1.

HET OPMAAK-PROGRAMMA

Een opmaak-programma (of DTP-programma) is software die U de

mogelijkheid biedt om documenten op te maken, te bewerken en

uiteindelijk te publiceren in een correct formaat, naargelang de soort

publicatie.

We kunnen diverse programma’s op de markt terugvinden. Bekende

voorbeelden zijn QuarkExpress, Docufiller, Scribus of Indesign. Dit

type programma’s vervangen tekstverwerkers en grafische software

niet, maar worden gebruikt om het resultaat van die andere pakket-

ten te verzamelen en uit te voeren in een bestand die bruikbaar is

door een drukker.

• Tekst wordt gemaakt in een tekstverwerker zoals Word

• Rasterafbeeldingen (foto’s & beeldmateriaal) worden bijgewerkt in

een grafisch pakket zoals Photoshop

• Vectorbeelden (illustraties en tekeningen) komen uit vectoriële

software zoals Illustrator.

Het resultaat van een opmaak-programma is in de meeste gevallen

een PDF, die dan op zijn beurt kan bewerkt worden in Acrobat.

1.1. Het visuele landschap van een opmaak-programma

Voor we te werk gaan met een product, is het goed om even de ach-

tergrond te weten van de software. Daarom nemen we eerst even een

kijkje onder de spreekwoordelijke motorkap.

9
 1.1.1. De programmamap

Deze map kan U tussen de geïnstalleerde software vinden in de map

“programma’s”. Hier bevinden zich de belangrijkste mappen en on-

derdelen van de software. Tussenin kan men ook de folder met alle

standaard instellingen (presets) terugvinden.

In de map Bibliotheek/Adobe InDesign van de computergebruiker

kunnen alle persoonlijke voorkeur instellingen van de gebruiker ge-

vonden worden

1.1.2. Voorkeuren aanpassen

Start het programma op en kies [menu > Indesign > Voorkeuren > al-

gemeen], dit opent onderstaand venster.

Het venster bestaat uit 2 delen, links een kolom met de verdeling per

categorie, rechts de voorkeuren van de geselecteerde categorie.

Voor een duidelijke en nette opmaak doet U er goed aan om volgen-

de instellingen aan te passen.

Voorkeuren worden enkel toegepast op het openstaand document,

10
wil U die voorkeuren aanpassen voor alle documenten, mag geen en-

kel document open staan.

Superscript, subscript & kleinkapitalen aanpassen.

Om eventuele problemen in de lay-out te tonen op het scherm.

11
 Om typografisch te meten.

Grijswaarden voor rasters zijn minder verwarrend dan de standaard

kleur, het basisraster zet U best op nul, de toename van het basislijn-

raster moet hetzelfde zijn als het regeltransport (puntgrootte)

Dynamische spelling toont typefouten aan.

12
Autocorrectie verbeterd automatisch veelvoorkomende typefouten.

De standaardwaarden zijn goed, maar U kan ze altijd verhogen (vol-

gens kracht van Uw systeem, en grootte van het document).

Als laatste instelling doet err best aan om ook de vormgeving van

het zwart even te controleren. U doet er goed aan om alle tinten van

zwart nauwkeurig weer te geven, alsook vinkt U best 100% zwart

overdrukken aan.

Kies [menu > Indesign > Voorkeuren > Vormgeving van zwart]

13