Professional Documents
Culture Documents
TaalCompleet A1 - A2 - Handleiding Algemeen - Def 2022
TaalCompleet A1 - A2 - Handleiding Algemeen - Def 2022
TAALCOMPLEET A1 en A2
Inleiding 3
1 Kenmerken 4
1.1 Doelgroep 4
1.2 Eindniveau 4
1.3 Urenlast 5
1.4 ZIEZO 6
1.5 Materialen voor cursisten en voor docenten 6
Werkboeken 6
Werkbladen 7
Vertaalde woordenlijsten 7
Antwoorden bij boekopdrachten 7
Online leeromgeving 7
Online toetsen 8
ZIEZO-opdrachten 8
Extra materiaal 8
Materialen voor docenten 9
1.6 Toetsen en vorderingen 9
Instaptoets 9
Methodegebonden toetsen 9
Scoreformulieren en groeigrafiek 10
1.7 Icoontjes 10
2 Didactische principes 11
2.1 ABCD-model Neuner 11
2.2 Selectie en herhaling 12
3 Opbouw 12
3.1 Thema’s 12
3.2 Sterren 13
3.3 Oplopende moeilijkheidsgraad 13
4 Leerstof TaalCompleet 14
4.1 Teksten en leerwoorden 14
4.2 Grammatica en spelling 14
TaalCompleet is een uitgebreide blended learning-methode die staat voor een communicatieve
en doelgerichte manier van werken. De thema’s en paragrafen hebben een duidelijke opbouw,
bieden veel oefeningen en behandelen concrete, herkenbare onderwerpen. Aanvullende ZIEZO-
opdrachten maken de lesstof ook communicatief voor cursisten die zelfstandig werken. Deze
opdrachten zijn daarnaast geschikt voor cursisten die de stof willen herhalen en zijn daarom
ook zeer welkom in heterogene groepen waarin je veel moet differentiëren. Daarmee is
TaalCompleet een aantrekkelijke methode voor ieder type cursist.
TaalCompleet richt zich op het verhogen van het taalniveau van niveau 0 naar A2 en op het
toewerken naar en het voorbereiden op de verschillende onderdelen van het
inburgeringsexamen niveau A21. Voor het toewerken naar Staatexamen NT2 Programma I op
B1-niveau kan verder gewerkt worden met TaalCompleet B1.
Team KleurRijker
1.1 Doelgroep
De methode begint op niveau 0 en bouwt langzaam op naar niveau A2 volgens het Common
European Framework of Reference. Met de methode kunnen cursisten zich voorbereiden op
het inburgeringsexamen op niveau A2 of doorstromen naar een traject met als eindniveau B1.
Hiervoor kan verder gewerkt worden met TaalCompleet B1.
Om te kunnen bepalen of een cursist kan starten in boek A2 of beter in A1, is een instaptoets
beschikbaar op https://kleurrijker.nl/instaptoets/. Meer over de instaptoets kun je lezen in 1.5
Toetsen en vorderingen.
1.2 Eindniveau
TaalCompleet A2 leidt naar niveau A2 van het Common European Framework of Reference. Na
het afronden van TaalCompleet A2 zal de cursist in staat zijn om:
- zeer korte eenvoudige teksten te lezen. Ook kan de cursist specifieke voorspelbare
informatie vinden in eenvoudige, alledaagse teksten zoals advertenties, folders, menu’s en
dienstregelingen en kan hij korte, eenvoudige, persoonlijke brieven begrijpen.
- zinnen en de meest frequente woorden te begrijpen die betrekking hebben op gebieden die
van direct persoonlijk belang zijn (bijvoorbeeld basisinformatie over zichzelf en zijn familie,
winkelen, plaatselijke omgeving, werk). Ook kan de cursist de belangrijkste punten in korte,
duidelijke eenvoudige boodschappen en aankondigingen volgen.
- korte, eenvoudige notities en boodschappen op te schrijven. Ook kan de cursist een zeer
eenvoudige persoonlijke brief schrijven, bijvoorbeeld om iemand voor iets te bedanken.
Deze doelstellingen zijn terug te vinden in de Matrix voor zelfevaluatie van het Portfolio NT2:
Raamwerk NT2, juni 2002.
1.3 Urenlast
De urenlast is mede afhankelijk van het startniveau en het uitstroomprofiel van de cursist. Snel
lerende cursisten met uitstroomprofiel B1 kunnen bepaalde opdrachten overslaan, terwijl
langzaam lerende cursisten alle opdrachten stap voor stap zullen doorwerken en ook
herhalingsoefeningen nodig zullen hebben.
Met het sterrensysteem wordt de moeilijkheidsgraad van de opdrachten en/of de relevantie
voor het inburgeringsexamen aangegeven. In elke paragraaf loopt de moeilijkheidsgraad op
van nul sterren (receptief) naar twee sterren (productief). Een cursist die snel leert, kan wellicht
volstaan met het maken van enkel de opdrachten met (één en) twee sterren. In de online
leeromgeving kan het voor hem voldoende zijn om de opdrachten eenmaal te maken (te
beoordelen aan de hand van zijn scores). Een cursist die leren moeilijker vindt, is gebaat bij
het maken van alle opdrachten en zal ook in de online leeromgeving de opdrachten meerdere
keren moeten maken, voor hij zich de stof eigen heeft gemaakt.
* De genoemde urenlast is een gemiddelde indicatie. Hoelang een cursist er daadwerkelijk over doet om het boek en
de e-learning door te werken en een bepaald niveau te behalen, hangt af van zijn vooropleiding, leerbaarheid, inzet
en persoonlijke situatie. Het herhalen van opdrachten is niet meegerekend in bovenstaande uren.
Doordat er vaak sprake is van een continue instroom of van grote niveau- of tempoverschillen
in je groep, kan het lesgeven op maat aan NT2-cursisten soms een uitdaging zijn. Ook zijn er
steeds meer cursisten die zelfstandig leren, zonder de begeleiding van een docent. Daarom zijn
de ZIEZO-opdrachten ontwikkeld. ZIEZO staat voor Zelfstandig, Interactief, Educatief, Zichtbaar
en Online.
De ZIEZO-opdrachten zijn in het boek te herkennen aan de rode icoontjes met een boekje:
Cursisten kunnen op deze manier zelfstandig aan de slag met TaalCompleet. Ook de
opdrachten waarbij ze normaal gesproken zouden samenwerken met een andere cursist, of
waarbij de docent een werkblad uitreikt en uitlegt, kunnen door middel van de ZIEZO-
opdrachten zelfstandig uitgevoerd worden.
Cursisten die de standaard lesstof uit het boek en op de werkbladen wél klassikaal met een
docent behandelen, kunnen naderhand door middel van de ZIEZO-opdrachten de leerstof
zelfstandig herhalen op een net iets andere manier, waardoor de herhaling leuk én functioneel
is. Zo kunnen ze een taalbeat in hun eigen online leeromgeving nog eens terugluisteren of
kunnen ze de opdracht die ze klassikaal met het werkblad deden nog een keer op de computer
doen.
Werkboeken
De basis van TaalCompleet is het werkboek. Iedere paragraaf start met een lees- of
luistertekst, grammaticaal onderwerp of een studie- of examenvaardigheid. De rest van de
paragraaf borduurt hierop voort met woordenschatoefeningen, lees- en luisteropdrachten en
spreek- en schrijfopdrachten. De cursist doorloopt eerst alle opdrachten van de paragraaf in
het boek en wordt vervolgens verwezen naar de computeropdrachten, die online te vinden
zijn onder de knop met een computertje. Door het maken van de computeropdrachten wordt
de stof herhaald, wat bijdraagt aan de beklijving van de woordenschat en het begrip van de
grammatica (en in A2 ook van de lees- of luistertekst).
Werkbladen
Vanuit het boek wordt soms verwezen naar een werkblad. Deze werkbladen kun je vinden
onder de knop EXTRA in de online omgeving of in de Docentenmap. De uitleg bij de werkbladen
lees je in de Handleiding per thema. Zelfstuderende cursisten kunnen een vervangende ZIEZO-
opdracht maken. Per opdracht staat aangegeven of dit een aangepast werkblad achter in het
boek is of een online opdracht. De antwoorden bij de ZIEZO-werkbladen zijn te vinden in het
antwoordenboek.
Doet de cursist de opdracht op het werkblad dat hij van de docent krijgt? Dan kan hij de
opdracht herhalen door de ZIEZO-opdracht te maken, die online of achter in zijn boek staat.
Vertaalde woordenlijsten
Ter ondersteuning van het begrijpen van de teksten en het leren van de woorden zijn
woordenlijsten beschikbaar in verschillende steuntalen. Er zijn woordenlijsten per tekst, en
er zijn woordenlijsten op alfabet, waarin alle woorden uit het boek bij elkaar op alfabet staan.
Ook zijn er woordenlijsten op alfabet waarin alle woorden van A1 en A2 zijn samengevoegd.
Deze lijst is met name geschikt voor studievaardige cursisten die niveau A2 en/of B1 gaan
halen. Daarnaast zijn er Nederlandse woordenlijsten. Deze lijsten hebben geen vertaling, maar
schrijflijnen waarop cursisten hun eigen vertaling kunnen schrijven.
Alle woordenlijsten zijn te vinden in de online omgeving onder de knop EXTRA.
Online leeromgeving
De online leeromgeving bij TaalCompleet A1 en A2 bevat naast de ZIEZO-opdrachten veel
oefeningen voor lees- en luistervaardigheid, woordenschat, grammatica, spelling en uitspraak
in het computerdeel van de paragraaf. Hier wordt aan het einde van een paragraaf naar
verwezen vanuit het boek door middel van een rood icoon met een computer erin:
Online toetsen
Aan het einde van een thema wordt de cursist vanuit het boek verwezen naar de online toetsen
van het desbetreffende thema. In de online leeromgeving zijn de toetsen te vinden onder de
laatste knop van een thema, te herkennen aan een klokje en een potlood. Heb je deze knop
aangeklikt? Dan zie je de verschillende toetsonderdelen onder elkaar staan. De toetsen zijn
lesstofgebonden. Je kunt de online toets inzetten als proeftoets, in het geval je als docent ook
de toets op papier afneemt. Meer hierover lees je in 1.5 Toetsen en vorderingen.
ZIEZO-opdrachten
Zoals al genoemd is er online ondersteunend materiaal bij het boek te vinden, dat het mogelijk
maakt om zelfstandig te werken. Naar dit ZIEZO-materiaal wordt door middel van rode
icoontjes met een boekje erin verwezen vanuit het boek. Eenmaal ingelogd, dan vind je het
materiaal onder de knoppen met een boekje met het betreffende paragraafnummer erin.
Extra materiaal
Naast de online oefeningen en het materiaal bij de boekopdrachten, is er online extra materiaal
te vinden, zoals de vertaalde woordenlijsten, werkbladen, extra lees- en luisterteksten en
antwoorden. Dit staat in de map EXTRA. In onderstaand schema zie je tot welke materialen
een cursist toegang heeft:
Het volgende materiaal is online beschikbaar met een docentenlicentie onder de knop EXTRA.
Het materiaal is ook in een fysieke Docentenmap te bestellen in de webwinkel van KleurRijker.
- Uitleg extra materiaal (A1 en A2)
- Handleiding algemeen
- Handleiding per thema (lesideeën, uitleg bij werkbladen, plusopdrachten)
- Werkbladen
- Toetsen (om af te nemen op papier)
- Transcripten geluiden bij boekopdrachten
- Transcripten luisterteksten
- Woordenlijsten (alleen online)
- Antwoorden bij het boek
- Dictees
- Extra leesteksten (Vanaf A1 Thema 4 en A2)
- Extra luisterteksten (alleen bij A2)
- Een lijst met onregelmatige werkwoorden (alleen bij A2)
- Kapstokwoorden (alleen bij A1)
- Praatplaten (alleen bij A1)
- Overzicht aanvullende leermiddelen
Instaptoets
De eerder genoemde instaptoets kun je afnemen via https://kleurrijker.nl/instaptoets/. Hiermee
bepaal je of een cursist voldoende kennis van het Nederlands heeft om met TaalCompleet A2
te beginnen, of dat een start met boek A1 raadzaam is. Het is dus geen niveautoets maar het
geeft een indicatie voor de keuze van het boek.
De toets bestaat uit 70 vragen gericht op lezen, luisteren, woordenschat, spelling en
grammatica en afname duurt ongeveer anderhalf uur.
Methodegebonden toetsen
Ieder thema kan afgerond worden met lesstofafhankelijke toetsen, zowel online als op papier.
De toetsen zijn onderverdeeld in de verschillende taalvaardigheden (lezen, luisteren, schrijven,
spreken), woordenschat en grammatica, zodat je kunt zien met welke vaardigheid of welk
onderwerp een cursist moeite heeft en waaraan extra aandacht dient te worden besteed.
In het bestand Uitleg toetsen (te vinden in de Docentenmap of online in de map Papieren
toetsen onder de knop EXTRA) lees je meer over onder andere de tijdsindicatie en het scoren
van de papieren toetsen.
De online toets staat aan het eind van een thema. Deze is te herkennen aan het icoon met een
klokje en een potlood. Cursisten vinden de verwijzing ernaar in hun werkboek. Als de toets
gemaakt is, zien ze meteen het resultaat. Je kunt deze toetsen inzetten als oefentoets en
Scoreformulieren en groeigrafiek
Voor het beoordelen van de toetsen zijn scoreformulieren ontwikkeld. Hierop noteer je de
scores van de verschillende onderdelen en kun je het behaalde percentage berekenen.
Om de voortgang van cursisten bij te houden, kun je de groeigrafiek gebruiken. Een link naar de
groeigrafiek staat in de online docentenomgeving bij de papieren toetsen. Hier vind je ook de
Instructie groeigrafieken, een uitgebreide uitleg over hoe je de grafiek kunt inzetten.
1.7 Icoontjes
Boek en werkbladen
Online leeromgeving
woordenschat hotspot
(klik op het goede woord) liedje of taalbeat
I praktijkopdracht
Fase A: Aanbod en uitleg van nieuwe woorden. Opdrachten ter ondersteuning en controle van
begrip. Voorbeelden in TaalCompleet A1 en A2:
- waar/niet waar-vragen en meerkeuzevragen bij lees- en luisterteksten
- zinnen of tekstdelen in de goede volgorde zetten
- schema’s invullen
Hetzelfde geldt voor de aangeboden grammatica. Deze is functioneel en basaal. Bij de selectie
van de te behandelen grammaticaonderwerpen is rekening gehouden met:
- hoe frequent een structuur is;
- hoe onvermijdelijk een structuur is;
- hoe breed inzetbaar een structuur is;
- het feit dat compactheid en overzichtelijkheid soms belangrijker zijn dan volledigheid;
- waar bij de beoordeling van het inburgeringsexamen wel en niet op gelet wordt.
3 Opbouw
3.1 Thema’s
De leerstof is opgebouwd rondom thema’s uit het dagelijks leven en maatschappelijk relevante
situaties (opleiding, werk, gemeente). Deze thema’s zijn ontleend aan domeinen uit het
Europees Referentiekader en sluiten dus aan bij het inburgeringsexamen.
Op niveau A1 zijn de thema’s heel concreet en ‘dicht bij huis’ en naarmate cursisten vorderen in
de methode richting A2 worden de thema’s abstracter en breder. In totaal zijn er twee keer acht
thema’s. Een overzicht vind je in bijlage I: Overzicht thema’s TaalCompleet A1 en A2.
Iedere paragraaf in TaalCompleet A1 en A2 heeft een vaste structuur. Eerst wordt een lees-
of luistertekst of grammaticaal onderwerp aangeboden in het boek met daarin de nieuwe
leerwoorden. Die woorden worden ingeoefend met oefeningen opgebouwd volgens het ABCD-
model, eerst in het boek en vervolgens online. Een grammaticaal onderwerp wordt uitgelegd
aan de hand van voorbeelden en door middel van een uitlegvideo.
Binnen een thema worden lees- en luisterteksten en grammaticale onderwerpen afgewisseld.
TaalCompleet schenkt zo aandacht aan woordenschat, grammaticale structuren, uitspraak,
spelling en taalhandelingen in een zinvolle context van een rijk, begrijpelijk en interessant
taalaanbod en met veelvuldige herhaling in allerlei soorten didactische werkvormen.
Aan het einde van een thema kan de cursist verschillende online toetsen maken, waarin hij zijn
opgedane taalkennis over het betreffende thema test.
Alle opdrachten zijn voorzien van nul, één of twee sterren. De hoeveelheid sterren geeft aan
hoe moeilijk de opdracht is en hoe relevant voor het inburgeringsexamen. In elke paragraaf
loopt de moeilijkheidsgraad van de opdrachten op van receptief (nul sterren, Neuner fase A)
naar productief (twee sterren, Neuner fase D). Zoals eerder genoemd, kun je met behulp van dit
sterrensysteem voor sneller lerende cursisten bepalen welke opdrachten ze eventueel kunnen
overslaan (namelijk de receptieve).
2 sterren ** • Leesteksten
(Neuner C/D) • Luisterteksten
• Tekstbegripsvragen bij de lees- en luisterteksten
• Woordenschat productief
• Grammatica theorie
• Grammatica Neuner C en D; vooral gericht op het productief toepassen
van de grammaticale structuur
• Studie- en examenvaardigheden theorie
• Open schrijf- of spreekopdracht, of een halfopen schrijf- of
spreekopdracht die niet wordt gevolgd door een meer productieve
opdracht
Naarmate je verder komt in de methode, hebben steeds meer opdrachten dezelfde vorm als
de opdrachten op het examen. Zo wennen cursisten aan de vorm, waardoor ze op het examen
beslagen ten ijs komen.
Onder de knop EXTRA vind je vertaalde woordenlijsten van de blauwe leerwoorden uit de
teksten. Deze zijn te printen in verschillende steuntalen, op alfabet of op volgorde van de
thema’s en paragrafen.
Na elke lees- of luistertekst volgt in het boek een opdracht met tekstbegripvragen. In de online
leeromgeving van TaalCompleet A2 wordt bij de computeropdrachten nogmaals de tekst
aangeboden en worden andere begripsvragen gesteld.
Vervolgens gaat de cursist met de leerwoorden aan de slag. Ieder leerwoord wordt drie
keer geoefend in het boek (of soms door middel van een werkblad). Dit gebeurt altijd eerst
receptief, dan meta en ten slotte productief. De leerwoorden komen daarna terug in schrijf- en
spreekopdrachten, grammaticaonderwerpen en in volgende thema’s. Daarnaast worden de
woorden online nogmaals geoefend, weer volgens dezelfde opbouw.
2 De boeken TaalCompleet A1 en A2 bevatten in totaal bijna 2.000 leerwoorden. De keuze voor de leerwoorden is gebaseerd op
enerzijds de frequentielijst van Hazenberg en Hulstijn (1992) en anderzijds spreektaalwoorden bij het thema. Om te bepalen of
de toegevoegde woorden al dan niet A2-woorden zijn, zijn het Van Dale Pocketwoordenboek NT2 en de website
www.zoekeenvoudigewoorden.nl geraadpleegd.
Naast de tekst in het boek, wordt de grammatica online aangeboden middels uitlegfilmpjes.
Daarin geeft een docent extra uitleg en voorbeelden bij de theorie die in het boek staat. De
filmpjes zijn in de online leeromgeving te vinden onder het opdrachtnummer bij de betreffende
paragraaf, en ook apart onder de knop EXTRA, waar alle grammaticafilmpjes zijn gebundeld.
4.3 Vaardigheden
Lezen
Tekstbegrip en leesvaardigheid worden geoefend met behulp van leesteksten met daarbij
meerkeuzevragen, waar of niet waar-vragen of open vragen. In TaalCompleet A2 worden
voorafgaand aan het lezen van de tekst ook vragen gesteld om de voorkennis over het
onderwerp of de tekstsoort te activeren.
Tijdens het lezen wordt geoefend met diverse strategieën: oriënterend lezen, globaal lezen,
intensief of studerend lezen. Vanaf TaalCompleet A1 thema 4 is per thema een aanvullende
set leesteksten ontwikkeld voor extra oefening en om zodoende de meeste can do-statements
uit het ERK te behandelen. Deze extra leesteksten bij A1 zijn te vinden in de Docentenmap en
online met een docentenlicentie. Ook bij TaalCompleet A2 zijn er extra leesteksten met vragen
beschikbaar. Deze vind je in de docentenomgeving en kun je vanuit daar printen en met een
groep(je) behandelen of individueel aanbieden. Daarnaast kunnen cursisten bij TaalCompleet
A2 ook online zelfstandig oefenen met extra leesteksten. Deze teksten met oefeningen staan
aan het einde van een bepaald thema.
Luisteren en verstavaardigheid
Luisteren wordt geoefend met behulp van luisterteksten en verwerkingsopdrachten daarbij. In
de online opdrachten wordt bovendien aandacht besteed aan verstavaardigheid.
Er wordt geoefend met diverse luistersituaties: de ene keer zal de cursist alleen als luisteraar
luisteren (denk aan luisterteksten online) en de andere keer als gesprekspartner binnen een
dialoog. Binnen de verwerkingsopdrachten wordt gewerkt met intensief luisteren, globaal
luisteren en gericht luisteren.
Schrijven
Bij de schrijfopdrachten komen zowel de functionele schrijfvaardigheid als de instrumentele
schrijfvaardigheid aan bod. Bij de instrumentele schrijfopdrachten wordt de cursist uitgedaagd
om zijn taalvaardigheid verder te ontwikkelen. De cursist schrijft zinnen en/of teksten om te
oefenen met grammaticale regels en spelling en om woorden en woordcombinaties goed te
leren gebruiken. Bij de functionele schrijfopdrachten staat vooral het doel van de schrijftaak
centraal, zoals het geven van informatie, een verzoek doen en het beschrijven van dingen of
zaken.
Er is aandacht voor het afmaken van zinnen, briefconventies en het invullen van formulieren.
Zowel de aanvulzinnen, het schrijven van correspondentie en het invullen van formulieren
wordt daarom van begin af aan geoefend. Omdat schrijven veel oefening vraagt, zijn in de
handleiding per thema diverse aanvullende lesideeën en werkbladen toegevoegd.
Studie- en examenvaardigheden
Ook is er veel aandacht voor studie- en examenvaardigheden, een aspect waar juist laag- en
middenopgeleiden vaak moeite mee hebben. Vanaf TaalCompleet A1 thema 7 wordt in ieder
thema een vaardigheid uitgelicht en geoefend. Eerst zijn dit hoofdzakelijk studievaardigheden
en naar het eind van TaalCompleet A2 toe zijn het examenvaardigheden. De eerste studie- en
examenvaardigheden worden pas in thema 7 en 8 van TaalCompleet A1 aangeboden, omdat
cursisten voor die tijd nog een te kleine woordenschat hebben om dergelijke uitleg te kunnen
begrijpen.
In TaalCompleet A1 worden de studievaardigheden woorden opzoeken (Thema 7) en woorden
leren (Thema 8) aangeboden. In A2 gaat het om huiswerk maken (Thema 1), tips voor lezen,
schrijven, luisteren en spreken (Thema 2-5) en ten slotte over examenvaardigheden:
meerkeuzevragen beantwoorden, let op de tijd en het inburgeringsexamen (Thema 6-8).
Een overzicht van de studie- en examenvaardigheden vind je in bijlage IV: Overzicht studie- en
examenvaardigheden TaalCompleet A1 en A2.
Proefexamens
In de online cursistenomgeving van TaalCompleet A2 is na thema 8 een pakket proefexamens
beschikbaar. Het pakket bevat voor elke vaardigheid drie proefexamens. De proefexamens zijn
qua opbouw en inhoud nagenoeg hetzelfde als het echte inburgeringsexamen.
Deze proefexamens kunnen gebruikt worden na het doorlopen van TaalCompleet A2. Ook
cursisten die via een andere weg tot niveau A2 gekomen zijn en willen kijken of ze klaar zijn
voor het inburgeringsexamen, kunnen deze proefexamens maken. De examens zijn daarom
ook los te koop in de webwinkel van KleurRijker.
5 Bronvermelding
- Bossers, B., Kuiken, F., e.a. (Bussum, 2015, Uitgeverij Coutinho b.v.), Handboek Nederlands
als tweede taal in het volwassenenonderwijs.
- Raamwerk NT2, juni 2002, gebaseerd op het Common European Framework of Reference,
Raad van Europa 2001. http://taalunieversum.org/onderwijs/publicaties/
TaalCompleet A2
- Thema 1 Verhuizen
Teksten en opdrachten over buren, woningen, huiswerk maken, Marktplaats, het station en de
OV-chipkaart
- Thema 2 Nederland
Teksten en opdrachten over Nederlandse feesten en gewoontes, het nieuws op de radio,
het weerbericht op tv, recepten, uitnodigingen en kaartjes sturen
- Thema 3 Kinderen
Teksten en opdrachten over een praatje op het schoolplein, rapporten, het consultatiebureau,
een schoolreis organiseren, een nieuwsbrief en het kinderdagverblijf
- Thema 4 Winkels
Teksten en opdrachten over werkdagen, telefonisch bestellen, online bestellen, klachten, instructies
begrijpen, werkoverleg
- Thema 5 Opleiding
Teksten en opdrachten over het Nederlandse schoolsysteem, opleidingen, beroepen, Nederlandse
scholen vroeger en nu, stage lopen, een toets maken, huiswerk doorgeven, praten over het weekend
- Thema 6 Werk zoeken
Teksten en opdrachten over vacatures, solliciteren, vragen stellen naar aanleiding van een vacature,
het uitzendbureau en sollicitatiegesprekken
- Thema 7 Werken
Teksten en opdrachten over het geven van een rondleiding aan een nieuwe collega, taken op het
werk, instructies wat te doen bij brand, ziek melden, vrij vragen, overdracht aan het einde van de
werkdag, zoeken naar een nieuwe collega en praten in de lunchpauze
- Thema 8 De gemeente
Teksten en opdrachten over de gemeente, de woningbouwvereniging, aangifte doen bij de politie,
krantenartikelen en afval scheiden
Daarnaast staan er in
TaalCompleet A2 bij ieder
thema 2-4 extra leesteksten
die de cursist online
zelfstandig kan maken.
Docentenomgeving:
Onder EXTRA staan zowel
bij A1 als A2 extra te printen
leesteksten met bespreek-
en begripsvragen.
Docentenomgeving:
Onder EXTRA staan bij
TaalCompleet A2 onder
de knop EXTRA dezelfde
extra luisterteksten als in
de cursistenomgeving.
In de docentenomgeving
kun je hierbij bespreek- en
begripsvragen printen.
Woordenschat 10-12 leerwoorden per 14-15 leerwoorden per Alle leerwoorden worden
tekst. Alle leerwoorden tekst. Alle leerwoorden nogmaals drie keer herhaald
worden drie keer herhaald worden drie keer herhaald volgens vaste opbouw:
en ingeslepen volgens en ingeslepen volgens receptief, meta, productief.
vaste opbouw: receptief, vaste opbouw: receptief,
meta, productief. Daarnaast meta, productief. Daarnaast
worden de leerwoorden worden de leerwoorden
herhaald in schrijf- en herhaald in schrijf- en
spreekopdrachten en komen spreekopdrachten en komen
ze terug in nieuwe teksten en ze terug in nieuwe teksten en
grammaticaonderwerpen. grammaticaonderwerpen.
Studie- en examen- 2 studievaardigheden (in 1 onderwerp per thema. Online extra opdrachten.
vaardigheden Thema 7 en 8).
Thema 1 Hallo
1.12 Ik ben, jij bent, hij is, wij zijn Tegenwoordige tijd van het werkwoord zijn
1.15 Ik heb, jij hebt, hij heeft, wij hebben Tegenwoordige tijd van het werkwoord hebben
Thema 2 De school
2.13 Ik drink, hij drinkt, wij drinken Tegenwoordige tijd regelmatige werkwoorden (1)
Thema 3 Wonen
Tegenwoordige tijd regelmatige werkwoorden (2)
3.2 Ik zeg, wij zeggen - ik spel, wij spellen
(werkwoorden met korte klanken)
Tegenwoordige tijd regelmatige werkwoorden (3)
3.6 k woon, wij wonen - ik spreek, wij spreken
(werkwoorden met lange klanken)
5.11 Woorden met oor, eer of eur Woorden met oor, eer of eur
Thema 6 De kleren
6.4 Woorden met ooi, aai of oei Woorden met ooi, aai of oei
6.9 Ik wil, jij wil, hij wil, wij willen Tegenwoordige tijd van het werkwoord willen
Thema 7 Reizen
7.10 Voor het eten, op donderdag, om negen uur Voorzetsels van tijd
8.7 De broek, een broek - het paard, een paard Lidwoorden (2)
Thema 1 Verhuizen
1.3 Dit is mijn familie Dit is, dat is, dit zijn, dat zijn
Thema 2 Nederland
2.5 Ik heb gewerkt - wij hebben gewoond Voltooide tijd regelmatige werkwoorden
2.7 Ik bel morgen. - Morgen bel ik. Hoofdzinnen met inversie (1)
2.15 Jij hebt gegeten - wij zijn gegaan Voltooide tijd onregelmatige werkwoorden
Thema 3 Kinderen
3.6 Ik maak schoon. - De docent legt uit. Tegenwoordige tijd scheidbare werkwoorden
4.9 Woorden met uw, ieuw, eeuw, auw of ouw Woorden met uw, ieuw, eeuw, auw of ouw
Thema 5 Opleidingen
Verleden tijd regelmatige en onregelmatige
5.5 Ik leerde - wij gingen
werkwoorden
5.9 Dat moet. - Dat mag. - Dat hoeft niet. Modale werkwoorden (moeten, mogen, hoeven)
5.12 Hij wil graag fietsen. - Zullen we gaan? Modale werkwoorden (willen, zullen)
6.7 Ik heb opgeruimd. - Zij hebben samengewerkt. Voltooide tijd scheidbare werkwoorden
Thema 7 Werken
7.15 Herhaling: groot, groter, het grootst Herhaling vergrotende en overtreffende trap
8.8 Een mooie tas - een mooi huis Bijvoeglijke naamwoorden (2)
TaalCompleet A1 TaalCompleet A2
studie / studie /
Thema vaardigheid Thema vaardigheid
examen examen
7 woorden opzoeken S 1 huiswerk maken S
het
8 E
inburgeringsexamen