Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 90

STAD EN STEDELIJKHEID

Waarom (stads)sociologie in ontwerpwetenschappen?


Basisvragen:
Ontwerpen in welke wereld?
=> hoe die wereld zien?
=> hoe de veranderingen in onze samenleving (h)erkennen?

Wat leert stadssociologie over de relatie architectuur & omgeving?


- Sociologie als hulpmiddel om de snelle veranderingen in onze hedendaagse
samenleving
o te (h)erkennen
o te kunnen kaderen
o en je er toe te kunnen verhouden

Ontwerpen, maar voor wie & in welke wereld?


Stadssociologie over Architectuur & Omgeving

DEEL 1
INLEIDING
1. Mondialisering is verstedelijking
- Meerderheid van de wereldbevolking vandaag woont in de steden
o Naar 80% midden 21ste eeuw
o Maar wat is een stad?
Wat is een stad?
Hoogbouw?
- En Brugge dan?
Een historisch centrum? (West-Europese kijk)
- En Amerikaanse steden dan?
- Of Dubai?
Ontelbare definities
Drie kernelementen komen daarbij in bijna alle definities terug:
- een stad is een plaats waar zeer veel mensen wonen
- op een beperkte oppervlakte
- en dus met een grote densiteit of bevolkingsdichtheid = aantal inwoners/km2
en een grote densiteit aan gebouwen

Patrick Janssens
- plek met beperkte opp.
- fysieke ruimte, min of meer scherp van haar omgeving afgescheiden
o steden vroeger ommuurd = letterlijke scheiding
o sporen historische omwallingen terug te vinden in verschillende
concentrische cirkels à de Leien (Spaanse omwalling), de Ring (19E -eeuwse
omwalling Brialmont)
- in een stad is de ruimte in verhouding met bevolkingsaantal klein = grote
bevolkingsdichtheid à samenleven bepaald door kwaliteiten v/d omgeving
Een stad heeft vele functies
Een aantal functies zijn evident.
- Woonfunctie: een plek waar (veel) mensen wonen
o uitgebreid woningaanbod, met zoveel voorzieningen en jobs nabij
o geconcentreerd wonen op beperkt opp. heeft vele voordelen: minder
ruimtebeslag, geringe mobiliteit, kleinere ecologische voetafdruk
- Economische functie: de plek waar vele mensen werken (vaak ook v/ buiten de stad)
o waar een belangrijk deel van het bruto nationaal product wordt
geproduceerd
o ook de winkels zijn deel van de economische functie
o grootste deel v/d welvaart v/ ons land wordt gecreëerd in steden
- Bestuurlijke functie: ze huisvesten ‘de instellingen’, zoals parlement, de regering…
- Culturele functie
o (cultuur-)historische binnensteden, met stedenbouwkundig erfgoed
o plaatsen van hedendaags cultuurproductie en consumptie
o musea, operahuizen, theaters…
- Sociale functie
o mensen ontmoeten er elkaar, op straten en pleinen, in parken en op café
(zowel in de publieke ruimten als semipublieke ruimten)
o een uitgebreide netwerk aan sociale voorzieningen
- Centrumfunctie, voor de bewoners én de economie uit de rand
o bieden voorzieningen waarvoor andere gemeenten te klein zijn of niet
kunnen financieren: universiteiten/hogescholen, (universitaire) ziekenhuizen,
cultuurtempels, hoofdzetels van bedrijven, administraties van overheden,
grote knooppunten van openbaar vervoer en grote en specifieke sociale
voorzieningen (vb. daklozenopvang)
o niet alleen voorzieningen aan haar eigen bewoners bieden, mr ook aan
bewoners van omliggende randgemeenten

Steden zijn vaak vrijplaatsen, voor denkers, politieke activisten, onderzoekers…


- door interactie en confrontatie van ideeën bieden steden meer vrijheid & creativiteit
dan platteland (waar sociale controle vanuit religie en andere mensen veel groter is)
Steden zijn toevluchtsoorden
- naast vrijheid vindt men er (grotere) anonimiteit
- wie in sociale problemen zit, echtscheiding… zoekt vaak de stad op
Steden zijn vaak aankomstplaatsen in de nieuwe wereld, voor wie migreert, met wijken van
aankomst
- vestigen zich in eerste plaats in steden à betaalbare huisvesting, land-/taal-
/geloofsgenoten, formeel/informeel werk
Steden kunnen emancipatiemachines zijn, waar mensen kunnen opklimmen op de sociale
ladder
Steden vervullen vele functies, zo niet alle tegelijk
- juist die interactie maakt vele huizen en mensen op een beperkte oppervlakte tot
een stad
- vanuit die interactie ontstaan vormen van stedelijkheid
In de stad vind je (bijna) alles
- Steden vervullen vele functies, zo niet alle tegelijk
- Juist die interactie maakt vele huizen en mensen op een beperkte oppervlakte tot
een stad.
- Vanuit die interactie ontstaan vormen van stedelijkheid.

2. Wat is stedelijkheid?
Een stad is dus meer dan haar gebouwen en haar historisch centrum.
In steden ontstaan vormen van stedelijkheid
- door de aard van bebouwing & inrichting van de openbare ruimte
o de fysieke stad
- maar ook en vooral door de manieren waarop mensen er met die ruimte omgaan en
met elkaar leven
In steden ontstaan vormen van stadscultuur
Stedelingen ontwikkelen en verwerven een vorm van ‘stedelijkheid’.
Die stedelijkheid is moeilijk definieerbaar

Witboek: stedelijkheid is een kwaliteit, die kenmerken v/h samenleven in steden omschrijft
à het gaat om densiteit, diversiteit en democratie
Maar ook: een houding die openstaat voor de veelheid aan ervaringen en ontmoetingen
met anderen, vaak onbekenden.
Ook de vrijheid om eigen levensstijlen te ontwikkelen en om te gaan met anderen die dat
ook doen

Omgaan met een veelheid aan impulsen en wisselingen, met voortdurende confrontaties.
- Die omgeving prikkelt, stimuleert, leidt ook vaak tot creativiteit.
- Richard Florida benadrukt het belang van die creatieve stad voor kunst & economie,
als broedplaats voor voortdurende innovatie

Diversiteit en etnisch-culturele diversiteit zijn basiskenmerken van de geglobaliseerde stad


in de 21ste eeuw
- met die diversiteit kunnen omgaan is vandaag een kenmerk van stedelijkheid
o zie les 4 & 5 rond superdiversiteit

Stedelijkheid overschrijdt de grenzen van de stad


Vandaag verwijst stedelijkheid niet meer per definitie naar de stadscultuur of de grenzen
van de administratieve stad.
- Stedelijkheid niet langer gebonden aan het historische stadshart, noch aan openbare
ruimte
- Vele (voormalige) stadsbewoners en (huidige) stadsgebruikers wonen vandaag in de
(steeds minder) groene rand rond de stad
o maar hebben wel een stedelijke levensstijl behouden
- Zij gebruiken de stad & genieten van grootstedelijke functies (werken, studeren,
uitgaan)
o maar leven toch buiten de stad
- De stad is een onderdeel van een stadsregio of stadsgewest én van een stedelijk
netwerk
o Zie Witboek: idee van de rasterstad

Stadslucht maakt vrij


Historisch, in de feodale samenleving
- Vrijheid en burgerschap binnen de stadsmuren
- Hanzasteden
Als broedplaatsen voor verandering in een samenleving
Maar: de stad roept ook weerstand op
- De stad als ‘oord des verderfs’
o Arbeiders, vreemdelingen, zedeloosheid, anonimiteit, prostitutie,
criminaliteit, revolutie, sociale problemen…
- Zeker het conservatieve Vlaanderen worstelt met zijn/haar steden

Samengevat: wat is ‘de stad’?


Bekijk onderstaande kennisclip:
Het abc van de stadssociologie
- Met Amsterdam als voorbeeld
- http://www.youtube.com/watch?v=cfXlQ3p-7ac

3. Vlaanderen worstelt met zijn steden


Vlaanderen kent een traditie van anti-stedelijkheid.
- De baksteen in de maag van vele Vlamingen gedijt vaak het beste in het te
verkavelen veld.
- Voor een deel van de Vlaamse middenklasse betekende maatschappelijk succes een
nieuwbouwwoning rond de stad of verder
- Het eenzijdige huisvestingsbeleid stimuleerde eigendomsverwerving, het ruimtelijke
beleid zette amper een rem op de verkavelingsdrift
- nefast voor Vlaanderen én voor onze steden
o verkaveling na verkaveling verdween de open ruimte en groeide de
automobiliteit
1950-2000: selectieve (witte) stadsvlucht van de middenklasse
- bevolkingsdaling van de steden
- verarming van de bevolking
Vanuit sociaal en ecologisch oogpunt leidde de stadsvlucht tot een verstedelijking of
volbouwen van bijna heel Vlaanderen à nefast voor openbare ruimte en automobiliteit
- draagvlak v/d steden verzwakte, zowel financieel voor de besturen als sociaal
kapitaal voor de bewoners en wijken in stad
- men moet de druk op de steeds schaarsere open ruimte verminderen en steden
versterken

Steden groeien opnieuw in de 21ste eeuw


In de 21ste eeuw zien we een historische kentering in de grootste Vlaamse steden
- na lange bevolkingsdaling stijgt aantal stadsinwoners terug
Drie factoren verklaren de plotse ommekeer in stedelijke bevolkingscijfers.
- de stad voor jongeren en jonge gezinnen opnieuw iets aantrekkelijker als woonplek
o terugkeer van jong bejaarden: kinderen zijn uit huis, woning buiten de stad is
te ruim en afgelegen
- een toename van de migratie
o zie les superdiversiteit
o regularisatie operatie 1999-2000: verkleinde de kloof tss de werkelijke en
wettelijke stad à een aantal verborgen bewoners zonder papieren werden
officiële bewoners met papieren
o gaf mogelijkheid tot volmigratie, wanneer deel v/d geregulariseerden
vervolgens huwden met partners uit het land v/ afkomst
- de steden krijgen opnieuw een geboorteoverschot, opmerkelijk in tijden van
vergrijzing
o verjonging én verkleuring van onze steden
o een groeiend aantal kinderen in de Vlaamse steden groeit op in gezinnen
met een andere etnische afkomst

Antwerpen
BERENDRECHT
ZANDVLIET
LILLO

EKEREN

MERKSEM

ANTWERPEN DEURNE

BORGERHOUT

BERCHEM

HOBOKEN
WILRIJK

Na een halve eeuw stadsvlucht opnieuw een sterke bevolkingstoename

Antwerpen vandaag telt +/- 527.000 bewoners


En zal stijgen naar 600.000 inwoners tegen 2030
Een zeer grote uitdaging
- woningen, scholen, leefkwaliteit, mobiliteit, …
Evolutie stad Antwerpen 2000-2020: zo’n 80.000 nieuwe stadsbewoners erbij

Waarom groeit de bevolking in Antwerpen?


Drie componenten:
- Natuurlijke groei
o meer geboorten dan sterften
- Binnenlandse migratie
- Internationale migratie
Gevolg: een radicale verjongingskuur van de steden
- Vergroening (meer geboorten)
- Verkleuring: superdiversiteit
- En verkleurende armoede

Ondanks de bevolkingstoename blijft stadsvlucht van de (witte) middenklasse verborgen


Achter de stijging aantal inwoners gaat een complexer verhaal schuil.
Te gemakkelijk zet men meer inwoners op één lijn met einde van stadsvlucht
- te statische kijk op de bevolkingscijfers
Groepen die naar de stad komen, hebben een zwakker inkomensprofiel dan diegenen die
de stad verlaten.
- Bij diegenen die zich in de stad vestigen, zijn jongeren, lagere inkomensgroepen én
nieuwkomers oververtegenwoordigd.
- Bij wie de stad verlaat, blijven jonge middenklassengezinnen oververtegenwoordigd
Ondanks bevolkingstoename in stad blijven aantal problemen v/ stadsvlucht bestaan
- Nog steeds druk op open ruimte rond de steden
- Financieel en fiscaal blijft er een polarisering tussen stad en rand

Mechanismen achter de stadsvlucht


Individuele oogpunt: onmiskenbare kwaliteiten van het suburbane wonen
- met idee van geborgenheid
Surburbia trekt aan, de stad stoot af
De stad is fysiek & psychisch 'vol'
- zich in de stad bewegen is niet zelden een karwei: zoeken naar parkeerplaats,
wachten om over te steken
Beleidsmaatregelen zijn niet altijd van die aard het volheidsgevoel te verminderen,
integendeel
- goedbedoelde plannen hebben vaak het omgekeerde effect en voeden het anti-
stadsgevoel waardoor ze allesbehalve een tegenkracht vormen
- vb. beïnvloeden weinig mobiliteitsingrepen de mobiliteitsbehoefte in gunstige zin
o lege plekken die voor openheid en lucht kunnen zorgen, worden onder druk
van projectontwikkelaars volgebouwd om geld te verdienen

Zoeken naar groen & ruimte voor kinderen


Er is bovendien ook die onzekerheid
- in suburbane verkaveling ben je daarentegen wel zeker van je stuk: je hoort wel eens
lawaai v/ verkeersweg en buren die gras afrijden, maar het wonen blijft er wel wonen
- de auto kan weggestopt worden op eigen perceel en kinderen kunnen in eigen tuin
spelen
- in de stad is dat minder evident: in dichtbebouwde buurten moeten kinderen op
straat spelen omdat er geen plek is in de woning of omdat een zinvolle privé-
buitenruimte ontbreekt = onveilig
- steden lijken ook vuil en slordig
‘Veilig’ verkeer buiten de stad?
- of oeverloze files?
-
Het beeld v/ ‘psychologisch volle stad’ wordt gevoed door de media
- onveiligheidsdiscours’ – dat heel vaak tot jongeren- én stadscriminaliteit wordt
gereduceerd – is een sprekend voorbeeld
- we worden hier geconfronteerd met de kracht van het imago, van het beeld

De stedelijke criminaliteit wordt vaak bestreden met maatregelen die gevolgen hebben
voor de kwaliteit en beschikbaarheid van de openbare ruimte
- de overwinningen zijn van Pyrrusoverwinningen
o in eerste plaats omdat het ongewenste gedrag zich verplaatst,
omgevingsingrepen gaan niet in op de oorzaken
o ten tweede omdat maatregelen van ‘environmental design’ systematisch de
kwaliteit en beschikbaarheid v/ stedelijke openbare karakter inhouden
ð bunkereffect ontstaat
ð accentueert het negatieve en versterkt de bestaande
opvattingen
Stad = migratie.
- de stad van de 21ste eeuw = stad in diversiteit, met haar kansen en met haar
spanningen.
- die diversiteit voedt ten dele ‘witte stadsvlucht’, die daardoor paradoxaal genoeg de
toename van de diversiteit in de stad verder versnelt.
Al deze krachten samen werken tegen de aantrekkingskracht van de stad en zorgen voor
een blijvende suburbanisatie.
- met een sociale uitsortering => groeiende ruimtelijke ongelijkheid (les gentrificatie).
CITIES & URBAN LIFE

1. Steden vroeger en nu
Context
Afgelopen 250 jaar wereldwijde urbanisering
- Onderdeel van de moderniteit
o impact van Verlichting (rationaliteit, wetenschap, technologische
ontwikkeling) & impact van Franse Revolutie (liberté, égalité et fraternité)
ð wereld in stroomversnelling gebracht
- 21ste eeuw: voor het eerst meer dan de helft wereldbevolking in steden
o https://www.youtube.com/watch?time_continue=24&v=XxOf5Bsfsxs&feature
=emb_logo
- Groei global cities & megacities
o In het westen: London, New York
o Grootste urbanisering in zuiden & oosten
§ Aantal inwoners + mate van integratie & connectiviteit (definitie
Giddens)
Steden in de oudheid
Steden vroeger: Babylon, Athene, Rome, …
Heel andere vorm van stadsleven
- Ommuurde steden (plekken die verdedigd moesten worden tegen vijandige
buitenwereld)
- Centrum= religie, paleis en bestuur, publiek plein, handel
- Elite woonde centraal
Invloed steden op samenleving buiten de stad eerder beperkt

Industrialisering en urbanisering
Beginnende industrialisering midden 18de eeuw leidde tot urbaniseringsgolf
- Groot-Brittannië bakermat industrialisering & urbanisering
- Mensen minder gevraagd op het platteland/landbouw, maar meer arbeidskrachten
nodig in industriële activiteiten (staal-, textielindustrie...) à fabrieken gingen zich
vestigen in steden waar al veel mensen woonden

Ontwikkeling v/d moderne stad


Nu wereldwijd proces
- 1950: 30% wereldpopulatie stedelijk
- 21ste eeuw: 50%
- 2030: minstens 60%
- 2050: 80%
Maar wat is een stad?
- Wat is de moderne stad?

Wat is een stad?


- Grote bevolking
- Hoge densiteit
- Arbeidsmarktspecialisatie
- Permanente markten
- & een overwegend onpersoonlijke, rationele omgang tussen de bewoners
- mix van demografische, sociale & psychologische kenmerken
o bepaalde leeftijdsprofielen, mindset die anders is dan bij
plattelandsbewoners
- Zonder muren/omwalling
o Waar stopt de stad?

Global cities: Saskia Sassen


Steden = commandocentra voor die global economy
- Hoofdzetel van grote transnationale bedrijven
Kernsteden voor financiële markten, technologiebedrijven en consultancy
Productie en (vooral) innovatiesites nieuwe industrieën (media, ICT, games, …)
Markten (voor financiële producten, hyperconcentratie van diensten, …)
New York, London, Tokyo (3 belangrijkste financiële markten)
- Singapore, Beijing, Parijs, …
- Brussel? Dubai?
Globalisering én localisering
- Globalisering: de wereldwijde goederenstromen, de financiële markten,
beurskoersen
- Localisering: iedere vorm v/ globalisering krijgt uiteindelijk lokaal vorm

2. Stadssociologische theorieën over stedelijkheid


Urbanisatie/ verstedelijking
= het proces dat (grote) steden doet ontstaan, hoe evolueren steden?
Urbanisme of stedelijkheid
= de levensstijlen en persoonlijkheidsstijlen die moderne steden kenmerken, hoe leven
mensen in die stad en wat doet de stad met de mensen die er deel van uit maken?

Hoe gaan stedelijke theorieën om met de ‘4 c’s’ van stedelijke ervaring?


- Culture
o inbegrepen de gebouwde omgeving
o kathedraal, centraal station, historisch erfgoed, maar ook de hedendaagse
architectuur
- Consumption
o van goederen én diensten
o welke plek geef je die handel in de stad (autovrije winkelstraten, welk beleid
heeft de stad voor de haven/kantoren)
- Conflict
o over schaarse bronnen & stadsontwikkeling
o strijd over de ruimte (wie koopt welke gronden, wie mag er waar bouwen)
- Community
o het sociaal leven in de stad
o hoe ontspannen? voel je je veilig? verkeersveiligheid?
Community & the urban personality
Ferdinand Tönnies (1855-1936)
Effect van verstedelijking op sociale banden en solidariteit
- in dorpen zijn mensen met elkaar solidair, omdat ze elkaar kennen + bloedband
hebben
- als iemand in de problemen komt daar, dan helpt men à het is iemand van familie,
straat, parochie (bloedbanden, gemeenschapsbanden, religieuze banden)
Verstedelijking & modernisering
- Overgang van ‘Gemeinschaft’ (vroeger)
o persoonlijke familiale, vriendschaps- en solidariteitsbanden tussen mensen
die elkaar kennen
- Naar ‘Gesellschaft’ (nu)
o Meer zakelijke, rationele, onpersoonlijke, soms instrumentele contacten
tussen ‘vreemden’
o vb. kindergeld wordt betaald door de werkende mens à dragen bij voor
studenten (belastingen, als je iets koopt à btw betalen à bijdragen aan
sociale zekerheidssysteem
o iedereen die werkt en consumeert betaalt en is solidair + vanaf geboorte tot
de dood geniet je mee van die sociale zekerheid) = sterk systeem van
solidariteit

Georg Simmel (1858-1918)


The metropolis & mental life (1903)
Hoe ervaren mensen de stad?
Bombardement van beelden, indrukken, prikkels en ervaringen
Om zich te beschermen/af te schermen worden mensen ‘blasé’ (wegkijken)
- ‘seen-it-all-before’
Een ‘stedelijke gereserveerdheid’ als stedelijke persoonlijkheid
- we zeggen geen goede dag tegen elkaar, niet te hard willen opvallen, we hebben
de vrijdheid om ons eigen ding te doen en we laten de andere de vrijheid om hun
eigen ding te doen
De stad is geen ruimtelijke entiteit met sociale gevolgen, maar een sociologische entiteit
die ruimtelijk is gevormd (mensen die samenleven en van daaruit wordt de ruimte gevormd,
legt de drijvende kracht bij mensen en van daaruit maken we ruimtelijke beslissingen)

The Chicago School (1920s-1940s)


Robert Park, Ernest Burgess & Louis Wirth
Urban ecology (kijken nr biologie à bepaalde bodem trekken bep. soorten planten aan
- planten functioneren in een bepaalde biotoop (koud/warm/regen)
- de stad kent gelijkaardige ‘sorteringsmechanismen’
- stad afbeelden met verschillende zones
Binnenstad: bedrijven en huizen in verval (kantoorfunctie verdrong woonfunctie)
Cirkel met oudere buurten, werkende (lagere) middenklasse
Residentiële suburbs, hogere klasse
Aandacht voor differentiatie, specialisatie van buurten, strijd om de buurt (zoneringen)
Onderschat belang van stadsplanning, te sterke benadering als ‘natuurlijk’ proces
- ze gingen het als een veel te natuurlijk proces bekijken, alsof er geen
machtsprocessen meespeelden, speculatie van projectontwikkelaars, alsof er geen
stadsplanners waren (platslagen en nieuwe woningen creëren)
- beschouwden de stad als een organisch geheel dat groeide/evolueerde, en ze
hebben de ingrepen van beleidsmakers, economische machten, stadsplanners
onderschat

Louis Wirth
Urbanism as a way of life (1938)
Simmel: stad creëert persoonlijkheidstype, creëert de stedeling
Wirth: stedelijkheid = aparte levensstijl, niet beperkt tot de stad (verhuizen nr ergens, nog
steeds die levenstijl hebben)
Stad = samenleven & ontmoetingen met velen, als relatieve onbekenden
- ‘secundary contacts’
Erosie van familie en traditionele solidariteit
Maar ook: stad als plek van vrijheid, tolerantie en vooruitgang (meer anonimiteit, minder
sociale controle)

City spaces, surveillance en stedelijke ongelijkheid


Kritische (neo-marxistische) stroming in jaren ‘80 & ‘90: David Harvey & Manuel Castells
David Harvey: stedelijkheid is een resultaat van de gecreëerde omgeving die voortvloeit uit
de verspreiding van het industriële kapitalisme
David Harvey
Voortdurend proces van ruimtelijke herstructurering: wat is winstgevend?
à waar wordt er gebouwd? niet waar er noden zijn, maar waar er koopkrachtige noden zijn
à wachtlijst voor sociale woningen, er worden geen sociale woningen bijgebouwd
=> privésector is daar niet geïntresseerd in, kan je geen geld mee verdienen, overheid is
niet geïntresseerd in mensen met lage inkomens
à het kapitaal/het geld/de markt bepaalt hoe die stad er zal uitzien + stadsplanners
hebben ook grote invloed
- impact ongelijkheid op stadsontwikkeling
o Davis: ‘Cities of quartz’ => LA
§ steden verharden, ze gaan niet meer de armoede bestrijden, maar de
strijd aangaan met de armen (stadsbeleid om daklozen à zorgen voor
voldoende sociale woningen of op die vensterbanken pinnen zetten)
§ wegjagen is verharding voor de stad om de stad aantrekkelijk te
maken voor mensen die wel geld hebben
o Graham: ‘new military urbanism’: we gaan steeds meer handhaven hoe dat er
in de stad geleefd kan worden, dwz al wie niet aan de consumeerde
stadsbewoner voldoet, wordt geleidelijk aan uit die stad gejaagd naar andere
wijken
- zo krijg je duale en verdeelde steden
o nood aan surveillance & gated communities om rijken te beschermen
§ oorlogstaal: the war on drugs, war against crime, war against terror
o the ‘right to the city’: wie heeft er recht op de stad? Voor wie is de stad?
§ kan je nog op een bank gaan zitten in een stad of enkel op een terras
waar je moet consumeren? Bij de inrichting van pleinen is dat een
cruciale vraag
§ gaat over publieke ruimte in de stad, wat is voor wie toegankelijk om
wat te doen?
o privatisering van publieke ruimte

Sociale bewegingen en collectieve consumptie


Manuel Castells: spatiale ontwikkeling nauw verbonden met algemene maatschappelijke
ontwikkeling
Steden en hun architectuur resultaat van machtsstrijd tussen groepen in de stad en de
samenleving
- steden willlen zich op bepaalde manier profileren en de architectuur staat in dienst
van dat profiel
- vb. hoogbouw als winstmaximalisatie, of als machtssymbool
Stad = resultaat van marktkrachten & macht van de overheid (wie kan wat betalen, wie kan
welke beslissingen doorduwen, wie kan de zeer dure grondprijzen in bep. delen van de stad
gebruiken?)
à roept tegenreactie op
à hij bestudeert de machtsstrijd in de stad waabrij ook bewonersgroepen/specialisten/
architecten/stadsplanners ingaan tegen dat vergunningsbeleid en voor andere vormen van
stadsplanning gaan opkomen
- belang van actiegroepen (bijsturen van hoe de stad eruit kan zien) & sociale
bewegingen voor de stad
Stad is onderdeel van het proces van collectieve consumptie
Herstructurering kapitalisme: naar een ‘information age’
“People live in places, power rules through flows.”
- ‘Space of place’ versus ‘space of flows’ (onderscheid)
o space of place = lokalisering: wat gebeurt er op een bepaalde plek?
speeltuin, boom die schaduw geeft, terrasje doen…
o space of flows = de stad in het geglobaliseerde netwerk (finacniele
stromen/markten
Besluit Harvey & Castells
Cruciaal voor Urban Studies
- Nadenken over de stad als gecreëerde omgeving à niet alleen de gebouwen
bepalen de stad, maar de hele interactie met die publieke ruimte
- Die sociale & economische machtsverhoudingen weerspiegelt
- Steden ontwikkelen discontinue
- Complementair met Chicago-school, maar voegt de econimische en machtsanalyse
toe
- Belang van buurt- & actie-groepen (die moeten tegengewicht geven tegen de macht
v/h geld)
3. Stedelijke trends en de duurzame stad
Globalisering
- maakt steden meer interdependent
- stimuleert stedennetwerken, over grenzen van natiestaten heen
o steden gaan handel drijven met elkaar
- maakt steden ‘hubs’ in de globale economie

Stedelijke trends in de ‘developed world’


Suburbanisatie
Na WO2 sterke suburbanisatie & stadsvlucht in US, UK & EU
- Witte middenklassevlucht naar
o ‘suburbs’
o Steeds minder groene rand
- Gevolgen
o Urban sprawl
o Verkavelen open ruimte
o Files, ecologische voetafdruk en sterk onderschatte publieke kost
infrastructuur
o Verval van de (binnen)steden
Verval binnensteden
Verval jaren ’70, ‘80 & ’90
Kantoorinfrastructuur binnensteden verouderd
Stadsvlucht betekende ook
- Leegstand en verkrotting
- Minder belastingsinkomsten
- Dus minder investeringsruimte
o Zie les 3 Witboek Stedenbeleid
- Verkrotte wijken worden aankomstwijken
o zie lessen superdiversiteit
o (Etnische) spanningen en conflicten
Stadsvernieuwing
Renovatie Docklands in London
- Inspirerend voor vele oude havengebieden
Iconische gebouwen
- Zie Bilbao, heropleving (investeerders kwamen)
Heropleven steden
- Zie les Witboek Stedenbeleid
- Bevolkingsstijging
Maar ook… gentrification

Gentrification (keerzijde)
urban recycling: hergebruik & herbestemming oude gebouwen (vaak fabrieks- &
haveninfrastructuur)
Gentrification of sociale verdringing van kwetsbare inwoners door (eenzijdig & asociaal)
herontwikkelings-beleid
- Zie les gentrification
Urbanisering in de ‘ontwikkelende wereld’
Urbanisering sterkst in de ‘ontwikkelende’ wereld
- Toename megacities
- Castells:
o 3de millenium urbanisatie
o Connectie enorme populatie met global economy
o Maar ook ‘afvalplaatsen’ voor wie vecht om te overleven

Waarom (veel) snellere urbanisering in ‘ontwikkelende’ wereld?


- Armoede op het platteland in die landen en regio’s is veel groter
o klimaatopwarming maakt dat nog een stuk erger, dwz dat mensen steeds
moeilijker rondkomen met het leven in het dorp en op het land
o armoede die hen dwingt om te gaan kijken waar er hopelijk wel werk is
o het urbanisatieproces dat wij kenden in de 19e E zien we daar in de 21e E
- Hogere geboortecijfers dan bij ons
o Kinderen als ‘pensioen’ bij gebrek aan sociale bescherming
- Jobkansen in de stad
o Globalisering is outsourcing laagbetaalde arbeid
- Meer migratie naar de stad
Uitdagingen
- Informele overlevingseconomie (zonder paspoort/wettelijk verblijf die overleven)
versus formele economie
- Onvoldoende huisvesting
- Armoede
- Gigantische milieuproblemen
- Congestie

Stedelijke infrastructuur en de duurzame stad


‘infrastructural turn’ van urban studies in 21ste eeuw
- Digitale infrastructuur, transport, energie, afval, …
Graham:
- ‘the very nature of urbanisation means that every aspect of people’s lives tends to
become more dependent on the infrastructural circuits of the city…’
Ook materiaalstudies
Impact op milieu, energie & klimaat
- Internet als ‘verborgen’ vervuiler

Naar duurzame steden (ecosteden, klimaatneutrale steden)


Duurzame stad = stad minimaliseert
- input van energie & grondstoffen
- output van afval & polluenten
- ecologische voetafdruk beperken
Brownfields ipv nieuwe ruimte
Van lineaire naar circulaire materiaalstromen
Klimaatneutraal: gebouwen als energieproducenten
Centraal in IEDER ontwerp!
4. Governing the city
Natiestaat verliest aan invloed in globaliserende wereld
Steden winnen aan belang, als ‘active agents for change’
Belangrijke (internationale) rol voor burgemeesters
- Inzake migratie (vluchtelingen, sanctuary cities VS)
- Klimaat
- …

Steden en globalisering
Steden
- Centra voor economische productie
- Cruciale plekken voor sociale integratie
o Zeker in tijden van migratie en superdiversiteit
- Als plekken van politieke representatie en management
o In een complexere samenleving

Besluit
- De complexiteit van de wereld vraagt nieuwe vormen van internationale governance
- Netwerken van steden kunnen hierbij een cruciale rol spelen
- De stad v/d 21e E vormgeven is een cruciale en multi-disciplinaire uitdaging (over
grenzen hen)

Lees en studeer:
Anthony Giddens & Philip Sutton: Cities and Urban Life
- In: Anthony Giddens & Philip Sutton (2017). Sociology (8th edition), Cambridge,
Polity Press, pp. 202-243
- Kopies in syllabus
STEDEN IN VLAANDEREN
LESSEN UIT HET WITBOEK STEDENBELEID

Een basistekst over stedenbeleid in Vlaanderen


Task Force Stedelijk Beleid 2003
Nu nog steeds één van de toonaangevende werken over de stad in Vlaanderen
Kopies hoofdstuk 1 in de cursus (pp. 15-82)
- Grotendeels zelfstudie
o Een rijke, maar ook complexe & gelaagde tekst
- Krachtlijnen in de les

Vlaanderen is verstedelijkt
Netwerk van kleine steden
- Rond de historische steden
Sterk uitgewaaierd in suburbane zones (lintbebouwing)
- Urban sprawl die een heel grote claim legt op die open ruimte (steeds schaarser)
Op korte afstand van elkaar (dorpen)
In wisselwerking met Brussel: impact van Brussel op de regio’s er rond wordt steeds groter
Vlaanderen worstelt met zijn steden à we hebben een anti stedelijke traditie
Maar nét de steden geven Vlaanderen toekomst

Sleutelbegrippen:
Stadsrepubliek
‘Res Publica’ is de ‘publieke zaak’
- de stad is de plek geweest waar de democratie is ontstaan in het Oude
Griekenland/Athene op marktplein/agora
De stad moet het eerste niveau van politieke ordening zijn: de ‘stadsrepubliek’
- daar komen wereldproblemen samen, samen worden ze lokale problemen, daar
wonen de mensen dicht bij elkaar dat ze samen vorm zouden moeten geven aan die
samenleving
De stad is immers zowel
- voldoende complex om de problematiek v/d mondialisering te ervaren
(klimaatopwarming)
- als voldoende overzichtelijk om die ervaringen & complexiteit in vormen van
democratische sturing te regelen

Rasterstad
‘rasterstad’ = een flexibele manier van kijken naar de stad
- die loskomt van om het even welke grens
- & die vermijdt om in niet meer bruikbare stereotiepen te vervallen: stad versus
platteland, stad versus rand
- de uitgezaaide stad in het verruimde stedelijke gebied is realiteit & kader voor
nieuwe stadsbeelden
- manier om niet steden te definiëren adhv hun stadgrenzen/gemeentegrenzen, maar
aan mate van verstedelijking die daarmee loskomt
o Brasschaat, Mortsel… evengoed deel zijn stedelijk weefsel van die stad
Stedelijkheid, stadsbeleid
Stedelijkheid is een kwaliteit.
- Ze omschrijft de kenmerken van het samenleven in steden & maakt van het
versterken van die kenmerken het doel van het beleid: densiteit, diversiteit &
democratie.
Stadsbeleid is het beleid op lokaal niveau, onder politieke verantwoordelijkheid van het
stadsbestuur, samen met maatschappelijke actoren
Stedenbeleid is het beleid van de centrale overheden: van mondiaal tot Vlaams.
Stedelijk beleid is de term die stadsbeleid & stedenbeleid bundelt: alle inspanningen van
overheden en maatschappelijke actoren, centraal en lokaal, gericht op de stad en het
versterken van de stedelijkheid.

Een verkenning van 6 ‘stadsgezichten’


- De gebouwde stad
- De publieke stad: de straten/pleinen/publieke ruimte
- De ondernemende stad: met zijn economische functie, waar welvaart gecreëerd
wordt, waar men werkt
- De solidaire stad: sociaal beleid, ongelijkheid, hoe mensen met elkaar omgaan in die
stad
- De pluri-culturele stad: diversiteit in die stad
- De deelnemende stad: ‘stadsrepubliek’ hoe worden burgers betrokken bij het beleid
ð zesmaal anders leren kijken
ð zoeken naar nieuwe ruimtelijkheid, nieuwe openbaarheid & nieuwe democratische
vormen
ð stedelijkheid als hefboom

Het beeld dat we hebben van steden is een stuk veranderd -à positief tov v/d
eeuwwisseling
- de steden zelf veranderd
- ook onze blik op steden is veranderd

Voor ieder stadsgezicht een dubbele focus


Wat bedreigt de stad?
- Of: waarom zaten Vlaamse steden in een negatieve spiraal laatste decennia 20ste
eeuw?
Wat kan de kracht van de stad zijn?
- Of: waarom kennen ze een heropleving in de 21ste eeuw?

1. De gebouwde stad
De historische stad als meesterwerk onder druk in de jaren ‘60-’90
- onder meer door modernisme werden er veel plannen gemaakt om bepaalde
historische gebouwen af te breken en er nieuwe appartementen te zetten
- niet alleen gebouwen die leegstonden à klaar voor de sloop, maar ook heel veel
woningen die leeg kwamen te staan
- spreiding en ontstedelijking
o stadsvlucht en suburbanisatie in 2e helft 20e E à in stad kwamen woningen
vrij die leeg bleven staan voor een stuk, waar gastarbeiders en migranten in
kwamen wonen à bevolkingsdaling in steden op einde 20e E à minder
inwoners betekent minder belastinggeld aan stad à degene die in de stad
achterbleven waren vaak armere inwoners à minder geld om te investeren in
straten, pleinen, infrastructuur, gebouwen
o stad verzwakt
- stad voorbijgestreefd?
o Was dat niet iets uit de middeleeuwen, 19e, 20e E
o fysieke & functionele kader van de stad verouderd & onaangepast
o internet à kabels nodig, oude gebouwen waren hier toch niet meer geschikt
voor, niet meer isoleerbaar, kantoren buiten de stad?
o leegstand en sloop
- ‘plaatsloze samenleving’?
o ook buiten de stad stedelijk leven

21ste eeuw: de stad komt weer (gaat niet achterhaald zijn)


Nieuwe kijk op potenties
- de stad als stadsgewest of rasterstad
- ruimte voor herverstedelijking, investeer in die steden en je zal ze zien opleven
- de stad als nieuwe broedplaats, woonplaats, werkplaats
- iedere stad moest wel zijn museum hebben, zijn toparchitect, zijn aantrekkingspunt
Sterke bevolkingsgroei Vlaamse steden in 21e E gaat samen met heropleving v/d stad en de
gebouwde omgeving
- door investeringen in de bebouwde omgeving is de stad ook aantrekkelijker
geworden voor bewoners
Maar… soms dubbelzinnige stadsontwikkeling
- Stad als pretpark in concurrentie tussen steden
o Disneyfication
- Versus stad als nieuwe broedplaats, woonplaats, werkplaats

Nieuwe kijk op potenties: het vergrote stedelijke bereik


- Bereik v/d stad is groot, wat zijn de omliggende gemeenten waar de inwoners voor
een groot deel op die stad georiënteerd zijn (omdat ze gaan
werken/winkelen/studeren/ziekenhuis/restaurant/theater à vaak de beweging nr de
stad voor cruciale activiteiten in hun leven doen)
- Groei van de
o rasterstad & stadsgewest
o meer stadsgebruikers dan stadsbewoners
Belang van groen in de stad
- parken: vb. Park Spoor Noord
- pleinen
- gebouwen
Maar soms dubbelzinnige stadsontwikkeling
- door steden zo hard te gaan afstemmen op gebruikers, zie je dat het voor de
bewoners minder leefbaar werd
- investeringen in gebouwen en publiek domein
- Citymarketing voeren om gebruikers, winkelaars, toeristen aan te trekken
o In sommige gevallen is dat zo succesvol verlopen, dat het ten koste ging van
oorspronkelijke bewoners (kijk nr ontwikkeling v/ air b&b’s: oorspronkelijk
gewone mensen die een centje bij te verdienen en niet altijd op appartement
zitten, verhuren à nu lege kasten en woningen zijn investeringsprojecten)
- maar risico op ‘disneyfication’: binnenstad als pretpark (als we te veel b&b’s maken)
Betere stadsplanning (belang hiervan)
- realisatiepotentieel
- druk projectontwikkelaars
Zoeken naar een aangepaste visie op de stad in de 21ste eeuw

2. De publieke stad, of het belang van de publieke ruimte


Einde 20ste eeuw: erosie publieke ruimte
- Een stad minstens evenzeer gemaakt wordt door de plekken waar niet gebouwd is,
dan door de bebouwing en architectuur zelf
- En dat goed ontwerp heeft minstens evenzeer te maken met die omgeving, dan met
de gebouwen op zicht
- Publieke ruimte in 2 soorten:
o straten/pleinen/parken: 24/7 toegankelijk voor iedereen)
o semi-publieke ruimte: ruimte die een deel v/d tijd toegankelijk is voor
iedereen maar niet 24/7
- Verloedering publiek domein
o functiescheiding: binnenstad monofunctioneel commercieel centrum
§ cafés restaurants, kantoren (meer en meer verhuizen wel nr rand, waar
wel internet aanwezig was)
o doorgangsruimte in functie van auto
o onvoldoende investeringen
§ gebrek aan onderhoud/investeringen, straten met putten in
§ leegstand, verkrotting omdat een deel van de winkels weggegaan
waren uit de stad (door shopping centers buiten de stad op te richten,
minder i/d stad shoppen) à economische (winkel)functie verzwakte
- Banalisering & commercialisering
- Privatisering & parochialisering publieke ruimte
o men verkocht stukken openbare ruimte
o monoculturen
- Voorbij fysieke publieke ruimte in het digitale tijdperk?

De publieke ruimte als hefboom van stedelijkheid


Essentie stad is ontmoeting (niet om te parkeren/mensen laten winkelen)
- publieke ruimte is de tuin van de stedeling (geen privétuin aan woning à
straten/pleinen)
- straten en pleinen verlengstuk woningen en gebouwen
- ontmoeten in diversiteit
Hoogste kwaliteitsstandaarden
- herkenbaarheid op en tussen schaalniveaus van publieke ruimte cruciaal
- stad niet langer op maat van auto
- zie Jan Gehl, Cities for people, les 8
o besef is gegroeid dat investeren in publieke ruimte en ontwerpkwaliteit,
onder meer via architectuurwedstrijden, essentieel was om het karakter v/d
stad te veranderen, leefbaarder/aantrekkelijker/aangenamer te maken voor
bewoners en gebruikers
o het gaan denken in termen van ruimtelijke kwaliteit en terug het geld gaan
vrijmaken om hierin te investeren zijn belangrijke hefbomen geweest voor het
laten heropleven v/d stad
o Park Spoor Noord à leegstand in de stad in ’70, ’80, ’90 à plek met minste
groen/publieke ruimte + ommuurd met prikkeldraad rondgronden
à onderhandelingen met vastgoeddochter van NMBS en de stad, ook
gekocht à niet om vol te bouwen, maar om groen en publieke ruimte van te
maken à NMBS wou er wel rendement uit halen door grote projecten er op
te zetten => compromis: stuk bebouwing (AP, ZNA ziekenhuis enkele
hoogbouwprojecten 15% de hoogte in en bebouwd) à met het geld dat
daar verdiend is à rest openlaten met parktuimte
à op zonnige dag = druk à niet enkel voor bewoners mr ook voor
gebruikers à werkt omwille van hoge ontwerpkwaliteit

“De ruimte zo inrichten dat ze confrontatie mogelijk maakt zonder conflictueus te worden,
dat is de kunst.”
- Stad is plek waar veel mensne op kleiene opp. samenwonen, voortdurend
samenwonen met mensen die we niet kennen, ontmoetingen met anderen
- Goed ontworpen publieke ruimten brengen mensen samen, confronteert ze zonder
conflicten
- Hoe richt je ruimten in zodat ze plaats biedt voor ontmoeting, voor verschil,
diversiteit zonder dat het conflicterend wordt

3. De ondernemende stad: oude stedelijke economie onder druk


19de eeuw: stad en industrialisering
Tweede helft 20ste eeuw: stedelijke economie onder druk, werkgelegenheid verliet
geleidelijk aan uit de stad omdat ze te vervuilend was voor de stad, mr ook omdat bedrijven
uit de stad gelokt werden à suburbanisering niet alleen van bevolking, mr ook van
bedrijven en economie uitgelokt door die gemeentebesturen rond de stad
à economische activiteiten verminderden, twerkstelling daalde, werkloosheid
à stadsvlucht van bedrijven met totaal gebrek een ruimtelijke ordening
- Uitdeinen & verschralen van de stad: suburbanisatie bedrijven
o Industrie uit de stad
o Bedrijventerreinen buiten de stad
o Auto-shopping-boulevards
§ Boomsesteenweg: een lintbebouwing gericht op auto-winkelen
à open ruimte die volgebouwd werd
§ Zie Uplace vandaag!
à zette opnieuw de stad onder druk: minder inwoners in de stad = minder
belastinginkomsten, minder bedrijven/werkgelegenheid = minder belastinginkomsten

Oude stedelijke economie onder druk


Postfordisme: verschuiving naar hooggeschoolde arbeid, mensen met diploma en die
kunnen bijstuderen
(Ford uitvinder lopende band, iedereen moest 1 auto hebben, gestandardiseerde arbeid,
laaggeschoolde arbeid = fordisme à veel v/ jobs zijn naar lageloonlanden gegaan)
- Stedelijke arbeidsmarktparadox: veel werkenden én hoge werkloosheid
laaggeschoolde stadsbewoners
o nergens werken zoveel mensen als in de stad, maar vooral hooggeschoolden
o tegelijkertijd is de werkloosheid nergens zo hoog als in de steden
- Leegstand in de stad & uitholling van de stad
Stedelijke netwerken én Global-local paradox: in een mondiali-serende economie speelt de
lokale stedelijke context toch een rol

De ondernemende stad: hernieuwde bloei 21ste eeuw


Zijn die steden economische kerkhoven gebleven? Nee
- Het witkboek zegt: we gaan een heropleving kunnen zien, als er op de juiste manier
geïnvesteerd wordt in die steden in 21e E
Toekomst voor de stad in een netwerkeconomie
- Stedelijke ontwikkelingscoalities in de nieuwe economie
o creatieve steden
§ zie Richard Florida
à stad is de plek waar we veel hooggeschoolden vinden à creatief
bedrijf/ programmeurs, architecten, designers nodig à in de
steden vind je daar de mensen voor
o vanuit een visie op de stad
o en een identiteit van de stad
- Actualisering boek: rol steden in de digitale economie, onwtikkeling global cities,
andere mobiliteit, …
o + stad als motor deeleconomie
§ hier zien we dat in die publieke ruimte deeleconomie gestimuleerd
ontwikkeld wordt: deelsteps/deelfietsen/deelauto’s, mensen die
gezamenlijk groenten gaan kweken op daken, uitleenbibliotheken van
gereedschappen

4. De solidaire stad
20ste eeuw: stadsvlucht leidt tot verarming van de steden (toename armoede v/ bevolking)
- Vermarkting solidariteit:
o Trend nr privatisering en concurrentie in die stad zet solidariteit onder druk
o Welvaartstaat in verdrukking
o Marktdenken dominant
- Resultaat: verdeelde steden & achtergestelde/verkrotte wijken
o Wijken vaar veel mensen in armoede samenwoonden
- Ruimte voor solidariteit krimpt in verarmende & verdeelde steden
- Vandaag nog, of net terug???

Witboek: erkenning en organisatie van sociaal-ruimtelijke groepen


- Door solidariteit in die steden zou armoede kunnen gaan dalen
- Als we sociaal ruimtelijke groepen gaan erkennen, dan kunnen we wijken en
bewoners er bovenop helpen, erkennen van buurthuizen tot voorzie van
werkgelegenheid in wijken, bedrijvencentra in wijken gaan zetten, taalcursussen
voorzien
o Managen van bevolkingsdynamieken: wie gaat waar wonen?
§ Rotterdam is daar het verste in gegaan
à alleen mensen toegelaten met 120% v/ minimuminkomen
à arme mensen zijn niet meer toegelaten in die wijken omdat men
beschouwde dat de wijken al vol genoeg waren van mensen in
armoede
o Inzetten op alledaagse vormen van verbondenheid
Maar… groeiende armoede en woonnood in de steden vandaag was niet voorzien in het
Witboek
Wat met de toekomst?
- Leefbare steden vereisen een sterker armoede-, woon- & stedenbeleid!

5. De pluri-culturele stad
Steden zijn per definitie pluriculturele plekken (veel herkomsten leven met elkaar samen in
steden)
- Veel gastarbeiders van jaren ’60-’70 waren in de steden terecht gekomen
o ofwel heel dicht wonen bij de werkplaatsten in de mijnwerkerscités
o ofwel wonen op plekken waar de woonprijzen toen laag waren en waar er
veel leegstand was in de steden
Maar… jaren ‘80 & ‘90
- Toenemende diversiteit
- Verbrokkeling culturele identiteiten
- Sterke maatschappelijke verandering die steden ‘ondergaan’
- Polarisatie rond diversiteit en multicultuur
o Eigen volk eerst
- Gevoel van ‘verlies’ van eigenheid

21ste eeuw: samenleven op basis van verschil


- We gaan ook zien hoe dr gote steden in Europa steeds meer majority-minoritycities
worden: steden waar de meerderheid v/d inwoners een migratieachtergrond heeft
Essentie van een stad is bundelen van verschillende levensstijlen
- Ook managen van conflicte over culturele verschillen
- Ruimer dan etnisch-culturele diversiteit
Van éénduidige naar meervoudige zingevings- en interpretatiekaders
- Anders lezen & gebruiken van ruimte & stad
Stad = knooppunt voor (inter)culturele ontwikkeling
- Belang van een collectieve, stedelijke identiteit & stadscultuur
Inburgering in termen van rechten & plichten als gevolg van het samenleven op een plek,
niet in termen van gedeelde normen & waarden. (= ‘stadsrepubliek’)
- De stad, en niet langer de natiestaat, moet het nieuwe ankerpunt worden voor
cultuur.
Stad is leven in superdiversiteit (zie les 4 & 5)

6. De deelnemende stad
Tweede helft 20ste eeuw: stad zonder politiek?
- Van depolitisering en kloof tussen stedeling en bestuur = representatiedemocratie
- Representatiedemocratie ziet de burger te weinig als co-producent
o Inspraak of eigenlijk naspraak, zeker geen co-creatie (veel te laat)
- Verschraling van de bestuursdemocratie

De stad als vernieuw(en)d kader voor deelname in de 21ste eeuw


Sociaal leren als verbinding tussen burgers, en tussen burger & ‘politiek’
- Lerende steden als kernen voor maatschappelijke vernieuwing
Netwerken gericht op samenwerking (ontwerpen niet voor/tegen bewoners maar MET)
Open volksvertegenwoordiging
- Interactieve bestuursvormen => ontwerpen met bewoners

Straten-Generaal & Ringland als voorbeelden van nieuw stedelijk beleid


Straten-Generaal, Ademloos en Ringland als interessante cases (vraag uit bedrijfsleven)
- Van verzet tegen een top-down-project als Oosterweel (files vermijden)
o Via referendum
o Uitwerken inhoudelijke sterke alternatieven
o Burgerdeskundigheid
o En een brede burgerbeweging in de stad
- Naar co-productie mét een overkapping van de Ring
- Ringland: van conflict naar samenwerkings-model met erkenning deskundigheid
- Laat zien hoe burgers, hooggeschoold gespecialiseerd met visie studiewerk gaan
doen, maar ook mensne kunnen mobiliseren tem het referendum om een hele
beweging in gang te zetten om de stad anders in te richten à bewoners die hun
plek opeisen vanuit grote deskundigheid/engagement
-
Witboek: aanzet tot reflectie over stad en omgeving
ð stad als voorhoede
ð perspectief wijzigen: zesmaal anders kijken: stad als laboratorium
ð zoeken naar nieuwe ruimtelijkheid, openbaarheid & democratische vormen
ð stedelijkheid als hefboom
Stad en omgeving:
- Wat is de impact van ontwerpen
o Van gebouwen? Van publieke ruimte?
o Op bewoners, bezoekers, gebruikers & gebruik?
o Op stad en stedelijkheid?

Aan de slag:
Lees de cursusteksten en het hoofdstuk uit Witboek Stedenbeleid
Herbekijk het beeldmateriaal over stad en stedelijkheid
Interesse in stadsontwikkeling en ruimtelijke ontwikkeling in Vlaanderen?
(Her)bekijk de analyse door de Vlaamse bouwmeester over de (ruimtelijke) verstedelijking
van Vlaanderen en de alternatieven voor de toekomst:
Flemish metropolitan dream
https://www.youtube.com/watch?v=aH3RmllIdaw
DE STAD ALS PLAATS VAN SUPERDIVERSITEIT

Leerstof
(kopies in syllabus)
Dirk Geldof, 2019 (herziene druk). Superdiversiteit. Hoe migratie onze samenleving
verandert. Leuven, Acco. Inleiding & hoofdstuk 1 & 2, p. 15-49.
Boek ook op literatuurlijst
Pemberton, S. (2017) Urban planning and the challenge of super-diversity, Policy & Politics,
vol 45, no 4, 623–41
Ppt met aanvullende info

Achterliggende vraag:
Voor wie ontwerpen we?
Dominant beeld van een gezin:
- twee witte volwassenen
- één, twee of eventueel drie kinderen
De realiteit is steeds pluriformer en complexer
Snelle demografische evoluties
- Bevolkingsstijging, vergrijzing, vergroening, gezinsverdunning, …
- Groeiende etnische-culturele diversiteit, zeker in de steden
Deze les focus op superdiversiteit

Ontwerpen in een stad en wereld van superdiversiteit


Hoe deze superdiversiteit begrijpen?
Hoe als ontwerper er mee omgaan?
Superdiversiteit als (sociologisch) kader om de stad van vandaag te begrijpen.
- Heeft dat impact op woonbehoeften en ontwerpoplossingen?

1. Van gastarbeid tot superdiversiteit


Op meer dan een halve eeuw evolueerden we van een samenleving met erg beperkte
etnisch-culturele diversiteit naar een wereld van superdiversiteit
- Vanaf WOII tot vandaag zijn West-Europese landen fundamenteel veranderd, van
bijna uitsluitend witte samenlevingen met weinig diversiteit naar een superdiverse
samenleving
Om onze samenleving vandaag te begrijpen, moeten we de geschiedenis van deze
migraties kennen
- 2 geschiedenissen: het is niet alleen de geschiedenis van de mensen die
migreerden, het is de geschiedenis van onze samenleving
- Perspectief van de ontvangende samenleving à hoe migratie de samenleving
verandert, maar ook de geschiedenis van de migratie van België ook hun
geschiedenis à waarom zij zelf op de vlucht zijn, of ouders

Een korte geschiedenis van de migratie in België


Vooraf:
- Migratie is van alle tijden
- Oude Grieken en Romeinen
- Vanuit Europa na ontdekkingsreizen, naar de “nieuwe” wereld
- Slavernij
Heropbouw na WO II in Europa
Aantrekken gastarbeiders in jaren ‘60
Dekolonisatie

Maar… hoe kunnen we onze Belgische migratiegeschiedenis begrijpen?

De voorgeschiedenis
- Voor 1920
o Spontaan, buurlanden
o 1910: 3,5% niet-Belgen in ons land, diplomaten in de hoofdstad, mensen die
in de haven werkten voor internationale bedrijven
- 1920-40
o Georganiseerd gastarbeid
o Italianen, Polen, Tsjechen
o Vooral voor steenkoolmijnen Wallonië en Limburg
o 1930: 3,9% niet-Belgen in ons land, minimale stijging

Na WO2: heropbouw
1945-1956:
- België lag in pijn en moest heropgebouwd worden à tekort aan arbeidskracht
- Italiaanse contingenten
o 77.000 Zuid Italianen en 20.000 Polen
- Steenkool, zware industrie Wallonië, Limburg, Brussel
- Mijnramp Marcinelle in 1956:
o 262 doden, 12 verschillende nationaliteiten, onder wie 136 Italianen en 95
Belgen, je ziet wie ingezet werd om het zware laag betaalde werk te doen
- 1947: 4,3% niet-Belgen in ons land

Actief op zoek naar gastarbeiders in de jaren ‘50 & ’60


1956-1969: golden sixties, sterke economische groei, tekort aan arbeidskrachten
=> twee reacties
- Meer vrouwen op de arbeidsmarkt: dienstverlenende beroepen, naar onderwijs,
gezondheidszorg, interieurarchitectuur, welzijnssector
- Actief aantrekken gastarbeiders voor het vuile werk, ongezond, laagbetaald
ondergronds
Nieuwe wervingslanden
- Italië, Spanje & Griekenland (na de mijnramp, niet zoveel arbeiders meer sturen)
- Marokko & Turkije (verder gaan zoeken)
o 1964: samenwerkingsakkoorden tussen België en Marokko & Turkije
o = ‘50 jaar migratie’
=> 1970: 696.300 of 7,2% niet-Belgen in ons land, verdubbeling vlak voor WOII
Na-oorlogse migratiegeschiedenis in grafiek: immigratie én emigratie
EXAMEN: leg die uit (eerste hoofdstuk geven als antwoord)

Paars = immigratie

In beeld: het verhaal van de eerste generatie gastarbeiders (huiswerk)


Reis zonder terugkeer
Het Interfederaal Gelijkekansencentrum presenteert ‘Reis zonder terugkeer’, een
documentaire over de eerste generatie migranten in België.
'Reis zonder terugkeer’ herdenkt niet alleen vijftig jaar Turkse en Marokkaanse migratie,
maar geeft ook meer inzicht in de situatie van een bijzondere groep arbeidsmigranten.
https://www.unia.be/nl/artikels/de-eerste-generatie-migranten-treedt-uit-de-schaduw
https://www.youtube.com/watch?time_continue=9&v=LJiau0YBYp8 .
=> Verwerkingsopdracht
Bekijk de hele reportage en schrijf op wat je treft.

De eerste economische crisis in de jaren ’70 en de migratiestop


1973 = oliecrisis en economische crisis
=> een rem op buitenlandse werknemers
1974: Belgische overheid kondigde een zogenaamde ‘immigratiestop’ af, met een
duidelijke beperking van het aantal buitenlandse immigraties als gevolg
- nooit tot een volledige stop, wel een verschuiving in de migratiekanalen
- de grens ging niet toe, mr wou zeggen dat België stopte met ambtenaren nr Turkije
en Marokko te sturen om opnieuw gastarbeiders te gaan aantrekken
o de poort voor arbeidsmigratie van de buiten de EU (deels) gesloten
=> verschuiving naar:
§ vrij verkeer van mensen binnen de Europese Unie
§ gezinshereniging (intenser vanaf jaren ’80): de overheid moedigde
toen actief gastarbeiders aan om hun partner en kinderen te laten
overkomen om ze hier aan het werk te houden
§ en asiel (vanaf jaren ’90) kunnen aanvragen, conventie van Genève als
mensen op de vlucht moeten gaan voor oorlog, terreur...
Jaren ’70 en ’80: de ‘gastarbeiders werden definitieve migranten
- meeste gastarbeiders kwamen nr hier om een aantal jaren te werken = tijdelijk
= gastarbeiders, zolang als er behoefte as aan die arbeidskracht, hier veel meer geld
verdienen, spaarpot aanleggen en dan terug gaan nr land van oorsprong,
opklimmen van middenklasse
- maar ze zijn er nu nog steeds, waar is dat veranderd:
o Belgische bedrijven bleven hen contracten geven à harde werkers, graag
gezien dus verlengen
o We zagen ze graag komen, mr betaalde hen het minimumloon, na 5 jaar was
er in die spaarpot niet veel overgebleven (huur, kledij... betalen) à familie
missen, kinderen hier krijgen en nr school à geleidelijk aan bleven ze hier
§ nieuwe Belgen
o mr in hun hoofd altijd idee om terug te keren à overheid veel te laat wakker
geworden en bleef denken in termen van tijdelijkheid op moment dat ze al
lang definitieve migranten waren
- maar er was nog steeds geen écht beleid…
1991: 904.500 niet-Belgen, of 9% van de bevolking

- 20 jaar lang daalt de migratie mr valt niet stil


De jaren 1990: meer asielaanvragen en uitbreiding EU
Sterke stijging instroom in jaren ’90 (kantelmoment v/d superdiversiteit)
- gezinshereniging gaat verder
Waarom stijgt dat zo sterk?
3 ontwikkelingen doen immigratie en diversiteit landen van oorsprong stijgen
- globalisering à meer handel à meer migratie
- oorlogen zorgen voor asielaanvragen
o crisissen Bosnië en Kosovo
o eerste Golfoorlog (Irak/Koeweit)
- 1989: Val Ijzeren Gordijn tussen Oost & West
=> migratie uit Oost-Europa
=> uitbreiding EU met nieuwe lidstaten

Na-oorlogse migratiegeschiedenis in grafiek: immigratie én emigratie


Scharniermoment naar superdiversiteit
- ’89 à kantelmoment

De volgende 30 jaar zie je een duidelijke groei van migratie nr België, ook nr buurlanden
Er gaan ook heel wat mensen, die niet Belg zijn/nr ons land gekomen zijn als vreemdeling
à niet iedereen blijft hier = diverse groep
- migratie-arbeiders die met hun pensioen teruggaan, studenten,…

De meest recente cijfers:


stijgende immigratie, emigratie én stijgend migratiesaldo (tot 2017)
- 2019: 149.174 immigraties & 82.374 emigraties
=> migratiesaldo 2019 = +66.800 (bevolking stijgt op basis v/ migratie)
- tijdelijke daling migratie in 2020 door corona

Waar komt immigratie anno 2019 vandaan?


- uit andere Europese landen (bijna 2/3), uit de voormalige West-Europese, uit nieuwe
lidstaten na Val Muur

Niet iedere migrant blijft: groeiende mobiliteit


Oog hebben voor immigratie én emigratie
Maar: diversiteit stijgt door positief migratiesaldo
(= immigratie min emigratie)
België vandaag (op 1/1/2020)
Eén op drie met migratie-achtergrond
1,4 miljoen niet-Belgen wonen in ons land
= 12% ‘vreemdelingen’ (andere nationaliteiten)
20% Belgen met een buitenlandse achtergrond (hebben de Belgische nationaliteit, maar
hadden bij hun geboorte andere nationaliteit, of hun moeder/vader had andere nationaliteit
bij geboorte)
Maar:
- nationaliteit zegt steeds minder over etnische origine
- een groeiend aandeel van de kinderen die als Belg worden geboren, zijn van andere
etnische origine

2. De superdiversiteit van de 21ste eeuw


Het resultaat van deze opeenvolgende migratiegolven is een veel complexere sociale
realiteit, zeker in onze steden.
Een multiculturele samenleving, of hoe moeten we deze diversiteit benoemen?

Superdiversiteit als nieuw concept voor een nieuwe realiteit


- Term van Steven Vertovec (2007)
o Zie ook Jan Blommaert, Maurice Crul e.a.
- Wat betekent het?
o Geen synoniem van wat we tot nu toe ‘diversiteit’ of ‘multicultureel’ noemden
o Een nieuwe term voor een nieuwe realiteit
o Gebruikt in 2007 om de realiteit in London weer te geven
- Een nieuw sociologisch kader om de verandering in onze samenleving te vatten

Wat is superdiversiteit?
Om superdiversiteit te definiëren gebruiken we drie kenmerken of dimensies
- toename diversiteit (kwantitatieve dimensie)
- verandering in de diversiteit (kwalitatieve dimensie)
o verandering van het profiel van bevolkingsdynamieken, heeft te maken met
groeiende diversiteit in de diversiteit
- normalisering & differentiatie
1) Kwantitatief: diversiteit stijgt overal, maar het sterkst in de grote steden
Woonplaats personen van vreemde herkomst (SVR 2014)
à niet alleen de Belgische nationaliteit, slechte indicator om diversiteit te meten
à je moet voorbij de huidige nationaliteit kijken
à we gebruiken als onderzoek, 4 grote kenmerken:
- huidige nationaliteit, wie heeft er geen Belgische nationaliteit
- geboorte nationaliteit, wie had er bij geboorte andere nationaliteit, mr is intussen
miss al Belg geworden
- wie heeft er een moeder die bij haar geboorte al de Belgische nationaliteit had
- wie heeft er een vader die bij haar geboorte al de Belgische nationaliteit had

- geschiedenis van de gastarbeiders


o gastarbeiders zijn in Wallonië aangetrokken om in de staalindustrie te werken
o werken in steelkoolmijnen in Limburg
o in de havensteden
o in de steden à plaatsen van aankomst: huisvesting, werk
§ land van herkomstgenoten, internetcafés, moskeeën
o landelijk West-Vlaanderen meest achtergebleven gebied

Evolutie naar majority-minority cities


Wereldsteden als New York, Sao Paolo, Toronto of Sydney zijn al lang ‘majority-minority
cities’:
= steden waar de meerderheid van de bewoners uit een brede waaier van minderheden
bestaat, andere manier: steden waar de meerderheid van de inwoners een
migratieachtergrond hebben of steden waar geen enkele bevolkingsgroep een
meerderheidsgroep vormt
ook Brussel, Rotterdam & Amsterdam
- morgen ook Antwerpen
Maurice Crul: Iedereen in de grote Europese steden behoort straks zoals in New York tot
een etnische minderheid
Wat betekent dat voor integratie?
=> diversiteit als nieuwe norm
Brussel Hoofdstedelijk Gewest (2016):
één van de meest diverse steden ter wereld
71,4% van de inwoners van buitenlandse herkomst
Brussel vandaag: 75% inwoners met migratieachtergrond
Sterke verschillen tussen gemeenten
- in aantallen
- in bevolkings-samenstelling (zie verder)
Vooral oog hebben voor demografische dynamiek
- Veel meer diversiteit bij kinderen en jongeren dan bij ouderen

Antwerpen vanaf 2019 een majority-minority-city


Wat betekent dat?
Superdiversiteit als een demografisch proces KENNEN
52% Antwerpenaren met migratieachtergrond (2021) à ongelijk verspreid
- herkomst ouders meegerekend
Grote verschillen tussen districten
Grote verschillen naar leeftijd
- Minder dan 10% bij +80-ers
- Meer dan 50% onder de 50 jaar
> 70% van de tieners
> 75% van de kinderen
Demografische transitie:
- ook zonder nieuwe migratie wordt Antwerpen als majority-minority-city diverser
o door geboortes en sterftes
- + impact migratie: instroom 6.000-8,000 nieuwkomers uit migratie/jaar
Bevolking opgedeeld volgens leeftijdsgroepen
Linkse balkje: 100% v/d kinderen 0-9 j,….
Onderaan lichtblauw: autochtone Belgen
Midden blauw: Belg uit migratie, vandaag Belgische nationaliteit, mr die dat niet hadden bij
geboorte of ouders bij hun geboorte niet
Bovenaan groen: vreemdelingen, andere nationaliteit
ð geeft een beeld hoe Antwerpen er in 2032 uit zal zien
- op 10 jaar tijd schuiven al die balkjes één positie nr rechts
- als iemand nu zegt: er komt geen één migrant meer binnen, muur rond A’pen
à witte mensen gestorven, 75% kinderen hebben migratieachtergrond
ð demografische dynamiek die laat zien waarom onze steden in een relatief snel
tempo superdivers wordt om 2 redenen:
- omwille v/d huidige migratie
- omwille van de leeftijdsstructuur v/ onze bevolking en de samenstelling
o heel weinig diversiteit bei de oudste
o bij kinderen en jongeren in de steden à meerderheid van de kinderen met
een migratieachtergrond
ð reden waarom die steden geleidelijk aan superdivers worden

2) Kwalitatieve dimensie: diversiteit in de diversiteit


Het gaat over een groeiende diversiteit in de diversiteit: de oorsprong ligt in gehele
verandering van het basispatroon van de migratie
Het basispatroon van migratie veranderde
- van ‘mensen uit een klein aantal landen van herkomst naar een klein aantal
gastlanden’
- naar ‘mensen uit een zeer groot aantal landen van herkomst naar een zeer groot
aantal gastlanden’
o migratie komt nu uit hele Europese Unie, uit de hele wereld
=> een superdiversiteit van mensen met etnische, taalkundige, culturele en religieuze
achtergronden
=> groeiende diversiteit in de diversiteit

Oog voor de diversiteit in de diversiteit: wat betekent het?


Een enorme versnippering in de achtergronden van migranten
- superdiversiteit alle vlakken: etnisch, taalkundig, cultureel, religieus
- bij mensen uit zelfde land van oorsprong zijn de verschillen en diversiteiten zeet
sterk gegroeid de voorbije halve eeuw
- diversiteit in de diversiteit zien we op vlak van:
ð meer nationaliteiten
ð meertaligheid, meertalige steden
ð religieuze diversiteit groeit
ð diversiteit in migratiemotieven (waarom komen mensen?)
ð diversiteit in verblijfsstatuten
ð diversiteit in sociaal-economische posities, we vinden mensen
met een migratieachtergrond op alle trappen v sociale ladder
ð diversiteit in & tussen gemeenschappen (en binnen families)
ð meer transnationalisme
Superdiversiteit is een lens die ons uitnodigd om te zien dat die diversiteit toeneemt
(kwantitatieve dimensie), maar ook dat binnen ieder van die landen van
herkomst/gemeenschappen de verschillen binnen die groepen evenzeer toenemen
à voor ontwerp is dat een hele belangrijke: we moeten veel bewuster zijn van de
bestaande diversiteit
à vanuit dat bewustzijn van die verschillen moeten we ook oog heben voor de verschillen
binnen die gemeenschappen
3) Superdiversiteit als normalisering van diversiteit
Niet meer de uitzondering, de minderheid, de afwijking van de norm …
Naarmate dat eerste kenmerk toeneemt, wordt dat het nieuwe normaal
Superdiversiteit als dagelijkse realiteit
- Wessendorf: ‘Commonplace diversity’, het is normaal van mensen met een andere
huidskleur te zien, zou raar zijn als je ineens op de tram zit met allemaal witte
mensen
- gebeurt dat overal: nee à zo divers als de scholen worden, zo wit blijft de
leraarskamer
= omstreden proces van normalisering, dwz dat niet iedereen dat een goede zaak vindt
- ook in professionele settings
o onderwijs, gezondheidszorg …

Kortom: superdiversiteit als nieuwe realiteit


Niet alleen omdat er méér diversiteit is
- kwantitatieve dimensie
Maar vooral omdat de diversiteit in de diversiteit toeneemt
- kwalitatieve dimensie
& omdat we (moeizaam) evolueren naar een normalisering van die (super)diversiteit
- waarbij etnische verschillen niet langer ons denken domineren
à deze drie dimensies vormen samen de kern van superdiversiteit

Superdiversiteit is een concept in volle ontwikkeling


Meissner & Vertovec onderscheiden 3 vormen van bruikbaarheid
à eig. kan je vanuit die lens van superdiversiteit 3 dingen doen
- Beschrijvend
o je kan ze gebruiken om beter de diversiteit en processen van differentiëren te
beschrijven
o helpt om de werkelijkheid beter te beschrijven & begrijpen
- Methodisch
o voor onderzoekers belangrijk om ook anders te leren meten
o daagt ons uit om anders en beter te meten
o voorbij de etnische lens
o oog voor diversiteit in diversiteit
- Praktisch
o hoe omgaan met superdiverse werkelijkheid
o hoe vertaal je dat nr beroepsgroepen (wat is goed onderwijs in klassen die
meertalig en divers zijn, hoe werkt een politiecorps in superdiverse wijken…)
o andere handelingskaders ontwikkelen

Debat en kritische stemmen over het concept


Het is een nieuw concept op een heel gevoelig thema, nieuw theoretisch kader
Is het wel ‘nieuw’? De schaal, de kantelpunten maken dat je A’pen 2022 en 1945 niet kan
vergelijken à dus ja
Te weinig aandacht voor machtsverschillen
- het geeft een vertekend beeld van de machtsverhouding in de samenleving
- het gaat niet om verschil of differentiatie, maar om ongelijkheid
Normalisering of groeiende tegenreacties (zie verkiezingen)?
- antwoord is genuanceerd
o ja: het is logisch als er zo’n belangrijke maatschappelijke verandering komt en
dit heeft een grote impact op die samenleving dat een aantal mensen daar
onzeker van worden en tegenreacties komen
o het is geen politiek debat, terwijl dat debat al 40j bezig is, zien we dat de
samenleving jaar na jaar verdr divers wordt
Te veel aandacht voor etniciteit?
Individualiserend?
(Niet relevant nu: hegemonisch denken? (te donimant denken))
Beter ‘hyperdiversiteit’ als term?

Besluit: Superdiversiteit bruikbaar als een nieuwe manier van kijken


Goed dat er debat is
- wetenschappelijk & genuanceerd
- helpt het denken vooruit gaan, helpt ons er beter mee omgaan, beter meten
Superdiversiteit als ‘sensitizing concept’: het maakt ons gevoelig voor deze veranderingen
Concept in volle ontwikkeling
= een bruikbare bril of lens om naar onze samenleving te kijken, ze beter te begrijpen (& te
handelen)
= een bril om te kijken naar de bevolkingsverandering dat ons inzicht geeft, gevoelig maakt
voor die verandering en ons dwingt tot de relfectievraag hoe moeten we daarmee
omgaan
- ook bij architectuur & stadsontwikkeling

Zie boeken: de superdiverse realiteit als kader en uitdaging


Onze samenleving verandert sneller dan onze manier van kijken & denken
Zoeken naar actuele denk- en beleidskaders
- voorbij wij-zij-denken, met erkenning van meervoudige identiteiten
- kosmopolitische blik
- groeiende transnationaliteit en transmigratie
- aandacht voor hogere armoede, werkloosheid & schooluitval
- werken aan herverdeling en erkenning
- nieuwe visie op integratie
- actief pluralisme als kader

Deel 2: Heeft superdiversiteit een impact op gezinnen & woonbehoeften?


PEMBERTON
Waarschijnlijk wel, maar we weten erg weinig
Maw. woorden, moeten we er nu vanuit gaan dat in deze stad Antwerpenaren van Turkse,
Poolse… origine andere woonbehoeften hebben omdat ze ergens in hun familie
gemigreerd zijn? à nee
Moeten we er van uit gaan dat ze dezelfde woonbehoeften hebben? à ook niet
à opzoek gaan naar maatwerk: zijn er verschillen, waar, waarom?
Woononderzoek kleurenblind? à bleef achter
Onderzoek leert:
- meer diversiteit bij lagere inkomens, kunnen minder uitgeven aan huisvesting
- meer migranten huren
o sterke verschillen tussen groepen
o mensen van Turkse origine à baksteen in hun maag is bijna hetzelfde
geworden als de Vlaming, eigendomsgraad zit bijna op hetzelfde niveau
o van Marokkaanse gezinnen zit dat op de helft
ð twee groepen die op hetzelfde moment nr hier gekomen zijn
om in dezelfde bedrijven te gaan werken aan hetzelfde loon,
maar dus blijkbaar een hele andere strategie op de woonmarkt
hebben gevolgd à herkomst en cultuur doet er wel soms toe
- meer lagere inkomensgroepen à grotere impact woonkosten op hun budget
- aandeel migranten verschilt sterk tussen gemeenten

Wat weten we amper?


Als we die verschillen zien à door wat worden die bepaald?
Waarom wonen veel meer mensen met migratieachtergrond in de stad en in bepaalde
wijken à kan te maken dat men elkaar opzoekt, kan ook te maken met inkomstpositie
Worden verschillen bepaald door sociaal-economische positie, cultuur of verblijfsduur?
Impact niet-officiële inwoners in steden (mensen zonder papieren)? Waar wonen mensen
zonder papieren
- over en onder bewoning?
Verschillende woonculturen: hoe mensen ruimtes gebruiken?
Verschillen in gebruik van publieke ruimtes …
- er zijn landen van herkomst waar een grotere straatcultuur leeft en meer buiten leven
=> cruciale kennis voor planners en ontwerpers in een wereld van superdiversiteit

Impact op woonculturen
Soms andere woonculturen en ruimtegebruik
- private ruimten
- publieke ruimten
groter belang van ontmoetingsplaatsen in de publieke ruimte
§ flexibiliteit in ontwerp voor eigen interpretatie gebruikers
à ‘spontane’ sociale mix met verborgen onderscheid
à zie Park Spoor Noord

Nieuwe uitdaging voor ontwerpwetenschappen


Nood aan interculturalisering van Stedenbouw & Architectuur
à veel meer inspelen op superdiversiteit i/d bevolking, mr ook de manieren ontwikkelen
om dat te doen
à de diversiteit zien, maar niet er vanuit gaan dat iedere Vlaming op eenzelfde manier wil
wonen, iedere Pool wil wonen = essentie van wat we divers-sensitief noemen
- ontwerpen voor & vanuit superdiversiteit
o divers-sensitief design
o divers-sensitief ontwerpen
§ kennis van en inzicht in andere leefwerelden, je moet een stukje
kennis hebben van die diversiteit en van
gebruiken/woonpatronen/ruimtegebruik in een aantal
gemeenschappen
§ competenties om te ontwerpen met én voor mensen van andere
origine dan jezelf
§ zonder te vervallen in culturalisering, essentialisering of
stereotypering, je moet er ook niet vanuit gaan dat iedereen uit die
gemeenschap dat per definitie zo wil

Superdiversiteit als uitdaging voor stadsplanning, stadsontwikkeling & architectuur


Uitgangspunten:
- “The scale, complexity, heterogeneity, fragmentation of populations and speed and
spread of change associated with super-diversity exceeds any previously
experienced.” (Meissner & Vertovec, 2015)
o De snelheid van de verandering van onze steden, migratie gedreven
verandering waarbij de schal, de snelheid en de verspreiding daarvan
toeneemt, is uniek voor die 21e E
- superdiverse buurten zijn gelaagd
o in Antwerpen-Noord vind je gepensioneerde Antwerpenaren, daarnaast even
goed bewoners die na WOII gemigreerd zijn, ook van Oost-Europese origine
na val v Muur, je vindt er Syrische vluchtelingen => gelaagdheid van
diversiteit op een diversiteit op een reeds bestaande diversiteit …
o oude en nieuwe migranten
o letterlijke en figuurlijke gelaagdheid à gelaagdheid in landen van herkomst
in migratiegolven, maar vaak zie je dat ook terug in infrastructuur waarbij
woningen en panden ingedeeld zijn

Urban planning
Hoe ga je nu aan stadsplanning doen in steden die steeds meer van dat soort wijken
kennen en steden die eig door de superdiversiteit gekenmerkt zijn
= an action-oriented & interventionist approach that is fundamentally concerned with the
process of development (Adams, 2001, 2).
Urban planning => beslissingen over:
Primary concerns of urban planning relate to decisions on
- delen van publieke goederen à banken, speeltuigen, straten, parkeerplaatsten,
oplaadplaatsen
- gebruik van publieke goederen en privé-eigendom door bewoners à wat staat er
op het publieke domein, wat hangt samen met het privé-domein van woningen en
gebouwen, semi-publieke ruimten
- conflicten rond gebruik en verdeling van publieke goederen en land reguleren en
managen à verkeersconflicten, hoe reguleer je in een autoluw gebied die conflicten

Urban planning has engaged with diversity in 3 main ways


- to manage social difference in situations where difference has been associated with
disadvantage or interpreted as disorderly
o sociale verschillen proberen te managen in de stad, het niet puur aan de vrije
markt over te laten
- to commodify & use the features of cities for urban tourism or urban regeneration
purposes
o commodificeren = vermarkt à vanuit een commercieel oogpunt benaderd
§ vb. Chinese wijk in verschillende steden
o zie ook les 6 over gentrification
- to regulate public spaces & facilities where there is conflict over their use between
ethnic groups
o faciliteiten gaan ontwerpen die nodig zijn voor bepaalde groepen
o sterk gelovige gemenschap à moskee in bepaalde buurt, parkeerplaatsen id
buurt à publieke ruimte reguleren om gebruiken die er miss voorheen niet
waren, een plek te geven in de stad

Maar…
“interventionist activities that have traditionally been based around addressing the needs of
a dominant ethnic or national identity cohering within particular neighborhoods in the city
may no longer be applicable.”
- doelgroepgerichtte benadering die zich naar 1 groep richtte in zo’n wijk à verhaal
van jaren ’50-60-70
o er kwamen gastarbeiders uit een bepaalde regio à werden als een relatief
homogene groep gezien en men probeerde daarvoor een aantal
voorzieningen en diensten mogelijk te maken
Superdiversiteit gaat over verandering inzake:
- complexiteit bevolking
o je richten tot 1 etnische groep werkt niet meer de bevolking is veel
complexer
- methode
- beleid

Urban planning & the challenge of superdiversity


Heeft men veel op die superdiversiteit ingespeeld? NEE
- men is blijven plannen alsof er geen andere ruimtelijke noden waren van de steeds
grotere diversiteit aan inwoners
Na WOII weinig aandacht voor diversiteit in stadsplanning (in UK en België)
- modernistische planning was ‘universeel’
o men bouwde appartementsgebouwen, hoogbouw, men ging naar zonering
voor ‘de stadsbewoner’
- klasse (in UK) was dominant als invalshoek
o als er al gediffercifieerd werd dan was het sociaal-economisch à voldoende
betaalbare woningen voorzien, sociale wooncomplexen
=> sociaal-economische ongelijkheid was de dominante invalshoek
=> amper aandacht voor de (woon)noden van etnische minderheden
Multiculturalisme als dominant kader einde 20ste eeuw
Essentie van multiculturalisme:
- men ging er vanuit dat in een stad/land verschillende culturen naast elkaar leefden,
dat we in die stad autochtone Belgen konden terugvinden, ook mensen van
Marokkaanse, Poolse, Italiaanse origine, dat die verschillende culturen hebben,
verschillende kledingstijlen, eetgewontes, religieuze achtergronden, diverse talen
MAAR dat dat eig relatief homogene groepen waren: ‘de Vlaming’, ‘de Marrokaan’,
‘de Turk’… en dat je heel categoriaal voor iedere groep aparte beleidslijnen moest
gaan uitwerken
o mannelijke gastarbeiders die jaren’60 naar hier kwamen om in de
steelkoolmijnen te werken, die kwamen maar van 2/3 landen van oorsprong
à kwamen van zelfde dorpen, zelfde leeftijdsgroep, werkten in zelfde sector,
verdienden evenveel, woonden in dezelfde wijken
=> toen een relatief homogene groep
In de periode van multiculturalisme was urban planning deel van de nationale & regionale
multi-culturele beleidslijnen
- met aanbod van categoriale diensten volgens etnische origine & erkenning van
etnische verschillen
=> die categroiale benadering werkt niet meer, we leven niet meer met verschillende
culturen gescheiden naast elkaar, er komen steeds meer dwarsverbindingen,
mengvormen
- en net zoals Vlamingen heel sterk van elkaar verschillen in muzieksmaak,
woonsmaak… à zo zie je dat ook bij die 170 landen van herkomst
=> multicultural urban planning als normatief antwoord op (etnisch-culturele) diversiteit in
steden
- groeiend bewustzijn van etnische en culturele verschillen

We gingen onder dat multiculturalisme er van uit dat ieder land van herkomst zijn eigen
levensstijl had en dat relatief homogeen waren
à ofwel werden die genegeerd in de stadsplanning ofwel probeerde men met heel
specifieke projectjes
Ethnische minderheden warden verondersteld een eigen levensstijl te hebben
=> nood aan ontwikkeling aan aparte aanpak, vb. bij inspraak en participatie
Maar: multiculturalisme onder vuur in 21ste eeuw
- essentialiseert verschil tussen culturen
- erkent verschil binnen culturen te weinig

Aandacht voor diversiteit in diversiteit


à heel vaak vanuit de vraag: hoe kunnen we nu het samenleven in wijken vanuit zo’n
verschillende groepen organiseren/faciliteren vanuit ontwerpactiviteiten/stedenbouw
Groeiende aandacht voor verschil leidt tot aandacht voor sociale cohesie & integratie
vb. Volgeltjesmarkt
‘Migration-related super-diversity highlights
- the need to move beyond depictions of bounded communities differentiated
along ethnic & cultural lines
o Park Spoor Noord is niet ontworpen voor één bepaalde etnische groep, maar
als en publieke ruimte in een deel van de stad waar mensen van 170
verschillende nationaliteiten wonen en samen gebruik moeten maken van die
ruimte
- to consider representations of society that emphasize lifestyle, household &
consumption differences; class-based differences; socioeconomic, cultural, religious
and linguistic differences; & the implications of differences in the legal status of
individuals
o als je gaat ontwerpen, niet vertrekkend vanuit de etnische achtergrond van
een bepaalde groep, maar oog hebben waar verschillen in opleiding,
klassepositie, in inkomenpositie, taal à al die verschillende assen waarop
mensen van elkaar verschillen, kunnen gebruik van ruimte beïnvloeden

Superdiversiteit is een dubbele uitdaging


- er komt een dubbele vraag naar ontwerpers: het is een tegelijk ook en niet
herkennen
- dwz je bewust zijn van die zeer grote etnische diversiteit, je gaat voortdurend werken
voor mensen die niet van dezelfde origine zijn en dus bewust zijn van kennis van en
inspelen op
- TEGELIJKERTIJD betekent dat ook het overstijgen van die etnische verschillen, dit
gaat niet meer over werken voor een bepaalde doelgroep, maar net het organiseren
van ruimte in context van verschil
Urban planning moet etnische verschillen (h)erkennen
Maar ook & tegelijk
In een context van superdiversiteit de complexiteit v/d bevolking erkennen
& als urban plannes de etnische lens/benadering overstijgen
= erkennen & overstijgen
= diverse sensitief plannen
Voorbeeld: bibliotheek bij De Coninckplein à in een wijk waar niet iedereen Nederlands
kan, niet iedereen heeft daar een computer, wifi om huiswerk te kunnen maken, gebruik
maken om te studeren, niet iedereen heeft papieren, dus dat moet ook een functie zijn v/d
bibliotheek à je organiseert zo’n bib voor een superdiverse wijk op zo’n manier dat
iedereen zijn plek heeft à dan ben je tegelijkertijd bezig met die diversiteit te erkennen,
maar je bent niet voor een bepaalde groep die bib aan’t ontwerpen

Hoe moeten we dat dan doen? Als je die diversiteit wil (h)erkennen en tegelijk een stuk wil
overstijgen, wat zijn dan doelstellingen die je in de stedenbouwkundig ontwerp zou moeten
kunnen meenemen à 3 sleutelbegrippen:
Urban planning: working on redistribution, recognition & encounter
How to manage social differences, including balancing competing interests & sharing public
goods, including the use of public & private property
How to recognize & address specific needs of different individuals & provide services
How to respond to people in increasingly diversified (or diversifying) settings
- het gaat over herverdeling van ruimte
- het gaat over erkennign van identiteiten en dus van etnische culturele verschillen
- het gaat over het organiseren van ontmoeting door verstandige ruimtelijke ingrepen
ð eig bezig met een proces om etnische diversiteit in steden te
managen op een ruimtelijke manier, om specifieke noden van
groepen aan te spreken, maar in een zo’n algemen mogelijk
beleid
Onderzoek in Liverpool
Focus op snel diversifiërende steden
Relevant onderscheid in planning
- steden die al geruime tijd (super)divers zijn
vb. London, Brussel
- steden die in een snelle demografische transitie zitten
vb. Liverpool

Doelstellingen van stedenbouwkundig ontwerp in superdiverse steden:

1. Redistribution of herverdeling
Herverdeling gaat over oordelen, beslissingen & acties van urban planners om
concurrerende (ruimtelijke) belangen te verzoenen & achterstelling aan te pakken
- verondersteld een nadenken voor wie ontwerpen we? Waar vinden we woonplekken
voor welke groepen? Wat is een stad gemengd ontwikkelen?
- Hoe organiseer je een publieke ruimte zoals Park Spoor Noord, hoe verdeel je zo’n
ruimte dat iedereen van die groepen daar zijn plek heeft? à ruimtegebruik kan
gelaagd zijn en op andere momenten in de tijd dezelfde ruimte verschillende
functies kan hebben
- Liverpool
o wie zijn deze groepen en hoe ze bereiken?
o klasse versus etniciteit & discriminatie?
o meer flexibiliteit nodig in superdiverse (aankomst)wijken? Wat is de mate van
flexibiliteit waar men afwijkt van wat ideaalregels zijn van goed ontwerp
o voor wie ontwerpen? dus voor wie wordt er ontworpen in welke prijsklasse

2. Recognition of erkenning
Erkenning betekent als urban planners specifieke noden v individuelen en groepen
(h)erkennen & hierop kunnen inspelen
- noden die etnisch geïnspireerd zijn, of met leeftijd te maken hebben
Maar ook groeiende verschillen binnen groepen (h)erkennen
- Mensen kunnen ook tot verschillende groepen behoren
Door de lens van superdiversiteit kunnen urban planners (h)erkennen dat identiteiten
- gevormd kunnen worden door verschil
- relationeel zijn en veranderlijk
- ruimer zijn dan etnische origine

Hoe de noden van minder ‘zichtbare’ groepen exploreren? Hoe organiseer je inspraak in
superdiverse steden? Op welke manier organiseer je participatieprocessen?
- focus op taal?
- belang van identiteit + gehechtheid aan ‘plaats’
Een buurt met één etnische identiteit?
Superdiversiteit als gemengde & gelaagde buurten
- met onzichtbare/verborgen buurten/bewoners
Park waar fitnesstoestellen staan, mensen kweken spieren daar, ontmoetingsruimte, veilige
ruimte, mooie interactie passanten en mensen die sporten daar, erkenning door kleine
interventies in publieke ruimte

In contexts of emerging super-diversity urban planners need to recognize that the invisibility
of many individuals has an impact on affinity with the neighborhood & the projection of
individual & place identity.
- This in turn can result in the needs of certain groups being hidden.
o Zie arrival cities & H7 Superdiversiteit: mensen zonder papieren

3. Encounter of ontmoeting
Eigen aan een stad is dat mensen naast elkaar leven, met elkaar, leven vaak met vreemden
samen à bewoners kennen elkaar niet noodzakelijk, was al voor migratie en zeker zo als ze
niet dezelfde taal spreken
- door verstandelijke ruimtelijke ingrepen, dat naast elkaar samenleven zonder
conflicten mogelijk maken en op een aantal plekken het met elkaar leven (je deelt
dezelfde tram, aula, bib)
We staan veel te weinig stil bij hoe al die evidente dagelijkse ontmoetingen ingebed zijn op
een bepaalde plek (broodje kopen op bepaalde plek), iedere handeling is ruimtelijk
ingebed, in een bepaalde setting
Ontmoeting ondersteunt interactie tussen individuen
- brengt potentieel mensen met verschillende identiteiten samen
Individuele ontmoetingen gebeuren in een ‘plaats’: ‘micro-public’ sites: de werkvloer,
winkels, scholen, jeugdhuizen, biliotheken, zwembaden, fitness, buurtwerk…
Superdiversiteit: hoe beantwoorden urban planners de groeiende diversiteit van individuen?
Ruimte creëren om
- te experimenteren met identiteiten
- in een conviviale (ontspannen) sfeer

Hoe kunnen urban planners ontmoetingen faciliteren in superdiverse buurten


A focus on facilitating micro-public spaces is equally as important as the creation of more
traditional spaces (e.g. public parks or squares) to develop encounter
Not all (micro-public) spaces lead to the same shared (positive) experience & outcomes
à plekken waar mensen moeten delen, kunnen ook conflict zijn
- due to variation in individuals’ dispositions, resources & associated legal status
It cannot be assumed that encounter & conviviality will take place in shared spaces
- het is niet omdat je ontmoeting als functie geeft, dat het werkt à het moeilijke voor
stedenbouwkundige
à wat je ontwerpt wordt niet noodzakelijk op die manier gebruikt
à 2 dingen nodig
o ontwerpen dat die ontmoeting zo veel mogelijk kans heeft zonder dat je een
garantie heeft dat het werkt
o een ruimte die ontworpen is, moet vaak nog gemanged worden à toezicht
nodig
=> the need to manage encounter
o e.g. Park Spoor Noord à zit wijk- en parkmanagement op
§ men doseert heel goed welke activiteiten voor welke groepen en
zonder parkfunctie te verliezen
§ etnische lijnen in gebruik, ondertussen spelen de kinderen samen
à je krijgt een hoge mate van convivialiteit à sociale controle zonder
gevoel van controle à ontspannen ontmoetingsplekken met toch een
stuk management om zo’n plekken leefbaar te houden
§ ontwerp stopt niet als het gerealiseerd is maar opvolging is daar ook
deel van

Discussie
The need to move beyond ethnocultural approaches
- that have delineated neighborhoods & provided services in line with the perceived
dominance of a single ethnic group
- that have sought to reflect ethnic & cultural diversity in the physical form of the city
- & which have adopted ethnic-focused routes of engagement
Pagode in Chinese wijk
- dit is eig voor toeristen, dit is een stukje erkenning geven aan de chinese
gemeenschap, maar eig representeert dat niet het superdiverse beleid in de stad
Het gaat eig over het organiseren van ontmoeting van verschil in die verschillende buurten

Zijn geen heldre ontwerplijnen, niet om af te vinken, kapstokken om mee te nemen in


ontwerpproces, in dialoog met buurt
Superdiversiteit als dynamisch
The use of superdiversity as a method & policy highlighted key challenges facing urban
planners.
- the recency & dynamic nature of superdiversity, as well as how such a concept is
framed
- importance of legal status & the visibility associated with individuals in superdiverse
neighbourhoods

A relational & territorial perspective of superdiverse neighborhoods (Pemberton)


A requirement to develop approaches that are accommodating of the fluidity & hybridity of
populations
- & the changing use of land or property.
Both a relational & a territorial perspective of superdiverse neighborhoods is required
- some use the neighbourhood as a key activity space while others may use the city or
even beyond
Je moet nr ruimte kijken als relationeel en niet uitsluitend als territoriaal
- bepaalde ruimte, plein, straat, voorportaal v gebouw heeft niet alleen zijn ruimtelijke
implicatie, maar is een plek waar mensen met elkaar in ontmoeting kunnen gaan,
elkaar kunnen vermijden, op verschillende momenten/manieren gebruiken
Stadsplanning: voor wie?
Nood aan interculturalisering
- there is a need to move beyond acting in the ‘public good’ for a single dominant
ethnic group in the city
à ook niet uitsluitend voor de witte bevolking waar ontwerp de voorbije decennia al
te vaak op gericht was
- the reality is that there are multiple ‘public interests’ that need to be addressed
through ‘parity of participation’ in planning processes
à de idee: ‘we ontwerpen voor het algemene belang’, voor ‘de gemiddelde
bewoner van die stad’, dan mis je een stukje erkenning voor die diversiteit

Belang van superdiverse buurten als (veilig) integratiekader


- urban planners need to recognize the importance of superdiverse neighborhoods in
providing an environment where those visibly different can avoid discrimination that
may be more evident elsewhere in the city
- but such environments need to facilitate integration for all & not selectively focus on
particular groups or individuals

Er zijn eig twee lijnen in die quote uit het artikel van Pemberton
- hoe meer de diversiteit aanwezig in de stad, hoe minder mensen het gevoel hebben
dat racisme/discriminatie daar heerst
- heeft ook onderzoek gedaan naar waar nieuwkomers zicht gaan vestigen
à gaan ze hun landgenoten opzoekn? Ja voor een stuk, maar ze zoeken heel vaak
buurten op waar al heel veel andere mensen met migratieachtergrond wonen, niet
noodzakelijk van hun eigen origine
o waarom?
1 sociaal-economisch: het zijn dikwijls de buurten die betaalbaar zijn en waar
ze een woning kunnen vinden
2 het zijn plekken waar ze met hun andere etnische origine minder opvallend
zijn, waar ze kunnen onderduiken in de massa en in de diversiteit
à anonimiteit van de stad opzoeken

Nieuwe uitdaging voor ontwerpwetenschappen


Nood aan interculturalisering van Stedenbouw & Architectuur
Inspelen op superdiversiteit
- Ontwerpen voor & vanuit superdiversiteit
o Divers-sensitief design
o divers-sensitief ontwerpen
§ Kennis van en inzicht in andere leefwerelden
§ Competenties om te ontwerpen met en voor mensen van andere
origine dan jezelf
§ Zonder te vervallen in culturalisering, essentialisering of
stereotypering

Ontwerpen IN, MET, DOOR, VOOR DIVERSITEIT (zeker in stedelijke gebieden)


Meer lezen?
Twee (sterk aanbevolen) boeken op de literatuurlijst voor de examenopdracht
- Dirk Geldof, 2019 (herziene druk). Superdiversiteit. Hoe migratie onze samenleving
verandert. Leuven/Den Haag, Acco
- Boccagni, Paolo (2017). Migration and the Search for Home. Mapping Domestic
Space in Migrants’ Everyday Lives. Palgrave MacMillan

Verwerkingsopdracht: EXAMEN
Artikel Knack: Architect nog steeds een erg ‘wit’ beroep. Hoe zorgen we voor meer
diversiteit?
Waarom is dat zo?
Waarom is het belangrijk dat dit verandert?
Hoe kan dat?
(Ruimtelijke) ongelijkheid & de (on)gewenste effecten van stadsvernieuwing op de
bewoners.
De architect als gentrifiër?
Over het streven naar sociale mix & het risico op gentrification.

Opbouw en leerstof
Korte inleidende tekst in de syllabus
Twee cursusteksten
1. Voorbij de sociale mix.
Stijn Oosterlynck, Elise Schillebeeckx & Nick Schuermans, 2012.
In: Holemans, Dirk (red.), Mensen maken de stad. Bouwstenen voor een
sociaalecologische toekomst. Berchem, Epo, pp. 117-127. (kopies in de cursus)
2. Stad en sociale ongelijkheid: naar een sociale stijgings-perspectief?
Stijn Oosterlynck & Elise Schillebeeckx, 2012.
In: Holemans, Dirk (red.), Mensen maken de stad. Bouwstenen voor een
sociaalecologische toekomst. Berchem, Epo, pp. 128-144.
(kopies in de cursus)

Basisvragen
Hoe gaat de stad om met (groeiende) ongelijkheid?
Architectuur en omgeving: wat is de impact van wijkontwikkeling op bewoners?
- Welke wijkontwikkeling werkt?
- Wordt de wijk beter, worden de mensen beter, of worden beide samen beter?
Doel: inzicht krijgen op de impact van herwaardering, renovatie en nieuwbouw op de
omgeving

Vertrekpunt: alle steden kennen sterke ongelijkheid


Uitgangspunt: we leven in een ongelijke samenleving, grote verschillen tss rijk en arm
we leven in een van de rijkste regio’s in de wereld en toch zien we dat armoede blijft
bestaan en toeneemt
Sociale ongelijkheid vertaalt zich in de ruimte
(zie je op de kaart)

Verschillen tussen
- districten
- wijken
- statistische sectoren
Rijkste districten & wijken:
- Ekeren, Wilrijk
Grootste armoede
- Antwerpen-Noord, Linkeroever & Luchtbal, Borgerhout intra-muros, Kiel & grens
Hoboken, Deurne-Noord en Merksem/Dokske
Hoe reageren steden op armoede en op kwetsbare buurten?
Twee elkaar aanvullende beleidspistes
- Direct sociaal beleid (klassiek):
o stad, OCMW en sociale organisaties vangen de gevolgen van armoede op
§ voortbouwend op sociale zekerheid & Vlaamse armoedebeleid
- Indirect sociaal beleid via ruimtelijk beleid en stadsontwikkeling:
o als je in een meer landelijke gemeente, ondanks de betonstop, toch nog een
woonuitbreidingsgebied zou verkavelen à dan zal het de schepen van
ruimtelijke ordening zijn, die bepaald welke bewoners daarop afkomen
§ voor villa’s op te zetten à je weet de prijzen à enkel tweeverdieners
op afkomen en je gaat heel veel open ruimte aansnijden voor heel
weinig mensen te laten wonen à maken graag die keuze, want die
rijke gezinnen betalen veel belastingen
§ hetzelfde gebied verkavelen met percelen van 200 m2 à voor
halfopen bebouwingen/rijwoningen, al of niet met vernieuwende
typologieën, dat de woninggrondprijzen veel lager gaan zijn (200 vs
1000m2), betaalbare woningen, mensen met een gem. inkomen een
woning kunnen vinden
§ als de schepen zegt: verkavelen, maar in percelen van 200 en 300 m2,
maar er gaat minstens 20% sociale huisvesting in betrokken worden,
dan maakt die een ruimtelijke keuze en zorgt die er voor dat die
verkaveling kan bijdragen om de woonnood in die gemeente op te
lossen en de wachtlijst in sociale huisvesting te beperken
ð via het ruimtelijk beleid wordt er minstens een even sterk
sociaalbeleid gevoerd, dan via klassieke sociale beleid van
uitkeringen, werkervaringsprojecten…
o investeren in achtergestelde buurten
o proberen om jonge en middenklasse-gezinnen in de stad te houden of aan te
trekken
Basisvragen deze les:
- Waarom streven stadsbesturen naar een sociale mix?
- Wat zijn resultaten en gevaren?
o gentrification of sociale verdringing

Vooraf: wat is een ‘sociale mix’?


Een sociale mix in een woonwijk is een mix van bewoners
- naar inkomen (arm, gemiddeld, rijk)
- naar leeftijd (ouderen, jongeren, gezinnen)
- naar sociaal-economische positie (werkend, gepensioneerd, werkloos…)
- naar etniciteit (geen concentratiebuurten, maar waar je die superdiversiteit
weerspiegelt ziet)
- naar soort woningen (eigendom, huur, sociale woningen, mix tss appartementen en
grondgebonden woningen, huizen met tuin of terrassen…)
o het is de infrastructuur die mee de prijzen bepaald in de buurt, het zijn de
prijzen die meebepalen welk soort mensen zich kunnen veroorloven in die
buurt te wonen
Achterliggend idee: draagkracht van een wijk/buurt is sterker met een sociale mix, heeft
meer samenhang, waar beter leven is
Verschillende wegen naar sociale mix
- sterkere bewoners aantrekken
- zwakkere mensen in de buurt doen opklimmen
- sociale woningen in rijkere buurten
=> omstreden concept: zie teksten in de cursus
- omdat sociale mix in het ruimtelijk beleid meestal gebruikt wordt om armere buurten
met veel mensen in armoede en vaak veel mensen met een migratieachtergrond
proberen gemengder te krijgen, maar dat men zelden of nooit sociale mix zal
gebruiken om rijke witte buurten waar mensen met een migratieachtergrond vaak
niet terecht kunnen, open te gaan stellen voor wat diversiteit die de bevolking
vandaag is, of om mensen uit een lagere inkomensgroepen een woning te laten
vinden in die buurten
- sociale mix is een concept dat meestal eenzijdig wordt toegepast op de armste
wijken en op de meest superdiverse wijken, dat men zelden omgekeerd wil gaan
toepassen op rijkere of wittere wijken

Wat is gentrification?
= de opwaardering van buurten of stadsdelen op sociaal, cultureel en economisch gebied,
- door het aantrekken (in een achtergestelde buurt vooral) van nieuwe bewoners, die
hoger opgeleid zijn en uit hogere inkomensgroepen afkomstig zijn (aantrekken van
rijkere bewoners in armere buurten)
- gevolg: wat leidt tot een stijging van de prijzen voor onroerend goed (koop én huur)
- waardoor de wijk onbetaalbaar wordt voor de oorspronkelijke (kwetsbare) bewoners
=> resultaat: sociale verdringing van de kwetsbare bewoners
- als onbedoeld resultaat, onbewust proces
- als beleidsdoel (al of niet officieel), bewust resultaat van beleid à men wilt die
bevolking in die buurt veranderen, vervangen door rijkere bewoners, armere
wegduwen uit die buurt
De term gentrificatie is van Engelse oorsprong en verwijst naar het begrip ‘gentry’: niet-
aristocratische Engelse grondbezitters
- ‘people of good social position next below the nobility’
Gentrificatie in grote en middelgrote steden.

‘t Zuid in Antwerpen: een historisch voorbeeld


Groeiende leegstand door stadsvlucht in jaren ‘60 & ’70 en economische vlucht
- idee van sociale stijging was witte middenklasse gezinnen die zich konden
permitteren om een woning te kopen/bouwen buiten de stad => leegstand op Zuid
Lege panden ingenomen door migranten (vooral Turks) & kunstenaars (ruimte in de
pakhuizen) à je kreeg een wijk met leegstand, verkrotting, oudere bevolking en langzaam
aan de komst van migranten en kunstenaars à vernissage, drankjes, café
Jaren ‘70: bewoners renoveren, eerste galerijen en cafés/restaurants
Jaren ‘80: prijzen stijgen: van achterstandsbuurt naar trendy stadswijk + project-
ontwikkelaars springen op de wagen, gevraagd aan Turkse gezinnen om hun huizen te
verkopen
Niet als resultaat van overheidsbeleid à nee, als resultaat van gebrek aan overheidsbeleid,
spontane marktontwikkeling, nieuwe bevolkingsgroepen die komen
Buurt waar duidelijk een gentrificationproces is geweest en waar de woningprijzen vandaag
maken dat je daar mensen uit hogere inkomensgroepen kan terugvinden
Vandaag: Nieuw Zuid als verlengstuk

Sociale mix: brandend actueel


De Standaard, donderdag 11/10/2012

Druk van gentrification op Antwerpen-Noord


Antwerpen-noord is één van de armste wijken
Duidelijke gentrification rond Park Spoor-Noord
- Park Spoor Noord (C)
- Nieuwe Campus Artesis/Plantijn (B)
- Nieuw ZNA-ziekenhuis-campus (A)
- Ontwikkeling vlakbijgelegen Eilandje
Als gevolg van dat park à prijzen stegen enorm in de straten er rond à was niet de
bedoeling van dat park, wel voorspelbaar effect

Gentrification: brandend actueel


De Standaard, zaterdag 3 oktober 2015
Ruimtelijke ongelijkheid gaat samen met een strijd om de ruimte
Nadenken over stadsontwikkeling doe je door naar de impact op kwetsbare bewoners te
kijken
Hippe koffiebars vestigen zich niet op de Meir maar op plekken waar de stad nog net een
ruig kantje heeft, waar het toch nog speciaal is, voorloper van zo’n gentrificationproces
In de toeristische gidsen als een positieve beweging omschreven, wijken leven op, er wordt
gerenoveerd, geïnvesteerd, er komen leuke plekken
Het nadenken wat dat betekent voor de oorspronkelijke bewoners is veel minder aanwezig

Gentrification in beeld
Kennisclip stadssociologie:
- wat is gentrification? Een kennisclip over gentrification in Amsterdam
o http://www.youtube.com/watch?v=BXKTfI3hKhI
Vergelijk de kennisclip over Amsterdam met Antwerpen
- op het Zuid (jaren ‘70-’90)
- het Eilandje (jaren ‘90 tot vandaag)
- omgeving park Spoor Noord en nieuwe AP-campus

Een kritische kijk op gentrification


Tekst 1. Voorbij de sociale mix.
Basisvraag
Is streven naar sociale mix en gentrification nu een goed antwoord op armoede in de
stad?
Stijn Oosterlynck, Elise Schillebeeckx & Nick Schuermans, 2012. Voorbij de sociale mix.
- in: Holemans, Dirk (red.), Mensen maken de stad. Bouwstenen voor een
sociaalecologische toekomst. Berchem, Epo, pp. 117-127.
o kopies in de cursus
Vertrekpunt: alomtegenwoordigheid van het streven naar een sociale mix
Stijn Oosterlynck schetst het ruimtelijk beleid in Europese steden en zegt dat het streven
naar sociale mix à heilige graal van de stadsvernieuwing
Doelstellingen & instrumenten van stedelijk beleid (in Vlaanderen, maar ook elders)
veranderden de voorbije 30 jaar
- van herwaarderingsgebieden en armoedefondsen
- naar stadsontwikkeling
o Privaat-publieke samenwerking, city-marketing, aantrekken nieuwe
kapitaalkrachtige groepen,
Streven naar sociale mix = ‘de heilige graal van de stadsvernieuwing’
Achterliggende gedachte: concentratie van migranten & minderbedeelden zou nefast zijn
voor sociaal-economische & culturele integratie
Maar: winnen kwetsbare groepen nu effectief bij menging op buurtniveau, of net niet????

De vijf basismotieven van voorstanders van een sociale mix


Sociaal-economisch
- als je een meer gemengde buurt krijgt waar niet uitsluitend nieuwe aangekomen
migranten of niet uitsluitend mensen met lage inkomens vindt
à sterkere buurt qua netwerken, grotere kansen op werk, beter onderwijs
Socialisatie en acculturatie
- als kinderen opgroeien in zo’n buurt, dan zien ze mensen ‘s morgens opstaan om nr
hun werk te gaan, kinderen nr school te brengen
- middenklasse als rolmodel voor school, werk, …
- geen vorming ‘onderklasse’, vermijden door veel meer hogere inkomens in zo’n
buurt te krijgen
Sociale cohesie
- meer persoonlijk contact tussen bewoners => meer wederzijds begrip en respect
- er zit in steden ook heel wat racisme in de bevolking, dat krijgt dan op zijn minst de
idee van contacthypothese à als mensen elkaar kennen, dan gaan ze meer
openstaan tov elkaar
Pragmatisch economisch
- middenklassers hebben meer geld om te consumeren => winkels en horeca leefbaar
Geen of minder stigmatisering
- buurten die in een positieve ontwikkeling zitten à krijgen een betere naam

Is sociale mix nu wenselijk? (1)


Maar: onderzoek leert dat sociale mix niet noodzakelijk voordelig is voor meest kwetsbare
bewoners, vaak geen verbetering
Buurteffecten niet zo duidelijk
Is nabijheid van verschillende groepen voldoende voor onderling contact en
netwerkvorming?
- sociale mix kan tot samenlevingsconflicten leiden tussen groepen
o ze leven een stuk naast elkaar
- Maarten Loopmans: geen oplossing voor structurele positie van armere bewoners
Is sociale mix nu wenselijk? (2)
Ook effect socialisatie en acculturatie minder zeker
- achtergestelde buurten bij ons zijn geen afgesloten ghetto’s (zoals soms in Amerika)
Gebrek aan koopkracht is een probleem
- maar: ook andere oplossingen mogelijk dan sociale mix
o herverdelen, investeren, …
Stigmatisering
- ook andere alternatieven om beeldvorming te verbeteren
o vb. sociaal-artistieke projecten, antidiscriminatiebeleid, …
=> onderzoek nuanceert voordelen van eenzijdig streven naar sociale mix en waarschuwt
voor risico op gentrification

Is sociale mix haalbaar?


Besturingsmogelijkheden zijn veel beperkter
Wanneer de woningmarkt vooral in private handen is?
- private markt leidt tot segregatie van verschillende sociale groepen
- sociale mix veronderstelt (soms) actief overheidsingrijpen, en dus middelen
Vooral oorspronkelijke bewoners stellen de wenselijkheid van sociale mix in vraag
- buurten verbeteren misschien
- maar de zwakkeren worden opgejaagd, soms naar nog slechtere buurten
ð ‘waterbed-effect’
Een zelden gestelde vraag: is in de rijkere buurten binnen en buiten de stad dan geen
sociale mix nodig?
- welke types woningen in de rand?
- sociale huisvesting in de rand?
Niet alleen selectieve stadsvlucht, maar ook de onwil van lokale beleidsmakers staan sociale
mix in de weg

Voorlopig besluit
Stadsbesturen streven naar sociale mix vanuit fiscale, economische en sociale motieven
à vastgoedontwikkelaars zijn daar heel blij mee, dwz dat er veel geld verdiend kan worden
als je op het juiste moment huizen kan kopen in die buurt
Voordelen sociale menging gebaseerd op ongefundeerde veronderstellingen?
Voorbode van uitdrijving van armen uit de wijk via vastgoedmarkt?
Ook concentratiebuurten kunnen voordelen hebben voor bewoners
Nood aan alternatieve beleidsconcepten
- aankomstwijken en transitiezones
- sociale stijging
o zie volgend hoofdstuk deze les
- anders omgaan met superdiversiteit
o zie vorige les
Heeft een stad ook geen armere buurten nodig?
à ja, iedere stad heeft aankomstplaatsen nodig (vb. Oekraïne)
Tekst 2. Stad en sociale ongelijkheid: naar een sociale stijgings-perspectief?
Basisvraag
Zijn er alternatieven voor een beleid van sociale mix en gentrificatie?
- Zijn er vormen van stadsontwikkeling realiseerbaar die een buurt doen verbeteren en
tegelijkertijd toch een perspectief blijven bieden voor de oorspronkelijke kwetsbare
bewoners
Stijn Oosterlynck & Elise Schillebeeckx, 2012. Stad en sociale ongelijkheid: naar een sociale
stijgings-perspectief?
- in: Holemans, Dirk (red.), Mensen maken de stad. Bouwstenen voor een
sociaalecologische toekomst. Berchem, Epo, pp. 128-144.
o (kopies in de cursus)

Introductie:
stad en sociale ongelijkheid
Sociale ongelijkheid vertaalt zich ruimtelijk als segregatie van groepen (relatief beperkt)
Soms extreem: gated communities & ghetto’s
België:
- geliberaliseerde woonmarkt
=> segregatie
o maar niet extreem
=> selectieve suburbanisatie
=> achtergestelde buurten
o streven naar sociale mix

Alternatieve beleidsconcepten
Hoe kunnen we extreme vormen van gentrification vermijden?
Als je een wijk wil verbeteren, dan hoef je dat niet noodzakelijk te doen door nieuwe
bewoners aan te trekken, door de bestaande huizen te slopen, renoveren à je kan ook een
tragere omweg pakken: investeer in de kansen van de bestaande bewoners
Inzetten op sociale stijging
- niet in de eerste plaats (sterkere) bewoners van buitenaf aantrekken
- maar vooral investeren in bestaande bewoners, zorg ervoor dat ze werk hebben
- en vertrekken van de dynamiek van de buurt
o stad als sociale ladder of als emancipatiemachine
o investeren in sociale mobiliteit
o zeker in ‘aankomstwijken’
ð zie Doug Saunders, ‘De trek naar de stad’
Gaat het om probleemwijken (negatieve woorden: achtergesteld…) of om transitiezones?

Transitiezones: integratie door segregatie (?)


Sluit aan bij klassieke stadssociologie van de Chicago School (jaren ‘30)
- het denken in termen van zones in de stad à iets te statisch model
à willen we doorbreken: laat de bewoners ontwikkelen in een wijk en
laat een wijk met de bewoners zelf doorgroeien
- wat men wel overneemt vanuit de idee van Chicago School: iedere stad
heeft zijn aankomstwijken, waar nieuwkomers hun 1e woningen kunnen betalen
- stad groeit in concentrische cirkels
- groei leidt tot differentiatie (verschillende buurten/zones)
- buurten als ‘natuurlijke habitat’ voor groepen bewoners
=> segregatie wordt een manier om zich (in een bepaalde wijk van)
de stad te integreren
Burgess: transitiezone als ‘the port of first entry’
- de stad filtert en sorteert haar (nieuwe) inwoners

Dubbele functie van wijken als transitiezones


Wijk = Symbolische toegangspoort voor nieuwe inwoners (vaak migranten)
Wijk = transitiefunctie die nieuwkomers vaardigheden leert en netwerken biedt om sociaal-
economisch op te klimmen in de stad
Kanttekeningen:
- niet één, maar vele transitiezones in de stad
- bij ons geen strikte scheidingen:
o vele buurten zijn al sterk gemengd
Ontwerpers op stap: leer verschillen in en tussen buurten herkennen waar je werkt

Stad van aankomst en sociale stijging: de transitiezone gepopulariseerd


Doug Saunders: de trek naar de stad
- Wat aankomststeden en wijken bindt, is hun functie
o als platform voor sociale mobiliteit
o als plek waar een nieuwe stedelijke middenklasse groeit
- Geen statische blik op achtergestelde wijken
- Kijken naar de dynamieken binnen deze wijken
o veel verhuisbewegingen
o tijdelijke armoede
o banden van landen van herkomst
- Hoe het beleid haar wijken van aankomst aanpakt, zal de toekomst van de steden
bepalen
o mensen gevangen in wijken van aankomst
o of wijken van aankomst als opstap/springplank

Opnieuw: stad als emancipatiemachine


VROM-raad
- buurten niet karakteriseren/stigmatiseren als achtergesteld/kansarm
- stedelijk vernieuwingsbeleid moet inzetten op het vergroten van de kans op sociale
stijging
o treden aan de sociale ladder toevoegen
- onderwijs, arbeidsmarkt, huisvesting & vrije tijd
- sociale stijging is geen louter individuele aangelegenheid
=> binden van de nieuw ontstane middenklasse aan de wijk/stad
=> sociale mix van binnenuit, als resultaat van sociale stijging
- ook ‘reputatiemanagement’ van de buurt is onderdeel van stedelijke vernieuwing
Besluit: sociale stijging kritisch bekeken
Perspectief sociale stijging stigmatiseert wijken niet
- focus op dynamiek
Maar: sociale stijging is niet hetzelfde als minder ongelijkheid
- goede armen zijn diegenen die stijgen, ‘slechte’ armen diegenen die hier niet in
lukken
- eerder liberaal en individualistisch model, sterk meritocratisch
Risico: politieke mobilisatie & collectieve strijd voor een minder ongelijke maatschappij
geraakt buiten beeld
Besluit: voorwaarden scheppen.
Transitiezones kunnen enkel goed werken als ook de ongelijkheid afneemt en de
maatschappij als geheel voldoende kansen biedt.

En de rol van de architect als gentrifiër?


Denk na voor wie je ontwerpt
Heb oog voor de impact op de buurt & de bestaande bewoners
Plaats je ontwerp in een ruimere visie op ontwikkeling van de wijk en de stad
Draag vanuit je professionaliteit bij aan sociale wijkontwikkeling

Aan de slag
Bekijk de online les
Lees & studeer de cursusteksten
Herbekijk wat is gentrification?
- http://www.youtube.com/watch?v=BXKTfI3hKhI
- Vergelijk de film over Amsterdam met wat in Antwerpen gebeurde
- Op het Zuid (jaren ‘70-’90), Het Eilandje (jaren ‘90 tot vandaag), Spoor Noord
Wandel in Antwerpen-Noord rond Sint-Jansplein en Park Spoor-Noord: lees de wijk, zoek
en analyseer de indicatoren van gentrificatie
- Renovaties, verlofting, verandering winkels (coffeeshops, copycenters,
broodjeszaken, …)
- En wandel daarna eens langs het Eilandje…
NAAR DUURZAME, VEILIGE, GEZONDE & KLIMAATNEUTRALE STEDEN

Opzet van deze les


Begrijpen waarom klimaatopwarming de mondiale uitdaging van de 21e E wordt
- een veel grotere uitdaging dan de coronacrisis
Waarom de oplossing van klimaatverandering vooral een stedelijke oplossing is
Als reflectie voor de zoektocht naar klimaatneutraal ontwerpen in de 21e E

Klimaatopwarming: hét mondiale ecologische risico


Als ‘opwarming’
- bekijk dit filmpje met de korte historiek van de klimaatopwarming
- http://www.bloomberg.com/news/videos/2015-07-21/a-brief-history-of-global-
warming
Een stand van zaken van 2015
- ondertussen zijn er nieuwe hitterecords gebroken

Wat is klimaatopwarming & waarom is het zo urgent?


Uitstoot van broeikasgassen (zoals CO2, methaan…) exponentieel gestegen
- door toename energiegebruik
o verkeer, industrie, verwarming, consumptie, landbouw, …
Deze gassen in de atmosfeer zorgen er voor dat minder zonnewarmte terug in de ruimte
weerkaatst
Gevolgen: temperatuurstijging, afsmelten gletsjers en poolkappen, verwoestijning, meer en
hevige regenbuien en orkanen, stijging zeewaterpeil, klimaatverandering

Temperatuur op aarde is altijd een stukje variabel geweest


Atmosfeer/dampkring à is garantie voor leven op aarde (als
die er niet is à geen zuurstof en zorgt voor temperatuurregulatie
op aarde (thermostaat)
Energie straalt van de zon nr de aarde à gaat door dampkring
à komt op aardoppervlakte
Op de aarde:
1. Zon levert energie voor de planten + aarde slorpt stuk warmte op à buffert die
warmte en geeft die af in de loop v/d nacht
2. Deel v/d warmte terug weerkaatsen (witte opp. weerkaatsen, donkere slorpen op)

Probleem vanaf de jaren ’50 (20e E), dat we zoveel broeikasgassen uitstoten, zoveel olie
gebruiken voor de economische groei, verwarmen huizen, kerosine, aardgas…
à door het vrijkomen van die broeikasgassen wordt de atmosfeer een stuk dikker
à de zon straalt daar nog altijd door, maar een deel van die teruggekaatste hitte geraakt
niet meer door die dampkring, stapelt zich op onder die atmosfeer en zorgt voor
geleidelijke opwarming van de aard
= essentie van broeikaseffect van klimaatopwarming

Uitstoot broeikasgassen door mens & economie exponentieel gestegen


ð temperatuurstijging
ð afsmelten gletsjers en poolkappen
à als die witte opp. verdwijnen à komen er zee of land voor in de plaats komt
à minder warmte weerkaatst, meer warmte opgeslorpt
ð verwoestijning
ð meer orkanen
ð stijging zeewaterpeil
ð methaangassen van koeien door vleesproductie
ð Siberië à ijslaag smalt à methaangassen komen vrij
ð klimaatverandering, …

Grafiek:
- in 19e E à industriële revolutie à gebaseerd op massaal gebruiken van steenkool
voor stoommachines
- ondanks die economische groei, gebruik van steenkool en olie als de brandstof als
de brandstof van de 20e E à zie je dat de impact op de temp. stijging in de 18e -19e-
1e helft 20e E zeer beperkt was
- hockeystick-curve à veranderd na de 2e wereldoorlog, vanaf jaren ’60 en ‘70
- stippellijnen
o onderaan tot het meest strenge klimaatscenario, die die temp. stijging onder
de 2°C probeert te houden tot weinig of niets doen en dan ga je nr temp.
stijgingen wereldwijd met 7-8°C tegen jaar 2100, dat zou betekenen dat de
steden aan de rand van de zee verdwijnen, economische schade is
gigantisch… à economische en landbouwsysteem veranderd

2 impactstudies
1. Gevolgen steeds duidelijker
- overstromingen
- hittegolven

- studie wereldwijd waarbij men probeert in te schatten, kinderen die geboren zijn in
2020 à wat is de kans dat zij geconfronteerd gaan worden met hittegolven of met
overstromingen in vgl met ons
- blauw: risico op overstromingen en toename ervan
- oranje: risico op hittegolven en toename ervan
=> zeer ongelijke spreiding van klimaateffecten op de wereld

Ons land:
- interactieve kaarten

Dringend alternatieven in de praktijk brengen


Wetenschappers:
De snelheid waarmee we ingrijpen is ontzettend belangrijk
- stel dat je er in zou lukken dat we vanaf morgen geen enkel broeikasgassen zouden
uitstoten à alles stil leggen, geen autoverkeer, geen industrie, verwarmen
à dan nog ga je een effect krijgen de volgende 10-20j op basis van de uitstoot die
tot vandaag doorgaat => er zit een vertragend effect op
De maatregelen die je vandaag neemt, ga je morgen niet in de temp. terugvinden à pas na
10 jaar à urgentie om ze vandaag te nemen en niet morgen
- nog maximum 5(-10 jaar) voor een radicale omslag, radicale keuzes te maken
- tegen 2050 wereldwijd 60% minder uitstoot broeikasgassen
o niet ieder land stoot evenveel broeikasgassen uit à de rijke
geïndustrialiseerde landen stoten veel meer broeikasg. uit dan armere
landen, die produceren ook gassen op andere plekken à iedere container
met goederen van China, hebben in China voor CO2 uitstoot gezorgd, maar
ze dienen wel voor de consumptie die we hier hebben
o de rijke landen hebben veel meer middelen om te investeren om
klimaatopwarming tegen te gaan à hebben grotere verantwoordelijkheid
- EU beslist:
o Europa klimaatneutraal tegen 2050
§ klimaatneutraal = alle verkeer geen broeikasgassen meer uitstoot (niet
meer op benzine, diesel, aardgas), luchtvaartsector moet
klimaatneutraal werken (niet meer op kerosine), woningen niet meer
verwarmd op basis van fossiele brandstoffen, haven & petrochemische
bedrijven à biochemische industrie (andere grondstoffen dan
petrolium)
o 55% reductie tegen 2030
- dus ook België én de gewesten moeten meer doen
Temperatuurstijging onder 2° Celsius houden
- waarom is dit zo cruciaal: 2°C is het punt (als de temp. wereldwijd 2°C toenemen)
dat poolkappen volledig afsmelten, zeer grote gebieden van ijs en gletsjers
afsmelten, dat de eeuwig bevroren steppe met methaanvoorraden in de moerassen
in Siberië ontdooien en vrijkomen en dat het niet meer alleen vanuit menselijke
uitstoot/productie is, dus dat er een heel stuk vrijkomt vanuit de natuur zelf die een
zelfvoerend systeem opzet en CO2-voorraden laat vrijkomen => binnen die grens
blijven
- indien niet: “run away” opwarming à veel moeilijker controleerbaar wordt dan
vandaag
Oncontroleerbaar & onomkeerbaar
Niets doen, is kiezen voor doemscenario
- ecologische ramp
- kosten om schade op te ruimen gigantisch
o Stern: tot 20% van het wereldwijde BNP als we het niet voorkomen
§ als we nu niet ingrijpen à 1 euro van iedere 5 euro belastinggeld/in
de economie nodig zal zijn om de gevolgen van de klimaatopwarming
op te vangen
Toonaangevende sociologen over klimaat: Anthony Giddens
Interview Anthony Giddens
- Waarom reageren we zo traag?
o http://www.youtube.com/watch?v=uT3GD0nVS3Y&feature=related
o omdat we eig zien we de effecten pas op termijn, maar we vragen vandaag
wel actie van mensen, regering, politici, bedrijven, ontwerpers (zei hij in 2009)
à heel belangrijke time-lack, er zijn zo veel belangrijke prioriteiten die op de
agenda van politici komen, dat het gemakkelijk is om klimaatopwarming
uit te stellen, de corona was veel dwingender, oorlog in Oekraïne is veel
dringender
o puur catastrofale boodschappen helpen niet à ontmoedigt mensen eerder,
overtuigt mensen maar ook een grote groep mensen worden onverschillig,
bang, doet ze afhaken à concrete oplossingen nodig à technische tools,
ontwerpoplossingen
o je hebt een stuk druk nodig op die politieke agenda om voldoende prioriteit
te geven aan wat de grootste uitdaging van de 21e E wordt

Wat betekent het klimaatakkoord van Parijs van 2015?


à druk speelt zich op de klimaatconferenties af
Cruciaal (bindend) klimaatakkoord?
à er was voor het eerst een consensus over:
- temperatuurstijging onder 2°C houden
- streefdoel 1,5°C
http://deredactie.be/cm/vrtnieuws/videozone/programmas/journaal/2.42107?video=
1.2523061
Maar…
- opwarming sneller dan voorzien in 2015, opwarming is versnelt
- uitvoering loopt achterstand op, afspraken, zijn niet nagekomen door heel wat
landen
o zie gebrek aan ambitie Vlaanderen
o Trump stapt er uit met Amerika
Klimaattop van Madrid, 2019
Een teleurstellende klimaattop
- Zonder esultaten
Veel doorgeschoven naar volgende klimaatconferentie
- klimaattop 2020 in Glasgow: uitgesteld wegens Corona…
Risicomaatschappij: klimaatbeleid blijft steken in fase 2
- & sommige politici als Trump fase 1
Hoopgevend:
- Biden stapt terug in klimaatakkoord
- EU heeft klimaatambitie aangescherpt
Klimaattop Glasgow 2021 november
Positief à er is een akkoord, streven nr max 1,5°C opwarming, uitfasering steenkool
- men had moeten beslissen om volledig te stoppen met steenkool tegen 2030
à niet beslist omdat zeer economische machten (China) hun economie vandaag nog
voor een heel groot deel op steenkool draait à dwarsgelegen, Polen ook omdat ze
een belangrijke tewerkstellingen in steenkoolindustrie & ook Duitsland =>
uitfasering steenkool
Maar… maatregelen nog onvoldoende
- & Vlaanderen remt Belgisch klimaatbeleid

Zie ook
Nature can repair our broken climate', Greta Thunberg & George Monbiot
- https://www.facebook.com/theguardian/videos/511461779628725/
www.thebigask.be
- http://www.youtube.com/watch?v=o6xTKniSu_4&eurl=http%3A%2F%2Fwww%2Ethebigask%2Ebe%2Fnl%2F&featur
e=player_embedded
WWF, Living Planet report
- http://wwf.panda.org/about_our_earth/all_publications/living_planet_report/
IPCC rapporten:
- https://www.ipcc.ch/
Bouw zelf je wetenschappelijke klimaatkennis op
- de basisbron: https://www.ipcc.ch/about/

Is het meer een economisch verhaal dan ecologisch? Ja en nee


- het heeft belangrijke economische remmen om de ecologische uitdaging op te pikken,
behalve dat de tegenstelling dat je in de samenleving ziet, tussen wat ecologisch nodig
zou zijn en wat economisch haalbaar is à tegenstelling die niet houdbaar is maw de
cologische urgentie maakt dat je economie moet veranderen zodanig dat het
economisch haalbaar is à dat betekent dat je beleid nodig hebt om de
kaders/voorwaarden te scheppen om die tranisitie te maken
- omstrede voorbeeld: eerste zonnepanelen 20 j geleden op een grotere schaal gemaakt
werden, was de kostprijs zo duur dat weinig mensen individueel de investering gingen
doen omdat het terugverdieneffect veel te traag was, wat hebben de overheden gedaan
à gesubsidieerd in beginperiode om de hoge prijs te doen dalen zodanig als er veel
mensen begonnen te investeren, dan zakte ook de prijs van de zonnepanelen, dan
konden de subsidies zakken tot het vandaag economisch rendabel is
- windenergie is de voorbije jaren zwaar gesubsidieerd, investeringen op zee/land
à we zitten in de laatste 3 jaar in de fase dat bij nieuwe calls die gebeuren voor
bedrijven om nieuwe windmolenparken te bouwen à nulsubsidie omdat het
vandaag in de marktmechanismes rendabel is geworden omdat te doen
- elektrische auto à hetzelfde à de fiscale aftrek is vandaag hoger à gaat de volgende
jaren afgebouwd worden naarmate de economie zicht aanpast
ð dat is de beweging die bezig is, om die tegenstelling tussen is het vandaag economisch
verstandig en haalbaar te overbruggen, op 2 manieren doen:
o met verbodsbepalingen werken, dan moet de markt en de sector zich maar
aanpassen
o stimuleringsmaatregelen met subsidies en fiscale aftrek

Waarom hebben steden de sleutel voor een klimaatbeleid (mee) in handen?


De oplossing voor klimaatopwarming ligt voornamelijk in de steden
Demografische reden voor: 55% van de wereldbevolking leeft in steden
- 80% tegen 2050 à als 4/5e v/d bevolking in steden woont, dan zullen duurzame
levenstijlen, stedelijke levenstijlen moeten zijn of omgekeerd
Grootste uitstoot vandaag in steden
Maar ook: grootste hefbomen voor oplossingen
Steden ook onder druk door klimaatopwarming, redenen:
1. CO2 uitstoot nauw verbonden met luchtkwaliteit
- gerelateerd aan autoverkeer, verwarming/wonen en uitstoot bedrijven
à andere systemen voor bedenken
- dwz dat het klimaatneutraal maken van steden tegelijkertijd werken aan gezondheid
van inwoners is
2. hitte-eilanden maken steden warmer, kwetsbaarder en minder leefbaar
- steden slorpen de warmte veel meer op dmv steenmassa, beton, roofing en gebrek
aan groen
3. kuststeden onder druk van stijging zeewaterpeil
- in rijke delen v/d wereld à waterkeringssystemen, in veel delen niet haalbaar

Steden zijn dus…


Deel van het probleem
- de huidige niet-duurzame steden
Deel van de oplossing
- alleen met duurzame en klimaatneutrale steden kunnen we klimaatdoelstellingen
halen
Cruciale rol voor stadsbesturen, stadsplanners & ontwerpers
- en dus ook voor studenten ontwerpwetenschappen

Een ambitieus klimaatbeleid vereist


Ambitieuze politieke doelstellingen
- in veel sterker internationaal klimaatakkoord
- een voldoende verregaande bindende klimaatwet
Maar ook wetenschappers, ontwerpers en bedrijven die oplossingen aanreiken
En burgers die zich engageren

Klimaat is geen virus: druk nodig op de politieke agenda


Wereldwijde acties (2019)
- Youth for climate
Centrale boodschap: luister naar de (klimaat)wetenschappers
- zoals wetenschappers ook aansturen rond corona

Rapport klimaatpanel
Er werd aan Anuna gevraagd wat haar concrete eisen waren:
- ipv te zeggen wat je moet doen, haar uitleg was luister naar wetenschappers, het is
niet aan mij als 20-jarig meisje om te zeggen wat de oplossingen zijn
Vraag aan 2 wetenschappers met beleidservaring om een panel voor klimaat en
duurzaamheid op te richten (tekst in reader)
- Leo Van Broeck (Burgerlijk Ingenieur Architect, Vlaams Bouwmeester, KULeuven)
- Jean-Pascal van Ypersele (Klimaatwetenschapper, Université catholique Louvain)
1. Inleiding (p. 5-14)
“Om onder 1.5°C opwarming te blijven schoten de Europese doelstellingen voor 2030
drastisch te kort
- minstens 40% CO2 minder in 2030
- minstens 32% hernieuwbare energie
- minstens 32,5% minder energieverbruik
Indien we blijven bij het beleid dat voorzien is in deze 2030-doelstellingen, dan
verminderen we de CO2-uitstoot in Europa tegen 2050 slechts met 60%, in plaats netto
gelijk te zijn aan nul.

Een te zware ecologische voetafdruk


Al te vaak reduceren we klimaatopwarming tot de uitstoot van broeikasgassen ,tot CO2- of
methaanuitstoot à reduceert ook ons denken
- als we aan uitstoot van broeikasgassen denken, dan zien we een auto rijden,
huisverwarming, fabrieksschouw à gaat over veel meer
- je kan die transitie naar een duurzame economie maar mogelijk maken, als het niet
alleen over de energiebron gaat, maar over alle gebruik van energie en grondstoffen
à dwz dat het over ecologische voetafdruk moet gaan, hoeveel energie en
grondstof gebruiken we?
We overschrijden op steeds meer domeinen planetaire grenzen
Ecologische voetafdruk te groot
Niet enkel CO2 uitstoot als probleem, maar te groot gebruik van grondstoffen & energie
- ecologische voetafdruk materialen cruciaal
ð gaan kijken naar de hele levenscyclus van producten, nr de totale hoeveelheid
grondstof en energie die nodig is + uitstoot met afval als product

- als je naar dit diagram kijkt, dan zie je dat de grenzen van de planeet (stippellijn) op
steeds meer domeinen overschreden wordt

1 van die manieren om dat in kaart te brengen à donutdiagram


Het donutdiagram: een economie binnen grenzen van de planeet
De economie zou een donuteconomie moeten worden, we zouden alles wat we
produceren, alles wat we consumeren terug binnen de grenzen van de planeet moeten
brengen
In het beeld van de donut kan men als “plafond” de planetaire grenzen herkennen die
werden aangeduid door Rockström et al.
- wat is het plafond, wat kan de aarde op een duurzame manier dragen
Voor de “vloer” van de donut baseert ze zich op wat is opgenomen in sdg’s (de VN-
duurzame ontwikkelingsdoelstellingen).
Streven naar een economie binnen de donut, naar een welvaartsmodel binnen de planetaire
grenzen, is nodig om de klimaatcrisis aan te pakken.

2. Ingrediënten nodig voor een ernstig klimaatbeleid


1) Drietrapsraket: klimaat, ecosysteem, sociaal draagvlak (p. 17-20)
1A | Klimaatbeleid moet uitgaan van een sense of urgency en een transversale
systemische shift
§ gaat niet alleen over CO2 maatregelen maar over een complete
systeemverandering van de economie en de inzet van heel andere
technologieën
1B | Een rationeel klimaatbeleid moet kaderen in ecosystemisch inzicht en beleid
§ je moeten weten wat de impact is van al die grondstoffen en
maatregelen
1C | Een maatschappelijk draagvlak creëren
§ waar Antony Giddens het over had

2) Elk beleidsniveau moet zijn ambitieuze verantwoordelijkheid nemen (p. 21-38)


à klimaat is niet de verantwoordelijkheid van 1 actor i/d samenleving
=> samengaan van alle mogelijke actoren i/d samenleving op alle verschillende
niveaus
Globaal
- zet in op wereldwijde verlaging van de ecologische voetafdruk
- onder meer door doorgedreven ontwikkelingshulp en internationale solidariteit

Een sterker EU-klimaatbeleid


- men pleitte in 2019 voor een sterkere voortrekkersrol in de Europese
klimaatdiscussie à ondertussen voor stukje gebeurd in laatste klimaatconferentie
- maak de Europese begrotingsregels gunstiger voor klimaatinvesteringen
- herzie het EU-landbouwbeleid en zet in op duurzame voeding

Actualisering: relancebeleid na corona moet klimaatbeleid zijn


- geld vrijgemaakt voor relancemaatregelen om impact corona op economie
tegemoet te komen à deel van relancegeld moet nog altijd uitgegeven worden
à aan welke sector ga je die impulsen geven? aan luchtvaartsector? à voor de
verliezen te compenseren tijdens coronaperiode, zodanig dat ze terug
winstgevend kunnen worden en meer vluchten gaan organiseren? En dan jaren
later terug miljarden te gaan uittrekken om die vluchten duurzamer te gaan maken
- hoop dat alle relancemaatregelen tegelijk klimaatmaatregelen worden à kans lijkt
verdwenen

België: federaal, gewesten en gemeenschappen


- organiseer nationaal de rechtvaardige transitie door geïntegreerd beleid
- een klimaatwet met scherpe klimaatdoelstellingen voor 2030 en 2050
o federaal regeerakkoord biedt aanzet
Lokale & stadsgewestelijke ecosystemen
- lokale beleidsplannen, dicht bij de mensen en dicht bij de lokale eco-systemische
schaal
- in Amerika, toen Trump uit akkoord stapte, investeringen deed in olie… à aantal
steden gingen op hetzelfde moment een klimaatbeleid voeren en veel meer ging
investeren in groene stroom en veel meer deden dan Europese Unie
à stadsbestuur en burgemeesters kunnen voortrekkersfuncties nemen in
klimaatbeleid

3) Realiseer een omslag in landgebruik, ruimtelijke ordening en infrastructuur

1) Ruimtegebruik (p. 54-60)


- onmiddellijke stop met inname open ruimte (omstreden betonstop in Vlaanderen)
o Vlaanderen is een v/d dichtstbebouwde regio’s in de wereld met zeer grote
uitwaaiiering van de bebouwing, ‘urban sprawl’, met dagelijks nog grote opp.
aan open ruimte die verdwijnt
o 2 redenen waarom we nu moeten stoppen met aansnijden van open ruimte
§ met temp.e temaken à al wat niet versteend is, maar bestaat uit
groen, aarde zorgt ervoor dat er minder warmte opgeslorpt wordt
§ hoe meer we nr extreme regenval gaan, hoe belangrijker het wordt
dat we de bodem terug doorlaatbaar maken à zodanig dat het water
op een veel trager tempo kan insijpelen à door groen daken
(waterbuffers vooraleer in riolering), parkeeropp. doorlaatbaar maken
(anders moet men gigantisch investeren in uitbreiding van
rioolcapaciteit = betonoplossing)
- ontwikkel modellen van (grond)ruil & herschikking van private & publieke rechten
o stel dat je eigenaar bent van een stuk grond dat op het gewestplan
aangeduid staat als woonuitbreidingsgebied of potentieel bedrijfsterrein
à impact op grondprijs
o stel dat de overheid beslist à op dat terrein gaan we niet meer bouwen
omwille van ontharding, opwarming à dan zakt de waarde van die grond
à mensen stappen nr rechtbank à dure schadevergoedingen die met die
betonstop samenhangen à hoe financier je dat à wetenschappers pleiten
voor intelligente mechanismes die maken dat mensen gronden, die op het
gewestplan ingekleurd zijn als potentieel bebouwbaar, kunnen inruilen voor
andere stukken grond op plekken waar het veel meer geschikt zou zijn om i/d
toekomst te gaan bouwen = complexe financiele economische transities
- koppel de kost van wegen- en dienstverlenende infrastructuur aan de locatie
o soms worden er beelden gemaakt van het ideale is een klimaatneutrale
woning, geen enkele vorm van CO2-uitstoot, ergens op boerenbuiten
à maar wat is nodig om een wonign in een nieuw verkavelingsgebied ver
van de stad mogelijk te maken, als we hier een nieuwe woning bouwen op
vb. het eilandje à daar moeten 5m elektriciteitsdraden voor aangelegd
worden (want die liggen in de stad), er moet geen enkele nieuwe straat voor
aangelegd worden (want zijn er), moeten geen aardgasleigingen aangelegd
worden (zijn er)…
à als je een nieuwe verkaveling gaat aansnijden in een
woonuitbreidingsgeboed, betekent dat meestal enkele 100m’s nieuwe
wegeninfrastructuur, voor 10 nieuwe woningen 1 km extra
elekriciteitsleidingen, rioolbuizen, glasvezel…
o het huidige mechanisme waarop wij vandaag via onze facturen betalen, een
vorm van subsidieren van het verkavelen van open ruimte
=> rapport stelt voor als mensen nog open ruimte aansnijden op plekken
waar nog geen bebouwing is, koppel alle infrastructuurkosten aan de
kostprijs v/d grond ipv dat alle burgers dat moeten betalen
à stap verder dan betonstop, wat het veel goedkoper zou maken om i/d
stad te wonen/dorpskern waar alle infrastructuur aanwezig is
- maak taksen & premies locatie-gestuurd, beloon gewenst ruimtelijk beleid & gedrag
o beloon mensen die aan kernverdichting doen en beboet mensen die op
afgelegen locaties willen bouwen
=> een sterker stedenbeleid
- zorg dat lokale besturen inzicht verwerven in hun ruimtelijk verdichtingspotentieel
voor bebouwing en ruimtegebruik en hoe dit in te zetten
- gebruik de herschikking en verdichting van onze ruimtelijke ordening als hefboom
om de nood aan verplaatsingen te doen dalen
- zorg voor een consistent mobiliteitsbeleid, haal dit deels weg bij het lokale niveau
=> een sterker stedenbeleid
2) Wonen (p. 61-64): ambitieus nieuw woonbeleid, gericht op duurzaam & betaalbaar
wonen
betaalbaar kwalitatief wonen aanbieden op goede locaties, stimuleer coöperatief
wonen en salariswoningen ipv salariswagens
à maak betaalbaar wonnen beschikbaarder à rapport koppelt 2 doelstellingen
o sociale doelstelling van vorige les: er is nood aan betaalbaar wonen voor
lagere inkomensgezinnen overal, er is nood aan energiezuinige woningen in
lagere prijssegmenten ook voor mensen die de middelen niet hebben om
daarin te inversteren
- vervang de woonbonus door stimulans voor renovatie, collectief, modulair,
aanpasbaar & betaalbaar wonen
- ontwikkel een betaalbare huursector
- maak woonfiscaliteit ecologisch duurzamer en socialer
- stimuleer circulair & aanpasbaar bouwen

Wat ontbreekt in het rapport van het Panel?


Hoe kunnen architectuur en stadsplanning een voortrekkersrol spelen om te komen tot
klimaatneutrale steden? à zit er nog te weinig in
Per definitie een interdisciplinair verhaal, met cruciale bouwstenen

Uitdagingen voor ontwerpers: bouwen in de stad van de 21ste eeuw (5 grote richtvragen)
Waar bouwen?
- verstandige verdichting, impact op mobiliteit
à een volledig klimaatneutrale woning waarbij je ver weg van alle voorzieningen
een nieuw stuk openruimte aansnijdt = vandaag een slechtere oplossing dan een
energiezuinige woning met een hogere energie-impact maar in deen dorps- of
stadskern
- de locatiekeuze = eerste keuze om te gaan kijken wat betekent dat naar
mobiliteit/grondstof/infrastructuur, past dat in een verdischtingsbeleid of niet?
Waarmee bouwen?
- ecologische voetafdruk materialen, wat is de levenscyclus van die materialen, nieuw
ontgonnen of recyclage?
- cradle-to-cradle, dat je geen producten maakt die op het einde van hun levenscyclus
afval worden, maar dat ieder product op het einde v/d levenscyclus terug volledig
kan gerecycled worden naar nieuwe bestemmingen
- nieuwbouw of herbruik?
Welke gebouwen?
- van energiegebruikers (in 20e E, energie nodig om te verwarmen, verlichten
à slorpte energie op) tot energieproducenten (in 21e E, energie opleveren,
zonnepanelen om ofwel zelfvoorzienend te worden, of energie kan
opwekken/stockeren…)
- passief of lage-energiegebouwen
o als je volledig nieuw ontwerpt, kan je naar passief gebouwen gaan die geen
extra energie nodig hebben en op die manier klimaatneutraal worden
o ga je een gebouw renoveren à binnen dat historische kader, is
klimaatneutraal niet haalbaar à maar dat het wel een winst kan zijn doordat
je het niet volledig sloopt, niet volledig nieuwe bouwmaterialen moet
hebben en dat het de ‘trade of’ is, dat er een zeker beperkte
energieconsumptie blijft à ‘trade of’ die je zeker in steden gaat krijgen
Gebouwen als vergroening, waterbuffers, luchtzuiveraars, temperatuurbuffers
à steden zijn hitte-eilanden, 2 manieren om daar mee om te gaan:
- anders aanleggen v open ruimte in de steden, van de straten/pleinen
- anders omgaan met gebouwen zelf à daktuinen (waterbuffer), verticale tuinen
Gebouwen als voedselleveranciers
à vandaag komt ons voedsel van de luchthaven
- urban farming à veel minder energie nodig in transport, CO2 uitstoot
o Foto Antwerpen Noord, of Pakt in Groen Kwartier/militair Hospitaal
§ restaurants à gebruiken eten van dak van Pakt

Besluit
- Ieder ontwerp vandaag moet bijdragen aan klimaatneutrale steden
- Architectuur en stadsplanning zijn cruciale disciplines om duurzame, veilige,
gezonde & klimaatneutrale steden te creëren
- Ook publieke ruimte is daarbij cruciaal (zie les 8)

Boeken
Urban Regeneration – Steffen Lehmann
Onzekerheid. Over leven in de risicomaatschappij. – Dirk Geldof
DE ROL VAN DE PUBLIEKE RUIMTE IN DE STAD

Leerstof les 8
Joke Vanreppelen, 2010. Samenleven in de publieke ruimte. Inspiratie voor de inrichting en
het beheer van buitenruimte. Brussel, VVSG. (kopies in cursus)
Jan Gehl, 2016. Steden voor mensen. Brugge, Vanden Broele, pp. 3-32 (kopies in cursus)
Ppt en les

Stad, stedelijkheid en publieke ruimte


Discussiepunt met architecten:
- architecten zeggen ‘het gebouw dat ik neerzet in de stad, is van wezenlijk belang,
dat maakt de stad’
- wat antropologen, geografen, ruimtelijke planners zeggen is dat niet alleen het
gebouw op zich, maar miss nog veel meer de ruimte tussen die gebouwen de stad
tot stad maakt
- de stad is geen verzameling van gebouwen die al of niet goed ontworpen zijn, de
stad is een geheel en de ruimte tussen de gebouwen is minstens evenzeer en eig
nog veel meer bepalend voor het karakter van die stad en de stedelijkheid
ð de stad wordt gemaakt door de publieke en semi-publieke ruimte
Stad is (mee) bepaald door de gebouwde stad
Maar minstens evenzeer door
- de publieke ruimte
o straten, pleinen, parken, metro’s, …
- en de semipublieke ruimte
o op sommige momenten toegankelijk maar niet altijd
o openbare gebouwen, cafés, bibliotheken, musea, …
=> zij geven (mee) vorm aan ontmoeting en interactie

Inleiding: samenleven in de publieke ruimte


Jan Vilain/Joke Van Reppelen
- stedenbouwkundige
- VVSG-adviseur publieke ruimte
Het verhaal achter de plek
- kopie inleiding in syllabus
25 praktijkvoorbeelden kort beschreven

Terugkijken naar Barcelona als model?


Terugkijken nr jaren ’80 –’90 à Barcelona was de place-to-be
- 1 v/d steden die toen voorop liep in zijn stedenbouw, in het herontwikkelen v/d
oude stadsdelen, die verloederd waren (probleemwijken)
- ze mochten de Olympische Spelen organiseren
à was 1 v/d hefbomen om zeer veel geld vrij te maken voor die stadsplanning
Cultstatus in planningskringen in jaren ‘90 en recenter
Een decennium (20 j later) na heraanleg zien we
- pleinen die nog steeds schitterend functioneren (toeristen)
- andere plekken verloederden in sneltempo (vroege jaren ’90 in stadsgidsen)
Waarom? Wat maakt nu dat de modelprojecten van 20j geleden nog altijd functioneren en
waarom hebben die anderen het niet gemaakt? Wat is er mis gelopen met het ontwerp van
die publieke ruimte in die stad?

Inzicht in de openbare ruimte


“Een openbare ruimte functioneert pas wanneer het gebruik ervan vatbaar is voor
interpretatie en spontaan initiatief door gebruikers.”
à spanningsveld tussen architect/ontwerper en de bewoners/gebruikers
- sommige ruimten zijn te ‘af’, op tekentafel perfect zijn
à die niet aanslaan bij bezoekers/bewoners
- openbare ruimte moeten leven en heeft heel veel functies voor heel veel mensen op
heel veel momenten (soms gelijktijdig of op andere momenten)
- nood aan flexibiliteit
à dwz diezelfde ruimte heel andere gebruiksfuncties kan krijgen
à op eerste plein:
o je ziet geen enkele skater, om 19u op zomeravond heel veel jongeren te zien
à schitterende skate-infrastructuur, alleen is het er niet voor ontworpen,
maar kan ook geen kwaad dat het daarvoor gebruikt wordt
o plek waar mensen elkaar tegenkomen, kunnen gaan zitten, maar ook
doorgangsplek om 9u in ochtend
ð eenzelfde ontwerp kan heel veel functies met zich meebrengen
- zie gelaagdheid en temporaliteit
o kan verschillende functies voor verschillende groepen hebben op
verschillende momenten à temporaliteit die ook meespeelt
o heel vaak kijkt men naar een ontwerp op 1 moment in het jaar of in een dag
o als je een publieke ruimte ontwerpt, zou je zover moeten kunnen gaan in de
ideale wereld, dat je een jaar langt kampeert op die plek
o ander gebruik: op weekdagen anders dan in weekend, hoeveelheid toeristen
in vakanties, anders op zomerdagen dan in winter, regendagen anders dan
dagen met zon
ð rekening houden met flexibiliteit, gelaagdheid, temporaliteit
=> de gebruiker als uitgangspunt
“Bewoners- & gebruikersparticipatie is geen noodzakelijk kwaad, maar een kritische
succesfactor om tot een geslaagd resultaat te komen.”
- in dialoog gaan met, het betrekken van bewoners, gebruikers, winkeliers is cruciaal
om tot geslaagd ontwerp te komen
“Niet de leefwereld van de professionals, maar die van de bewoners staat centraal.”

Zoeken naar (omgevings-)identiteit


Kan enkel in dialoog en via participatie in iedere fase
- vroeger: men sprak naast elkaar à men noemde dat inspraak, maar eig was dat
naspraak, alle ontwerpkeuzes waren gemaakt, je kon nog een bank verschuiven maar
het was eig al volledig uitgetekend van top tot teen = geen inspraak
- inspraak in laatste fase = naspraak
- van projectdefinitie over ontwerp tot inrichting, werffase én beheer
- vb. Park Spoor Noord als een geslaagd voorbeeld
o toen men op het idee kwam om een park te maken (jaren ’90)à leidde tot
heel veel kritiek à VB: hoe kan je nu in 1 v/d armste buurten met veel
criminaliteit zo idioot zijn om daar een park te maken?
o gaat perfect, maar vereist een verstandig ontwerp
o van in de fase van projectdefinitie, wat zou daar nu kunnen komen? à in
dialoog gegaan met bewoners, buurt
o samen nadenken over de invulling van de plek
§ vraag van park kwam van heel veel bewoners, je zit in een buurt met
heel weinig privétuinen, daktuinen, terrassen
à dichtbevolkte dense buurt met weinig privé of publiek groen
o vraag om groen, waterpartijen (op vraag van de buurt), gelaagdheid …
ð vereist (zéér) goede proces-begeleiding

Van openbaar domein naar publieke ruimte


- jaren ’90 à schepen van openbaar domein, verantwoordelijk voor alle werken op
straten, pleinen, parken
- vandaag spreekt men veel meer over publieke ruimte met idee dat die publieke
ruimte mee de identiteit van die stad bepaald, mee de leefkwaliteit van de bewoners
bepaald à dat al die pleinen, straten in de stad de tuin/living zijn van stadsbewoners
Publieke ruimte als hefboom voor sociale cohesie
Meer dan een fysiek bindmiddel in de bebouwde omgeving
Bepaald mee de ‘identiteit’ van een stad
Niet alleen esthetiek of design, maar gedragen ontwerpen

ð beweging die je in alle Europese steden, de afgelopen 20 jaar, hebt gezien


à we hebben een beweging meegemaakt met de heropleving van steden in de
21e E waarbij steden, stadsbestuur, bewoners veel meer belang zijn gaan
hechten aan de kwaliteit/inrichting van die publieke ruimte
à vandaag kan je zeggen dat: publieke ruimte is de hefboom voor de
leefbaarheid/kwaliteit/duurzaamheid van de stad
Jan Gehl – Cities for people
De menselijke dimensie van de stad is jarenlang verwaarloosd
à heeft te maken met een compleet uit de hand gelopen visie van het modernisme,
Corbusier, de CIAM
à veel schade gericht aan steden door de modernisten, te maken met hun uitgangspunten
- functiescheiding
o de oude stad, middeleeuwse stad (17e/18e/19e E) was een stad waar alles
door mekaar was à daar werd gewerkt, er was industrie, kleinhandel tem
industrialisering (19eE) met zware industrie tot in hartje van de stad
o het modernisme wou aan functiescheiding gaan doen à netjes gaan ordenen
à zone om te wonen, zone voor te werken, zone voor ontspanning, zone
voor groen
o gevolg: heel veel nood aan verplaatsing (v woonplek nr werkplek…) => auto
- alles in functie van de auto (automobiliteit)
o organiseer de stad ifv automobiliteit om die verplaatsingen zo snel mogelijk
te maken
- hoogbouw
o vb. Linkeroever
o kom je in die wijk om 21u aan à gesloten gevels, lege gebouwen, dode
straten, camera’s hangen voor garantie veiligheid à monotone steden
- gericht op versnelling en automobiliteit
- geliefd bij vastgoedontwikkelaars focussen op ‘hun gebouw’, zonder context
o te bouwen vierkante meters, zo hoog mogelijk, hogere rendementen
ð steden voor automobilisten, projectontwikkelaars, bouwondernemers
- zie kritiek Jane Jacobs
Resultaat: onleefbare autosteden
+ die plekken zijn van fijn stof, hitte-eilanden in een opwarmde samenleving waar
bewoners zich steeds moeilijker kunnen verplaatsen

Van Jane Jacobs tot Jan Gehl (The Death and Life of Great American Cities)

1961: Jane Jacobs ‘Death & Life of great American cities’


- voorvechter voor leefkwaliteit van buurten
- kritiek op modernisme & functiescheiding
- pleidooi voor de dichtbevolkte gewone straat, met een diversiteit aan functies en
mensen, waardoor sociale samenhang ontstaat
o pleiten voor ontwerp die als resultaat heeft dat een straat dichtbevolkt is,
veel bezoekers/gebruikers/bewoners/passanten
o een stadsontwikkeling die zorgde dat er veel volk op straten/pleinen te
vinden was op zoveel mogelijk uren v/d dag
- bekijk de straat als verblijfsruimte
o geen doorgangsruimte om van functie A nr B te gaan, om mensen tegen te
komen
o eyes on the street ipv camera’s, er moet levendigheid zijn om veilig te zijn
Naar steden voor mensen
21ste eeuw: voor het eerst meer dan de helft van de wereldbevolking als stadsbewoner
ð hoe vertaal ik dat in ontwerpoplossingen, waar kunnen we op die stad ingrijpen
à niet meer vanuit het idee om grote autosnelwegen aanleggen, maar hoe kan
je de levendigheid van de stad vergroten?
Menselijke dimensie terug centraal stellen
Lively, safe, sustainable & healthy cities
- dat vereist
o meer voetgangers & fietsers
o betere stedelijke (ontwerp)kwaliteit

Brussel, kleine ring


- herinrichten, zo zou Brussel er uit moeten zien tegen 2040
- auto onder grond gestoken à is er nog altijd, andere visie op de bovenruimte

Jan Gehl aan het woord


The human scale
- https://www.youtube.com/watch?v=BxywJRJVzJs
Onderbouwd project voor
- levendige steden
- veilige steden
- duurzame steden
- gezonde steden

‘First we shape the cities, then they shape us’


We shape cities à de manier waarop wij aan stadsplanning doen, manier waarop we
bouwen, maar ook de semi en publieke ruimte, dat maakt hoe onze steden eruit zien
Hoe een stad gebouwd is, de gebouwde omgeving, maar ook de (semi-)publieke ruimte,
bepaald/beïnvloedt hoe wij ons als burgers/bewoners/mensen in die steden gedragen
Wat leert de 20ste eeuw?
- meer wegen => meer verkeer
o de modernistische manier, dat we steden gebouwd hebben in 20e E ifv de
auto à gedrag van mensen in die stad en de autoafhankelijkheid
onwaarschijnlijk aangewakkerd
o probleem is dat heel veel ingenieurs nog altijd in een oude capaciteitslogica
denken à er zijn meer mensen die een auto hebben/willen gebruiken à files
à meer wegencapaciteit voorzien als oplossing
o meer wegen zijn de oorzaak van files à meer auto’s à je creërt meer
capaciteit à vb. verbreden van ring met extra rijvak à 2 redenen waarom dat
niet werkt:
§ verbreding van meer wegencapaciteit stopt ergens à mensen
moeten op die ring van Brussel geraken voor dat ze van die capaciteit
gebruik kunnen maken à als je meer auto’s aantrekt nr ring Brussel,
dan ga je het verkeer op alle wegen nr die meer capaciteit doen
toenemen
§ als de verplaatsingstijd tijdelijk afneemt met de auto, dan gaat de gps
zeggen dat je sneller bent met auto dan trein à iedereen met auto
ð 5 jaar lager meer files dan voor die toename capaciteit
- minder wegen=> minder verkeer?
o nee, hoe kan je vervoersmiddelen en vervoersgedrag gaan veranderen
à heeft met 3 dingen te maken
§ aanbieden van alternatieven (ov, deelfietsen..)
§ inrichten van je publieke ruimten en je steden
§ de auto is niet meer het verplaatsingsmiddel om de stad binnen te
komen
ð complexer
§ kwaliteit publieke ruimte cruciaal
Zie experiment Kopenhagen => vandaag meer fietsers dan auto’s

à typische inrichting van openbaar domein vanuit je


functionalistisch gedachtegoed à straat gemaakt om auto’s
door te laten rijden en te parkeren, weinig straatleven

à touristen om musea binnen te gaan, mensen die er


rondhangen, kinderen die nr school gaan, mensen die nr bib
gaan, straatmuzikanten à veel meer stedelijk

Case Kopenhagen
Metingen gedaan: tellen hoeveel volk/auto’s er voorbij kwamen,
hoelang mensen zich verplaatsten, maar ook bleven staan
20 j later terug à mensen brengen veel meer tijd door in veel
meer delen in die stad, veel meer volk op straat
à straten zijn niet alleen functioneel (v punt A nr B), straten in een
stad moeten ook verblijfsruimten zijn
à een goed ontwerp laat toe dat mensen zich zo snel mogelijk
verplaatsen (functionaliteit), maar nodigt uit om het niet zo snel
te doen => kern v stedelijkheid
Van autostad naar fietsstad
- meerderheid van alle woon-werk-verkeer per fiets
Straten voor voetgangers en fietsers
- verblijfsfunctie versterken
o ruimte als verblijfsruimte i.p.v. doorgangsruimte, zie grafiek
- betere kwaliteit stedelijke ruimte
Modal shift in Kopenhagen
Hoe verplaatsen mensen zich in Kopenhagen in de ochtend en avondspits naar school/werk
à geen kwestie mensen te verbieden die de auto nemen à kwestie van uitnodigen
à men is de straten en pleinen in Kopenhagen zo gaan inrichten dat het zo veel
aangenamer is, zo veel sneller om je daar met de fiets te verplaatsen
Al de fietsvriendelijke omstandigheden (weer, hellingen) zijn niet beter dan Antwerpen
à er wordt gigantisch veel meer gefietst
Creëer wandel & ontmoetingsplaatsen voor een levende stad
Stadsplanning & ruimte-gebruik is ‘a question of invitation’
Wie/wat nodig je uit in de stad?
- welk gebruik van ruimte nodigt uit?
- welke vervoersmodi stimuleer je, of nodig je mensen uit om te gebruiken
- welke keuzes maak je in je ruimtelijke inrischting?
- auto versus fietser & voetganger
- auto versus bewoner?
Zie Venetië, Sienna, …

Wat leren we hieruit?


Hoe beter het ontwerp van publieke ruimte
- hoe beter stadsleven & stedelijkheid
- hoe beter de leefkwaliteit
- hoe meer die straten een verblijfsruimte worden
Belang om stadsleven te kennen en te documenteren
- observatie en dialoog
- sociologen, antropologen, planners en ontwerpers
Publieke ruimte moet uitnodigen
- ontwerpkwaliteit

De stad als ontmoetingsplaats


Walter Benjamin: de flaneur
Wandelen is zo veel meer dan stappen in een stad
- in Amerika wandelen ze niet veel à kampen met overgewicht à notie gezondheid
Veel voetgangersverkeer versterkt het stadsleven en de stedelijkheid
De belangrijkste attractie in een stad zijn… mensen
Geen nostalgische visie op de stad, maar de ontmoeting ruimtelijk en sociaal organiseren
- wandelen is niet het nostalgische uit de 19e E, mar is samen met fietsen, steppen,
deelmobiliteit, OV die vervoersmodus in die steden

Uitnodigen tot ‘verblijven’ in plaats van enkel functionele doorgangsruimte


Niet enkel noodzakelijke aanwezigheid
Maar optionele activiteiten
Vormen de stad als ontmoetings-plaats

- hij deelt het op in noodzakelijke verplaatsingen/activiteiten, optionele activiteiten in


die stad en sociale activiteiten
- hij maakt een onderscheid tussen straten/pleinen die aangelegd zijn met een heel
lage ontwerpkwaliteit en straten/pleinen die aangelegd zijn met een hoge
ontwerpkwaliteit
à in een straat die goed is aangelegd: de noodzakelijke kwaliteiten gaan er evenveel
door (nr huis met trein van les) à of dat nu goed of slecht is aangelegd à daar maakt
ontwerpkwaliteit geen verschil uit
à optionele activiteiten: als je nu met goed weer nr het station terug gaat, wat nodigt je
uit om de volgende trein te nemen en niet noodzakelijk de eerste die je zou nemen?
o waar kom je een terras tegen, zitbanken, vitrine tegen te komen
ð verschil in: goed ontworpen publieke ruimte nodigt veel meer uit tot die
verblijfsfunctie à wie wil kan nog altijd zijn trein halen op voorziene uur, maar de
ruimte prikkelt je eig om daar langer over te doen
à sociale activiteiten: hoe beter het ontwerp, hoe langer die activiteiten
o plek aan een pleintje, en niet drukke baan omdat je elkaar niet verstaat

Kwaliteit van de buitenruimte bepaalt mee de activiteiten


Goed ontworpen publieke ruimte heeft een vertragend effect
Nodigt uit en prikkelt voor verblijfsfunctie (optionele activiteiten) en ontmoeting (sociale
activiteiten), uitnodigen tot vertraging
vb. banken, pleinen, parken, kaaien langs de rivier…
voorbeeld: scheldekaaien, 2e helft 20e E
- was mooiste bovengrondse autoparking à ingericht ifv automobiliteit en parkeren
- geleidelijk aan met de heraanleg die nu bezig is tegen klimaatopwarming à wordt
de plek van de auto vervangen door verblijfsruimte à terug gebruikt door
stadsbewoners, bezoekers
Jan Gehl aan het woord
The human scale
- https://www.youtube.com/watch?v=BxywJRJVzJs
- http://www.streetfilms.org/talking-with-jan-gehl-alfresco-draft/
Urban design with Jan Gehl
- https://www.youtube.com/watch?v=AfnvNimhq4s

Wat maakt een stad duurzaam, naast mobiliteit?


Groen en natuur in de stad
- leefkwaliteit
- luchtzuivering
- koelte tegen hitte-eilanden
- stadslandbouw

Het gaat over levendige, veilige, gezonde en duurzame inrichting van je steden
Hoe je bouwt heeft een stuk te maken met hoe klimaatneutraal je stad is, hoe je de stad
inricht naar straten/pleinen/(semi-)publieke ruimte is daar een tweede onderdeel van
- mobiliteitskeuzes zijn daarin een cruciale
- hoe je bouwt
- wat onderschat is in het werk van Jan Gehl, is dat hij zo sterk op mobiliteit gefocust
is en dat het belang van groen in die stad iet wat onderbelicht is in de stad
o groen is een ontzettend belangrijk element om de temp. in steden draaglijk
te houden en hitte-eilanden tegen te gaan

Van publieke ruimte tot daktuinen en verticale tuinen


DE (POST-)CORONASTAD & DE IMPACT VAN DE CORONACRISIS

Opbouw
Een sociologische kijk op de coronacrisis, door de lens van de risicomaatschappij
Een verkenning van de impact van corona op hoe we omgaan met tijd en ruimte, vandaag
en morgen
Het debat over de 15-minutenstad na corona

Dirk Geldof (2021). De coronacrisis als confrontatie met de risicomaatschappij.


- in: Geldof, D. (2021). Onzekerheid. Over leven in de risicomaatschappij. Leuven/Den Haag, Acco, pp. 189-204.
Ellen Debackere (2020). Publieke ruimte na corona. ‘Voor een doorbraak moet de crisis lang genoeg duren’. Apache 25
augustus 2020.
De 15 minutenstad na Covid.
- Kobe Boussauw & Sarah De Boeck (2021). De 15-minutenstad als ruimtelijke kapstok voor de ‘essentiële economie’.
o in: Beeckmans, L., Oosterlynck, S. & Corijn, E. (2021). De stad beter na corona? Reflecties over een
gezondere en meer rechtvaardige stad. ASP, pp. 75-85.
- Stijn Oosterlynck & Luce Beeckmans (2021). De sociale bijziendheid van de 15 minutenstad.
o in: Beeckmans, L., Oosterlynck, S. & Corijn, E. (2021). De stad beter na corona? Reflecties over een
gezondere en meer rechtvaardige stad. ASP, pp. 87-95.

De coronacrisis vanuit sociologisch perspectief


Corona 2020-2022: (maatregelen) de grootste verstoring v onze manier v leven sinds WOII
- unieke periode, proberen te begrijpen
Hoe we vandaag met de coronacrisis omgaan, bepaalt onze samenleving morgen
ð impact op ruimte en steden
Kortom… het gaat over méér dan het virus…
- de coronacrisis is meer dan een gezondheidscrisis

Van vleermuis tot pandemie


Hoe begrijpen wat er is gebeurd?
“De kans op een wereldwijde pandemie groeit. (…) De wereld is niet voorbereid op een
pandemie met een zich snel verspreidende, virulente ademhalings-ziekte.”
- rapport ‘A world at risk’.
- Global Preparedness Monitoring Board van de Wereldgezondheidsorganisatie en de
Wereldbank. September 2019
Of… de kroniek van een aangekondigde pandemie.

Maart 2020:
een eerste rollercoaster aan maatregelen
Half de wereld getroffen door lockdownmaatregelen
- evenementen verboden
- cafés en restaurants toe
- grenzen gesloten
- cultuurhuizen toe
- thuiswerken

Van maart 2020 tot vandaag => leren leven mét het virus
Flatten the curve…?
De duizelingwekkende dans der cijfers…
Situatie 15 mei 2022:
- 521 miljoen (geregistreerde) besmettingen
- & 6,2 miljoen geregistreerde doden
o zie https://coronavirus.jhu.edu/map.html

In België (situatie 13 mei 2022)


Meer dan 4,1 miljoen geregistreerde besmettingen
> 31.600 overlijdens, incl. woonzorgcentra
Nog iedere dag: >400 besmettingen, > 16 coronadoden/dag à dus meer dan 110
doden/week, > 110 ziekenhuisopnames/dag

Corona als confrontatie met de risicomaatschappij


Wat kunnen we leren van de Duitse socioloog Ulrich Beck?
Risico’s steeds centraler in onze laatmoderne samenleving
- eerste boek 1986, vlak na de kernramp van Tsjernobyl
à gebruikte dat gebeuren om te zeggen we leven vandaag in een risicosamenleving
à in een samenleving die veel meer dan vroeger en op een veel grotere schaal en
heel andere domeinen, door risico’s bepaald/gedetermineerd/beïnvloed wordt
- door mensen gecreëerde risico’s
- risico’s op wereldvlak: klimaat, terreur of oorlog, bankencrisis 2008, coronacrisis
- risico’s werken door in onze persoonlijke levenssfeer
o risico op besmetting, armoede, werkloosheid, …
Wat is nu die risicomaatschappij?
- vier centrale kenmerken
- perfect toepasbaar om de huidige coronacrisis beter te begrijpen

1. Risico’s & risico-ensceneringen domineren de agenda


Ze beheersen het nieuws, de politiek & ons leven
Risico’s zijn nooit alleen ‘objectief’
à een samenleving interpretereert risico’s, kadert risico’s, framet risico’s
à dat maakt dat sommige risico’s heel belangrijk worden in een samenleving omdat ze heel
centraal gezet worden, en dat andere risico’s een halve eeuw kunnen meegaan mr niet
worden opgepikt in de samenleving
Ze worden geënsceneerd & geproduceerd
- dwingende corona-enscenering
- belangrijke rol experten & media
Waarom pikten we het corona-risico wél op, in tegenstelling tot tabak, of klimaat, of
armoede?
Corona à korte doorlooptijd tss het ontdekken en het optreden, te maken met 2 dingen:
- incubatietijd zeer kort (doe je niks bij klimaatopwarming à duurt jaren voor je grote
structurele effecten ziet, doe je bij corona niks à ziekenhuizen volgende week vol)
- ook te maken met de framing: de corona-experten, vaccinologen à ruimte
gekregen in de media à zeer grote maatschappelijke ‘sense of urgency’
ð we gaan zeer ongelijk met risico’s om
2. Een nieuwe sociale strijd om de verdeling van risico’s
Het gaat niet meer alleen om de verdeling van rijkdom (‘goods’), maar ook steeds meer om
de verdeling van risico’s (‘bads’)
- zie klimaatrisico
Het coronavirus werkt als een ongelijkheidsvirus
- risico’s en gevolgen zeer ongelijk verdeeld
- ouderen en mensen met gezondheidsproblemen kwetsbaarder
- mensen in lage inkomensgroepen sterker getroffen
+ groeiende armoede
Mensen met migratie-achtergrond sterker getroffen
- meer in risicoberoepen/contactberoepen
- wonen vaker in dichtbevolkte buurten & in overbewoonde huizen/appartementen

Corona heeft heel wat mensen in armoede geduwd en dat besmettingsrisico’s zeer ongelijk
zijn verdeeld

3. De bestaande instituties lopen vast


Instituties zijn de min of meer vaste organisatiestructuren van onze samenleving
We botsen op de grenzen van onze structuren
- gezondheidszorg
- ouderenzorg
- sociale bescherming
- besluitvorming
Maar we botsen ook op ruimtelijke grenzen
- woon- en leefkwaliteit in tijden van lockdown
- tekort aan publieke ruimte in steden tijdens lockdown
o zie deel 2 van deze les

4. Mondialisering van risico’s


Eigen aan die geglobaliseerde wereld, op het einde van de 20E E - begin 21e E à risico’s
gaan steeds vaker voorbij de grenzen van ruimte en tijd
Wat op één plek in de wereld gebeurt, heeft steeds meer effecten op andere plaatsen in de
wereld
- Tsjernobyl of Fukushima, terreur als 9/11, bankencrisis, klimaatopwarming
stopte niet aan de grenzen van het land
=> risico’s voorbij grenzen van ruimte
- Tsjernobyl is een industriële catastrofe, kernramp waarvan ook vandaag niet alle
slachtoffers geboren zijn
=> risico’s voorbij grenzen van tijd
Mondiale risico’s gaan voorbij grenzen van ruimte en tijd: ze zijn gedelokaliseerd
Corona = eerste pandemie in een geglobaliseerde wereld
- start in Wuhan (China)
- het virus was hier sneller dan de mondmaskers
- globalisering als context zorgt voor ongekend snelle verspreiding wereldwijd
Stap voor stap groeit de risicomaatschappij
Sinds wanneer leven we nu in een risicomaatschappij? à werkt niet met perfecte data, niet
op 1 moment
ð geleidelijk proces, in fases
Fase 1: men minimaliseert risico’s (ontkenningsfase)
- restrisico’s, zal wel overgaan
Fase 2: risico’s centraal in maatschappelijk debat
- geen struisvogelpolitiek
- samenleving gedwongen om keuzes te maken
- corona, klimaat
o lockdownmaatregelen
o investeren in ontwikkeling vaccin
- als men in fase 2 beslist voor maatregelen en die werken en hebben voldoende
effect à dan kom je in fase 3
Fase 3: risico opnieuw onder controle
- doortastend en werkend klimaatbeleid
- betaalbaar & werkzaam vaccin beschikbaar
o onder controle? bij ons 2022?
o wereldwijd => ???

Stel dat de klimaatakkoorden v Glasgow v A tot Z zouden worden uitgevoerd vandaag en


dat je een gigantische reductie zou krijgen van de CO2 en we zouden binnen 10 jaar zien
dat de temp.stijging stopt, stabiliseert, en daalt à dan zou je in fase 3 zitten

Bij de coronacrisis waren de lockdownmaatregelen nodig om de crisis te beheersen, maar


niet om ze op te lossen à alle hoop op vaccinering, natuurlijke immuniteit
Vaccins gemaakt in Westerse landen, eerst opgekocht à landen in zuiden hadden vaak de
middelen niet of de infrastructuur à corona blijft bestaan in landen met minder
gezondheidszorg à mutaties blijven komen à kunnen door globalisering terug tot hier
komen

Theorie van de risicomaatschappij als analysekader: confronterend én hoopvol?


Het confronteert mensen & samenlevingen met wat we vaak niet willen zien
à het houdt ons de spiegel voor van wat nog niet opgelost is, van wat de uitdagingen zijn
om aan te werken
Hoopvol: het appelleert burgers, wetenschappers, politici & de hele samenleving om
- verantwoordelijkheid te nemen
- risico’s aan te pakken
- maatregelen te nemen
- coronamaatregelen na te leven
- lessen te trekken en risico’s te voorkomen
Ook nadenken over impact op ruimte en tijd
Hoe corona onze samenleving én de stad verandert
De coronacrisis als een ongekend sociaal experiment?
De normaliteit werd (even?) abnormaal
Welke effecten op ons omgaan met tijd, en met (sociale) ruimte?
Een verkenning

Twee teksten als vertrekpunt


• Ellen Debackere (2020). Publieke ruimte na corona. ‘Voor een doorbraak moet de
crisis lang genoeg duren’. Apache 25 augustus 2020. (kopies in syllabus)
• Janine Meijer (2020). Een ruimer kot in de toekomststraat. In: Ruimte, jrg. 12, nr. 46,
pp. 16-19 (nieuwe aanvullende tekst via Blackboard)
• + aanvulling in de les

Hoe corona ons omgaan met tijd verandert


Een ongekend tijdsexperiment
De lockdown zorgde voor een desintegratie van onze dagelijkse dagindeling
- blijf in uw kot…
- meer dan één miljoen mensen tijdelijk werkloos
- thuiswerken & telewerken als het nieuwe normaal
- scholen sloten in april-juni + afstandsonderwijs
- hoger onderwijs in code oranje of rood bij tweede & derde golf

Vaste tijdstructuren vielen weg


Thuiswerk =
- wegvallen verplaatsingen ochtend & avondspits
- minder strikte scheiding werk/privé
o meer flexibiliteit wanneer te werken, doorheen de dag
o al of niet in combinatie met kinderen
o minder strikte grens werkdag/weekend
o woning had niet alleen die woonfunctie, werd ook de schoolplaats
- anders gebruiken van de woning
Lockdown: wegvallen van
- vele vrijetijdsactiviteiten
- familiale contacten
- andere sociale contacten

Anders omgaan met ruimte (en tijd)


Anders omgaan met de woning
Anders omgaan met de publieke ruimte
- en een andere stad

Anders omgaan met de woning


Vooral het feit dat relaties veranderd zijn, heeft ons anders doen omgaan met woningen
Generatie grootouders à maar 2/3 keer verhuisd, wonen bij ouders, trouwen en dan
verhuizen (voor het leven) (eerst huren en dan kopen) à die cyclus van 1 woning voor het
leven is doorbroken vandaag
Achtergrond: een bestaande demografische verandering
Diversificatie aan familietypes
- echtscheiding, alleenstaanden, eenoudergezinnen, nieuw samengestelde gezinnen,

- verschillende gezinssituaties kunnen leiden tot andere woonnoden en anders
omgaan met woningen
- een huis is niet meer voor het leven
à heel anders omgaan met woningen voor corona, dan dat dat door coronacrisis veranderd
is à maar die heeft er nog een laag bovenop gelegd

Vier trends tijdens corona


- veel meer tijd in de woning gaan doorbrengen
- multifunctionaliteit: meer verschillende activiteiten (gevolg)
o oude indeling (living, slpk, badkamer) is volledig verbroken à veel meer
ruimtes werden gebruikt voor verschillende functies
o wie groot woonde had minder met die multifunctionaliteit, kleiner veel meer
problemen en zeker als je met veel mensen thuis was
- temporaliteit: op andere uren
o onze tijdritmes verschoven
- simultaneïteit: vaker met meerdere gezinsleden
o we deden meer functies met meer mensen op zelfde momenten die
gecombineerd moesten worden
Dat vereist
- flexibeler en meervoudig gebruik van ruimtes
o 1 trend die dat vroeger al had ingezet à draadloos netwerk in huis (niet meer
1 tv in huis, vele schermen, verplaatsbaar, uitgesteld kijken, online surfen)
- thuiswerk combineren met huisgenoten = stilte & privacy zoeken

Tijdens corona groeide het belang van voldoende ruime & kwalitatieve woningen
- haaks op de trend naar kleiner wonen
- urgentie om overbewoning tegen te gaan
o vereist beter aanbod van betaalbare woningen & van sociale huisvesting
o corona zet de wooncrisis in de steden op scherp
o risico op verdere suburbanisatie
§ haaks op noodzaak van verdichting
Belang van buitenruimte aan de woning
- terras, koer, stadstuin …
- en/of meer publieke ruimte

Anders omgaan met de publieke ruimte


‘In uw kot blijven’ is ook nood aan meer buitenruimte in de buurt
- in Frankrijk mocht je nog maar in een beperkte afstand van je woning komen
o nadenken welke voorzieningen je dan moet hebben
- zeker bij overbewoning
- wandelen, speelruimte voor kinderen
Thuiswerk is (was?) minder automobiliteit
- (sommige) stadsbesturen creëren ruimte voor voetgangers en fietsers
o straten waren ineens leeg à ruimte gaan herverdelen
- meer ruimte voor grotere terrassen op veilige afstand
- verblijfsfunctie van de ruimte wint aan belang (zie Jan Gehl)
- ‘toekomststraten’

Hoe duurzaam zijn de tijdelijke ingrepen in de steden om meer ruimte voor bewoners,
voetgangers, fietsers en terrassen te voorzien?
Corona als opportuniteit om veranderingsprocessen in de steden te versnellen

De 15 minutenstad na Covid
Kobe Boussauw & Sarah De Boeck (2021). De 15-minutenstad als ruimtelijke kapstok voor de ‘essentiële economie’.
- in: Beeckmans, L., Oosterlynck, S. & Corijn, E. (2021). De stad beter na corona? Reflecties over een gezondere en
meer rechtvaardige stad. ASP, pp. 75-85.
Stijn Oosterlynck & Luce Beeckmans (2021). De sociale bijziendheid van de 15 minutenstad.
- in: Beeckmans, L., Oosterlynck, S. & Corijn, E. (2021). De stad beter na corona? Reflecties over een gezondere en
meer rechtvaardige stad. ASP, pp. 87-95.

Hoe deed corona ons nadenken over de stad?


Coronacrisis is een gamechanger geweest, heel wat steden zijn gaan nadenken over
bereikbaarheid en over dat concept van 15 minuten stad als gevolg v lockdmaatregelen
Lockdown wierp veel hypermobiele mensen terug op hun huis en onmiddellijke
buurt/omgeving
- het huis
- de wijk (straten, groen, speelruimte, ontmoetingsruimte…)
à veel meer aandacht voor hoe ziet onze buurt er nu uit?
à lockdown heeft al onbedoeld neveneffect: heel veel mensen zijn hun eigen buurt
gaan ontdekken
- welke voorzieningen open blijven of niet?
o de eerste dingen die opengingen waren de tuincentra, boekenwinkels niet
o de essentiële economie (‘foundational economy’) = die tak van de economie
die zich bezighoudt met basisvoorzieningen & collectieve consumptie
(1e artikel)
§ Wat zijn de basisvoorzieningen die de samenleving en stad nodig
heeft om mensen te laten leven?
§ Zijn die essentiële voorzieningen aanwezig in wijken?
o hoe kan het concept van de 15 minutenstad hierin een prominente rol spelen
& een ruimtelijke kapstok bieden om de essentiële economie in steden beter
te plannen?

De 15 minute-stad: een hyperactueel stedenbouwkundig concept


In 2016 bedacht door Frans-Colombiaanse prof. Carlos Moreno
Geadopteerd in 2020 door Anne Hidalgo, burgemeester van Parijs
Samengevat is de 15 minutenstad
- een pleidooi voor de herwaardering van de stadsbuurt als omgeving voor het
dagelijks leven
- waarbij essentiële voorzieningen voor iedereen binnen een straal van een kwartiertje
wandelen of fietsen van de woning moeten zijn
Geïnspireerd door oudere plannings-concepten: ville de proximité

Samengevat: herwaardeer de onmiddelijke omgeving waar mensen wonen en zorg dat alle
voorzieningen die mensen nodig hebben, in die onmiddelijke woonomgeving te vinden zijn
- wat is onmiddellijk? à afgebakend over 15 min wandelen/fietsen

De 15 minuten stad in beeld: bekijk deze videos


https://www.euronews.com/next/2021/09/16/what-are-15-minute-cities-and-how-will-they-
change-how-we-live-work-and-socialise
- Carlos Moreno : La ville du quart d'heure: https://www.youtube.com/watch?v=n8PWQPtDZq8
- https://blog.geoconcept.com/fr/tendances/ville-quart-dheure-avenir-ou-utopie
- The 15-mn city » in the spotlight - C40 Cities global campaign - July 15th, 2020:
https://www.youtube.com/watch?v=DI48ZsbvuzA&t=10s
- Paris : future ville du quart d'heure ? | Paris Podcast 🎙 | Ville de Paris:
https://www.youtube.com/watch?v=MUj_QDfEgPc

à je herkent een aantal ideeen die we ook bij Jan Gehl hebben gezien, van wat die
publieke ruimte in die stad moet betekenen
à je herkent een aantal kritieken op de functiescheiding die met het modernisme in die
steden zijn binnen gekomen en die heel veel autoverplaatsingen noodzakelijk maakte

Verschuivende visies over bereikbaarheid: van snelheid naar nabijheid


De 15 minutenstad legt nadruk op nabijheid
Sluit naadloos aansluit bij een recente verschuiving in debatten over bereikbaarheid en
mobiliteit
- de vraag is niet alleen hoe we ons moeten verplaatsen en of we naar een modal shift
komen in steden met minder auto, meer OV/fietsen, maar ook hoe kunnen we
verplaatsingen en de nood daaraan verminderen
à waar het modernisme focusste op snelheid, hoe kunnen we zoveel mogelijk
weginfrastructuur leggen om mensen toe te laten met de auto zo snel mogelijk
van punt A nr B te gaan, niet aan denkend dat dat tot files zou leiden, dus heel
trage verplaatsingen
à maar wil men de stad ifv nabijheid gaan organiseren en de reële verplaatsingtijd,
niet in file maar op andere manieren zo kort mogelijk proberen te houden door te
gaan nadenken welke voorzieningen je waar plant
=> paradigmashift van snelheid en ondersteunen van mobiliteit nr nabijheid en
reduceren van mobiliteitbehoefte
o en die kan je dan doordat het nabij wordt ook met andere vervoersmodi
gaan invullen dan het gemotoriseerde verkeer
‘Bereikbaarheid’ is de mate waarin een individu, in de loop van een dag, verschillende
bestemmingen kan bezoeken om daar activiteiten te ondernemen
=> van snelheid van verplaatsing naar nabijheid
=> andere vervoersmodi
=> andere stadsplanning en inrichting van publieke ruimte

Mooie foto van Antwerpen


- laat zien dat een stad als Antwerpen een schaal heeft
die perfect denkbaar is om een 15-min-stad te organiseren
- toont perfect aan wat het belang is van een project als Ringland
o als je deze autosnelweg volledig zou overkappen, dan zie je hoeveel groene
ruimte er vrijkomt die nuttig wordt
o als je die overkapping realiseert, overbug je die afstanden die vandaag in
afstand en tijd binnen die 15-min-stad haalbaar zijn, maar daar toe voet over
autosnelweg gaan is niet het meestal aangename stuk, vermeden door
voetgangers à kunstmatige barrière in die stad
à een overkapping zou die idee van 15-min-stad veel haalbaarder maken
omdat de psychische barrières, die mensen niet zo graag overgaan om te
wandelen of fietsen, op dat moment verdwijnen en aangename routes
worden

Definities en varianten van de 15 minutenstad


Moreno et al. (2021) omschrijven de 15 minutenstad als een stedelijk model waarbij
bewoners toegang hebben tot alle essentiële voorzieningen op een afstand die
overeenkomt met maximum een kwartier wandelen of fietsen.
Zes categorieën van essentiële voorzieningen:
- wonen, werken, handel, zorg, onderwijs, vrije tijd
De 15 minutenstad plannen = versterken van vier eigenschappen van het stedelijk weefsel:
- nabijheid
- verwevenheid van functies
o heel veel functies dicht bij elkaar, geen functiescheiding, maar ook in
eenzelfde gebouw vormen v multifunctionaliteit of chronotopy
- hoge dichtheid
- alomtegenwoordigheid
o dwz dat een aantal voorzieningen niet op 1 plek maar op heel wat
verschillende plekken in die stad verkijgbaar zijn, dus dat je vormen
decentralisatie krijgt
o ook te zien in retail à speelt in op die 15-min-stad
§ niet meer 1 grote carrefour buiten de stad, supermarktketens
investeren in de kleine gb’s, proxy…
- + digitale bereikbaarheid (wifi-infrastructuur om dat mogelijk te maken)
Debat: criteria van toegankelijkheid van voorzieningen & sociale ongelijkheid
Romantisch idee, sluit aanbij wat aangename levendige, veilige, nabije steden zouden
kunnen zijn, tegelijkrtijd ook een idee waar we kritisch naar moeten kijken en waarover we
moeten nadenken.
(gebeurt in 2e tekst )
Model voor Europese steden? Ja sluit daarbij aan, mr veel moeilijker op wereldschaal
(Amerikaanse/Russische steden) à want die steden zijn verspreid over veel grotere opp.’s
Is het niet een te Westers model? Vermoedelijk wel
Effect op sociale ongelijkheid
à eigen aan bepaalde plekken i/d stad, Vogekenmarkt, Meir, Station, is dat stadsbewoners
uit de meest verschillende wijken (rijk en arm) elkaar daar tegen komen en dat het die
gemeenschappelijke elementen zijn à de belangrijkste winkelstraat, het station, een markt
waar al die stadsbewoners elkaar tegenkomen en dat je ontmoeting organiseert tussen
mensen die heel andere inkomensposities/opleidingen/leeftijden hebben
=> zou die 15-min-stad er niet toe kunnen leiden dat je dorpen in de stad krijgt met aparte
kernen en die ontmoetinsfunctie v/ die stad onder druk komt
à maw dat je arme 15-min-wijken krijgt en rijke
à dat de ongelijkheid en gentrification een stuk versterkt => belangrijke kritiek
- Waar welke voorzieningen?
- Welke voorzieningen & voor wie?
Hefboom voor
- debat over inrichting publieke ruimte, mobiliteit en stadsplanning
- debat over welke voorzieningen

Kritische stemmen (Stijn Oosterlynck & Luc Beeckmans)


Ene kant dragen ze een warm hart daarvoor, aan de andere kant let op, bekijke het niet
alleen ifv mobiliteit en niet alleen ifv de middenklasse
Staan de noden en wensen van de middenklasse (te) centraal in het debat over de toekomst
van de (post-corona) stad?
- diversiteit aan behoeften stedelijke bevolking
- sterke sociale, economische en ruimtelijke ongelijkheid
Vormt covid-19 een nieuwe aanjager van de stadsvlucht?
- meer dan ooit inzetten op leefbare steden
Koppel dat aan een stuk risico dat we met de corona gezien hebben à als groen zo
belangrijk is, een buitenruimte aan de woning, heeft de corona de stadsvlucht niet een stuk
versterkt?
Bij het Witboek Stedenbeleid à de steden hebben een heropleving gekend de voorbije
20j, kenden een heele sterke bevolkingsstijging, er is druk op die stedelijke woonmarkt
à maar heeft corona niet een aantal middenklassegezinnen doen nadenken om te zeggen
we willen toch liever een huisje met tuintje buiten die stad, stel dat er nog ens een
lockdown komt

De auto niet langer de maat van alle dingen (zegt 15-min-stad)


Wat afwezig blijft in deze stedenbouwkundige visies is een diepgaand inzicht in hoe
verschillende sociale klassen wonen en werken in de stad.
Hoewel de ideeën voor de 15 minutenstad rond publieke ruimte, de inplanting van
dienstverlening en alternatieve mobiliteit onmiskenbaar waardevol zijn voor elke
stadsbewoner, beantwoorden ze dus weinig aan de dringende sociaal-ruimtelijke behoeften
van de meest kwetsbare stedelijke sociale groepen tijdens de pandemie.
Men moet zich nog altijd verplaatsen nr werk, die 15 min tussen wonen en werken is lang
niet voor iedereen gegarandeerd à je blijft een stuk mobiliteit nodig hebben van mensen
voor wie het OV vandaag onvoldoende alternatief is à je moet veel meer gaan nadenken
over wat de mobiliteitsnoden zijn van mensen die met gezondheisredenen/leeftijd/afstand

Focus op wonen of op de woonomgeving?


15-min stad focust te veel op woonomgeving à hoe moeten de straten/pleinen er uit zien
om die 15-min bereikbaarheid te krijgen, welke winkels/voorzieningen moeten er in die
buurten zijn
à veel te weinig aandacht aan de woonkwaliteit
Focus op de publieke ruimte (Moreno, Jacobs, Gehl, …) gaat te snel voorbij aan
woonkwestie/wooncrisis
Nadenken over die publieke ruimte is goed maar doe dat niet zonder nr betaalbare ,
kwalitatieve aanbod in die steden te kijken à sluiten daarbij aan bij welfare urbanism
Welfare urbanism is een visie op architectuur en stedenbouw waarbij hun rol in het creëren
van gelijke levensomstandigheden & een zo gelijk mogelijke toegang tot dienstverlening
centraal staat.
- de (vaak collectieve) huisvesting van lagere inkomensgroepen was daarbij een
belangrijk onderdeel van de stedenbouwkundige missie
- het is de doorvertaling van de missie van de welvaartstaat naar het domein van de
gebouwde omgeving
Welfare urbanism sluit aan bij een visie op de welvaartstaat à we leven i/e samenleving
waar er niet de vrije markt is, maar de overheid en welvaartstaat voor onze welvaart zorgt
à we hebben gezondheidsysteem, pensioensysteem, werkloosheidsuitkeringen, publieke
voorzieningen
à welfare urbanism zegt: en ook voor wonen heeft die overheid een belangrijke rol te
spelen om via huurwetgeving, sociale huisvesting, stadsplanning betaalbaar wonen te
organiseren en niet de projectontwikkelaars de vrije kaart te geven om hele dure lofts te
bouwen, maar zorgt dat je ook een goeie mix krijgt met betaalbaar wonen i/d stad

ð hun standpunt: 15-min stad is zeer goed, op voorwaarde dat je die


mobiliteitsbehoefte van die kwetsbare groepen mee in rekening brengt en dat je
betaalbaar wonen voor die groepen ook mogelijk maakt
ð je ruimtelijke planning wordt dan een stuk van herverdeling
ð zij beroepen zich op de coronacrisis en zeggen: dit zou een v/d lessen zijn die we uit
die crisis zouden moeten trekken

Wiens werk houdt de stad recht?


Wie heeft nu tijdens de lockdown de stad recht gehouden? à kijk niet alleen nr essentiele
voorzieningen, bakkers, voedselwinkels à kijk ook nr essentiele beroepen à de straten
werden nog wel gepoetst, parken onderhouden…
Ook werk is een blinde vlek in de ideeën rond de 15 minutenstad
- althans de arbeid van een aanzienlijke groep stadsbewoners
- niet iedereen kan telewerken
Heel wat zaken die de 15 minutenstad comfortabel maken, steunen dus op de lage lonen
en onzichtbare arbeid in een systeem van (globale) arbeidsdeling
15-min gaat opnieuw te makkelijk uit van de middenklasseconsument die binnen de 15-min
al die voorzieningen moeten hebben à die moeten ook bemand worden à koerierdiensten
moeten producten leveren à al die ondersteunende functies zijn deel van die stad

Samengevat: nadenken over de (post-corona)stad


Een idee zoals de 15 minutenstad die haar eigen mogelijkheidsvoorwaarden niet kritisch in
beeld brengt, dreigt dus sociale ongelijkheden te versterken.
- een rechtvaardige versie van de 15 minutenstad moet de woon- en inkomenspolitiek
centraler stellen

Algemeen besluit
Leefbare, duurzame (klimaatneutrale), veilige, gezonde, superdiverse en betaalbare steden
zijn de uitdagingen voor de 21ste eeuw.

MOGELIJKE EXAMENVRAAG:
Geef een aantal observaties van ruimtegebruik in die stad tijdens lockdowns en vandaag
terug, wat is hersteld, wat is veranderd?

You might also like