappen. Ook bedrijven en banken spelen een rol, we moeten het samen doen.
Dat blijkt ook uit een recent verschenen ABN Amro-rapport, waarin wordt gepleit om
klimaatrisico’s te verwerken in de huizenprijs, wat gevolgen voor de hypotheken zal
hebben.

“Bovendien moet het ook van burgers zelf uitgaan. Zonnepanelen en warmtepompen zijn
goede initiatieven van mensen die het zich kunnen veroorloven, maar nog niet van
iedereen. Wie heeft er al een regenton of een groen dak? Als we dat allemaal doen,
scheelt dat echt in het opvangen en hergebruiken van water. Alleen zijn de baten van
klimaatadaptatie niet zo gemakkelijk uit te drukken in geld.

“Dat geldt ook voor andere aanpassingen. Zo kun je bijvoorbeeld hittestress in de stad
verminderen met vergroening, en dat heeft weer effect op leefbaarheid en gezondheid;
een slechte nachtrust zorgt immers voor lagere arbeidsproductiviteit. Maar zulke
indirecte baten zijn lastig te kwantificeren.

“Bij Drift gaan we uit van de X-curve van directeur en hoogleraar Derk Loorbach. Daarin
kruist de lijn van nieuwe initiatieven die van niet-duurzame onderdelen van de oude
systemen die worden afgebroken en omgezet. Op het kruispunt is het chaos en daar
zitten we nu middenin, zowel ecologisch - met een drastische afname van de
biodiversiteit - als met het klimaat, waarmee we enkele tipping points (kantelpunten)
naderen. We hebben niet zoveel tijd meer.

“Als we op deze voet verdergaan zijn de gevolgen desastreus want we liggen op koers
voor 3 of 4 graden opwarming van de aarde. Om de Groningse hoogleraar John Morijn
aan te halen: ‘Haast je als je tijd hebt, dan heb je tijd als je haast hebt.’ Ontwikkel nu een
gevoel van urgentie. Ga niet denken dat het hier zo’n vaart niet loopt.”
Onderzoeker Tom van der Voorn: ‘Als we op deze manier doorgaan zijn de gevolgen desastreus, want
we liggen op koers voor 3 of 4 graden opwarming van de aarde.’Beeld Maartje Geels

Daarvan lijkt niet iedereen overtuigd, als je kijkt naar de uitslag van de verkiezingen.
“Links heeft geen lonkend perspectief kunnen bieden. Het schetst een dystopie, een
angstbeeld, met allemaal beperkingen van verworvenheden: minder vlees eten, minder
vliegen. Terwijl je een aantrekkelijk toekomstbeeld verwacht, waar je naar kunt
verlangen. Rechts verlangt een toekomstbeeld dat eigenlijk teruggaat in de tijd toen er
nog geen problemen waren en de wereld gevoelsmatig minder complex was. Dat is
aantrekkelijker, ook al heeft dat verleden nooit bestaan.

“Maar een klimaatsceptische partij zoals de PVV kan die verkiezingsbeloften niet
waarmaken. Als het klimaatbeleid radicaal op de schop gaat, zal het volgende kabinet
waarschijnlijk puin moeten ruimen. Het perspectief zit in meer ecologisch en spiritueel
bewustzijn want er is geen plan b voor de aarde, en in hernieuwde gemeenschapszin:
wat verbindt ons eigenlijk, want uiteindelijk zitten we in hetzelfde ‘klimaatschuitje’.
Pieter Omtzigts Nieuw Sociaal Contract zou hier zijn naam eer aan kunnen doen.

“In de transformatie moeten we inclusiever te werk gaan, want nu kan niet iedereen
mee. Als je geen eigen huis hebt of het geld voor een regenton moet afwegen tegen een
week boodschappen maak je andere keuzes. Het is rechtvaardig om de kosten en baten
eerlijker te verdelen. Zie ook het recente advies van de Wetenschappelijke Klimaatraad
om burgers met beperkte financiële middelen te ontzien om de CO2-uitstoot sneller te
verlagen, maar ook om alle burgers mee te nemen in de energietransitie.

“In ons kapitalistische systeem zijn we al op een punt beland dat de welvaart niet meer
meestijgt met economische groei maar alleen nog voor specifieke groepen is weggelegd,
zoals ontgroei-econoom en antropoloog Jason Hickel al schreef.
“Ook internationaal is er een disbalans, in welvaart en in CO2-voetafdruk. Als je het
vermogen van het rijke westen inzet, kun je de opwarming van de aarde misschien nog
beperken. Het klimaatvraagstuk is daarmee ook een soort herverdelingsvraagstuk. De
stelling dat technologie ons gaat redden is misschien voor een deel wel waar, maar tot
dusver zijn technische verbeteringen juist gebruikt om meer te produceren ten koste
van de natuur. Het moet circulair en daarbij is technologie niet leidend maar eerder
volgend.”

Oké, maar hoe dan? Hoe ziet die transformatie eruit?


“Tijdens het lekenpraatje bij mijn promotie noemde ik als voorbeeld dat Nederland
misschien wel voor de helft onder water komt te staan. Wat gaan we dan doen? Gaan we
leven in drijvende steden? Zo’n toekomstvisie ontstaat niet vanuit het huidige systeem of
de huidige manier van denken, maar dat is niet hoe politici denken. Zij zijn geneigd om
voorspellend vooruit te kijken (forecasting), maar doen niet aan backcasting: hoe ziet die
gewenste toekomst er dan uit en wat hebben we daarvoor nodig?

“We hebben in onze moderne maatschappij mens en natuur losgekoppeld, maar we zijn
onderdeel van de natuur. Alles wat we doen heeft er zijn weerslag op, dus je moet ook
iets teruggeven. Maar dat is volgens Jason Hickel nooit onderdeel geweest van het
kapitalistische systeem. Daarin draait het alleen om onttrekking - van water en
grondstoffen - voor de productie van consumptiegoederen zonder dat de negatieve
effecten ervan – de belasting op de natuur – verwerkt zijn in de prijs. Daarom hebben we
goedkoop voedsel.

“Nu we tegen kritieke kantelpunten dreigen aan te lopen, moeten we met z’n allen
nadenken waar we naartoe willen om het leefbaar te houden op aarde. In mijn
proefschrift en in mijn werk blijf ik positief, maar ik ben daar soms ook wel somber over.
Het kan echt nog twee kanten op, maar om het voor iedereen leefbaar te houden
moeten we terug naar wie we zijn, weer een gemeenschap vormen, en onderdeel zijn
van de natuur, ook in spiritueel opzicht. Mijn motto is: verbeter je wereld, begin dicht bij
jezelf.”

Dat gaat inderdaad veel verder dan alleen het watersysteem. Maar toch, hoe ziet die
transformatie eruit?
“Een visionair durft buiten de gevestigde orde en het bestaande paradigma te kijken. Wat
water betreft dus buiten buiten het huidige adaptief management van onder meer
Rijkswaterstaat. Met alleen de dijken verhogen komen we er niet, en het is bovendien erg
kostbaar. Het moet anders, de wetenschappelijke feiten liggen er, maar beleidsmakers
gaan pas handelen als er een ramp is gebeurd.

“Voor een breedgedragen visie moet je een brede maatschappelijke dialoog beginnen, en
leren anders te denken, vooral los van het bestaande. Hoe verder je in de toekomst kijkt,
hoe meer onzekerheid, maar dat biedt ook kansen. Rijkswaterstaat, de waterschappen,
de provincies en de gemeenten moeten erbij worden betrokken, maar ook burgers en
private partijen. Naast het algemene belang telt het eigenbelang mee: wat zit er in voor
mij?

“We moeten de mentale lock-in (blokkade, red.) in ons handelen doorbreken. Ruimte
voor de Rivier is een prachtig programma maar in essentie nog steeds adaptief. Water
opvangen in retentiebekkens is niet transformatief. Afspreken dat we Zeeland overgeven
aan het water en stoppen met bouwen in laag gelegen gebieden of steden is dat wel.
Daar moet je dan dus eerst heel goed over nadenken en anders gaan kijken naar hoe we
het land toekomstbestendig inrichten voor de volgende generaties.

“Backcasting is een geschikte methode om dit veranderingsproces vorm te geven en in


gang te zetten op basis van een gedeelde toekomst. In ons sterk gepolariseerde politieke
en maatschappelijke landschap is de uitdaging om vanuit tegenstellingen en verschillen
te leren werken aan een gedeelde toekomst. Dat is precies de kracht van backcasting.”

You might also like