Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 27

Documentatiemap

Colin Noordam
H5C

SET522

1
Inhoudsopgave:

Schrijfplan – bladzijde 3-4


Interview 1 – bladzijde 5-8
Interview 2 – bladzijde 9-10
Auteursportret – bladzijde 11
Recensies boek 1 – bladzijde 12-15
Recensies boek 2 – bladzijde 16-21
Recensies boek 3 – bladzijde 22-25
Bronnen - bladzijde 26

Boek 1: Lichter dan ik, Dido Michielsen


Boek 2: De hemel is altijd paars, Sholeh Rezazadeh
Boek 3: De heilige rita, Tommy Wieringa

Interview 1: Tommy Wieringa


Interview 2: Dido Michielsen

2
Schrijfplan
Formulier Schrijfplan

onderwerp: Betoog over de drie gelezen boeken


standpunt: Positief, goede boeken
tekstdoel: Overtuigen
tekstsoort: Betoog
publiek: Nederlands docenten
titel: Betoog over de drie gelezen themaboeken

structuur alinea functie bron/deskundige*


*indien mogelijk

inleiding alinea belangstelling Auteurportret


1 opwekken, standpunt
vermelden: Een https://www.groene.nl/artikel/21-vragen-aan-
introductie van de tommy-wieringa
boeken "Lichter dan
ik," "De hemel is altijd https://decorrespondent.nl/12429/vijf-jaar-geleden-
paars," en "De heilige sprak-deze-romanschrijver-nog-geen-woord-
rita," met een korte nederlands-nu-debuteert-ze-in-die-taal/83f90473-
verklaring waarom 5f23-0c98-3752-049266d50508
deze boeken zo goed
zijn. https://boekenkrant.com/interview-dido-michielsen/

kern alinea argument 1: Het boek https://www.trouw.nl/cultuur-media/dit-wilden-


2 “lichter dan ik” trouw-lezers-weten-van-schrijfster-dido-michielsen-
beschrijven en over-haar-boek-lichter-dan-ik~b042f5ea/
daarmee ingaan op het
eerste argument. https://www.volkskrant.nl/cultuur-media/
Namelijk dat het boek beklagenswaardige-vrouwen-in-de-oost~b72cf0ea/
inzichten geeft in
emoties van mensen.
Ook beschrijven hoe de
schrijver dat zo goed
over heeft kunnen
brengen.

alinea argument 2: “De hemel https://www.bookbreak.nl/boomer-millennial/de-


3 is altijd paars” kort hemel-is-altijd-paars-sholeh-rezazadeh/
beschrijven en
vertellen hoe het boek https://www.trouw.nl/cultuur-media/tommy-
thema's benoemt die wieringa-ik-heb-liever-een-moeder-dan-een-
de lezers kunnen boek~bbd9b795/?referrer=https://www.google.com/
raken. Ook vertellen
waarom Tommy
Wieringa met zijn boek
“de heilige rita” zo

3
goed zijn emotie over
heeft weten te
brengen.

alinea tegenargument en Boeken


4 weerlegging:
Bespreken van het
tegenargument dat
een van de boeken
geen waarde zou
hebben in de literatuur
en dit argument
weerleggen met een
voorbeeld.

alinea tegenargument en Boeken


5 weerlegging: Hetzelfde
als alinea 4 maar dan
bij een ander boek.

slot alinea conclusie en https://www.conserve.nl/conserves-leessite/lichter-


6 aanbeveling: dan-ik/
Samenvatting geven
van de boeken en https://www.trouw.nl/nieuws/de-heilige-rita-van-
argumenten en een tommy-wieringa-is-een-ode-aan-het-twentse-
conclusie geven land~b22f443a/
waarom deze boeken
literaire waarde
hebben. Ook vertellen
welk boek het meest
bij het thema past en
waarom. (Schrijver
benoemen)

4
Auteursinterviews
Tommy Wieringa:
21 vragen aan... Tommy Wieringa
4 oktober 2023

Waarom laat u onderwerpen zoals klimaat en kapitalisme naar voren komen in uw boek?

Ik ben bezorgd waar het naartoe gaat, en hoe we het tij kunnen keren. De klimaatschade kunnen we
niet ongedaan maken, hooguit nog een beetje beperken. In de drie generaties die in Nirwana
beschreven worden zie ik de verbrandingsideologie in volle bloei. (Met verbrandingsideologie
bedoelt Wieringa de kapitalistische zucht van de mensheid naar olie, brandstof en verbranding (red.))

Merkt u in uw eigen leven dat andere mensen van uw generatie anders kijken naar dit onderwerp?

De klimaatcatastrofe is een onderwerp dat de geesten erg verdeelt. De klimaatontkenners van een
paar jaar geleden zijn de nihilisten van nu. Het is hoogst zorgwekkend dat zo'n onderwerp dat ons
allemaal aangaat tot zoveel verdeeldheid heeft geleid. Waar je zou verwachten dat het eigenlijk een
ideale gemeenschappelijke vijand is. Tot mijn stomme verbazing is het tegenovergestelde gebeurd.

U bent zelf ook een personage in uw boek. Daarin schrijft u dat u bavianentanden heeft en uit uw
mond stinkt. Bent u onzeker?

Hahaha! Nee, in het boek is Wieringa een aangever. Hij zet de hoofdfiguur op het spoor dat hij moet
volgen. Ik vind het spel met verbeelding en werkelijkheid in het verhaal interessant om te schrijven,
maar vooral de romantische ironie was nieuw en interessant voor me. Je verlaat eventjes de veilige
omgeving van de roman. Maar deze Wieringa moet toch eerst en vooral voldoen aan een personage
met een functie als katalysator.

Het karakter Beth lijkt erg op uw eigen pleegmoeder, ook komen er echte personen in voor. Waar
ligt voor u die scheidslijn tussen werkelijkheid en fantasie?

Die is er niet. Alles is materiaal. De grens tussen verbeelding en werkelijkheid is fluïde. Ik vergeet
vaak ook hoe het ook alweer echt zat. Soms lees ik iets terug wat ik geschreven heb in een column of
een verhaal waarvan ik me niet meer kan voorstellen dat ik dat werkelijk heb beleefd. Je zou zeggen
dat verbeelding, droom, werkelijkheid allemaal verschillende substanties zijn. Dat het één harder is
dan het andere. En het één doorzichtiger dan het andere. Maar het gekke is, in mijn leven lopen deze
dingen door elkaar. In zekere zin heb ik het idee heb dat ik soms een magisch-realistisch bestaan leid.

Wanneer bent u tot die conclusie gekomen?

Nu! Nu u het me vraagt realiseer ik me dat die grenzen toch vaak fluïde zijn. Sommige werkelijk
bestaande karakters hebben nu eenmaal een hele grote romaneske kwaliteit. En de geschiedenis van
mijn eigen pleegmoeder in Nirwana is voor mij een groot en betekenisvol verhaal. Maar in dit boek
leidt haar dood tot de vondst van dagboeken die voor Hugo van het allergrootste belang zijn. Dus dit

5
verhaal uit mijn reëel bestaande werkelijkheid krijgt een droomachtige substantie in dit boek. En
dient tegelijkertijd het plot.

Vindt u dat frustrerend, dat de échte dagboeken van Pieter Schelte Heerema niet gevonden zijn, de
SS’er en offshore-ondernemer die model stond voor de grootvader in het boek?

Nee, voor de roman is dat natuurlijk iets heel goeds. Het is het materiaal waarop je als schrijver je
verbeelding kunt loslaten. Het is misschien historisch gezien jammer dat ze niet gevonden zijn. Maar
voor de romancier is het een vondst. En hoe kan iets dat verdwenen is een vondst zijn? Dat is de
paradox.

Wat mij opviel bij de familie Adema is dat ze altijd meer willen. Herkent u die ontevredenheid ook
uit uw eigen omgeving en de huidige samenleving?

Ik herken het natuurlijk wel. Dit maatschappelijk-economische systeem gaat uit van een eeuwige
groei, van voortdurend groter worden. De immanente belofte van eeuwige groei in het hart van het
kapitalistische model is tegen haar einde opgelopen. Het systeem is zo schadelijk gebleken dat we er
in hoog tempo van zullen moeten leren afkicken.

Denkt u dan dat de Adema’s van deze wereld ook op een gegeven moment verdwijnen?

Nee, nee, nee, dat zijn echt de soldaten van die verbrandingsideologie. Die zullen alles op alles
stellen om dat niet te laten gebeuren.

U bent samen met twee andere schrijvers deze zomer naar Oekraïne geweest om daar
terreinwagens en medische hulpgoederen af te leveren. Hoe heeft dat uw kijk op het boek
veranderd?

Ik realiseerde me dat ik langs exact dezelfde route door Oekraïne reisde als mijn karakter Willem
Adema in 1941, als SS’er in de Wiking-Divisie. Dat was een historisch opwindende ervaring. Over
dezelfde wegen, opnieuw in legergroene voertuigen. Nu wel met een ander uitgangspunt, maar toch.
Die terreinwagens die we hebben gebracht waren bekostigd vanuit een fonds dat een vriend van mij,
Jaap Scholten, heeft opgericht, protectukraine.nl. In die hoedanigheid was ik daar, als chauffeur van
één van die SUV’s.

Hoopt u zelf ook Nirwana te bereiken?

Ik denk dat ik iets te gesteld ben op mijn begeertes en illusies om dat te willen. Dat kan ik niet
uitleggen. Er is een zinnetje van Slauerhoff dat luidt: ‘Verliefd zelfs op zijn ellende.’ Het zou kunnen
dat ik dat ben. Dat ik die vuren van haat en begeerte misschien toch iets te veel koester om ze te
willen opgeven. Ik begrijp natuurlijk wel dat Nirwana een nastrevenswaardige staat van zijn is. Ik zou
willen dat ik het zou willen.

Hugo, de hoofdpersoon in het boek is een kunstschilder. Maar wie is uw favoriete kunstenaar?

Ik heb er een heel stel hoor. Ik heb thuis een fantastisch schilderij van Rinus van den Bosch. Ik beleef
ontroering bij het werk van Jan Mankes. Hij maakt kleine dingetjes maar met een fijnzinnigheid die
erg indrukwekkend is. Als hij een geit of een kip schildert dan is het net alsof die geit of die kip een
geheim bezat dat dat door hem is blootgelegd in dat schilderij. Vandaag kies ik dus voor Jan Mankes.

6
Welk boek ligt naast uw bed?

Schrijversleven van Annie Dillard. Het is een essay over wat schrijven betekent, en Vernietigen van
Michel Houellebecq, maar dat krijg ik maar niet uit.

Wie van uw tijdgenoten worden over honderd jaar nog gelezen?

Dat kun je niet vragen! Ik ben de tijd niet. Niemand had destijds kunnen denken dat Nescio nu nog
gelezen zou worden. Zou je toen een schrijver hetzelfde hebben gevraagd dan had hij hele andere
schrijvers genoemd. Maar het werd Nescio.

En als u iets zou kunnen veranderen aan de boeken die u heeft geschreven, wat zou dat dan zijn?

Er zijn wel een paar boeken waar ik dingen anders in zou doen. Daar zitten verhalen in die ik graag
nog eens zou willen vertellen maar dus al opgeschreven heb. Sommige van die verhalen zijn het
waard om nog eens te vertellen maar dan met de blik van een schrijver die is opgeschoven in de tijd.
Het is een interessant procedé om eens te kijken hoe je die verhalen nu zou vertellen.

Waarom heeft u dan het boek Nirwana juist nu geschreven? U vertelde dat u het idee in 2013
kreeg maar pas in 2018 begon.

Nirwana was simpelweg iets waar ik wat meer zitvlees voor moest hebben. Ik moest wat geduldiger
worden. Maar ook omdat er gewoon twee boeken tussen zaten die ik heel graag wilde maken.

Waarom moest u geduldiger worden?

Het is zo'n dik boek, man! Dat is hartstikke moeilijk! Daar moet je wel de tijd voor nemen. En soms
moet je wachten op het juiste moment.

Kunt u mij meenemen naar het moment in 2013 waarop u het idee kreeg?

Een fantastisch moment. Ik was onderweg naar Leeuwarden. Terwijl mijn blik over de weilanden
rechts ging en weer bij de snelweg voor me uitkwam zag ik het gebeente van dit verhaal voor me.
Heel elementair, een roman over het vuur, gedurende drie generaties. ‘Dat is geweldig’, dacht ik, ‘nu
hoef ik het alleen nog maar te schrijven.’ Een gelukzalig moment. Ik krabbelde het in een
notitieboekje omdat je dan weet: nu het is opgeschreven zal ik het idee nooit niet meer hebben.

Zet u dan meteen uw auto aan de kant?

Nee, nee, nee. Ik schrijf al rijdend. Dat kan ik wel in notitievorm.

Annie M.G. Schmidt of Carry Slee?

Ik heb nooit iets van Slee gelezen maar het zou sowieso Annie M.G. Schmidt worden. Ze is zo'n
aanwezigheid geweest in de jeugd van mijn kinderen. Meer in de jeugd van mijn kinderen dan in die
van mij. Ik ben haar pas op volwassen leeftijd gaan voorlezen. De gedichten over een ijdele kip en
bedeesde ottertjes zijn fantastisch. Heel grappig en brutaal. Je zet die kinderen er natuurlijk toe aan
om buiten de orde te denken. Dat is ontzettend leuk voor kinderen, maar ook voor ouders.

7
Pfeijffer of Buwalda?

Oh, dat weet ik niet. Dat weet ik echt niet. Die vraag…

U heeft in een interview gezegd dat u deze vraag altijd aan anderen stelt. Dus ik wil deze nu aan u
stellen. Heeft u geluk?

Ik heb heel veel geluk. Maar dat is meer een kwestie van een gelukkige chemie in mijn hoofd. Ik heb
geen aanleg voor depressie of andere geestelijke kwalen. Daar moet je gewoon mazzel mee hebben.
Dus ja, ik heb heel veel geluk.

Bron: https://www.groene.nl/artikel/21-vragen-aan-tommy-wieringa

8
Dido Michielsen:
Interview: Dido Michielsen
Redactie Boekenkrant, 22 maart 2020

‘Ik vind het een enorme triomf,’ zegt Dido Michielsen trots over het feit dat ze met Lichter dan ik de
winnaar is van de Boekhandelsprijs 2020, die afgelopen maand werd uitgereikt. De schrijfster gaf na
de verschijning in september veel lezingen over de roman, vooral in boekwinkels door het hele land.
‘Ik haal daar veel voldoening uit,’ zegt ze. ‘Ik ben gaan inzien wat een ambassadeurs boekverkopers
eigenlijk zijn. Zij zijn enthousiast en raden het aan. Dat moet je hebben!’

Geschaakte prinses

Lichter dan ik is het romandebuut van Michielsen. ‘Ik wil nooit meer iets anders,’ merkt de auteur op,
die hiervoor vooral non-fictie schreef. ‘Je gaat veel meer met dat personage meeleven. Ik vond het
geweldig om mensen van vlees en bloed te creëren. En dan ook nog in een periode die bij veel
mensen onbekend is.’

Het belangrijkste personage in het boek is de Javaanse Isah. Zij groeit halverwege de negentiende
eeuw op in de gesloten gemeenschap van de Kraton, het vorstenverblijf in Djokja. ‘Isah is gebaseerd
op mijn betovergrootmoeder. Ik weet niet hoe ze heet, maar ik heb foto’s en ken talloze
familieverhalen over haar. Zij zou een geschaakte prinses zijn, die door een Nederlandse officier was
opgepakt en meegenomen. Maar dat is waarschijnlijk een verzinsel. Als je voorouders niet bekend
zijn, is het logisch dat je je eigen geschiedenis gaat romantiseren. Voor mij schiep dat mogelijkheden,
want wat je niet weet is stof voor je roman.’

De hoofdpersoon in het boek loopt weg uit de Kraton en zoekt haar geluk bij Gey, een Nederlandse
officier. Ze krijgt twee kinderen met hem terwijl ze zijn njai is, een inlandse vrouw die een status had
ergens tussen dienstbode en geliefde in. ‘Ze was naïef en dacht dat ze echt van de Hollander hield. Ze
wist zeker dat het allemaal goed zou komen. Dat was niet zo raar, er waren ook vrouwen die
trouwden en een goede plek in het gezin kregen.’

Mannelijk gevaar

Michielsen laat over de verstandhouding tussen Isah en Gey geen misverstand bestaan als ze de njai
in het boek laat verzuchten: ‘Het gevaar was mannelijk en onaantastbaar.’ ‘Ik vind het belangrijk dat
mensen weten hoe benard de positie van de inheemse vrouw was,’ zegt de schrijfster daarover. ‘De
kinderen moesten christenen worden. Dus kon de moeder vaak opduvelen, terwijl de kinderen een
nette opvoeding kregen.’

Het fenomeen van de njai als mannelijk bezit is tot het einde van de Nederlandse overheersing
doorgegaan. Michielsen relativeert de boosheid erover. ‘Wij zijn nu achteraf terecht verontwaardigd,
maar het was gewoon een geaccepteerd verschijnsel toen, ook onder Indische mensen. Vrijwel elke
Indische persoon stuit op een gegeven moment in zijn stamboom op een naamloze inheemse vrouw
en dat was dan een njai.’ De rechten van inheemse vrouwen waren slecht, die van mannen waren

9
niet veel beter. ‘Ook al waren het officieel geen slaven, ze werden ingezet voor de overheersers. Die
konden doen en laten wat ze wilden.’

Koloniaal denken

Het is een zwarte bladzijde in de Nederlandse geschiedenis. Maar is het noodzakelijk dat de
Nederlandse staat er excuses voor maakt? ‘Natuurlijk is het fout, maar sorry zeggen is een
symbolisch gebaar. Belangrijker is dat we beseffen dat we dat koloniale denken gewoon in ons
kunnen hebben; het idee dat je Nederlander bent en dus eigenlijk beter dan een Indonesiër.’ De
auteur benadrukt dat schaamte voor het verleden meer iets van de laatste tijd is. ‘Mijn ouders en
grootouders waren ervan overtuigd dat daar in Indonesië iets moois verricht werd. Anders waren er
geen bruggen en wegen geweest. Mijn moeder was dan weer Nederlands, dan weer Indonesisch, net
hoe het haar uitkwam.’ Zelf voelt Michielsen een sterke band met Indonesië. ‘Veel meer dan vroeger.
In mijn jeugd speelde het amper een rol. Ik was er minder mee verbonden, ik had ook nooit het
gevoel anders te zijn dan de anderen. En nu ik dit boek heb geschreven en nagedacht over mijn
voormoeders, voel ik dat véél meer. Een soort traditie die ik wil voortzetten.’

Bron: https://boekenkrant.com/interview-dido-michielsen/

10
Auteursportret
Tommy Wieringa valt op door zijn bijzondere manier van schrijven. Hij gebruikt prachtige woorden en
neemt de tijd om diepgaande verhalen te vertellen. Wat hem echt anders maakt, is dat hij in zijn
boeken vaak kijkt naar hoe mensen met elkaar omgaan. Dat maakt zijn verhalen speciaal en doet je
nadenken over het leven.

Dido Michielsen heeft een talent om oude verhalen tot leven te wekken. Ze schrijft alsof je echt in die
tijd bent, waardoor de geschiedenis interessant wordt. Wat haar onderscheidt, is de manier waarop
ze vergeten verhalen vertelt en je meeneemt naar een andere tijd.

Sholeh Rezazadeh heeft een unieke manier van schrijven die ons doet nadenken over wie we zijn.
Haar boeken, zoals "Dit is een sobere stijl," gaan over hoe het is om ergens anders te wonen en hoe
dat je kan veranderen. Wat haar echt bijzonder maakt, is dat ze diepe gedachten en gevoelens op een
mooie en begrijpelijke manier kan delen.

Bronnen:

Interviews Tommy wieringa:

https://www.groene.nl/artikel/21-vragen-aan-tommy-wieringa

https://www.trouw.nl/cultuur-media/tommy-wieringa-ik-heb-liever-een-moeder-dan-een-
boek~bbd9b795/?referrer=https://www.google.com/

Interviews Sholeh Rezazadeh:

https://www.nieuwwij.nl/interview/sholeh-rezazadeh-het-oosten-verstaat-wellicht-de-kunst-van-het-
leven-beter/

https://decorrespondent.nl/12429/vijf-jaar-geleden-sprak-deze-romanschrijver-nog-geen-woord-
nederlands-nu-debuteert-ze-in-die-taal/83f90473-5f23-0c98-3752-049266d50508

Interviews Dido Michielsen:

https://www.trouw.nl/cultuur-media/dit-wilden-trouw-lezers-weten-van-schrijfster-dido-michielsen-
over-haar-boek-lichter-dan-ik~b042f5ea/

https://boekenkrant.com/interview-dido-michielsen/

11
Recensies boek 1
Lichter dan ik, Dido Michielsen

Recensie 1

Het valt nog niet mee de stereotypen over de tropen te omzeilen. In drie nieuwe romans over
Nederlands-Indië lukt dat alleen Dido Michielsen.

21 februari 2020, 15:00

Er is altijd een witte villa. Een witte villa met een veranda waarop een man in een wit linnen pak een
sigaar zit te roken. De hitte is gekmakend, het personeel onpeilbaar, de tinten groen zijn ontelbaar.
Romans over voormalig Nederlands-Indië zijn er, vanwege onze lange geschiedenis met ‘de Oost’,
legio. Ze bevatten vaak vaste ingrediënten: het wemelt van de koelies, baby’s bungelen in slendangs,
iemand wordt mataglap of maakt amok en uit donkere tuinen komen steevast vreemde geluiden.

De tropenliteratuur heeft ons bovendien een aantal typische personages opgeleverd. Die verstokte
kolonist in zijn witte pak dus, en zijn verveelde, depressieve echtgenote. Altijd zo’n oud vrouwtje met
een pruimmondje rood van de sirih. En vergeet de lieve, dikke baboe niet, die immer een koel glas
soesoe voor de kindertjes heeft klaarstaan. Ook in drie nieuwe romans over Indonesië duiken
bekende, en minder bekende, tropenpersonages op.

Dido Michielsen (1957) verdiept zich in haar fictiedebuut Lichter dan ik in een relatief onbekend
figuur: de njai – de huishoudster. Omdat er in Nederlands-Indië toch íémand voor alle eenzame witte
mannen moest zorgen (de vrouwen bleven vaak in Europa) ontstond er een waar concubinaat tussen
legerofficieren, planters en ambtenaren en hun inheemse njai. Zij zorgden niet alleen voor het
huishouden, maar deelden vaak ook het bed met hun meneer.

De Javaanse Isah is zo’n njai. Ze wordt rond 1850 geboren en groeit op aan het hiërarchische Javaanse
hof, waar het ‘onzichtbare web van rangen en standen’ haar benauwt. Als ze uitgehuwelijkt dreigt te
worden, biedt ze zich wanhopig aan aan de Nederlandse officier Gey. In haar naïeve drang naar
vrijheid beseft ze niet dat ze haar oude gevangenis inruilt voor een nieuwe. Al heeft ze in eerste
instantie geluk: Gey is vriendelijk, er zijn weinig regels en als Isah in verwachting raakt is dat geen
probleem. Dat het ook anders kan gaan weet ze uit verhalen: njai worden door hun bazen behandeld
als slaven, geslagen, vergokt of verkracht. Ze zijn rechteloos: elk moment kunnen zij worden
weggestuurd, velen worden gedwongen hun kinderen achter te laten.

Uiteindelijk wordt ook Isah afgedankt. Haar twee dochters ziet ze nooit meer terug. Het is een
dramatisch verhaal, maar nergens sentimenteel. Isah heeft een prettige vertelstem, nuchter en
intelligent. Verfrissend normaal is ze ook. Geen slachtoffer, geen zielig onderdrukt vrouwtje, maar een
mens: nieuwsgierig, hoopvol, koppig, opportunistisch, wrokkig, geil, wanhopig en soms onverschillig.

Michielsen brert haar roman op de geschiedenis van haar betovergrootmoeder, een njai dus, maar
weet het particuliere te overstijgen. Deze roman beschrijft niet alleen de onderbelichte geschiedenis
van de omgang van Nederlandse kolonisten met inheemse vrouwen maar in feite ook de gevolgen
een patriarchaat in het algemeen. Het toont het schrijnende van een samenleving waarin vrouwen
amper over hun eigen lot kunnen beschikken en aldus door mannen naar believen worden gebruikt,
als inwisselbare objecten.

12
Niet alleen de njai zijn wat dat betreft beklagenswaardig; de vrouwen aan ‘de voorkant’ zijn niet veel
beter af. Dat laat Susan Smit (1974) zien in Tropenbruid, dat te lezen is als pendant van Lichter dan ik.
De Amsterdamse Anna trouwt met Willem, een Nederlandse ambtenaar op Java. Zodra zij arriveert
moet de njai des huizes het veld ruimen en haar dochters achterlaten. Anna krijgt al snel door dat
Willem alleen maar met haar getrouwd is om promotie te kunnen maken – dat gaat nu eenmaal
sneller met een Europese vrouw aan je zijde. Nog beter zou het zijn als ze zo snel mogelijk een blanke
zoon baart. Zo wordt ook Anna gebruikt. Hoe verschillend ook; zij en de njai zijn slachtoffers van
hetzelfde systeem.

Waar in Lichter dan ik de tropen op natuurl(''), een gepaste dosis verontwaardiging over al het
onrecht en uiteraard een eind-goed-al-goed. Hap, slik, weg, maar lekker als je ervan houdt.

Op de lijst van typische tropenfiguren mag ten slotte de getraumatiseerde tropenvader niet
ontbreken. Adriaan van Dis beschreef de zijne in Indische duinen, onder andere. Theodor Holman
deed dat in Tjon. Alfred Birney spande de kroon met zijn gestoorde vader in De tolk van Java en vorig
jaar zagen we het figuur terug in Pastorale van Stephan Enter. Ook journalist Diederik Samwel (1962)
had er zo een. Zijn Tropenvader is deels gebrerd op het levensverhaal van zijn vader, dat inderdaad
romanwaardig is: hij heeft een jappenkamp overleefd en ontpopt zich later in Nederland als een
flamboyante biseksuele vader/autoritaire topadvocaat.

Het is daarom jammer dat de schrijver het liever over zichzelf heeft, dat wil zeggen, over zijn alter ego
Erik. Hij neemt werkelijk álle details van zijn leven met ons door. Dat hij na schooltijd graag de Donald
Duck las en zijn kleine broertjes met eten knoeiden en luiers vol kakten en dat hij eens ‘flink
geschrokken’ is toen hij zijn ouders met elkaar zag flikflooien en welke programma’s er op tv gekeken
werden en dat hij captain van de B1 werd en hoe de gymnastiekleraar heette én hoe de juf Latijn en
dat hij zijn mondeling Moderne Letterkunde haalde en dat hij in 1989 besloot zijn verjaardag niet te
vieren – hij neuzelt maar voort. Slaapverwekkend, maar erger nog is het infantiele toontje, met veel
sullige kreetjes (oei!, nou, shit!, huh?, jemig!) en oubolligheid als ‘reuze vrolijk’, ‘poepie-bruin’,
‘geweldig stoer’, ‘reuze ingewikkeld’, ‘machtig interessant’. Een moesson van prietpraat waarin het
potentieel interessante tropenvaderverhaal verzuipt. Eén beeld blijft hangen: vader, na jaren
schoorvoetend afgereisd naar Indonesië, eindelijk in de tropen, rokend met ‘lange, intense trekken’,
zittend op de veranda.

Bron: https://www.volkskrant.nl/cultuur-media/beklagenswaardige-vrouwen-in-de-oost~b72cf0ea/

13
Recensie 2
Lichter dan ik - Dido Michielsen

Probeer het maar: het lezen van de roman Lichter dan ik zonder even iets te moeten wegslikken,
zonder even een ooghoek te moeten deppen. Nee, dit boek van Dido Michielsen is zeker geen
tranentrekker. Het is een domweg realistisch verhaal dat illustreert hoe schurend en tegelijk
beloftevol de onwaarschijnlijke en toch intense gevoelsband tussen Nederland en Indonesië is
geweest.

Het thema is niet nieuw. Als sinds de première in 1904 trekt de opera Madama Butterfly volle zalen
met het authentieke verhaal van een Japanse concubine die voor haar bevrijding uit de voor haar
beklemmende cultuur rekent op de liefde van een westerse man. Ook het aantal voorstellingen van
de musical Miss Saigon uit 1989 is niet meer te tellen. Ook daarin gaat een ’American dream’ op in
een desillusie.

Het verhaal van de roman Lichter dan ik begint rond 1850 in de kraton van Yogyakarta, het
paleiscomplex van de sultan, de vorst van dat Midden-Javaanse rijk. Daar groeit Isah op. Deze dochter
van een alleenstaande moeder die er werkt als batikster, speelt ze met adellijke meisjes, is
voorbestemd om te worden uitgehuwelijkt aan een man van minstens gelijkwaardige adel. Liefde
speelt daarin geen rol, wederzijdse familiebelangen des te meer. Als een van hen later inderdaad
trouwt met een man die ze pas bij het huwelijk leert kennen, ziet Isah de angst in haar ogen en
huivert.

Wanneer ze zelf, ook een tiener nog, eveneens wordt geacht te trouwen met een veel oudere man
die al een vrouw heeft, verwacht haar moeder voor Isah een redelijk veilige en comfortabele
toekomst. Maar… Isha slaat de angst om het hart. Ze ontvlucht de muren van de kraton en stort zich
in de armen van een Nederlandse legerofficier. Net als de vijftienjarige Japanse Cio-Cio-San in
Madama Butterfly hoopt ze op een leven waarin man en vrouw min of meer gelijkwaardig zijn; ook
Isah ziet een toekomst voor zich waarin ze als vrouw wordt gerespecteerd.

Als zijn njai, de vrouw die overdag het huishouden van deze officier bestiert en ’s nachts liefdevol met
hem slaapt, groeit de piepjonge Isah in haar nieuwe rol. Ze schenkt hem zelfs twee dochters. Als
zoveel andere Indonesische vrouwen in die positie is ze in wezen voor hem ook de schakel tussen
Oost en West.

Het lukt haar om de balans te vinden tussen haar vertrouwde Javaanse gevoel en de Hollandse
levensstijl. Totdat de dag aanbreekt waarop de officier meldt naar Nederland te gaan om te trouwen
met de vrouw die daar al jaren op hem blijkt te wachten. Hij rekent erop dat Isah hem begrijpt. Voor
de twee kinderen zal een bevriend Hollands gezin gaan zorgen en voor Isah begint dan de eenzame
martelgang waarvoor ze al eerder zo links en rechts was gewaarschuwd. Ze krijgt het zwaar, maar
ijzersterk als ze is, geeft ze nooit op.

Zeker, er waren destijds heel wat Indonesische vrouwen die leefden met een Hollandse man, die
kinderen kregen en uiteindelijk gelukkig werden. Niettemin verliep het leven van heel veel anderen
als dat van Isah.

In de Nederlandse koloniale romans komt dit thema hoogst zelden voor. Nederlandse auteurs met
een Indische achtergrond beperkten zich vooralsnog hoofdzakelijk tot hun eigen leefwereld. Door
Indonesische ogen lieten ze hun koloniale wereld niet zien. Dit boek laat de njai zelf aan het woord.

14
Schitterend verweeft Dido Michielsen de vele aspecten van Isahs leven in beide culturen met elkaar.
Nooit vervalt ze daarbij in clichés. Dit ís haar leven, Isahs leven.

Wie Yogya kent, kan haar wereld in dit boek ruiken, die voelt de magie van de kraton, die ziet haar
later lopen door de nog altijd oude chique Hollands aandoende wijk Kota Baru en die hoort in Fort
Vredeburg nog de stemmen van de Hollandse militairen. In die wereld verbaast Isah zich over de
bajem, de groente die net als de Hollandse spinazie wordt gekookt tot ’pap’. Voor Isah is uiteindelijk
het werk van de door haar Javaanse moeder ingeschakelde huwelijkskoppelaarster net zo
huiveringwekkend als het idee dat een man zijn bijslaap en hun kinderen verstoot.

Onder dat alles stroomt natuurlijk de erotiek. Zoals de schrijver Rob Nieuwenhuys al suggereerde, is
de atmosfeer van Indië daar werkelijk van doortrokken. Isah is bang van dat spel, maar kan ook niet
ontkennen dat dit hoort bij de bloei van het leven. Het is een aspect dat met weinig woorden, diep
invoelbaar wordt geschilderd.

Ondanks de pijnlijke situatie waarin Isah langzaam maar zeker terecht komt, lijkt ze toch ook in te zien
dat de Hollanders in hun rigide gedrag blijkbaar net zo slachtoffer zijn van hun eigen cultuur, waarin
het samengaan van twee rassen en verschillende culturen niet past. De situatie van het Hollandse
gezin dat haar dochters opvangt is daar een prachtig voorbeeld van. Net zo goed weet ze dat haar
eigen Javaanse cultuur het haar onmogelijk maakt terug te keren naar de kraton en de mensen die ze
ontvluchtte. Zo zijn in wezen alle personages slachtoffer van hun eigen maatschappij.

Lichter dan ik is een prachtig romandebuut dat doet denken aan het net zo realistische en bezielde
boek Aarde der mensen van Pramoedya Ananta Toer. Dido Michielsen richt hiermee een prachtig,
ontroerend monument op voor haar betovergrootmoeder en al die andere vrouwen die in deze
koloniale periode de voormoeder zouden worden van talloze Indische families in het huidige
Nederland en Indonesië.

Bron: https://www.conserve.nl/conserves-leessite/lichter-dan-ik/

15
Recensies boek 2
De hemel is altijd paars, Sholeh Rezazadeh

Recensie 1

Eenzaamheid is de prijs

‘Om het leven aan te kunnen, heb je een zekere plompheid nodig. Om het niet aan te kunnen:
talent.’ Dat zei de dichter Herman de Coninck in zijn essay Over de troost van pessimisme (Manteau,
1983). Gevoelige mensen maken de wereld mooier, maar de wereld valt hen ook zwaar. Dat ervaart
ook de hoofdpersoon van De hemel is altijd paars, de debuutroman van Sholeh Rezazadeh. Arghavan
groeit op in Tabriz, een stad in Iran vlak bij de veelkleurige bergen en het zoute Urmiameer. Wanneer
ze naar Nederland komt, kan het contrast niet groter zijn. Alles is plat, het water zit in grachtjes, en
de mensen hebben altijd haast. Als je iemand wil zien, dan moet je exact weten waarom en wanneer
en wat er op de agenda staat. Het enige wat voor Arghavan nog herkenbaar is, zijn de paarse
judasbomen in de straat. En die worden binnenkort omgekapt door de gemeente. Welkom in
Nederland.

Sholeh Rezazadeh (1989) is een Iraans-Nederlandse schrijver en dichter. Ze studeerde geneeskunde


in Iran, maar verhuisde zes jaar geleden naar Nederland. Al snel begon ze ook in het Nederlands te
schrijven. Rezazadeh won eerder de Agora Lettera Schrijfwedstrijd voor proza en de El Hizjra
literatuurprijs voor poëzie. Vorig jaar stond ze in de finale van het Nederlandse kampioenschap
Poetry Slam. In haar verhalen en gedichten zijn gevoelige mensen aan het woord over een wereld vol
pijn en schoonheid. Haar debuutroman, De hemel is altijd paars, is genomineerd voor de Bronzen Uil

Deze prachtige herberg

Arghavan baat een tweedehandswinkel uit in Amsterdam, waar ze fotoboeken inkoopt van eenzaam
gestorven mensen, of een cassetterecorder waarop de stem van de bomen staat, of goedkope
kleding van iemand die nu rijk is. De verhalen achter de spullen die ze verkoopt schrijft ze op kleine
briefjes die ze in de zakken van kleding stopt. Het waait en het regent. Als hier in Nederland een keer
de zon schijnt, denkt Arghavan, dan is het alsof er een mirakel is gebeurd en moet iedereen het
erover hebben.

De slechthorende danseres Anna en de oude bomenfluisteraar Johan lopen de winkel in en uit terwijl
Arghavan zit te wachten op iets dat haar wortel kan doen schieten in haar nieuwe land. Op de liefde,
misschien. Die komt inderdaad binnenwaaien in de vorm van fluitspeler Mees, een Hollandse jongen
met een goed hart maar weinig gevoel of geduld. Op de achtergrond begint het pianoliedje Comptine
d’un autre été uit de film Le Fabuleux Destin d’Amélie Poulain te spelen. Of misschien was dat
gewoon mijn verbeelding.

De hemel is altijd paars is een boek over botsende culturen, eenzaamheid en de poging om een
nieuwe thuis te maken in een vreemd en donker land waar iedereen heel hard werkt om die
eenzaamheid te vergeten. ‘Eenzaamheid is de prijs die je moet betalen om in deze prachtige herberg
te verblijven,’ denkt Arghavan over Nederland.

Het verhaal pingpongt voortdurend heen en weer tussen Nederland en Iran, soms op dezelfde
bladzijde. In haar vaderland is de toon van het verhaal anders. Eerst is er nostalgie, dan pijn.
Arghavan vertelt over haar vader, een sombere maar liefdevolle man die houdt van poëzie en

16
kruiden verzamelen in de bergen bij Tabriz. Maar hij ontwikkelt een talent voor eenzaamheid. Hij
komt zijn kamer niet meer uit, zijn ogen worden dof en zijn tanden rot. Zijn handen gaan meer en
meer ruiken naar iets dat zoet en vreselijk is. Opium, ontdekt Arghavan op een dag, en vanaf dat
moment begint het gif uit de grond in haar wortels te trekken.

Paarse bomen

Bomen zijn het belangrijkste motief in deze debuutroman. Judasbomen met felpaarse bloemen
groeien in de buurt van Arghavans winkel, totdat ze omgekapt worden. De naam Arghavan betekent
trouwens ook gewoon judasboom in het Perzisch. Dat Arghavan zich verwant voelt aan deze bomen,
en hun lot, is dus niet verassend.

Planten praten met elkaar langs hun wortels, vertelt Johan de bomenfluisteraar aan Arghavan, en de
eenzaamste boom ter wereld heeft ook de langste wortels. Hij staat midden in de woestijn, tot er op
een dag een dronken vrachtwagenchauffeur tegenaan botst en de boom sterft. Het liedje ‘Arghavan’
van de Perzische zanger Alireza Ghorbani, dat het hoofdpersonage tijdens een dansfeest opzet,
begint als volgt:

Arghavan mijn afgescheiden bloedverwante tak


welke kleur heeft jouw hemel vandaag?

Paars dus. Maar wat betekent dat?

Op het omslag van het boek staan Amsterdamse (en Perzische?) gevels door elkaar, ondergedompeld
in een paars-oranje gloed. Wanneer Arghavan met Mees naar de zonsopgang kijkt, heeft ze het
gevoel ‘dat alle bomen paars zijn door de reflectie van het licht uit de hemel.’ Is Arghavan – zoals
haar naam suggereert – zodanig verwant aan de judasbomen dat ze zichzelf kan spiegelen aan de
paarse hemel? Zijn haar droevig gefluisterde verhalen, net als die van de bomen, op zoek naar
iemand die luistert? Of herinnert de paarse lucht haar gewoon aan haar thuisland? Waar ze ook is en
hoe anders de mensen hier ook zijn, de hemel is altijd paars. Arghavan heeft altijd een stukje van
Iran, en dus van haar jeugd en haar vader, bij zich.

Overgevoelige mensen en kaaskoppen

Rezazadeh hanteert een stijl die eenvoudig maar poëtisch is, en dat is een grote verdienste. Haar
beelden zijn op hun sterkst wanneer ze over eenzaamheid gaan. Met een paar witregels zouden
sommige stukken makkelijk korte (slam-)gedichten kunnen worden.

Een walvis die zo hoog zingt dat niemand hem hoort. […] Hij dwaalt door de donkere oceanen terwijl
hij zingt en zingt. Sinds ik dit verhaal heb gelezen weet ik niet of ik blij moet zijn dat we niet de enige
soort zijn die soms door niemand verstaan wordt, of dat ik verdrietig moet zijn omdat geen enkel
wezen veilig is als het over eenzaamheid en onverstaanbaarheid gaat.

Maar soms is Rezazadeh de magie even kwijt, want diezelfde stijl leidt ook tot sentimentele, banale
inzichten, zoals: ‘De meeste verassende dingen gebeuren meestal buiten de gewone sleur van het
leven en soms moet je er moeite voor doen.’ of ‘Denk je dat die boom blij wordt door de nieuwe
knoppen die ontluiken. Of wordt hij er verdrietig van?’

Arghavan is een overgevoelige, romantische jonge vrouw en, zoals Johan haar zegt: ‘in deze wereld is
geen plek voor romantische en overgevoelige mensen.’ Inderdaad, gevoeligheid en romantiek zijn
ouderwetse deugden. Wanneer je een boek schrijft over een gevoelige jonge vrouw die verliefd

17
wordt, dan is klefheid een valkuil waar je al met één voet in staat. Rezazadeh balanceert naar mijn
gevoel voortdurend op dit randje, zeker waar het op de romance tussen Arghavan en Mees aankomt.

Te kakken

Gelukkig heeft Rezazadeh ook een wapen tegen al die sentimentaliteit: humor. Amsterdammers te
kakken zetten is natuurlijk een geliefde sport in het gehele Nederlandse taalgebied. De mensen die
Arghavan in Nederland omringen worden afgeschilderd als een gevoelloos zootje kaaskoppen.
Wanneer een man op een feest aan Arghavan vraagt waar ze vandaan komt, hebben ze het volgende
gesprek:

‘Iran? Aha. Ben je blij dat je hier bent?’


‘Hoe bedoelt u?’
‘Lekker vrij hier he. Je mag alles!’
‘Er is hier inderdaad een bepaald soort vrijheid. Je kunt doen wat je wilt, maar uiteindelijk lukt het je
vaak niet om dat te doen.’
‘Hoezo niet?’
‘Je moet werken, iedereen heeft het druk. Hoe drukker hoe beter. Je mag niet stilstaan, maar
ondertussen vergeet je om te leven en te genieten van de simpelste dingen.’
‘Nou, je gaat me niet vertellen dat het hier in Nederland deprimerend is en in Iran niet!’

Dat is een karikatuur, maar ook grappig. Spot kan een uitstekend wapen zijn als je je eenzaam en
ontwricht voelt. De Nederlandse cultuur, met al zijn gruwelijke efficiëntie en directheid, omringt haar
en domineert haar. Alleen in haar gedachten kan Arghavan zich verdedigen.

Ode aan de gevoelige mens

De hemels is altijd paars is een boek dat steunt op het karakter van de hoofdpersoon, Arghavan. Mag
je haar dromerige, langzame blik niet, dan wordt de poëzie irritant en de liefde gedoe. Maar kan je
begrijpen waarom bomen verdrietig kunnen zijn om het bloeien van hun bloemen, en waarom je
soms om vier uur ’s ochtends naar de paarse lucht moet kijken, dan is dit boek een ode aan jou, de
gevoelige mens. Het gevaar bestaat dan dat je het in één keer uitleest, omdat het zo kort is en omdat
Rezazadeh eenvoudige woorden gebruikt. Toch moet je dat maar niet doen. De hemels is altijd
paars is een langzaam boek, en eens het uit is – dat is meestal het jammere aan een debuut – moet
je jaren wachten op het volgende.

Met De hemel is altijd paars geeft Sholeh Rezazadeh haar unieke stem, die ook al in haar gedichten
te horen is, een volwaardig verhaal. Sommigen zullen het sentimenteel vinden of nostalgische kitsch
voor speciale sneeuwvlokjes. Maar in dit boek zit een trieste schoonheid die getuigt van een
poëtische ziel die een verhaal te vertellen heeft.

Spoiler: op het einde van het boek trekken de bomen hun wortels uit de grond en lopen ze met
Arghavan mee. Ze hebben besloten om niet meer in giftige grond te wortelen. Ik ben benieuwd waar
de bomen van Rezazadeh zich opnieuw zullen neerpoten, en wat het volgende verhaal is dat ze
zullen vertellen.

Bron: https://www.dereactor.org/teksten/de-hemel-is-altijd-paars-sholeh-rezazadeh

18
Recensie 2
Wat wij vonden van De hemel is altijd paars van Sholeh Rezazadeh

23 juni 2021

Een of twee keer per maand lezen Istvan (49) en Paula (26) allebei hetzelfde boek. Van
Nederlandse literatuur tot dystopische boeken – alles komt voorbij. In deze editie van De Boomer
& De Millennial: De hemel is altijd paars van Sholeh Rezazadeh.

Hier gaat De hemel is altijd paars over

PAULA: ‘Sholeh Rezazadeh schreef eerder poëzie, De hemel is altijd paars is haar debuutroman en
gaat over Argavan, een Iraanse vrouw die nog maar kort in Nederland is. Ze heeft een tweedehands
winkel vol prachtige spullen en denkt terug aan haar jeugd in Iran terwijl ze aan het werk is, er
kleurrijke klanten langskomen en er spullen worden verkocht.’
ISTVAN: ‘Wat me vooral opviel was de enorme beeldenkracht van de woorden die Sholeh hanteert
en de dromerigheid waarmee het hele verhaal doordesemd lijkt. Eerlijk gezegd wist ik tijdens het
lezen niet dat ze hiervoor poëzie schreef, maar nu kan ik me dat wel goed voorstellen ja. De zinnen in
het verhaal zijn vaak van een pijnlijke schoonheid en verdienen het regelmatig teruggelezen te
worden. Ik heb er een paar voor mezelf genoteerd: ‘Ik vind het leuk als mensen hun dingen waar ze
ooit van hielden in mijn winkel laten staan en zelf vertrekken. Vrijer en lichter. En als ze weg zijn, druk
ik mijn neus in de rokken, knuffel de poppen, kijk naar de barsten in de borden en hoop dat die spullen
zonder de angst van het eindigen verder kunnen blijven leven.’ Prachtig toch? Deze zinnen aan het
begin van het boek zetten meteen al de toon van de melancholische sfeer die als een soort laken
over de verdere gebeurtenissen hangt. Een ander stuk dat ik voor mezelf had genoteerd: ‘Ik wil hem
uitleggen dat het zien van eenzame planten in een pot me pijn doet. Ik denk aan hoe ze voortdurend
aan het wortelen zijn in de hoop dat hun wortels ooit die van de andere planten zullen aanraken.
Maar het enige wat ze kunnen aanraken is de aardewerken muur van de pot.’ In deze zinnen zit
zoveel van het personage zelf. Het ontworteld zijn, het onvermogen om contact te maken met
anderen.’

‘De zinnen in het verhaal zijn vaak van een pijnlijke schoonheid en verdienen het regelmatig
teruggelezen te worden’

PAULA: ‘Mijn exemplaar van De hemel is altijd paars zit ook vol plakkertjes bij mooie zinnen. De
beeldspraak over bomen en de natuur in het algemeen vallen inderdaad goed samen met het
personage Argavan. Die nostalgie over Iran en haar jeugd is er aan de ene kant, maar het proberen
mee te gaan in het nieuwe land is er ook. De verwondering over hoe het hier in Nederland anders
gaat, vond ik ook bijzonder om te zien. Argavan verwondert zich over afspraken maken, wil liever
spontaan mensen zien. Ook vindt ze veel gesprekken tussen mensen vaak onoprecht. Wil iemand
echt weten hoe het met haar gaat of is het geveinsde interesse? Ze zoekt naar diepgang, terwijl alles
oppervlakkig lijkt te zijn.’

Mees en het verlangen van Argavan

PAULA: ‘Die diepgang vindt ze een beetje bij Mees, een muzikant die bij haar langskomt in de winkel.
Ze drinkt koffie met hem, kijkt in zijn blauwe ogen die haar aan de heldere hemel doen denken, zit
met hem onder de judasbomen in de straat die dreigen gekapt te worden. Die zinnen die Rezazadeh
gebruikt om het verlangen van haar hoofdpersonage te beschrijven, vond ik heel mooi.‘Hij zal me
verzekeren dat hij nergens heen gaat en dat hij nog steeds van mijn vreemde en gekke wereld houdt.

19
Hij zal zeggen dat de liefde een kopje warme thee is oor wanneer het buiten koud en donker is. Een
kort, zoet middagdutje. (…) Hij zal naar mijn ogen kijken en zeggen dat de laatste dagen, zonder mij,
moeilijk zijn geweest. Hij zal vertellen dat hij ernaar uit heeft gekeken weer aan het werk te zien.’Wat
vond jij van Mees in het boek?
ISTVAN: ‘Ik kreeg eigenlijk helemaal niet zo goed grip op die Mees en volgens mij was hij ook
helemaal niet zo geïnteresseerd in haar. Hij vond het vooral belangrijk dat zij goed in zijn
vriendenkring paste, leek het wel. Het kwam allemaal nogal van één kant. Ik denk dat Argavan nogal
blind was voor die zijde van Mees. Misschien wel juist omdat ze behoefte aan iemand met wie ze een
bestendige relatie op kon bouwen. De vriendschappen die ze met twee bezoekers aan haar winkel
bouwt is eigenlijk veel evenwichtiger. Johan en Anna. Twee mensen die net als Argavan een beetje
aan de buitenkant van de maatschappij lijken te staan, maar die daar volledig vrede mee hebben. Zij
geven vriendschap aan Argavan en vragen daar weinig voor terug.’

‘De liefde voor de familie, de heimwee naar het verleden, de geuren en de kleuren van het land waar
ze vandaan komt. Het komt allemaal heel direct binnen’

PAULA: ‘Connecties, diepgang – die vindt ze inderdaad ook bij Anna, een dove danseres, en de oude
Johan, die het geluid van bomen opneemt. Ze komen in haar winkel. Johan voor een casetterecorder,
Anna voor jurken om in te dansen. Het zijn mensen die Argavan willen begrijpen, haar binnenwereld
snappen omdat die van hen een beetje met de hare overlapt. Terwijl Argavan zich blijft verwonderen
over Nederland, vindt ze wat houvast bij hen. Vooral hoe ze met Johan omgaat vond ik heel leuk om
te zien, ik had wel meer scènes met hem willen lezen.’
ISTVAN: ‘Wat ik trouwens erg mooi gedaan vond was die verweving van het verleden met het
verleden. Naarmate het verhaal vordert komen we via goed geplaatste flashbacks steeds meer te
weten over de jeugd van Argavan en hoe die haar heeft gevormd tot de persoon die ze nu is. Vooral
de band met haar vader vond ik erg mooi beschreven. Over de liefde tussen hen en de latere
vervreemding vanwege zijn opiumverslaving. Het zijn niet alleen scenes waardoor je Argavan beter
leert begrijpen, maar ze zijn ook bijzonder mooi om te lezen. De liefde voor de familie, de heimwee
naar het verleden, de geuren en de kleuren van het land waar ze vandaan komt. Het komt allemaal
heel direct binnen.’

Eindoordeel

PAULA: ‘Een prachtig debuut dat leest als een sprookje. Sholeh Rezazadeh heeft een hele eigen toon
en schrijft poëtisch en nostalgisch zonder dat het geforceerd aanvoelt. Zoals Argavan zegt in het
boek, woorden beperken soms. Dat heb ik ook met dit boek, waarin alles zit inclusief slimme lijntjes
tussen gevoelens en gebeurtenissen (het omkappen van de bomen, bijvoorbeeld). Het is een beetje
zweven als je De hemel is altijd paarsleest, de toon van Rezazadeh is als zachte golven in de zee waar
je door meegevoerd wilt worden. Woorden beperken, maar Rezazadeh vangt ze in dit boek en mixt
ze met nostalgie, kwetsbaarheid en emoties. Ik vind het ongelofelijk knap geschreven. Ik heb er even
over nagedacht, maar ik denk dat ik dit boek vijf sterren geef. Als een boek zoiets met je doet, moet
dat wel.’

‘ Het is een beetje zweven als je De hemel is altijd paars leest, de toon van Rezazadeh is als zachte
golven in de zee waar je door meegevoerd wilt worden’

ISTVAN: ‘Ik kan me hier heel erg in vinden. Om de één of andere reden zweefde ik op een gegeven
moment heel erg naar de vijf sterren toe. Dat zit hem vooral in de bijzonder aangename dromerige
vertelstijl en in de prachtige associaties (die gekapte bomen waren inderdaad ook al zo’n mooi
voorbeeld) die in het boek zitten. En in de mooie personages die zo liefdevol door Sholeh worden

20
beschreven. De enige dissonant was de nuchtere Mees die dat alles een beetje doorbrak. Uiteindelijk
ga ik denk ik toch voor 4.5 sterren. Maar wat een bijzonder boek is De hemel is altijd paars.’

Bron: https://www.bookbreak.nl/boomer-millennial/de-hemel-is-altijd-paars-sholeh-rezazadeh/

21
Recensies boek 3
De heilige rita, Tommy Wieringa

Recensie 1

De heilige Rita is een grootse roman die knettert van ambitie

28 oktober 2017, 02:00

De kale knikker van de dandyeske Tommy Wieringa (1967) kun je onmogelijk nog wegdenken uit de
Nederlandse literatuur. En maar goed ook. Avontuurlijke boeken met een brede vleugelslag geeft de
schrijvende rugbyspeler ons, waarin stilistisch altijd iets op het spel staat.

Wars van boodschapperigheid roert Wieringa op allegorische wijze vaak prangende thema's aan. In
zijn laatste romans is migratie telkens een leidmotief. In Dit zijn de namen (2012) goot hij het
vluchtelingenthema in een wijdvertakt, haast apocalyptisch epos. Bij De dood van Murat Idrissi
(2017) wierp hij een nietsontziende blik op de praktijken van mensenhandelaren.

Migranten in allerlei maten en formaten zijn er opnieuw in De heilige Rita, de roman waarmee
Wieringa - na een eenmalig uitstapje naar Hollands Diep - zijn terugkeer naar De Bezige Bij inluidt.
Deze roman vol autobiografische humus knettert van ambitie. Dat voel je, ook omdat de welgemikte
formuleringen je van meet af aan om de oren vliegen. Tegelijk neemt Wieringa royaal de tijd om zijn
hoofdpersonages vlees op de botten te geven.

Het decor is een slaperig, tegen de Duitse grens aangekleefd Nederlands dorp waar geleidelijk de
halve wereld aanspoelt, van Russen tot Roemenen en van Chinezen tot Bulgaren en Polen, wat de
hiërarchie tussen de stugge dorpelingen overhoopgooit. Een troosteloze streek. 'Dat was de stand
van zaken in dit deel van het land: wel een wolf maar geen pinautomaat. Die hadden ze uit het dorp
weggehaald. Te weinig transacties.' Het landschap drukt zwaar op de hoofdpersonages. De auteur
geeft dit in wezen provincialistische verhaal met sprekend gemak een universele en, opnieuw, een
catastrofale dimensie.

Wieringa leidt ons binnen in het leven van Paul Krüzen, een slome vrijgezel die in de veengrond is
blijven steken en nooit geleerd heeft om voluit te dromen, al is hij 'een man die een gelukkige van
een ongelukkige dag wist te onderscheiden'.

Zijn nering in militaire artefacten en soldatenkostuums levert hem een goeie duit op. Maar met de
vrouwen lukte het nooit. Bovendien ging zijn moeder ervandoor met een avontuurlijke Rus, die bijna
de dood vond in de nabije akkers en vervolgens schoorvoetend in huis werd opgenomen. 'Zijn naam
was Arthur Rubin en hij was uit het Rijk van het Kwaad ontsnapt in een sproeivliegtuigje.'

Paul blijft vanaf zijn 8ste alleen met zijn vader achter. Ze zijn op elkaar aangewezen en Paul zal de
zieke man later plichtsbewust verzorgen. De avonden slijten Paul en zijn kompaan, de kruidenier
Hedwiges Geerdink, in een Chinees eethuis annex biljartcafé of net over de grens, in Club Pascha, het
bordeel van de lepe ex-klasgenoot Laurens Steggink. Daar valt Paul geregeld in de armen van de
goedige prostituee Rita. 'Wie meende dat liefde waar je voor betaalde niet kon bestaan, kende hun
vurige harten niet.'

22
Niet zomaar is de Heilige Rita van Cascia de patroonheilige van Mariënveen. Zij ontfermt zich over
alle hopeloze kneusjes. Toch maakt de roman pas echt vaart wanneer Hedwiges Geerdink overvallen
wordt en dommig zijn bijeengeschraapte fortuin verspeelt. Dan nemen vijandschap en doodsangst
de overhand.

Wieringa verkneukelt zich in De heilige Rita in raak getroffen taferelen in uitbundig coloriet, gebracht
met achteloos vertelplezier en grimmig komische toetsen. Wat wordt hier niet allemaal losgewoeld?
Verwrongen vader-zoonverhoudingen én de geschiedenis van een dorp waar niemand de moderne
tijd buiten kan houden. Het verdriet om een verdwenen moeder. Het seksuele ontluiken aan de hand
van Emmanuelle en vervolgens levenslange frustraties. Sluimerend geweld en geestdodende
eenzaamheid. En opnieuw dat stuiteren tussen culturen, het schuifelende onbegrip en een vliegtuig
als symbool voor de ontsnapping naar een beter leven.

Wieringa duikt diep in de geschiedenis van zijn geboortestreek en etaleert daarbij zowel een
facettenoog voor het grote als het kleine. Tragiek en teleurstelling liggen voortdurend op de loer,
uitmondend in 'de lamentatie van een achterblijver'. Of in paranoia. De verhouding tussen vader
Aloïs en zoon Paul zet hij pakkend neer, net als die tussen Paul en de geïsoleerde Hedwiges, die na
het verlies van zijn fortuin waanideeën cultiveert.

Dat Wieringa pas laat in het boek de plotlijnen laat ontbranden, zij hem vergeven. 'Van sommige
dingen is de afloop van meet af aan duidelijk, maar toch blijf je kijken, alleen omdat je wilt weten hoe
die zich zal voltrekken', lezen we ergens. Dat kan tellen als richtingaanwijzer. Duidelijk is dat 'de
knuppels' in Mariënveen zich nooit boven hun geboortegrond zullen verheffen. Aan deze minuscule,
gehavende levens onttrekt Tommy Wieringa een zintuiglijk boek, geschreven met jaloersmakende
stilistische precisie en in hallucinerende taal.

Bron: https://www.volkskrant.nl/cultuur-media/de-heilige-rita-is-een-grootse-roman-die-knettert-
van-ambitie~bd08403a/

23
Recensie 2

'De heilige Rita’ van Tommy Wieringa is een ode aan het Twentse land

29 oktober 2017, 14:49

Tommy Wieringa brengt in ‘De heilige Rita’ een ode aan de te diep gewortelden voor wie de wereld
te sterk verandert.

Een sproeivliegtuigje stort neer in een maïsveld vlakbij de grens met Duitsland. Aan boord een Rus
die van ver achter het IJzeren Gordijn is gekomen met zijn krakkemikkige kist. De zwaargewonde
piloot wordt door boer Aloïs Krüzen, samen met diens vrouw en zoontje Paul, een tijdlang verzorgd
op de boerderij. Een Rus in de keuken, het zorgt voor opschudding in Mariënberg, een dorp waar
nooit iets gebeurt.

In zijn nieuwe roman ‘De heilige Rita’ keert Tommy Wieringa terug naar Twente, de streek waar hij is
opgegroeid. Het is ook een korte terugkeer naar een geliefd thema uit zijn doorbraakroman ‘Joe
Speedboot’: de vliegmachine, symbool van stuwkracht en levenslust. Niemand schrijft over vliegen
zoals Wieringa (‘het licht van achteren leek hem voort te duwen door de koude hemel’) en weinigen
sleuren de lezer zo dwingend een landschap in dat tegelijk bekend en mythisch aandoet: “Het lover
van de bosrand bolde zwanger en de snijmaïs op de es stond hoog.”

Krimpregio

Veertig jaar na de crash zorgt Paul Krüzen op dezelfde oude Saksische boerderij voor zijn vader Aloïs.
De Rus is allang met de noorderzon vertrokken, met Pauls moeder in zijn kielzog. Vader en zoon
moeten er het beste van zien te maken. Het lommerrijke grensland is veranderd in een krimpregio,
een streek waar je zo snel mogelijk uit vertrekt als je wél iets kan. Waar je een wolf kunt aantreffen,
maar geen pinautomaat.

Na de Rus kwamen de Chinezen in Mariënberg, zij bleven langer met hun restaurants, maar ook zij
‘wortelden ondiep’. Wel diep geworteld zitten Paul Krüzen en zijn beste vriend en vroegere
klasgenoot Hedwiges Geerdink. De laatste is kruidenier van het ouderwetse soort die in zijn haveloze
winkel behalve blikjes Unox smeerworst en slagroomspuiten haast niets meer verkoopt. Paul is
handelaar in curiosa, militaire uniformen en oud wapentuig. ‘Curosia’ staat er per ongeluk op het
uithangbord voor de boerderij. Paul laat het er maar bij. Wekelijks bezoekt hij de Thaise prostituee
Rita in een bordeel net over de grens, gerund door Steggink, ook oud-klasgenoot maar niet bepaald
een vriend: “Steggink had geen biografie maar een strafblad.”

‘De heilige Rita’, patrones van de hopeloze gevallen, het is duidelijk dat er voor haar werk aan de
winkel is in Mariënberg. De vrouw als hoer en heilige, het is een loei van een cliché, maar het stoort
in dit verhaal gelukkig niet. Dat komt omdat de blik is gericht op die hopeloze gevallen, op hen die
haken naar de troost en (valse) hoop die Rita hun kennelijk biedt. Zijzelf is een ijle aanwezigheid, een
droombeeld, in stand gehouden door de verliezers in deze roman: machteloze, eenzame mannen.

Solitair levend prooidier

24
Hedwiges verloedert en doet er niets aan, Paul zit vastgeklonken aan zijn oude spulletjes en aan zijn
oude vader, die - o symboliek - met een beenwond zit die niet wil helen. Paul is een ‘solitair levend
prooidier. Hazenhart.’

Als Hedwiges op gewelddadige wijze wordt beroofd van zijn laatste centen voelt Paul de noodzaak in
actie te komen. In de maffiose Steggink denkt hij de dader te herkennen, of liever, in de Rus die
Steggink in dienst heeft als uitsmijter. Een Rus, na al die jaren, zoeter kan wraak niet zijn. Paul daagt
Steggink en zijn Rus uit, maakt oude pistolen gebruiksklaar en verandert zijn boerderij in een vesting.
Ach hemel, goede Rita, denk je, ora pro nobis.

In ‘De heilige Rita’ is Wieringa’s stijl krachtiger en geconcentreerder dan ooit. Nog steeds voel je dat
hij het graag heel mooi wil doen (het barokke ‘Caesarion’ en het cerebrale ‘Dit zijn de namen’ leden
soms onder die drang), maar al piepen de banden af en toe, uit de bocht vliegen doet hij nergens.
Dat komt omdat alle beelden en alle taferelen stevig verankerd zitten in de thematiek.

Klopt allemaal

Het klopt allemaal, het voelt alsof het boek uit één brok steen is gehouwen. Memorabel is de scène
waarin de neergestorte Rus het middelpunt van een uitzinnige carnavalsoptocht wordt, in zijn
opgekalefaterde vliegtuigje op een platte kar gehesen. De nieuwe tijd én de eigen ondergang worden
hier gelijktijdig en geheel onbewust gevierd door dorpelingen.

Ook de natuurbeelden zijn schitterend getekend, Wieringa kent dit land als zijn broekzak, dat merk je
aan alles, hier wortelt zijn schrijverschap. Een komisch contrapunt vormen de talloze referenties aan
culturele rudimenten uit de jaren zeventig (van Croma tot Opel Kapitän, van Pinkeltje tot Emanuelle)
en Twents provincialisme (‘Wat nou, bi-j neergestort?’). Die wereld is allang teloorgegaan, zelfs
Grolsch is een Japans biertje geworden, verzucht men in de kroeg.

Losers

In ‘Joe Speedboot’ stond Wieringa aan de kant van hen die het leven aan durven vallen, in ‘De heilige
Rita’ sympathiseert hij met de losers die niet meer meedoen. De Rus, de Chinezen, de Poolse
installateur, zij bezitten wel die levenskracht en het instinct zich aan te passen. Maar wie te diep
wortelt kan nooit meer weg, zoals de reusachtige lindenboom voor de boerderij van de Krüzens.

Hoewel je de schrijver bij monde van zijn hoofdpersoon met huivering hoort spreken over de nieuwe
tijd, waarin de dieren uit de wei zijn verdwenen en zelfs de zieken enkel oog hebben voor hun
smartphone, zwelgt deze roman niet in nostalgie. ‘De heilige Rita’ is een ode aan het Twentse land,
maar boven alles is het een grappig en ontroerend pleidooi voor mededogen. Mededogen met hen
die geworteld zijn en niet meer kunnen bewegen in een snel veranderende wereld - de hopeloze
gevallen.

25
Bronnen
1. Volkskrant. (21 februari 2020). Beklagenswaardige vrouwen in de Oost. Geraadpleegd via
https://www.volkskrant.nl/cultuur-media/beklagenswaardige-vrouwen-in-de-oost~b72cf0ea/

2. Conserve. (z.d.). Lichter dan ik. Geraadpleegd via


https://www.conserve.nl/conserves-leessite/lichter-dan-ik/

3. De Reactor. (11 oktober 2021). De hemel is altijd paars - Sholeh Rezazadeh. Geraadpleegd via
https://www.dereactor.org/teksten/de-hemel-is-altijd-paars-sholeh-rezazadeh

4. BookBreak. (23 juni 2021). De hemel is altijd paars - Sholeh Rezazadeh. Geraadpleegd via
https://www.bookbreak.nl/boomer-millennial/de-hemel-is-altijd-paars-sholeh-rezazadeh/

5. Volkskrant. (28 oktober 2017). De heilige Rita is een grootse roman die knettert van ambitie.
Geraadpleegd via https://www.volkskrant.nl/cultuur-media/de-heilige-rita-is-een-grootse-roman-die-
knettert-van-ambitie~bd08403a/

6. Trouw. (29 oktober 2017). De heilige Rita van Tommy Wieringa is een ode aan het Twentse land.
Geraadpleegd via https://www.trouw.nl/nieuws/de-heilige-rita-van-tommy-wieringa-is-een-ode-aan-
het-twentse-land~b22f443a/

7. Groene. (4 oktober 2023). 21 vragen aan Tommy Wieringa. Geraadpleegd via


https://www.groene.nl/artikel/21-vragen-aan-tommy-wieringa

8. Trouw. (23 december 2019). Tommy Wieringa: 'Ik heb liever een moeder dan een boek.'
Geraadpleegd via https://www.trouw.nl/cultuur-media/tommy-wieringa-ik-heb-liever-een-moeder-
dan-een-boek~bbd9b795/?referrer=https://www.google.com/

9. NieuwWij. (5 augustus 2021). Sholeh Rezazadeh: Het Oosten verstaat wellicht de kunst van het
leven beter. Geraadpleegd via https://www.nieuwwij.nl/interview/sholeh-rezazadeh-het-oosten-
verstaat-wellicht-de-kunst-van-het-leven-beter/

10. De Correspondent. (5 juni 2021). Vijf jaar geleden sprak deze romanschrijver nog geen woord
Nederlands, nu debuteert ze in die taal. Geraadpleegd via https://decorrespondent.nl/12429/vijf-
jaar-geleden-sprak-deze-romanschrijver-nog-geen-woord-nederlands-nu-debuteert-ze-in-die-taal/
83f90473-5f23-0c98-3752-049266d50508

11. Trouw. (22 april 2020). Dit wilden Trouw-lezers weten van schrijfster Dido Michielsen over haar
boek Lichter dan ik. Geraadpleegd via https://www.trouw.nl/cultuur-media/dit-wilden-trouw-lezers-
weten-van-schrijfster-dido-michielsen-over-haar-boek-lichter-dan-ik~b042f5ea/

12. Boekenkrant. (22 maart 2020). Interview Dido Michielsen. Geraadpleegd via
https://boekenkrant.com/interview-dido-michielsen/

26
27

You might also like