Professional Documents
Culture Documents
Geschiedenis H3 4vwo
Geschiedenis H3 4vwo
In Griekenland zijn veel gebieden van elkaar afgesloten door gebergtes en wateren. Hierdoor
ontstonden veel staten los van elkaar, er waren ongeveer 200 staten en deze heten poleis.
Een polis bestond uit: Een heuvel in het midden, met een tempel erop(Acropolis), De stad zelf, en
een verzamelplaats voor bijv. een markt (Agora)
Door de groei van alle staten, was er een bestuur nodig. Er waren drie bestuursvormen:
1. Autocratie: alleenheerser
2. Oligarchie: bestuur door de beste, maar kleine, groep mensen
3. Democratie: bestuursvorm waar de gehele bevolking aan mee kon doen
De bevolking groeide, maar de hoeveelheid vruchtbare grond niet. Hierdoor besloot men tot
kolonisatie. Atheners stichtten kolonies overzee.
Vanaf 509 v.C. hadden alle mannen boven de 18 stemrecht. In een volksvergadering mochten de
mannen stemmen. Het dagelijks bestuur was in handen van 50 wisselende mensen die per jaar
werden gekozen. Het bestuur in Athene was kortom een Democratie, zonder alle vrouwen en slaven.
Sparta had geen democratie, maar wel last van overbevolking. Sparta stichtte echter geen kolonies,
maar gebruikten hun grote leger om gebieden te veroveren. De veroverde gebieden moesten dan
voedsel leveren aan Spartanen. Dit laat zien dat Sparta veel waarde hechtte aan hun leger, en
daardoor moesten jongens vanaf hun 7e jaar al een militaire opleiding volgen.
Sparta had wel een volksvergadering, waar voorstellen werden gedaan door te roepen. Een raad van
edelen/Ephoren besloot of deze voorstellen uitgevoerd werden.
De meeste Spartanen hadden geen burgerrechten, omdat het geen ‘echte’ Spartanen waren. Deze
stamden vaak af van de oorspronkelijke bevolking van het veroverde gebied. De ‘echte’ Spartanen
waren afstammelingen van de Doriërs.
Griekse kolonisten hadden een kolonie in Azië, en deze kolonie kwam in opstand tegen de Perzische
koning Darius omdat ze zelfstandig wilden worden.
Darius wilde als ‘straf’ Griekenland veroveren, wat leidde tot de Perzische oorlogen. De Griekse
staten wisten van tevoren al dat er een aanval zou komen, maar kwamen niet tot een samenwerking.
Onder andere Sparta en Athene besloten op het laatste moment tot een samenwerking, maar
Athene had de overwinning al behaald tegen de tijd dat Sparta kwam opdagen.
In 480 v.C. vielen de Perzen weer aan, onder koning Xerxes. De Grieken wonnen op zee, maar de
Perzen op land, een jaar later wonnen de Grieken hier ook.
Uit angst voor een nieuwe aanval, gingen de Grieken met elkaar samenwerken. Er ontstonden twee
bondgenootschappen:
1. Een onder de leiding van de Atheners
2. Een onder de leiding van Sparta
De Grieken waren eropuit om elkaar klein te maken, beide partijen probeerden bondgenoten van
elkaar over te laten lopen. Dit had de Peloponnesische Oorlog van gevolg, die van 431 v.C. tot 404
v.C. duurde. De Spartanen wonnen deze oorlog, maar de Atheense democratie bleef bestaan.
Na een opkomst van nieuwsgierigheid, werd o.a. de bouwkunst verbeterd, hiervan moet je 3 zuilen
(her)kennen: