Professional Documents
Culture Documents
Samenvat Mod 6
Samenvat Mod 6
Module 6 De passiva
Eigen vermogen
I. Inbreng
Inbreng Handeling waarbij een persoon iets ter beschikking stelt van een op
te richten / bestaande vennootschat,
met oogmerk vennoot ervan te worden / aandeel te vergroten,
en deel te nemen in de winst
Onderscheid tussen:
- De naamloze vennootschappen, Europese vennootschappen & Europese coöperatieve vnn
die alle nog beschikken over kapitaal
- Andere vennootschappen
Dit onderscheid Oorsprong in WVV dat kapitalloze vnn invoert
Voor kapitaalvennootschappen:
I. Inbreng
A. Kapitaal
1. Geplaatst kapitaal
2. Niet-opgevraagd kapitaal
B. Buiten kapitaal
1. Uitgiftepremies
2. Andere
Categorie B bestaat pas sinds 2019!
1
Module 6: EV HC4
I.A Kapitaal
Kapitaal Gevormd door inbreng ( Contanten of natura ) vanwege aandeelhouders
in het kapitaal ( bij oprichting of later )
En in voorkomende gevallen de omzetting van uitgiftepremies
geboekte hwmw of van reserves
( kapitaal kan ook overgeboekt worden van andere rekeningen )
A. Kapitaal
1. Geplaatst kapitaal
2. Niet-opgevraagd kapitaal (-)
waarbij:
Volstort kapitaal (= 10)
Is Beloofde kapitaal (= 100) min Nog te storten kapitaal (= 101)
1. Geplaatst kapitaal
= Inbreng waartoe eigenaars zich verbonden hebben bij oprichting
= volstort kapitaal + Niet-opgevraagd kapitaal ( negatief )
Wettelijke voorschriften gepl. kapt. Minimum 61 500 euro
2. Niet-opgevraagde kapitaal
= Inbreng waartoe de eigenaars zich verbonden hebben, maar storting moet nog volgen
Wettelijke voorschriften no kapt Minimum 61 500 euro + elk aandeel minstens ¼
2
Module 6: EV HC4
Toegestaan kapitaal
= Bedrag tot waar de raad van bestuur het geplaatst kapitaal mag optrekken binnen een periode
van 5 jaar
- Statutair bepaald
De onderneming kan dus binnen een paar uur het kapitaal verhogen zonder dat ze moeten machten
op een maandenlang proces
Inbreng buiten kapitaal Onderscheid uitgiftepremies & overige inbreng buiten kapt.
B. buiten kapitaal
1. Uitgiftepremies
2. Andere
waarbij:
Beschikbare inbreng buiten kapitaal (110)
Uitgiftepremies (1100) + Andere (1109)
Onbeschikbare inbreng buiten kapitaal (111)
Uitgiftepremies (1110) + Andere (1119)
= Het bedrag dat bij een verhoging van kapitaal moet betaald worden bovenop de nominale waarde
van het aandeel, en dit opdat de intrinsieke waarde van het aandeel constant zou blijven
( pijltjes tekenen )
3
Module 6: EV HC4
Voor de kapitaalsverhoging : 5 000 aandelen met nominale waarde van € 100 / aandeel.
Kapitaalsverhoging : 5 000 nieuwe aandelen met nominale waarde van € 100 / aandeel.
IW = 200 / aandeel
= lagere waarde
IW = 300 / aandeel
4
Module 6: EV HC4
II. Herwaarderingsmeerwaarde
HWMW Ontstaan uit de vaststelling dat een actief na verloop van tijd
in waarde is gestegen
BW < GW
3. Meerwaarde MVA
BW < GW
MVA stijgt, HWMW stijgt
5
Module 6: EV HC4
Ontstaan vd HWMW
6
Module 6: EV HC4
Aanwending vd HWMW
7
Module 6: EV HC4
3. Incorporatie in het kapitaal ( ten belope van het bedrag na aftrek van geraamde belastingen
ingeval realisatie )
Vb. Onderneming heeft op 1/4/X0 grond gekocht ter waarde van 10 000 euro
20 jaar later boekt de onderneming een meerwaarde op de grond van 50 000 euro.
2208 Terreinen geb. MW 50 000
31/12/X20 121 HWMW MVA 50 000
8
Module 6: EV HC4
4. Latere minderwaarde ( ten belope van het nog niet afgeschreven gedeelte van de meerwaarde )
III. Reserves
Wettelijke reserve:
Zolang wettelijke reserve geen 10% van het gepl. kapt bedraag
Jaarlijks 5% vd te bestemmen winst vh boekjaar naar wettelijke reserve brengen
9
Module 6: EV HC4
10
Module 6: EV HC4
11
Module 6: EV HC4
12
Module 6: EV HC4
Overgedragen verlies
Debitsaldo rek 14 eerst crediteren
1. Definitieve bestemming van het overgedragen verlies via afboeking van de winst van het huidig
boekjaar
Vb. Er wordt 15 000 winst gemaakt. Er wordt beslist om het verlies van boekjaar x1 weg te
boeken tov de winst van het huidige. Er is nog geen definitieve bestemming voor de rest van de winst
3. definitieve besteming van het overgedragen verlies via afboeking van reserves
In X2 weer een verlies van 2 500. 12 500 afboeken via reserves
690 Overgedragen verlies vorig j 10 000
14 Overgedragen verlies 10 000
13
Module 6: EV HC4
Overgedragen winst
Creditsaldo 40 000 op rek 14 Debiteren
1. Definitieve bestemming van de overgedragen winst door toevoeging aan reserves
Vb.X2 een winst van 15 000. 40 000 van vorig boekjaar wordt in de onderneming gehouden
14
Module 6: EV HC4
V. Kapitaalsubsidies
15
Module 6: EV HC4
Bv. Onderneming Gamma koopt de machine ter waarde van € 50.000 de schuld wordt betaald met
een bankoverschrijving, de investering wordt volledig gefinancierd met eigen middelen.
Het bestuursorgaan van de onderneming schat de levensduur van de machine op 5 jaar
Ze dient een dossier in bij de betrokken overheidsinstantie om te kunnen om te kunnen genieten van
een subsidie
Gamma ontvangt een overheidsnota er waaruit blijkt dat een kapitaalsubsidies van € 10.000 wordt
toegekend
Daarna ontvangt ze het bedrag. de belastingvoet In X1 een bedraagt 40% en vermoedt dat die de
eerste 5 jaar niet zal wijzigen
Rubriek omvat de voorschotten die door de vereffenaar zijn toegekend aan de vennoten op de
verdeling vh nettoactief
Voorschot Als ze zeker zijn dat er geld over is, zal er een voorschot gegeven worden
17
Module 6: EV HC4
18
Module 6: vreemd vermogen HC5
Vreemd vermogen
Els nv denkt in x1 dat er begin x6 schilderwerken voor € 25 000 (excl. btw) dienen uitgevoerd te
worden.
Voorzieningen obv:
- Voorzichtigheidsprincipe Anticipeer geen winst, voorzie alle verliezen en
kosten
- Periodetoerekeningprincipe K toerekenen in periode waar ze O genereren
19
Module 6: vreemd vermogen HC5
20
Module 6: vreemd vermogen HC5
21
Module 6: vreemd vermogen HC5
Rekeningnummers
Kost binnen bedrijfsresultaat 6350, 6360, 6370, 6380
Besteding via 6351, 6361, 6371, 6381
NR bedrijfskosten / risico’s 66200 ( toev. )
66201 ( besteding )
Financ. Kost / risico 6560 ( toev. ), 6561 ( besteding )
NR financiele kost / risico 66210 ( toev ), 66211 ( besteding )
Fiscale betwisting 6712 ( toev. ) en 7712 ( besteding )
22
Module 6: vreemd vermogen HC5
De kosten van de werkloosheid mogen niet drukken op het resultaat van het jaar van de betaling:
160 Voorziening pensioen …
6351 Voorziening pensioenen… besteding …
23
Module 6: vreemd vermogen HC5
Kosten x6 tegenboeken
1. Kosten = voorziene bedrag
2. Kosten > voorziene bedrag
3. Kosten < voorziene bedrag
Kosten = voorziene bedrag :
61 Ddg 25 000
411 Ttv btw 5 250
489 Div S 30 250
24
Module 6: vreemd vermogen HC5
In x2 worden de kosten van de garantie geboekt in klasse 6. Er werd 5 600 euro aan kosten
gemaakt
164/5X Garantie 5 600
6381 Voorzieningen ov. Risico’s terugn. 5 600
25
Module 6: Passiva HC4
26
Module 6: Passiva HC4
27
Module 6: Passiva HC4
In X1 is er een meerwaarde geboekt bij de verkoop van een machina voor 2 000 euro. Als de
onderneming dit bedrag binnen de 3 jaar herinvesteert in bv. Een nieuwe machine met een
levensduur van 10j kan de onderneming de belastingen van de meerwaarde spreiden over deze 10
jaar.
Winstbelastingen = 30% en men verwacht geen wijzigingen hierin
- Belastingen afzonderen passief rekening U.B
- Overige deel naar belastingsvrije reserve
28
Module 6: Passiva HC4
Schulden gesplitst Duidelijk zien welke schulden eerst moeten terugbetaald worden bij
faillissement
Bezoldigingen
Lonen = Kost stijgt : Brutoloon
Schuld stijgt : Nettoloon
Schuld stijgt : RSV
Schuld stijgt : BV
Schulden mbt bezoldigingen:
In belgië sterk systeem van sociale zekerheid ( ziekte-uitkering, werkloosheidsuikering)
Dit wordt gefinancierd door de werkgever en -nemer.
Werknemers krijgen niet brutoloon Nettoloon
( staan deel af aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid = RSV )
29
Module 6: Passiva HC4
Bv.
Brutobezoldigingen = 3 000
- afhouding RSV = 450
-----------------
Belastbare bezoldiging = 2 550
- Afhouding bedrijfsvoorheffing = 600
----------------
Netto bezoldigingen = 1 950
+ werkgeversbijdrage
621 Werkgeversbijdrage 195
454 RSV 195
De onderneming kan ook ervoor kiezen om dit te laten doen door een sociaal secetariaat
De bezoldigingen worden dan geboekt aan de 489 en er wordt een kost geboekt voor het ‘ inhuren ‘ +
btw. Erna volgt de betaling van het secetariaat
30
Module 6: Passiva HC4
Vele belastingen:
Btw:
- Levering van goederen / diensten in B
- Verbruiksbelasting
- Periodieke aangifte btw
- Continue update
Winstbelasting:
- Bij winst
- Kost
- Jaarlijkse aangifte
- Geen continue update
Nooit bij verlies
Winstbelasting Maakt onderneming armer
31
Module 6: Passiva HC4
Saldo op RR = K: 22 500
Betaald: 20 000 + (geraamde) schuld: 2 500
Aanslag 1 = 22 500
Geraamd schuld daalt met 2 500
Def schuld stijgt met 2 500
Aanslag 2 = 24 000
Geraamd schuld daalt met 2 500
Def schuld stijgt met 4 000
Kost stijgt met 1 500
Aanslag 3 = 21 000
Geraamd schuld daalt met 2 500
Def schuld stijgt met 1 000
Opbrengst stijgt met 1 500
Aanslag 4 = 19 000
Geraamd schuld daalt met 2 500
Vordering stijgt met 1 000
Opbrengst stijgt met 3 500
32
Module 6: Passiva HC4
Bedrijf heeft ongeveer zelfde kosten en opbrengst en schat de belastingen hetzelfde als vorig
boekjaar en kunnen een voorafbetaling doen
Voorafbetaling Minder belastingen
Stappen
1. Voorafbetaling: 6700 a 5500
2. Raming ( verschil ramen tss aanslagbiljet en voorafbetaling )
= schatting
a. Te weinig betaald 6702 a 4500
b. Te veel betaald 4120 a 6701
3. Ontvangst aanslagbiljet P152
Komen kosten overen met definitieve betaling?
- Nee, meer betalen dan ingboekte kosten : K+ 6710
- Nee, minder betalen dan ingeboekte kosten: O+ 7711 Te veel kosten
geraamd
7710 Te veel vooraf betaald
- Ja, geen kosten, geen opbrengst
33
Module 6: Passiva HC4
34