Professional Documents
Culture Documents
HC D Pathologie Van Het Cariësproces
HC D Pathologie Van Het Cariësproces
Harde tandweefsels
- Slijtvast
- Mechanisch sterk
- Zuurgevoelig
Hydroxyapatiet lost op in de mond
Bij pH lager dan ongeveer 5,5
Etsen vs. cariës
Vroeger was een definitie van cariës een disbalans in de plaque. Als je ervan uit zou gaan dat de
disbalans al ziekte is, zou er meerdere keren per dag cariës ontstaan, maar dat zijn geen laesies.
Nu is de definitie ook een disbalans in de plaque, maar dan moet er wel een laesie ontstaan.
Predilectieplaatsen cariëslaesies
1. Occlusaal: pitten en fissuren
2. Approximaal: net onder het contactpunt
3. Cervicaal: langs de marginale gingiva (wortel)
Ecolofische plaquehypothese
De cariogene biofilm vertegenwoordigt de natuurlijke biofilm van de gastheer, die onder ecologische
druk (bijvoorbeeld frequentie suikerconsumptie) is ontspoord.
Het cariësproces gaat niet om specifieke bacteriën, het gaat erom dat het milieu van de plaque
verandert waardoor bepaalde soorten het makkelijker krijgen, gaan uitgroeien en daardoor hun
slechte werk gaan doen.
Doorsnede van een tandoppervlak. Het middengedeelte is blootgesteld aan een etsende zuuraanval,
aan de zijkanten was het element afgedekt. Je ziet dat er een dun laagje gedemineraliseerd is
ontstaan: surface softening of surface loss.
Demineralisatie
Kristallen worden aangetast.
Disbalans
Inname van suikers
1. Frequentie
2. Tijdsduur inname
‘total loss/outcome’
Afhankelijk van
predilectieplaatsen!
Speekselinvloed!
Laesievorming
Als de demineralisatie de mogelijkheid tot remineralisatie overheerst zal je uiteindelijk steeds meer
netto mineraalverlies krijgen en zal cariës optreden.
Het groene gedeelte klopt helemaal niet, want als er eenmaal een laesie is, is het bijna onmogelijk
om de laesie weer op te vullen met remineralisatie.
‘Surface layer’
- 10-50 um (max. 120 um)
- Dikker naarmate de laesie ouder
is, hetzij trager verloopt
- Wel poreuzer dan gaaf glazuur
De dikte van de surface layer heeft
ook een effect op cavitatie (stort de
laesie in). Hoe dikker, hoe kleiner de
kans.
‘Lesion body’
Remineralisatie op laesieniveau
Op de premolaar werd een
band geplaatst waar dus niet
onder gepoetst kon worden en
waar plaque zich kon
opbouwen. Na 4 weken was het
linkerbeeld al ontstaan. Nadat
er weer gepoetst mocht worden
is de laesie kleiner geworden,
maar hij is niet helemaal
verdwenen. Als laesies er zijn,
zijn ze eigenlijk niet meer te
remineraliseren.
Remineralisatie
Laesieniveau: erg beperkt
Laesieprogressie glazuurlaesie
Laesie volgt de oriëntatie van de glazuurprisma’s ‘cone-shaped’ met de basis aan het
glazuuroppervlak.
Approximaal gaat als een soort conus schuin naar beneden richting dentine. De laesie approximaal is
cone-shaped, niet parallel naar binnen toe, omdat de aanvalskracht het grootst is waar de biofilm het
dikst is en het verst verwijderd van alle invloeden die het weer neutraliseren. Aan de randen van de
plaquelaag is minder hard en daarom is de laesie daar minder diep.
Laesieprogressie approximaal
De aanval is niet groter bij de gingiva (waar de plaquelaag wel het dikst is), dat komt doordat de
sulcus ook nog een sulcusvloeistof uitscheidt.
Al als de laesie in het glazuur zit, weet het pulpa-dentinecomplex dat er wat aan de hand is en het
reageert al met een afweerreactie.
Op het moment dat de laesie al duidelijk in het dentine is beland, is er nog steeds geen cavitatie.
De tubuli zijn
opgevuld met
dentine. Het wordt
transparant doordat
het zo dikgepakt is
met mineraal en er
weinig lichtbreking
optreedt. Het
dichtslibben van de
tubuli is ook een
verouderingsproces.
Laesieprogressie approximaal
Het is onwaarschijnlijk dat de
demineralisatie ook zijdelings
uitbreidt onder de glazuurkap,
zolang er geen cavitatie is
opgetreden.
Laesieprogressie
Als de laesie het dentine heeft
bereikt, gaat ook het dentine
demineraliseren. Dentine heeft
ook een organische matrix in
tegenstelling tot glazuur, en deze
moet worden afgebroken. Om
een collagene matrix af te breken heb je enzymen nodig. Deze komen uit bacteriën en voor een deel
ook uit ons eigen weefsel.
Het witte laagje is tertiair dentine, dit is een extra dentinelaag die wordt afgezet
aan de binnenkant van de pulpa als een soort bescherming.
Een cariëslaesie kan behoorlijk dicht bij de pulpa komen zonder dat er
irreversibele schade is aangebracht. Het moet minder dan een halve millimeter bij de pulpa zitten om
irreversibele schade aan te brengen.
Laesieprogressie occlusaal
Occlusaal heb je een kleine aanvalslocatie in het
midden van de fissuur, maar de laesie breidt zich naar
de zijkant toe uit omdat het de prisma’s volgt.
Laesieprogressie wortelcariës
- Recessie gingiva = noodzaak!
- Oudere patiënt
- Geen glazuur aanwezig
- Snelle bacterie-invasie
- Subsurface