Wat kennen voor de 1ste SB aardrijkskunde van het bundeltje Verkenning van de schoolomgeving +

kaartenbundel?

• Je kan goede voorbeelden geven van losse en vaste landschapselementen.

• Je kan goede voorbeelden geven van menselijke en natuurlijke landschapselementen.
• Je kan de vakterm ‘landschapselementen’ goed gebruiken als vaktaal.
• Je kan een windroos bij een kaart tekenen.
• Je kan de gebouwen en speelplaats aanduiden op een platte grond van de school.
• Je weet welk toestel we gebruiken om het noorden te bepalen.
• Je weet wat de vakterm ‘oriënteren’ betekend.
• Je kan jezelf oriënteren aan de hand van de zon. (je studeert dit met een geheugensteun)
• Je weet dat op veel kaarten de bovenrand van de kaart overeen komt met het noorden.
• Je kent de correct benamingen van de 3 verschillende perspectieven (eventueel met een
synoniem) (groene fluo) die we gezien hebben.
• Je kan uitleggen wat de 3 verschillende perspectieven betekenen (gele fluo).
• Je kan de aangeduide delen aanduiden en benoemen op de verschillende perspectieven.
• Je kan de vakterm ‘orthofoto’ correct gebruiken.
• Je kan de tabel met de kenmerken van de verschillende perspectieven zelf correct aanvullen.
• Je kent de geziene voor- en nadelen van het horizontale en verticale perspectief vanbuiten.
• Je kent de 3 soorten symbolen in een legende en kan bij alles een tweetal voorbeelden
geven.
• Je kan volgende straten op een stratenplan en luchtfoto van Brugge aanduiden en
benoemen. (oefen dit in met Google Maps)
▪ Smedenstraat
▪ Hoefijzerlaan
▪ Noordzandstraat
▪ Artoisstraat
▪ Haanstraat
▪ Wulfhagestraat
▪ Zuidzandstraat
▪ Vrijdagmarkt
▪ ’t Zand
• Je kan volgende gebouwen op een luchtfoto van Brugge aanduiden en benoemen. (oefen dit
in met Google Maps)
▪ A-gebouw
▪ B-gebouw
▪ C-gebouw
▪ D-gebouw
▪ E-gebouw
▪ Techniek en Beeld lokaal
▪ Tabigha
• Je kan op verschillende topografische kaarten de school aanduiden.