Download as odt, pdf, or txt
Download as odt, pdf, or txt
You are on page 1of 34

Module 6: EV HC4

Module 6  De passiva

Eigen vermogen

I. Inbreng

Inbreng  Handeling waarbij een persoon iets ter beschikking stelt van een op
te richten / bestaande vennootschat,
met oogmerk vennoot ervan te worden / aandeel te vergroten,
en deel te nemen in de winst

Onderscheid tussen:
- De naamloze vennootschappen, Europese vennootschappen & Europese coöperatieve vnn
die alle nog beschikken over kapitaal
- Andere vennootschappen
Dit onderscheid  Oorsprong in WVV dat kapitalloze vnn invoert

Voor kapitaalvennootschappen:
I. Inbreng
A. Kapitaal
1. Geplaatst kapitaal
2. Niet-opgevraagd kapitaal
B. Buiten kapitaal
1. Uitgiftepremies
2. Andere
Categorie B bestaat pas sinds 2019!

1
Module 6: EV HC4

I.A Kapitaal
Kapitaal  Gevormd door inbreng ( Contanten of natura ) vanwege aandeelhouders
in het kapitaal ( bij oprichting of later )
 En in voorkomende gevallen de omzetting van uitgiftepremies
geboekte hwmw of van reserves
( kapitaal kan ook overgeboekt worden van andere rekeningen )

A. Kapitaal
1. Geplaatst kapitaal
2. Niet-opgevraagd kapitaal (-)
waarbij:
Volstort kapitaal (= 10)
Is Beloofde kapitaal (= 100) min Nog te storten kapitaal (= 101)

1. Geplaatst kapitaal
= Inbreng waartoe eigenaars zich verbonden hebben bij oprichting
= volstort kapitaal + Niet-opgevraagd kapitaal ( negatief )
Wettelijke voorschriften gepl. kapt.  Minimum 61 500 euro

2. Niet-opgevraagde kapitaal
= Inbreng waartoe de eigenaars zich verbonden hebben, maar storting moet nog volgen
Wettelijke voorschriften no kapt  Minimum 61 500 euro + elk aandeel minstens ¼

Minimum te volstorten indien nv:


- Geplaatst kapitaal = 61 500  61 500
- Geplaatst kapitaal = 200 000  1e voorwaarde 61 500
 2e voorwaarde: ¼ * 200 000 = 50 000
 dus 61 500
- Geplaatst kapitaal = 300 000  1e vw : 61 500
 2e vw : ¼ * 300 000 = 75 000
 Dus 75 000

2
Module 6: EV HC4

Toegestaan kapitaal

= Bedrag tot waar de raad van bestuur het geplaatst kapitaal mag optrekken binnen een periode
van 5 jaar
- Statutair bepaald
De onderneming kan dus binnen een paar uur het kapitaal verhogen zonder dat ze moeten machten
op een maandenlang proces

I.B Buiten kapitaal

Inbreng buiten kapitaal  Onderscheid uitgiftepremies & overige inbreng buiten kapt.
B. buiten kapitaal
1. Uitgiftepremies
2. Andere

waarbij:
Beschikbare inbreng buiten kapitaal (110)
Uitgiftepremies (1100) + Andere (1109)
Onbeschikbare inbreng buiten kapitaal (111)
Uitgiftepremies (1110) + Andere (1119)

Uitgiftepremie  Verschil uitgifteprijs van nieuwe aandelen en het


gedeelte daarvan dat in kapitaal wordt omgezet

= Het bedrag dat bij een verhoging van kapitaal moet betaald worden bovenop de nominale waarde
van het aandeel, en dit opdat de intrinsieke waarde van het aandeel constant zou blijven

N.W. + UP = I.W. voor kapitaalsverhoging


kapitaal eigen vermogen
----------- ----------------------
aandelen aandelen
I.W. voor kapitaalsverhoging – N.W.

( pijltjes tekenen )

3
Module 6: EV HC4

Voor de kapitaalsverhoging : 5 000 aandelen met nominale waarde van € 100 / aandeel.

De intrinsieke waarde = € 300 /


aandeel

Kapitaalsverhoging : 5 000 nieuwe aandelen met nominale waarde van € 100 / aandeel.

1. Scenario zonder uitgiftepremies

IW = 200 / aandeel
= lagere waarde

2. Scenario met uitgiftepremies

IW = 300 / aandeel

4
Module 6: EV HC4

II. Herwaarderingsmeerwaarde

HWMW  Ontstaan uit de vaststelling dat een actief na verloop van tijd
in waarde is gestegen

BW < GW

1. Bij IVA / MVA met beperkte levensduur  Na boeking afschrijving


2. Bij IVA / MVA met onbeperkte levensduur  Na boeking waardevermindering
3. Bij MVA tgv een meerwaarde

1. IVA + MVA met beperkte levensduur

- Jaarlijkse daling BW  Nominale afschrijving


- BW > GW  Aanvullende afschrijving
- GW < GW  Terugnemende afschrijving

Activa stijgt, NR BO stijgt


2. IVA + MVA met onbeperkte levensduur

- Geen jaarlijkse daling van BW


- BW > GW  Waardevermindering
- BW < GW  Terugnemende waardevermindering

Activa stijgt, NR BO stijgt OF HMWM stijgt

3. Meerwaarde MVA
BW < GW
MVA stijgt, HWMW stijgt

5
Module 6: EV HC4

Ontstaan vd HWMW

Mogelijkheid 1  Teruggenomen waardeverminderingen op:


- IVA
- MVA

Mogelijkheid 2  Uitgedrukte, niet-gerealiseerde meerwaarden op:


- MVA
- FVA
Voorwaarden
- Vaststaand & duurzaam karakter
- Verantwoord door de rendabiliteit vd onderneming

 Toekomstige rendabiliteit moet verhoogde afschrijvingskosten kunnen dragen

.9 kosten  Aftrekbaar van belastingen


.89 kosten  Niet aftrekbaar van belastingen

6
Module 6: EV HC4

Aanwending vd HWMW

1. Realisatie van het actief waarop HWMW is geboekt


Bv. Aankoop aandelen

2820 Deelneming ondernemingen … 100 000


5500 KI 100 000

Sterke stijging in de aandelen, een duurzame waardestijging. Besluiten meerwaarde


te registreren voor 50 000
2828 Deelneming ondernemingen … 50 000
geb mw 50 000
122 HWMW FVA

Verkoop van de aandelen


Eerst mw tegenboeken
122 HWMW FVA 50 000
2828 Deelnemingen in onder… 50 000

Totale gerealiseerde meerwaarde registreren


5500 KI 175 000
2820 Deelneming aw 100 000
7631 Meerwaarde realisatie FVA 75 000

2. Incorporatie in de reserves ( ten belope van de op de meerwaarde geboekte afschrijvingen )

HWMW boeken op actief met beperkte levensduur  MW afschrijven


 Bedrag vd MW dat als afgeschreven is
mag overgeboekt worden naar reserv.
Bv.
In jaar 5 werd de HW uitgevoerd. Vanaf jaar 5 wordt er dan tot het einde vd levensduur jaarlijks 7 500
euro afgeschreven op machine.
Registreren van HW
238 Insta. Mach. Geb. 10 000
MW
121 HWMW MVA 10 000

7
Module 6: EV HC4

Laatste 4 jaar vd levensduur worden de afschrijvingen geboekt:


6302 Afsch Mva 7 500
239 Geb afsch inst, 5 000
mach
2389 Geb. afs MW 2 500

Aanvullend  Onderneming kan beslissen om afgeschreven gedeelte MW over te boeken


naar reserve

121 HWMW MVA 2 500


133 Besch. reserve 2 500

3. Incorporatie in het kapitaal ( ten belope van het bedrag na aftrek van geraamde belastingen
ingeval realisatie )

HWMW overboeken naar kapitaal  Omzetting kapitaal beperken tot bedrag vd MW


verminderd met de geraamde belastingen die in het
geval van realisatie vh geherwaardeerd activum
zouden geheven worden

Vb. Onderneming heeft op 1/4/X0 grond gekocht ter waarde van 10 000 euro
20 jaar later boekt de onderneming een meerwaarde op de grond van 50 000 euro.
2208 Terreinen geb. MW 50 000
31/12/X20 121 HWMW MVA 50 000

Op 15 jan. beslist de onderneming om 80% vd MW te incorporeren in het kapitaal:


121 HWMW MVA 40 000
15/01/X21 100 Gepl. Kapt 40 000

Hwmw verplaats naar kapitaal, maar achteraf toch waardervermindering:


- Waardevermindering vd grond
- NR verlies op RR
- Rekening kapitaal onaangeroerd laten
Tenzij de waardevermindering zeer sterk is  Kapitaalvermindering

8
Module 6: EV HC4

4. Latere minderwaarde ( ten belope van het nog niet afgeschreven gedeelte van de meerwaarde )

Hwmw niet meer verantwoord is  Door minderwaarde  hmwm terugnemen


Bv. In jaar 5 werd de machine geherwaardeerd en in jaar 5 en 6 werd op deze
herwaarderingsmeerwaarden in totaal al € 5.000 afgeschreven wanneer zich in jaar 7 een
minderwaarde voordoet en de herwaarderingsmeerwaarden moet teruggenomen worden kan de
terugneming maar gebeuren voor een bedrag van € 5.000 de terugname van de rest van het
resterend bedrag gebeurt via incorporatie In de reserves via de volgende boekingen

121 Hwmw mva 5 000


2389 Geb afs. Mw inst. Mach 5 000
31/12/X7 238 Geb. m inst, mach 10 000

III. Reserves

Reserves  Omvatten winsten waarvan de algemene vergadering definitief beslist dat ze


in de onderneming worden gehouden
Enkel de winst
Voor kapitaalvennootschappen
III. Reserves
A. Onbeschikbare reserves
1. Wettelijke reserve
2. Statutair onbeschikbare reserves
3. Inkoop eigen aandelen
4. Financiële dienstverlening
5. Overige
B. Belastingvrije reserves
C. Beschikbare reserves

Wettelijke reserve:
Zolang wettelijke reserve geen 10% van het gepl. kapt bedraag
 Jaarlijks 5% vd te bestemmen winst vh boekjaar naar wettelijke reserve brengen

9
Module 6: EV HC4

Elk jaar nagaan of reserves moeten bijgevuld worden!

Andere onbeschikbare reserves


Onb. Reserves  Omvatten reserves die op grond van een statutaire bepaling
slechts aan de aandeelhouders kunnen worden uitgekeerd mits
een statutenwijziging of waarop de aandeelhouders in geval
van uittreding / uitsluiting geen recht hebben:
- statutair onbeschikbare reserves: de gereserveerde winsten waarover de algemene
vergadering volgens de statuten niet bij gewone meerderheid kan beslissen.
- inkoop eigen aandelen: een reserve ten belope van het bedrag van eigen aandelen dat wordt
aangehouden op actiefpost VIII.A.

Belastingvrije reserves  Fiscaal vrijgestelde O opgenomen die krachtens de


fiscale wetgeving onder geen beding mogen worden verdeeld
Beschikbare reserves  Hier kan de onderneming winsten reserveren waarover de
alg vergadering bij gewone meerderheid kan beslissen

10
Module 6: EV HC4

IV. Overgedragen resultaat

OR  Omvat de eigenvermogensstijging / daling, voortvloeiende uit de


ondernemingsactiviteit zelf en door de aandeelhouders voorwaardelijk bestemd
om binnen de onderneming te blijven

Stel: Verlies: alles overdragen


Winst: alles overdragen
Jaar 1: K = € 80 000 O = € 100 000
Jaar 2: K = € 80 000 O = € 100 000
Jaar 3: K = € 100 000 O = € 40 000
1. Hoeveel bedraagt het resultaat van het boekjaar ?
2. Hoeveel bedraagt het te bestemmen resultaat ?
3. Hoe wordt het resultaat verdeeld ?

11
Module 6: EV HC4

Enkel boeken bij overgedragen resultaat ( soms )


¼ van de punten !!
Negatief eigen vermogen mogelijk  Ja
 overgedragen resultaat kan negatief zijn  Groter dan andere elementen ev = neg ev

12
Module 6: EV HC4

Overgedragen verlies
Debitsaldo rek 14 eerst crediteren
1. Definitieve bestemming van het overgedragen verlies via afboeking van de winst van het huidig
boekjaar
Vb. Er wordt 15 000 winst gemaakt. Er wordt beslist om het verlies van boekjaar x1 weg te
boeken tov de winst van het huidige. Er is nog geen definitieve bestemming voor de rest van de winst

690 Overgedragen verlies vorig bj 10 000


31/12/ 14 10 000
Overgedragen verlies
693 Over te dragen winst
14 Overgedragen winst 5000
5 000

2. niet definitieve bestemming van het overgedragen verlies


In x2 weer geen winst: ( verlies 2 500 )
690 Overged. Verlies vorig jaar 10 000
31/12/X7 14 10 000
Overgedragen verlies
14 12 500
793 12 500

3. definitieve besteming van het overgedragen verlies via afboeking van reserves
In X2 weer een verlies van 2 500. 12 500 afboeken via reserves
690 Overgedragen verlies vorig j 10 000
14 Overgedragen verlies 10 000

133 Beschikbare reserve 12 500


792 Onttrekking aan reserves
12 500

4. definitieve bestemming overgedragen verlies afboeking kapitaal


690 Overgedragen verlies vorig j 10 000
14 Overgedragen verlies 10 000

100 gepl kapt 12 500


791 Onttrekking aan inbreng
12 00

5. tussenkomst vennoten in verlies


416 Diverse vord 50 000
794 Tussenkomst vennoten 50 000

13
Module 6: EV HC4

Overgedragen winst
Creditsaldo 40 000 op rek 14  Debiteren
1. Definitieve bestemming van de overgedragen winst door toevoeging aan reserves

Vb.X2 een winst van 15 000. 40 000 van vorig boekjaar wordt in de onderneming gehouden

14 Overgedragen winst 40 000


31/12/ 790 Overgedragen winst vorig j 40 000

6921 Toev ov. Reserves


133 Beschikbare reserves 55 000
55 000

2. niet definitieve bestemming van de overgedragen winst


Winst x1 en 2 overdragen naar x3
14 Overgedragen winst 40 000
31/12/X7 790 Overgedragen winst vorig j 40 000

693 Over te dragen winst 55 000


14 Overgedragen winst 55 000

3. definitieve winstbestemming door diverse beslissingen


In X1 3 000 winst en 5% gaat naar de reserve. 1 000 euro gaat in dividenden naar de
eigenaars en 600 naar directieleden. Ook gaat er 400 naar de winstdeelneming van directieleden. De
rest van het resultaat wordt overgedragen
14 Overgedragen winst 1 000
790 Overgedragen winst vorig j 1 000

6920 Toev wett reserve 150


130 Wett reserve 150

694 Vergoeding inbreng 1000


695 Bestuurders 600
696 Werknemers 400
471 Dividenden 1000
472 Tantiemes 600
473 Andere 400

6921 Toev ov. Reserves 1850


133 Besch. reserves 1850

14
Module 6: EV HC4

4. definitieve bestemming overgedragen verlies afboeking kapitaal


690 Overgedragen verlies vorig j 10 000
14 Overgedragen verlies 10 000

100 gepl kapt 12 500


791 Onttrekking aan inbreng
12 00

5. tussenkomst vennoten in verlies


416 Diverse vord 50 000
794 Tussenkomst vennoten 50 000

V. Kapitaalsubsidies

Kapitaalsubsidies  Omvatten subsidies die werden ontvangen ih kader van


investeringen in VA, die werden gefinancierd met EV

Subsidies  Boeken als O


1 subsidie geen O  In kade van investeringen in VA

Subsidie boeken bij het recht en niet op het moment


van ontvangen geld

15
Module 6: EV HC4

Bv. Onderneming Gamma koopt de machine ter waarde van € 50.000 de schuld wordt betaald met
een bankoverschrijving, de investering wordt volledig gefinancierd met eigen middelen.
Het bestuursorgaan van de onderneming schat de levensduur van de machine op 5 jaar
Ze dient een dossier in bij de betrokken overheidsinstantie om te kunnen om te kunnen genieten van
een subsidie
Gamma ontvangt een overheidsnota er waaruit blijkt dat een kapitaalsubsidies van € 10.000 wordt
toegekend
Daarna ontvangt ze het bedrag. de belastingvoet In X1 een bedraagt 40% en vermoedt dat die de
eerste 5 jaar niet zal wijzigen

230 Insta, mach 50 000


411 Ttv btw 10 500
1/1/X1 489 Div S 60 500

489 Div s 60 500


20/1/X1 5500 KI 60 500

Subsidies veranderen niks aan AF

Subsidie zal in opbrengst opgenomen worden over de levensduur


10 000 opsplitsen :
- 4 000  Uitgestelde belastingen
- 6 000  Opneming als kapitaalsubsidie
416 Div vord 10 000
15/2/X1 15 Kapt sub 6 000
1680 Uitg. Belast kaptsub 4 000

VI. Voorschot aan de vennoten op de verdeling vh nettoactief

Rubriek omvat de voorschotten die door de vereffenaar zijn toegekend aan de vennoten op de
verdeling vh nettoactief

Bij ontbinding onderneming


1. Activa ten gelde maken
2. Schulden betalen
3. Saldo dat overblijft  Vennoten
16
Module 6: EV HC4

Voorschot  Als ze zeker zijn dat er geld over is, zal er een voorschot gegeven worden

17
Module 6: EV HC4

18
Module 6: vreemd vermogen HC5

Vreemd vermogen

VII.A. Voorzieningen voor risico’s en kosten

Voorzieningen  Duidelijk omgeschreven verliezen / kosten die op balansdatum


zeker / waarschijnlijk zijn, maar waarvan het bedrag niet vaststaat

Els nv denkt in x1 dat er begin x6 schilderwerken voor € 25 000 (excl. btw) dienen uitgevoerd te
worden.

Zonder voorzieningen: Met voorzieningen


kost x1 tot x5 = € 0 kost x1 tot x5 = € 5 000
kost x6 = € 25 000 kost x6 = € 0

Voorzieningen obv:
- Voorzichtigheidsprincipe  Anticipeer geen winst, voorzie alle verliezen en
kosten
- Periodetoerekeningprincipe  K toerekenen in periode waar ze O genereren

Definitie voorzieningen  Wetgever concrete situaties waarin een voorziening moet


worden aangelegd
A. De verplichtingen die op de onderneming rusten inzake rust- en overlevingspensioenen,
werkloosheid met bedrijfstoeslag, andere pensioenen/ rente
B. Kosten van grote herstellings - / onderhoudswerken
C. Verlies / kostenrisico’s die voortvloeien uit persoonlijke / zakelijke zekerheden,
Verkoop van activa, ui de uitvoering van gedane / ontvangen bestellingen,
termijndeposito’s, technische waarborg…
D. Kosten milieuverplichting

19
Module 6: vreemd vermogen HC5

VII. A. Voorzieningen voor risico’s en kosten


1. Pensioenen en soortgelijke verplichtingen
2. Belastingen
3. Grote herstellings- en onderhoudswerken
4. Milieuverplichtingen
5. Overige risico’s en kosten
Wettelijke pensioenen niet geboekt worden bij A  Enkel bovenwettelijk
( meer doen dat er in de wet staat )
Belastingen  Enkel voor verwachte veranderingen bij de fiscus.
Bv verwacht meer belastingen
Herstel  Bv. Schilderwerken
Rest  Overige  Alles wat aan de 3 voorwaarden voldoet
Bv. Geschillen  Werknemer gaat naar de rechter vanwege onterecht
ontslag
 Geven van waarborg bij elektrische waarborg: geschatte
waarborg voorzien als kost
( O dit jaar, dus kosten dit jaar ook voorzien )
 IK denk dat corona uitbreekt, dus voorzie grote verliezen
 Ik heb bedrijf in japan, verwacht veel schade door tsunami’s:
kosten voorzien
Voorzieningen  Makkelijk winstmanipulatie??
ja , want voorzieningen aanleggen op 31/12
zonder transactie / geldstroom ( geen bewijs nodig )
subjectief : zie voorbeelden
Bij IFRS zijn voorzieningen veel beperkter

Aanleggen vd jaarlijkse voorziening 31/12

20
Module 6: vreemd vermogen HC5

Besteden van de voorziening

Besteden voorziening  Situatie a

Besteden voorziening  Situatie b

21
Module 6: vreemd vermogen HC5

Besteding voorziening  Situatie c

Onderneming kan kiezen  Winst nemen


 Enkel terugnemen wat nodig is
! voorwerp van de voorziening moet behouden blijven !
Bv. Als ik verwacht dat er later nog schilderwerken zullen volgen mogen we 1 000 laten staan. Zullen
we nooit meer schilderen mogen we dit niet laten staan

Rekeningnummers
Kost binnen bedrijfsresultaat  6350, 6360, 6370, 6380
Besteding via  6351, 6361, 6371, 6381
NR bedrijfskosten / risico’s  66200 ( toev. )
 66201 ( besteding )
Financ. Kost / risico  6560 ( toev. ), 6561 ( besteding )
NR financiele kost / risico  66210 ( toev ), 66211 ( besteding )
Fiscale betwisting  6712 ( toev. ) en 7712 ( besteding )

22
Module 6: vreemd vermogen HC5

1. Voorziening voor pensioenen en soortgelijke


Werkloosheid met bedrijfstoeslag
Voorziening voor uitbetalen vd werkloosheid met bedrijfstoeslag aangelegd op moment dat de
onderneming dat beslist:
6350 Voorziening voor pensioenen: toev …
160 Voorziening voor pensioenen en … …

In het jaar van de effectieve betaling:


624x Ouderdoms – en overlev. Pensioen …
5500 KI …

De kosten van de werkloosheid mogen niet drukken op het resultaat van het jaar van de betaling:
160 Voorziening pensioen …
6351 Voorziening pensioenen… besteding …

2. Voorziening voor belastingen


Vb. In x2 bij de belastbare winst is er een geschil ontstaan rond de geboekte kosten die door de fiscus
verworpen werden. Op het einde van het boekjaar is er nog steeds geen bevestiging. Eind x2 worden
de voorziening aangelegd voor 20 000 euro extra belastingen.
Vorming voorziening:
6712 Gevormde fiscale voorziening 20 000
161 Voorzieningen voor belastingen 20 000

31/3/X3 wordt er een aanslag van 27 800 euro bevestigt:


6710 Verschuldigde belastingsupplement 27 800
4520 Te betalen winstbelasting 27 800

161 Voorziening belastingen …


7712 Terugneming fiscale voorzieningen …

3. Voorziening grote herstelwerken


Vb. In X1 wordt er beslist om in X6 te herschilderen. De uitgave wordt geschat op 25 000 euro.
Op het einde van x1 tot X5 zal deze boeking volgen:
6360 Voorziening grote herstelwerken toe 5 000
162 5 000

Uitvoering schilderwerken x6:


61 …
411 …
489

23
Module 6: vreemd vermogen HC5

Kosten x6 tegenboeken
1. Kosten = voorziene bedrag
2. Kosten > voorziene bedrag
3. Kosten < voorziene bedrag
Kosten = voorziene bedrag :

61 Ddg 25 000
411 Ttv btw 5 250
489 Div S 30 250

162 Voorzienige herstelwerken 25 000


6361 Voorzieningen herstelwerken bested. 25 000

Kosten groter dan de raming:


61 Ddg 27 000
411 Ttv btw 5 670
489 Div s 32 670

162 Voorzieningen herstelwerken 25 000


6361 Voorzieningen herstelwerken bested 25 000

In x6 zijn er dus nog kosten voor 2 000 opgenomen


Kosten kleiner dan de raming:
61 Ddg 24 000
411 Ttv btw 5 040
489 Div S 29 040

162 Voorzieningen herstelwerken 25 000


6361 Voorzieningen herstelwerken beste 25 000

Hier heeft de onderneming een opbrengst van 1 000


Ze konden ook enkel de kost terugnemen en de rest laten staan

24
Module 6: vreemd vermogen HC5

4. Voorzieningen overige risico’s en kosten


Onderneming Z weet dat 2% van de verkochte goederen zullen terugkeren tijdens de waarborg.
In x1 verkocht hij 300 000 euro aan goederen.

6380 Voorzieningen andere risco’s toev 6 000


164/5X Voorzieningen: garantie 6 000

In x2 worden de kosten van de garantie geboekt in klasse 6. Er werd 5 600 euro aan kosten
gemaakt
164/5X Garantie 5 600
6381 Voorzieningen ov. Risico’s terugn. 5 600

Een voorziening boeken:


1. De verwachte voorziening wordt geboekt
2. Bij de bevestiging wordt de effectieve kost geboekt
3. Tegenboeken van de voorziening

VII. B Uitgestelde belastingen

Uitgestelde belastingen  Omvatten de naar latere boekjaren uitgestelde belastingen


Soorten uitgestelde belastingen:
- Uitgestelde belastingen op kapitaalsubsidies ( verkregen door investeringen in VA )
- Uitgestelde belastingen op gerealiseerde meerwaarden

Uitgestelde belastingen op kapitaalsubsidies:


Indien subsidie mbt niet-afschrijfbare VA:
Blijft onveranderd op P ( tenzij bij waardevermindering / realisatie )
Indien subsidie mbt afschrijfbare VA:
Wordt overgebracht naar O volgens hetzelfde ritme als de afschrijving op VA

25
Module 6: Passiva HC4

Kap.subs. stijgt O stijgt W stijgt Belast. stijgt


65 voor onderneming  V. Kap.subs.
35 voor overheid  VII. Uitgest.bel.

65 echte opbrengst voor mij


35 opbrengst om af te staan

Uitgestelde belastingen op gerealiseerde meerwaarde

26
Module 6: Passiva HC4

Gerealiseerde meerwaarde op IVA of MVA


Ofwel: onmiddellijk belastbaar

Ofwel: uitgestelde belasting mits voorwaarden:


- herbelegging verkoopprijs
- binnen de 3 jaar
- in afschrijfbare activa

Uitgesteld belasten is geen vrijstelling  Niet dit jaar in 1 x betalen


 Gespreid meerdere jaren betalen
Voordeel  ?

Verkoop IVA of MVA:


indien VP > BW : meerwaarde = O
Optie 1: --
Optie 2: a/ MW uit belastbare grondslag = K
b/ MW parkeren op balans = Reserv.

Optie 1  Ik betaal alles dit jaar


Optie 2  Ik betaal later belastingen

27
Module 6: Passiva HC4

In X1 is er een meerwaarde geboekt bij de verkoop van een machina voor 2 000 euro. Als de
onderneming dit bedrag binnen de 3 jaar herinvesteert in bv. Een nieuwe machine met een
levensduur van 10j kan de onderneming de belastingen van de meerwaarde spreiden over deze 10
jaar.
Winstbelastingen = 30% en men verwacht geen wijzigingen hierin
- Belastingen afzonderen passief rekening U.B
- Overige deel naar belastingsvrije reserve

689 Overboeking belastingsvrije res 1 400


680 Overboeking UB 600
132 Belastingsvrij res 1 400
1682 UB mw MVA 600

In X2 koopt de onderneming een machine van 6 000 euro. De jaarlijkse afschrijvingen:


6302 600
239 600

Ook jaarlijks tijdens de levensduur:


132 Belastingsvrije res 140
1682 UB MW MVA 60
789 Onttrekking belastingsvrije res 140
780 Ontrekking UB 60

28
Module 6: Passiva HC4

IX. Schulden op ten hoogste 1 jaar

Schulden < 1j  Omvatten schulden met oorspronkelijk / resterende contractuele


looptijd van ten hoogste 1 jaar
IX. Schulden op ten hoogste 1 jaar
A. Schulden op meer dan 1 jaar die binnen het jaar vervallen
B. Financiële schulden
C. Handelsschulden
D. Vooruitbetalingen op bestellingen
E. Schulden m.b.t. belastingen, bezoldigingen en sociale lasten
F. Overige schulden

Schulden gesplitst  Duidelijk zien welke schulden eerst moeten terugbetaald worden bij
faillissement
Bezoldigingen
Lonen = Kost stijgt : Brutoloon
Schuld stijgt : Nettoloon
Schuld stijgt : RSV
Schuld stijgt : BV
Schulden mbt bezoldigingen:
In belgië  sterk systeem van sociale zekerheid ( ziekte-uitkering, werkloosheidsuikering)
Dit wordt gefinancierd door de werkgever en -nemer.
Werknemers krijgen niet brutoloon  Nettoloon
( staan deel af aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid = RSV )

De werkgever  Houdt bijdrage van werknemer in op bruto loon en


stort het direct naar RSV
Na het afstaan van bijdrage aan RSV blijft het belastbaar loon over
 Werkgever per werknemer belastingen betalen
Werkgever stort deel van het loon als belasting door naar de fiscus

29
Module 6: Passiva HC4

Bv.
Brutobezoldigingen = 3 000
- afhouding RSV = 450
-----------------
Belastbare bezoldiging = 2 550
- Afhouding bedrijfsvoorheffing = 600
----------------
Netto bezoldigingen = 1 950

Registratie lonen op einde van de maand

6202 Bezoldigingen en sociale voordele 3 000


455 Bezoldigingen 1 950
454 RSV 450
453 Ingehouden voorheffingen 600

+ werkgeversbijdrage
621 Werkgeversbijdrage 195
454 RSV 195

Bij betaling van de lonen


455 Bezoldigingen 1 950
454 RSV 450
453 Ingehouden voorheffingen 600
550 KI 3 000

De onderneming kan ook ervoor kiezen om dit te laten doen door een sociaal secetariaat
De bezoldigingen worden dan geboekt aan de 489 en er wordt een kost geboekt voor het ‘ inhuren ‘ +
btw. Erna volgt de betaling van het secetariaat

30
Module 6: Passiva HC4

Vele belastingen:
Btw:
- Levering van goederen / diensten in B
- Verbruiksbelasting
- Periodieke aangifte btw
- Continue update
Winstbelasting:
- Bij winst
- Kost
- Jaarlijkse aangifte
- Geen continue update
Nooit bij verlies
Winstbelasting  Maakt onderneming armer

In loop van x1:


ontvangst van de definitieve belastingaanslag
Op einde x0:
raming van de te betalen belastingen  Weten finale belasting pas na discussie oh
In loop van x0:
voorafbetaling van de belastingen

Ondernemingen  Supplement betalen zodat ze belastingen kunnen uitstellen


 Of voorafbetaling doen

31
Module 6: Passiva HC4

Voorafbetaling van de belastingen:


K : 20 000
bank : 20 000

raming van de belastingen:


K = 2 500
Nog geen betaling = geen bank
Geraamde schuld kt = 2 500

Saldo op RR = K: 22 500
Betaald: 20 000 + (geraamde) schuld: 2 500

Aanslag 1 = 22 500
Geraamd schuld daalt met 2 500
Def schuld stijgt met 2 500
Aanslag 2 = 24 000
Geraamd schuld daalt met 2 500
Def schuld stijgt met 4 000
Kost stijgt met 1 500
Aanslag 3 = 21 000
Geraamd schuld daalt met 2 500
Def schuld stijgt met 1 000
Opbrengst stijgt met 1 500
Aanslag 4 = 19 000
Geraamd schuld daalt met 2 500
Vordering stijgt met 1 000
Opbrengst stijgt met 3 500

32
Module 6: Passiva HC4

Bedrijf heeft ongeveer zelfde kosten en opbrengst en schat de belastingen hetzelfde als vorig
boekjaar en kunnen een voorafbetaling doen
Voorafbetaling  Minder belastingen
Stappen
1. Voorafbetaling: 6700 a 5500
2. Raming ( verschil ramen tss aanslagbiljet en voorafbetaling )
= schatting
a. Te weinig betaald 6702 a 4500
b. Te veel betaald 4120 a 6701
3. Ontvangst aanslagbiljet P152
Komen kosten overen met definitieve betaling?
- Nee, meer betalen dan ingboekte kosten : K+ 6710
- Nee, minder betalen dan ingeboekte kosten: O+ 7711  Te veel kosten
geraamd
7710  Te veel vooraf betaald
- Ja, geen kosten, geen opbrengst

Def schuld / vordering inboeken + geraamde schuld / vordering wegboeken


Geraamde schuld 4500
Definiteive schuld 4520
Geraamde vordering 4120
Definitieve vordering 4120

Vreemd vermogen en IFRS:

- Strikte reglementering van voorzieningen


- Rapportering van alle uitgestelde belastingen

33
Module 6: Passiva HC4

34

You might also like