Professional Documents
Culture Documents
KL 01 2011
KL 01 2011
Landmacht | Colofon
Adreswijzigingen:
Als in de code op uw adresstrook onder meer uw militaire registratie nummer is afgedrukt (voorafgegaan door de letter T) dan heeft het geen zin om een adreswijziging aan de redactie van het blad Landmacht te sturen. Je dient in dat geval zelf via PeopleSoft je persoonsgegevens te wijzigen. Klik hiervoor op Startpagina P&O-selfservice op het Defensie Intranetportaal. De redactie is niet geautoriseerd om adressen te wijzigen. Reservisten die niet in staat zijn via selfservice hun adreswijziging door te geven, kunnen het formulier wijzigen adres en/of gegevens contactpersonen bij noodgevallen downloaden op de www.landmacht. nl/reservist. Het formulier vervolgens opsturen naar: DCHR, Postbus 295, 7500 AG Enschede. Postactieven en veteranen kunnen bellen naar: 070-3397575, of een e-mail sturen naar: info.postactieven@rnla.mindef.nl. Betalende abonnees dienen contact op te nemen met Abonnementenland: 0900-2265263 (10 eurocent per minuut) of via de website www.aboland.nl voor abonneren, adreswijzigingen en overige vragen.
10 |
Natops-special
6|
Coevorden logistiek knooppunt in redeployment
8|
BMS en ISIS gekoppeld
20 |
Leiders van de Landmacht (1)
Colofon
Landmacht is een uitgave van de Koninklijke Landmacht, geproduceerd door het Dienstencentrum Defensiemedia. Oplage: 53.000 stuks Redactieadres: Kromhoutkazerne MPC 55A Postbus 90004 3509 AA Utrecht MDTN *06 560 81036 KPN 030 2181036 E-mail: redactielandmacht@mindef.nl Bij geen gehoor: Dienstencentrum Defensiemedia 070 339 7806
Voorpagina:
Hoofdredactie: Kolonel Joland Dubbeldam Eindredactie: Eerste luitenant Roel van de Wiel Vormgeving: Grafisch Bedrijf | Audiovisuele Dienst Defensie | Den Haag Druk: OBT bv Den Haag, ISSN: 1572-1248
Militairen van 30 Natresbataljon rijden met hun viertonner rond door de Zuid-Limburgse dorpen Borgharen en Itteren, om bewoners te evacueren die te kampen hebben met hoog water. Foto: Andr te Boekhorst | AVDD
4 | Landmacht
Landmacht | 5
YPR binnen een dag. Leuk werk, vindt voorman Marcel Beenen. We zetten er met zijn allen de schouders onder om de klus zo snel mogelijk te klaren. Eind januari zijn ongeveer 150 van de in totaal 450 voertuigen terug in Nederland. Schoonmaken Verweerd, doorleefd en vooral stoffig, zo staan de zestien MBs en de Leopard 2 bergingstank erbij in n van de loodsen van militair complex Coevorden. Daarbuiten rolt een blinkende Viking BV S10 voorbij. Eat my dust staat achterop geschilderd. Alleen spreekwoordelijk valt er nog stof te happen, want het rupsvoertuig van het Korps Mariniers oogt bijna weer als nieuw. De schoonheidsbehandeling die de Viking heeft gekregen, valt niet alleen de voertuigen, maar nagenoeg alle materieel ten deel. De twintig voets zeecontainers krijgen een wasbeurt met de hogedrukspuit. Daarna pas komen de pallets en kratten eruit tevoorschijn. Dikke lagen poederachtig Afghaans stof zijn het standaard souvenir. Daarom krijgen ook alle wiel- en rupsvoertuigen een stevige hogedrukdouche. Een meer delicate behandeling wacht de verbindingsmiddelen en ander fijngevoelig materieel. Chemicalinbaden, poetslappen, sponzen, kwasten en zelfs tandenborstels komen eraan te pas om alles
Radios, rupsvoertuigen en reservedelen, militair complex Coevorden is werkelijk een bazaar van de ISAF-missie. Inclusief stof. Via dit logistieke overslagpunt komt het leeuwendeel van het in Afghanistan ingezette materieel weer terug bij de gebruikers in Nederland. Een logistieke titanenklus, maar een die bij het Materieellogistiek peloton van 320 Herstelcompagnie in vertrouwde handen is.
In totaal vinden ongeveer vierduizend zeecontainers met materieel de komende maanden hun weg naar Coevorden (zie kader). Via zogeheten RFID tags (Radio Frequency Identification) kan iedere lading wereldwijd gevolgd worden. Bij aankomst op het zogenoemde degroupagepunt Coevorden scannen en controleren medewerkers van 320 Materieellogistiek peloton (Matlogpel) of iedere container en pallet en elk voertuig overeenkomt met de vrachtbrieven. Zo weten we wat er binnenkomt en wat ermee moet gebeuren, vertelt Jan Kuilder, commandant 320 Matlogpel. Beheerst en beheerd behandelen, dat is onze stelregel. Niet snelheid, maar zorgvuldigheid is leidend. Nauwgezette voorbereiding door de Redeployment Task Force in Afghanistan plus de routine van de mannen en vrouwen in Coevorden zorgt ervoor dat de twee behoorlijk goed hand in hand gaan, stelt
Kuilder. We beheren hier de landsvoorraad van Defensie, dus dit is geen nieuw kunstje voor ons. Wel is het van tijd tot tijd een stuk drukker, maar daarom kunnen we voor die piekbelasting tachtig in plaats van de reguliere veertig man inschalen. Niet fulltime, maar op afroep, want ook in onze verschillende processtromen opereren we zo efficint mogelijk. Strippen Wapens en munitie zijn al voor het transport naar Nederland verwijderd van de wiel- en rupsvoertuigen. In Coevorden demonteren civiele en militaire monteurs alle andere sporen van de operationele inzet. Radios, antennes, jammers, scherfdekens, alle niet-organieke onderdelen gaan eraf. Een ploeg van vier ervaren monteurs stript een
6 | Landmacht
Landmacht | 7
bataljons sneller beschikken over een Common Operational Picture (COP), die de situatie in een operatiegebied weergeeft en de Situational Awareness vergroot. Door de near real time informatie is er sneller een actueel overzicht en kunnen plannen vlotter worden op- en bijgesteld en verzonden. Digitale kaart Beide systemen hebben een digitale kaart als achtergrond, waarop onder meer de posities van eenheden worden weergegeven. Verschil is dat bij BMS verplaatsingen automatisch zichtbaar zijn. ISIS is een statisch systeem waar tot nu toe veranderingen in posities alleen handmatig kunnen worden aangepast, vertelt de overste. Door BMS en ISIS aan elkaar te koppelen is dit niet meer het geval. Verplaatsingen zijn dan in beide systemen automatisch zichtbaar. Bij BMS verloopt alles via radioverbindingen, zoals de FM9000 en de FASTNET-radio, bij ISIS wordt via het TITAAN-netwerk over satelliet, straalzenders en telefoonlijnen gecommuniceerd. Maar beide systemen zijn softwaretechnisch zo gebouwd, dat we ze met elkaar kunnen verbinden en informatie kunnen delen. Hoewel de informatiesystemen tijdens Bison Strike in de testopstelling al wel met elkaar zijn verbonden, is de koppeling nog niet bij het bataljon ingevoerd. Den Hollander: Het is de eerste keer dat de systemen tijdens een
oefening naast elkaar zijn gezet en letterlijk met een kabel aan elkaar zijn verbonden. Het is een manier waarop we in de toekomst kunnen werken, maar het moet eerst uitgebreid getest worden voordat een eenheid het krijgt. Voor het OTCOpn en het Command & Control Centre is het dus ook echt een oefening. Om de apparatuur te testen is gekozen voor 44 Pantserinfanteriebataljon van 43 Gemechaniseerde Brigade, dat tijdens Bison Strike onder leiding van de brigade als samengestelde eenheid het niveau 5 (bataljonsoptreden) heeft getraind. Den Hollander: 44 Painfbat werkt al ongeveer twee jaar met BMS en heeft daarmee de ervaring die nodig is om een stap vooruit te maken. Nadat het team van Den Hollander de apparatuur uitgebreid heeft getest, zijn op dag twee van de oefening de systemen aan elkaar gekoppeld in de commandopost van het bataljon. Up-to-date Majoor Fred Otsen, plaatsvervangend bataljonscommandant van 44 Pantserinfanteriebataljon is positief over de ontwikkeling. Nu hoef je niet elke keer beide systemen up-to-date te houden. Dat scheelt twee keer zoveel tijd. Zo kunnen oleaten uit ISIS rechtstreeks naar beide systemen worden doorgezet. Terwijl in de oude situatie een kapitein van het bataljon zon drie uur bezig is met het uittekenen van oleaten in BMS, kan dit voortaan rechtstreeks van ISIS naar BMS worden doorgezet. Simpelweg omdat de systemen met elkaar in verbinding staan. Wanneer de koppeling tussen BMS en ISIS daadwerkelijk ingevoerd wordt, is volgens Den Hollander afhankelijk van een aantal factoren. Zo werkt het Command & Control Centre momenteel aan de nieuwste versie van BMS en wordt tegelijk de koppeling BMS-ISIS verbeterd. De koppeling moet betrouwbaar en stabiel functioneren, voordat deze ingevoerd kan worden. Dat hangt dus samen met de doorontwikkeling van BMS en ISIS. Voor de koppeling dienen de bataljons en brigades tevens te beschikken over de nieuwste versie van het TITAAN-netwerk. In de huidige planning van CLAS is opgenomen dat de eerste eenheden in het najaar van 2011 de beschikking krijgen over de koppeling, samen met de invoer van de nieuwste versie BMS en de overgang naar TITAAN 4.
8 | Landmacht
Landmacht | 9
Landmacht | NATOPS
Januari 2011: hoogwater in Zuid-Limburg. Op verzoek van de veiligheidsregio Limburg worden militairen ingezet om hulpbehoevende inwoners van Borgharen en Itteren te evacueren. Foto: Andr te Boekhorst | AVDD
Ondersteuning van civiele autoriteiten bij rechtshandhaving, rampenbestrijding en humanitaire hulp, zowel internationaal als nationaal. Zo luidt de derde hoofdtaak van het CLAS, naast de wereldwijde bijdrage aan vrede, veiligheid en stabiliteit en het verdedigen van Nederlands en NAVO-grondgebied. Nst, want nationale operaties hebben voor de landmacht nadrukkelijk dezelfde prioriteit als de andere taken. Een sluitende keten van vertegenwoordiging, met schakels op alle operationele en beleidsniveaus, waarborgt een zo snel mogelijke, goed overwogen inzet van de juiste landmachteenheden bij rampen en andere crisissituaties. Met de inzet van landmachters tijdens het hoogwater in Limburg is onlangs nog maar eens bewezen dat onze hulp welkom is. Natops heeft een onmiskenbare meerwaarde.
Landmacht | 11
10 | Landmacht
Landmacht | NATOPS
Zodra een verzoek tot mogelijke inzet ons bereikt, doorgaans via een Regionaal Militair Commando, speelt de sectie een cordinerende rol tussen aanvrager, het betreffende RMC, de Defensiestaf en formerende eenheid om de gewenste effecten om te zetten in de juiste middelen. Na instemming en opdracht van de Defensiestaf wordt een en ander omgezet in een operatiebevel. Actie Een hele mond vol, maar in de praktijk werkt het zo dat een steunverleningaanvraag langs de sectie van Nouwens moet voordat er tot actie wordt overgegaan. Op CLAS-niveau wordt niet besloten f de hulp ook daadwerkelijk wordt verleend. Daarvoor moet de aanvraag langs de koninklijke weg naar het ministerie. In Utrecht wordt wel beoordeeld wat de landmacht kan doen om te helpen en wordt de mogelijk steunende eenheid vast gewaarschuwd. In het eerste geval vragen we ons vooral af: kunnen we doen wat van ons gevraagd wordt, willen of moeten we dit doen en mogen we? Ten eerste moeten we natuurlijk de capaciteit voorhanden hebben op het moment dat het nodig is. Op de tweede plaats is het een belangrijke afweging of de civiele autoriteit haar eigen mogelijkheden wel gebruikt en uitput. Als ze bij ons bijvoorbeeld boogtenten aanvragen, zullen ze het vanwege het concurrentiebeding eerst moeten proberen bij de lokale tentenverhuurder en hoeven wij niks. En dan is het nog een
de doelgroep en de omgeving. Tijdens optreden op nationaal grondgebied treden we vaak multidisciplinair op, onder civiel gezag en naast of samen met de politie, brandweer, Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de regio (GHOR) en het lokale bestuur. Ook bij vredesoperaties is de civiele omgeving vaak bepalend voor ons optreden. Het 3D-concept (Defence, Development, Diplomacy, red.) is niet voor niets succesvol gebleken. Het is uiteraard wel van belang de civiele omgeving goed te kennen om ook onder tijdsdruk efficint te kunnen opereren. Gezamenlijk oefenen is dan ook cruciaal voor succesvolle steunverlening.
Tijdens de grootschalige oefening Waterproef (2008) werkten Nederlandse militairen samen met allerlei civiele organisaties, zoals de politie.
Strabrechtse heide
12 | Landmacht
Landmacht | 13
Landmacht | NATOPS
Natops op de werkvloer
Nederland is verdeeld in 25 veiligheidsregios, waarin verschillende diensten samenwerken bij rampen- en crisisbeheersing. In elke regio doet namens defensie een militaire liaisonofficier mee, de Officier Veiligheidsregio (OVR). Hij is het meest directe aanspreekpunt voor civiele partners in de regio, een aanvraag voor steunverlening komt dan ook meestal bij de OVR terecht. Bijvoorbeeld tijdens de extreme kou in december, vertelt luchtmachtmajoor Freek Drenth, namens het RMC West de OVR in de veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland. De gemeente Amsterdam besloot op een gegeven moment in een noodverordening alle daklozen van straat te halen, maar kwam waarschijnlijk 350 plaatsen tekort. Toen heeft de veiligheidsregio mij ingeschakeld. Ik heb een mogelijke locatie, het Marine Etablissement in Amsterdam, verkend en heb de keten in gang gezet, zodat er een besluit kon worden gevormd. Ik heb ondertussen de civiele partners gebriefd over onze oplossing. Op het allerlaatste moment had de gemeente toch nog genoeg plaatsen gevonden en hebben ze van onze hulp afgezien. Jammer, maar hoe vaker je van de koude in de lauwe fase overgaat, hoe beter je ervoor klaar bent als je in de echte warme fase belandt. Bovendien, ze weten ons nu te vinden. We zijn beschikbaar als de civiele partners echt geen andere middelen meer hebben. Voorbereid De termen warme en koude fase staan voor de daadwerkelijke inzet (warm) en de beleidsvorming (koud) die er structureel aan voorafgaat. In de koude fase mag de OVR meepraten met de civiele overheid, die altijd leading is, over mogelijkheden om rampen en calamiteiten tegemoet te treden, zodat de veiligheidsregio voorbereid is als het eens zover komt. Drenth: Mijn missie en hoofdtaak is defensie als geloofwaardige en betrouwbare partner betrokken en geconsulteerd laten worden als er mogelijk sprake is van steunverlening of bijstand. Door veel met diverse personen en functionarissen te praten, intensief te netwerken en briefings te geven wat Natops praktisch inhoudt, probeer ik het bij de burgers in het hoofd te krijgen. Bovendien probeer ik de samenwerking tussen civiel en militair te verbeteren. Ik evalueer oefeningen in diverse veiligheidsregios. En binnen mijn eigen regio heb ik bijvoorbeeld bemiddeld in het samen oefenen en trainen van de brandweer Amsterdam-Amstelland en de brandweer van de Koninklijke Marine. Ter plekke Alle OVRen vallen onder een RMC, dat de daadwerkelijke inzet cordineert. De commandant RMC is verantwoordelijk voor de militaire inzet bij een ramp of calamiteit. Ik zorg ervoor dat mijn OVR ter plekke is zodra dat nodig is, vertelt kolonel Valk, commandant RMC Zuid, zodat hij in het Regionaal Operatieteam (ROT, red) kan aanschuiven om militair advies te geven: wat kunnen wij bieden? Ik ben de commandant militaire middelen tijdens de inzet, welke eenheid daar dan ook gewenst is. Bij een grote ramp ben ik zelf ook ter plaatse en neem ik plaats in het Regionaal Beleidsteam (RBT, red.). De eenheid
meldt zich bij mij en wordt onder civiel commando geplaatst. In de regio van kolonel Valk zijn recent een aantal opvallende operaties geweest. Tijdens de brand op de Strabrechtse Heide, in de zomer van 2010, heeft Defensie een heel belangrijke klus gedaan. De verhouding brandweer/militair was 50/50. Ze stonden zij aan zij te werken. En ook bij het hoogwater in Limburg in januari was onze hulp erg welkom. In de praktijk werkt de inzet van militairen in een civiele omgeving dus goed. Kolonel Valk: We moeten zorgen dat we dat vasthouden, dat we een structurele partner worden van de civiele organisaties en dat verder uitbouwen. We moeten meer kennis en begrip krijgen van de civiele structuren en andersom. Het einddoel is dat we een gelijkwaardige veiligheidspartner zijn. Het gaat de goede kant op.
Militairen van de Explosieven Opruimingsdienst Defensie worden zeer regelmatig door civiele organisaties ingezet.
14 | Landmacht
Landmacht | 15
Landmacht | NATOPS
De Haagse schakel
Luitenant-kolonel Oscar Heere Liaisonofficier ministerie van Veiligheid en Justitie
Ik help mee aan de ontwikkeling van plannen op het gebied van civiel-militaire samenwerking. En ik probeer ervoor te zorgen dat die ontwikkelingen tussen Veiligheid en Justitie en Defensie gelijk en gestroomlijnd lopen. In het geval van een crisis ben ik een van de crisisbeleidsadviseurs van de minister, die snel een besluit moet nemen. De recente brand in Moerdijk had bijvoorbeeld een grote impact en had zelfs een nationale impact kunnen hebben. Dan moet er snel een besluit komen wat te doen. Ik heb dagelijks contact met de overste Benoist over de operationele inzet en de aanvragen die van alle kanten binnenkomen. Voor wat betreft de ontwikkelingen overleg ik continu met de Directie Algemene Beleidszaken (DAB). Natops is erg dynamisch. Defensie kan ontzettend veel betekenen tijdens een ramp of een crisis. De echte militaire meerwaarde zit in de voorzijde van rampen- en crisisbeheersing. We zijn erg goed in het opleiden en trainen van crisisstaven. We hebben een goed werkend Operationeel Besluitvormingsproces. Ons integrale planproces kan een meerwaarde zijn bij bovenregionale crises. En we hebben ervaring met netcentrisch werken en het uitwisselen en uitvoeren van doctrines. Van dat alles kunnen onze civiele partners ontzettend veel leren. Ik benadruk dat we altijd een ondersteunende rol vervullen. De proceseigenaar blijft bij elke crisis een civiele organisatie. Het wordt tijd om de militair-civiele samenwerking eens door te lichten en te kijken naar de afspraken die we daarover hebben gemaakt in het ICMS. De nadruk zou moeten komen te liggen bij de voorzijde en bij specialismen. Natops is booming business, waarin we een heleboel kansen krijgen ons werk te doen. We kunnen nog veel meer betekenen. Maar dan moeten we onze boodschap ook beter verspreiden. In sommige regios worden we nog gezien als een vreemde eend in de bijt, terwijl we zoveel te bieden hebben. De civiele partijen zouden moeten denken: Kan Defensie dat allemaal? Wat goed.
UAV in Nederland:
staan bij ordehandhaving of opsporing. Vaak betreffen dat geheime operaties, maar een recent bekend voorbeeld is de opsporing van een pyromaan in Vught, vorig jaar. Tijdens zon operatie werken we in dienst van en heel direct samen met de politie. De samenwerking met de civiele partner verloopt prima, maar er zijn verbeterpunten. Feenstra: De communicatie kan nog beter. Voorbeeld: wij werken met cordinaten, de politie met straatnamen. Dat schept wel eens verwarring. De inzet in Nederland is voor Feenstras mensen net zo uitdagend als bijvoorbeeld een verkenningsvlucht in Afghanistan. Een operatie in Nederland is altijd een bijzondere situatie. Het is altijd iets echt. En zeg nou zelf: een boef vangen, vindt iedereen leuk.
16 | Landmacht
Landmacht | 17
Landmacht | NATOPS
Commandant Landstrijdkrachten
Missies als de Taskforce Uruzgan hebben binnen de landmacht de afgelopen jaren veel aandacht gehad. Maar niet ten koste van onze nationale hoofdtaak, zegt Commandant Landstrijdkrachten, luitenant-generaal Rob Bertholee. Desondanks valt er nog wel wat te winnen in eigen land. Onze civiele partners moeten weten wat wij kunnen.
We zijn jarenlang druk geweest met de missie in Afghanistan. Maar intussen bleef een andere hoofdtaak, ondersteuning van civiele autoriteiten bij rechtshandhaving, rampenbestrijding en humanitaire hulp, in eigen land ook gewoon geldend. Die taak hebben we zeker niet verwaarloosd, stelt luitenant-generaal Rob Bertholee, Commandant Landstrijdkrachten (C-LAS), vast. De nadruk heeft voor ons de laatste tijd op Afghanistan gelegen. Nationale operaties hebben echter ook altijd prioriteit gehad, daar is tijdens onze buitenlandse missies niets aan veranderd. Daarom is de term derde hoofdtaak voor nationale operaties eigenlijk ook onjuist. Het is er gewoon n van de drie, zonder rangschikking. De ervaringen die we hebben opgedaan in Afghanistan en eerder Irak, hebben Natops indirect zelfs goed gedaan, zegt de generaal. Dankzij het werk dat je tijdens expeditionaire missies doet, ontwikkel je bepaalde kennis en vaardigheden die je vervolgens in Nederland weer kan inzetten. Neem het searchen, wat in Afghanistan een absolute expertise is geworden. Daar zouden we in nationale operaties zeker van kunnen profiteren; ook bijvoorbeeld ter aanvulling op de bomverkenners van de politie. Zo zijn er veel specialismen die we tijdens buitenlandse missies hebben ontwikkeld, maar die ook goed in Nederland inzetbaar zijn.
18 | Landmacht
Landmacht | 19
Kijk voor alle informatie over (hulp en begeleiding bij) leidinggeven bij de landmacht, op de intranetpagina van Het Expertisecentrum Leidinggeven van de School voor Leidinggeven en Opleidingskunde: Koninklijke Landmacht > KMS > SLO > Alles over leidinggeven
20 | Landmacht
Landmacht | 21
Met mijn geringe lengte moest ik hard werken om die lange Hollanders bij te houden
Kapitein Chris OBrien is namens de US Army als exchange officier bij 11 Luchtmobiele Brigade geplaatst. En echt goed integreren doe je daar op n manier: je rode baret halen. De Amerikaanse Ranger ging de uitdaging aan, meldde zich voor de loodzware Voortgezette Algemene Kaderopleiding Luchtmobiel en leerde onderweg de verschillen tussen Amerikaans en Nederlands afzien. An American earns the Dutch red beret.
'De Nederlandse rugzakken zijn groter en zwaarder dan de rugzakken die in de Ranger School worden gebruikt.'
22 | Landmacht
Landmacht | 23
Landmacht | Landmachter voor het goede doel In de Ranger School is het verboden de verharde weg te gebruiken
mars gaat een instructeur voorop met een licht rugzakje en de volgende leerlingen moeten met volledige bepakking op een armlengte van hun voorganger blijven. Mentaal In de Ranger School vindt tachtig procent van de mentale training plaats in de eerste week om te bepalen of de cursisten de juiste mindset hebben om de rest van de training te halen. In de VAKOL is de Mental Exercise een dagelijks terugkerend fenomeen. De VAKOL en de Ranger School kennen allebei twee soorten mentale training: fysiek zware testen waardoor een beperkt gemotiveerde vent uitvalt en mentale training waarbij de cursist zijn angst moet overwinnen. Het grote verschil is dat de Nederlanders de cursisten aanleren om op de goede manier met stress, bijvoorbeeld hoogtevrees, om te gaan in plaats van maar toe te zien of ie het redt. Beide opleidingen leggen de nadruk op navigeren maar er is een groot verschil: de VAKOL is lastiger omdat het terrein vlak is (orinteren op een heuvel is er niet bij) en zwaarder omdat alle verplaatsingen met rugzak worden uitgevoerd. Van de andere kant verplaatsen Nederlanders, waar mogelijk, over de verharde weg, in plaats van zich een weg door het bos te hakken. In de Ranger School is het verboden de verharde weg te gebruiken.
Kapitein O'Brien heeft zijn rode baret binnen.
aan- of overvallen en hinderlagen. Klimmen, navigeren, schietvaardigheid en Basis Helikoptertraining completeren het lesrooster. Officieren en onderofficieren trainen de eerste zes weken samen; de laatste week komen de soldaten uit de AMOL (Algemene Militaire Opleiding Luchtmobiel) erbij, die in hun eerste zes maanden militaire dienst zitten. Fysiek Beide opleidingen zijn fysiek zwaar, maar door het tempo van de KTL-weken en de onbekendheid met sommige onderdelen van de training, vond ik de VAKOL zwaarder. De Nederlandse infanterie legt het zwaartepunt bij hindernissen en touwklimmen, waar de Amerikaanse infanterie vooral inzet op hardlopen en het trainen van het bovenlichaam. Dit begint overigens wel te veranderen. De Nederlandse gedachte is dat door het vele touwklimmen en het nemen van hindernissen fysieke kracht ook wordt opgebouwd. Ondanks wekenlange training op de hindernisbanen had ik op dit punt wel een achterstand op de Nederlanders. De marsen met rugzak waren voor mij ook een zware dobber. De Nederlandse rugzakken zijn groter en zwaarder dan de rugzakken die in de Ranger School worden gebruikt. Met mijn geringe lengte van slechts 1,73 meter moest ik ook hard werken om die lange Hollanders bij te houden. Dit was vooral een probleem tijdens de Ghurka-marsen, iets wat het Amerikaanse leger niet doet tijdens training. Bij een Ghurka-
Persoonlijke problemen Twee zaken die ik niet als probleem beschouwde, kreeg ik vanaf dag n keihard in mn gezicht. Allereerst de taalbarrire. Ik heb een intensieve cursus Nederlands gevolgd, maar ik spreek de taal niet vloeiend. Ik merkte ook snel dat onder fysieke stress de taalvaardigheid ook nog achteruit holt. Ondanks dat mijn buddy n van de best georganiseerde jonge onderofficieren is die ik ooit heb meegemaakt, bleef ik achter de feiten aan rennen om uit te vogelen wat de laatste opdracht was of wat er berhaupt gedaan moest worden. Dit was voor mij zeer frustrerend, omdat ik het niet gewend ben ongeorganiseerd te zijn. Fysiek was het uitputtend, omdat ik altijd achter de groep aan moest rennen. Mijn onmetelijke dank gaat daarom naar mijn buddy, sergeant Hutinga, evenals de rest van mijn groep n de instructeurs voor hun geduld en inzet die zij hebben getoond om mij te helpen om te slagen voor de VAKOL. Ook kleine verschillen in persoonlijke uitrusting en vaardigheden maakten het lastiger. Rugzakken, kompassen, radios en persoonlijke uitrusting zijn allemaal anders dan de Amerikaanse equivalent en om daarmee om te leren gaan in een stressvolle situatie levert heel veel stress op. Een goed voorbeeld is de marsdiscipline. Tijdens een rustpauze gaat een Amerikaanse infanterist zitten om snel zijn koude MRE op te eten en daarna weer snel door te gaan. De Nederlandse infanterist heeft een uitgekiende drill, waarbij hij in de rust eerst een warme laag aantrekt, vervolgens iets warms eet (dankzij zn brandertje) en drinkt uit zijn thermosfles. Aan het eind van de rust wordt alles weer weggestopt en de reis gaat verder. En dat allemaal binnen tien minuten.
Ben of ken jij ook een landmachtmedewerker (militair of burger) of eenheid die zich inzet voor een goed doel? Laat het ons weten en wie weet brengen we dan ook jouw doel onder de aandacht in het blad Landmacht. Neem contact op via redactielandmacht@mindef.nl.
24 | Landmacht
Landmacht | 25
Wapenfeiten
2004-2005: Stabilization Forces In Irak (SFIR) - Irak 2006-2010: International Security Assistance Force (ISAF) - Afghanistan Het ISTAR bataljon wordt nooit als geheel uitgezonden, maar in modules. Een module is een samengestelde eenheid van diverse inlichtingendisciplines. Veel leden van het bataljon zijn daarnaast meerdere malen op individuele basis op missie geweest. De opschriften op de standaard van het Regiment Huzaren van Boreel zijn: Quatre-Bras en Waterloo 1815, Tiendaagse Veldtocht 1831 en Java en Sumatra 1946 1949. Tijdens officile gelegenheden zoals bedigingen en commando-overdrachten staat de standaard ingetreden. Binnen de landmacht zijn de verkenners de enige eenheid die een afwijkend embleemondergrond mogen dragen. Dit ingeknipte stukje textiel heet officieus de zwaluwstaart. ISTAR voert de kleur blauw, de kleur van Boreel.
Tradities
103 ISTAR bataljon handhaaft de tradities van de Huzaren van Boreel. Terugkerende elementen zijn de centrale bedigingen samen met 42 en 43 BVE, regimentsdiners en herdenkingen. Ook zijn de Huzaren aanwezig bij renies van oud-strijders.
Liederen en gebruiken
Het Boreellied Wij zijn Huzaar Wij zijn Huzaren van Boreel Trouw aan elkaar En voor ons is niets teveel Onze Vorstin Zullen wij altijd vereren Wij zijn Huzaren, wij zijn Huzaar Wij zijn Huzaren van Boreel
Vaandels en emblemen
Het algemene embleem van 103 ISTAR is de fakkel op een gestileerde wereldbol. De fakkel is kenmerkend voor de inlichtingenbranche. De wereldbol symboliseert de wereldwijde inzetmogelijkheid van het bataljon. De Engelse naamgeving staat voor de internationale samenwerking met zustereenheden als Duitsland, Noorwegen en Belgi.
Geschiedenis
103 ISTAR bataljon maakt deel uit van het Operationeel Ondersteuningscommando Land (OOCL). De eenheid heeft een jonge geschiedenis. Het bataljon is op 5 juni 2003 paraat gesteld in t Harde. Daarvoor was inlichtingencapaciteit binnen de landmacht erg verspreid. Nu staat het bataljon aan de vooravond van een grote reorganisatie. De eenheid gaat haar krachten namelijk bundelen met de marine, luchtmacht en marechaussee. Met zon honderd extra functies vormt het bataljon straks het Joint ISTAR Command (JISTARC).
sinds de oprichting over De Blauwe Huzaren. Deze naam is ontleend aan de blauwe tressen op de uniformjassen. De Huzaren waren onder andere actief in de slagen bij Quatre-Bras en Waterloo in juni 1815 en zij namen in 1831 deel aan de Tiendaagse Veldtocht. De tradities van het regiment worden vertegenwoordigd door vier parate verkenningseskadrons: 42 BVE in Oirschot (13 Mechbrig), 43 BVE in Havelte (43 Mechbrig) en 103 en 104 Verkenningseskadron in t Harde (103 ISTAR bataljon). Huidige commandant: Luitenant-kolonel Harold de Jong (tevens regimentscommandant) Bataljonsadjudant Peter Puijk
Regiment
103 ISTAR bataljon heeft de regimentstradities van de Huzaren van Boreel overgenomen van het inmiddels ontbonden 103 Verkenningsbataljon uit Seedorf. Om die reden draagt het personeel van het Militaire Inlichtingen- en Stafeskadron en de beide Grondgebonden Verkenningseskadrons de zwarte baret. Naast de regimentstradities van de Huzaren van Boreel zijn er binnen het bataljon nog twee regimentstradities aanwezig. De Elektronische Oorlogvoeringcompagnie voert de tradities van het Wapen van de Verbindingsdienst. Terwijl 101 Artillerie Ondersteuningsbatterij en 101 Remotely Piloted Vehiclebatterij de tradities kennen van het Korps Veldartillerie.
Standplaats en taken
103 ISTAR bataljon is het grootste inlichtingenorgaan van de krijgsmacht. ISTAR staat voor Intelligence, Surveillance, Target Acquisition and Reconnaissance. Het bataljon verzamelt inlichtingen, analyseert deze en geeft daarover advies aan operationele commandanten. Dit doet zij door het bundelen van diverse inlichtingendisciplines. De taken lopen uiteen van goed contact opbouwen met de plaatselijke bevolking tot terreinanalyse en het onderscheppen van vijandelijke communicatie. Daarnaast stelt het bataljon regelmatig capaciteit beschikbaar ten behoeve van nationale operaties. Zoals het onbemande vliegtuigje Raven, dat al een aantal keer in actie is gekomen voor de civiele autoriteiten. De oprichting van het JISTARC betekent een verbetering van de inlichtingencapaciteit defensiebreed. Door de samenvoeging verande-
Boreel
Op 25 november 1813 ontving jonkheer Willem Franois van Boreel van de soeverein vorst, de latere koning Willem I, de opdracht een Corps Cavalerie te formeren. Deze dag wordt aangehouden als oprichtingsdatum van het Regiment Huzaren van Boreel. Sindsdien wisselde het regiment diverse keren van naam. In de volksmond sprak men echter
26 | Landmacht
Landmacht | 27
Landmacht | Personeelsmutaties
Militair personeel bevorderd
kolonel
E.A. de Landmeter (art) (nov); H.G.J.A. Smits (inf ) (dec) B. Lambermont (inf ), J.C. Rump (inf ), R.J.T.M. Steijaert (inf ), R. Verhoeven (inf ), J. van Wijk (art), N. Zwaneveld (inf ) (dec) (inf ), H.M.G. Mol (art), L.D. Neuteboom (art), S. Nomden (verbd), R.H.R. Ranes (verbd), H.B. Remmers (verbd), E. Room (log ma), A.M.D. Rotte (log gnk), M.A. Schalkwijk (log gnk), P.J.J. Schrader (inf ), Y.Y. Siow (verbd), M. van den Steen (verbd), P.H.M. Vaes (verbd), P.H. Veenstra (gn), T.H. Zoutenbier (verbd), J. Zuiderwijk (log b&t) (dec) (inf ), J. Janssen (inf ), D. de Jong (log gnk), S. Keijzer (log td), J.A. Kerkhoff (inf ), M. Lakrimi (log td), C.C. Leijnse (inf ), A.F. Lima Brito (art), R.J. Merkens (inf ), B.A.P. Mertens (inf ), H.J.B. Mulders (cav), J. Nijburg (log td), M.C. Noordhuis (inf ), D. van Pinxteren (log b&t), M. Rengers (log b&t), H. Ruijssenaars (log td), T. Saedt (log b&t), R. Schulte (log gnk), S. Schurink (log td), A.F. Siemensma (log td), M. Slijkhuis (inf ), J.A.C. Stam (inf ), J.L. Stoel (inf ), K.F.G. Stouten (log td), R.F.G.M. Stuivenberg (log td), D.G. Tams (inf ), W. Thieme (log b&t), S.J.E. Timmermans (inf ), R. Tolsma (log gnk), J.L.M. Trienekens (log td), P. Twint (cav), C.A. Vink (log td), E.G.L. Vogel (log td), G.H.A. Volkers (inf ), P. Wanschers (log b&t), S. Wiegers (log b&t), L.R. Wijngaarde (log td), R, Wilting (gn), M. Wolthuis (inf ), S. Zwiers (inf ) (dec)
Burgerpersoneel bevorderd
Tweede luitenant
T.E. van den Berg (log b&t) (nov)
Schaal 12
R.S.S.J. Franssen
Adjudant / vaandrig
G.H.M. Bernaert (log td), A.G.J. van Duijnhoven (inf ), H.L.E. van Hattem (log gnk), R.J. Hildenbrant (inf ), A.M. Jacobs (cav), J.L.M. Kempkes (log b&t), H.M.C.C. Kervel (log ma), R. Krietemeijer (cav), F.W. Naaktgeboren (inf ), H.M.A. Stijnen (log b&t), A.W. de Vries (gn) (nov); M. Slingerland (inf ), L.G.B. Elias (log ma), A.W. Hooft (cav), J. van der Kleijn (log ma) (nov); J.M.M. Brinkhuis (log gnk), W.M.J.J. Lucassen (log td), F.H.G. Meeuwisse (log b&t), G.A.G.M. Rovers (log td), J.P.C. van Santen (gn), R.C. Smits (log b&t), A. Wickenhagen (art) (dec)
Schaal 11
W.A. Blom, D. Velner
Luitenant-kolonel
J.P. van Dam (inf ), E.P. Doomernik (cav), R.A. van Essen (log b&t), A.A.G. Goedhart (gn), W. Koers (art), G.P.J. Meeuwsen (log ma), W.J.G. Melchers (inf ), A. Strijker (art) (nov); J. Ligthart (luart), J.van Rossem (inf ) (dec)
Adjudant
G.H.L. Borneman (cav), M.J.J. Buitenhuis (cav), R. van Dalen (gn), R.J.M. Dassen (log b&t), M.J.A. Favre (luart), D. Hageman (log td), L.C. la Haije (log td), H.R. Kreekel (log gnk), R.R. Langenburg (cav), R.E. van der Sar (log b&t), J.M. Schipper (lo/s), G.A.M. Smits (log td), L.C. Spooren (cav), C.W. Steijger (log td), P.L. Stephan (log td), E.W. Tijmes (verbd), J.R. van der Veen (cav), P. van Veldhoven (log b&t), M.L.J. Vereijken (verbd), G. Veurman (log b&t) (nov); E.R.T. Brandenburg (log td), H. van Halewijn (log b&t), P.J. Hovenga (art), G.C. Kleijn, Hesseling (log td), M. de Ridder (luart), E.F.C.M. Spap (inf ), P.J.M. Verbaten (log b&t), J.R. Vlot (log b&t), R.J. de Vos (art), B.J. Westhoff (log td) (dec)
Schaal 10
R.A. Bax, P.S.A. Maessen
Sergeant / wachtmeester
A. Dijkstra (inf ), M.J. Tijlkowski (luart), P.P.J.D. Tulaseket (luart) (nov)
Schaal 8
J.A. van Omme, H.J. Pap
Majoor
R.V. Bomhof (mil jd), P.R. Brummel (log td), R.P. Donker (hum gv), J.J. Jakobsen (verbd), M. ten Katen (log gnk), L.D. Moes (log gnk), T.J.H.L.M. van Rijckevorsel (cav), B.J.S. Schfer (gn), E.W. Touw (log b&t), E. Tromp (art), C.J.H. van Zwet (inf ) (nov); M.C. van der Burgh (verbd), R.W.M. Deelen (log b&t), J.H.M. van Engelen (inf ), W. van der Horst (verbd), M.A. Kuntzel (log gnk), M. van Sliedregt (gn), T.J.W. Tummers (inf ), J.W. Wouters (inf ) (dec)
Schaal 6
B.R. Schoemaker
Schaal 5
A.H.M. Oosterbosch, A.W. van den Broek, G.C. Donkersteeg, A.J.M. Rijsemus, L. Vredeveld
Kolonel
C. de Jong (log b&t), F.J.H. Vrenken (inf ) (dec)
Luitenant-kolonel
G. van Empelen (inf ), J.J.F. Fritz (tech st), J.M.H. Kremer (art), R.G.J.M. Luijters (log b&t), H.C. Post (log b&t), J.P.M. Schoenmakers (log b&t), T.J. de Wolff (rk gv) (nov); T.H.A. van Kauuwen (gn), J. de Koff (log td), J. de Lange (log ma) (dec)
Schaal 11
E.H.L. de Boer
Schaal 10
H.B.J. Antens, J.G. Kleinherenbrink
Schaal 9
R.N. Spijkerman
Majoor
C.P. Aerts (inf ), G.M.N. Beerkens (gn), J.P. Buuts (verbd), G.A. de Graaf (art), K.J. Millenaar (inf ), J.M. Rutten (inf ), J.C.J. van der Stroom (log b&t), C. Vet (inf ), T.A.L. Willemsen (inf ), A.J.M. van der Zanden (log gnk), T.W.M. Zwiers (luart) (nov); R. Bakhuis (log ma), M. van den Dungen (cav), G.F. Goossens (cav), J.C. van den Tillaar (log td), M.J. Verzijl (log gnk) (dec)
Schaal 8
G.P.F.J. Slangen, C. van de Kamp
Eerste luitenant
P.J.G. van der Hulst (art), A.M.B. IJpelaar (log gnk), W.O. Kuijvenhoven (log td), J.J.W. van de Mortel (log ma), B.C. den Turk (art), L. Vos (log gnk), H.M. van Zoest (gn) (nov); W. Bondt (log gnk), A.J.A. van Holsteyn (log gnk), M. Kramer (inf ), J.H. Tekkelenburg (log td) (dec)
Schaal 7
G.J. Esten, H.L.F.M. van Heur, P. Ozbakan, R.M.H. de Bruijne
Schaal 6
C.L. van Klinken, G. Vliegenthart, G. Vonk
Kapitein / ritmeester
F.J.A. Mul (verbd), T.A.H.F. Olivier (inf ), H.J. Horsmeier (log gnk), G.J.A. Teeuwisse (log gnk) (nov); A.H. Meijers (log td), V. Nijholt (log gnk), H.J. Struijs (inf ), J.M.M. Verboeket (art), P.H.M. Winands (inf ) (dec)
Schaal 5
A.A.M. Bakx, H. Bleyleven, E. van de Beek, E. Knol, C.S. Kraaij, C.H.J.M.T. Rispens
Tweede luitenant
A.E.H.P. Arts (verbd), B. Guit (verbd), M.P.F. Jansen (inf ), N. Kuipers (alg), M.C. van Oeveren (inf ), F.R. van het Reve (verbd) (nov); K.V. Baart (art), J. van den Bosch (inf ), J.T.G. Drsch (inf ), M. Gaakeer (inf ), B. Gans (inf ), B.P. Groen (inf ), J.J.C.F. Heesters (inf ), M. Huis in t Veld (inf ), W. de Jager (inf ), O.A. Janssen (inf ), N. Kalwij (art),
Eerste luitenant
M.C.G.T. van den Waardenburg (log b&t) (nov)
28 | Landmacht
Landmacht | 29
Landmacht | Photoshoot
Landmacht | Renies
Militaire KoksSchool (MKS)
Datum: donderdag 14 april 2011 Locatie: Dumoulinkazerne te Soesterberg Bijzonderheden: De Militaire KoksSchool (in het verleden te Eefde, Leiden, Haarlem en Bussum) maakt thans deel uit van het Opleidingsen Trainingscentrum Logistiek te Soesterberg. Alle medewerkers en oud-medewerkers met hun partner zijn van harte welkom. Info: Kap bd Leen Th.P. Onderwater, tel/fax 038-3316974, e-mail lely.ow@planet.nl
Waarnemers wereldwijd
Datum: vrijdag 25 maart 2011 Locatie: voormalig Officierscasino, Soesterberg Bijzonderheden: De Identiteitsgroep Vredesmachten (IVM) is op zoek naar alle (ex-) militairen die deel hebben genomen aan waarnemersmissies waar ook ter wereld en in elk soort verband (VN, NAVO, EU enz.). Deze renie wordt krijgsmachtbreed. Info en aanmelden: waarnemers.reunie@gmail.com; Secretariaat IVM: Albert Schweitzerlaan 10, 2641 ZT Pijnacker, of www.vredesmachten.nl.
8 R.I.-1940
Datum: vrijdag 15 april 2011 Locatie: Provinciehuis, Arnhem Bijzonderheden: Het voormalige 8e Regiment Infanterie houdt haar jaarlijkse algemene ledenvergadering en reunie. Samenkomst 10.15 uur in het Provinciehuis, later verplaatsing richting Oranjekazerne, Schaarsbergen. Lidmaatschap is verplicht. Info en aanmelden: A.A. van Beveren, tel. 0523 272725.
Oproep | Photoshoot
Heb je ook een leuke, mooie of spannende foto gemaakt tijdens een oefening, uitzending of op de kazerne? Stuur deze op naar de redactie van Landmacht, voorzien van achtergrondinformatie zoals waar en wanneer de foto is genomen, welke eenheid of personen te zien zijn en waarom de foto zo bijzonder is. De foto moet voldoende resolutie hebben, bij voorkeur 1 MB of meer, vanwege de afdrukkwaliteit. De foto, bij voorkeur, mailen naar: redactielandmacht@mindef.nl Postadres: Staf CLAS, sectie Communicatie T.a.v. redactie Landmacht / Photoshoot MPC 55A Postbus 90004 3509 AA Utrecht Geplaatste inzendingen worden beloond met een Victorinox Multi Tool!
Landmacht | Redactieraad
Voor ideen en opmerkingen over het blad Landmacht kun je terecht bij de leden van de redactieraad: OTCLog: Staf OOCL: ISK Harskamp: KCT: KMS: Korps Natres: OTCMan: OTCOpn: OOCL: Staf OTCO: DP&O: 1 (GE/NL) Corps: smi Erik Vriens maj Tjeerd Dijkstra aooi Paul Fontein kap Sven de Bruijn aoo Leo Wijntjes elnt (r) Fred Warmer maj Henri Kuijpers kap Corn van den Berg aoo (R) Roel van Essen Danille Broer-Warnar kap Anne-Marie Berndsen lkol Ronald Weemering *06 500 19166 *06 573 71426 *06 538 54212 *06 589 58021 *06 578 62660 *06 573 73107 *06 500 63025 *06 500 63086 *06 573 71708 *06 557 66129 *06 560 81169 *06 801 2091
Is jouw eenheid nog niet vertegenwoordigd in de redactieraad en praat je graag eens in de twee maanden mee over de inhoud van het blad? Neem dan contact op met de redactie van Landmacht: redactielandmacht@mindef.nl
30 | Landmacht
Landmacht | 31
Landmacht | Waargenomen
Een frisse start; dat moeten alle jaarlijkse Nieuwjaarslopen en -duiken op diverse locaties betekenen. Voor de mensen van 112 Pantsergeniecompagnie werd dat dit jaar wel heel letterlijk. Aangevoerd door de compagniessergeant-majoor marcheerden de genisten op de eerste woensdagochtend van het nieuwe jaar richting de genieput. Even daarvoor had een shovel de dikke ijsplaat gebroken en een mooie doorwaadbare sleuf gemaakt. De hele compagnie schuifelde tussen de ijsschotsen door naar de overkant. Na de Nieuwjaarsduik konden de opgefriste genisten zich op de kazerne warmen aan een kop snert. Foto: KPL Nico Koster
32 | Landmacht