Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 4

HOOFDSTUK 4: NAZISME

1. voorgeschiedenis
- 2 tijdsvlakken = Gay/Roaring Twenties  Dirty Thirties
- jaren 20’ = cliché (USA)  harde realiteit (EUROPA)
 Na WOI verkoopt USA veel goederen aan EUROPA
o economische grootmacht = niet gevochten op Amerikaans grondgebied
o uitbreiding steden = getto’s en veel armen
→ °KKK door migratie-invloed = extreem rechtse groep tegen African Americans
o periode van drooglegging = verbod op alcohol
→ nog nooit zoveel alcohol gedronken en °maffia
 na WOI trauma’s, Spaanse griep, verwoeste steden in Europa
- schuldendriehoek
 Duitsland (WOI) = keizer treedt af
→ °democratische staat = Weimarrepubliek
 Herstelbetaling aan Europa voor heropbouw
o Duitsland economisch blut = konden herstelbetalingen niet aan
o Europa oorlogsleningen van USA terugbetalen = blut door verwoeste steden
 oplossing = Dawesplan
→ USA leent geld aan Duitsland = economisch sterker
→ Duitsland kan Europa herstelbetalingen geven = Europa kan heropgebouwd worden
→ Europa kan oorlogsleningen van USA terugbetalen
 afschaffing Dawesplan door beurscrash van Wallstreet
→ Duitse economie onderuit (geen geld USA)
→ Europese economie onderuit (geen herstelbetalingen)

2. polarisatie Weimarrepubliek
- voor WOI al antisemitisme, nationalisme, …
- gevolgen WOI
 Novemberrevolutie (11/11/1918) = opstand door oorlog en slechte economie
 staatsgreep en °Weimarrepubliek
 Dolkstootlegende = oude machthebbers van Duitsland zeggen dat Duitsland op punt stond te
winnen, maar ze zijn verraden
→ Weimarrepubliek (democratische socialisten)
→ Joden
→ communisten
 Spartakus bond (communisten) = poging tot staatsgreep in 1919
→ tegengehouden door Duitse leger
→ gesteund door Freikorpsen = extreem rechtse soldaten als vrijwilliger in WOI
 Freikorpsen = idee om staatsgreep te plegen (Kapp-putsch)
 Verdrag van Versailles
o herstelbetalingen = slechte Duitse economie
→ veel frustraties bij Duitsland (ook bij de rest van Europa)
o bezetting Ruhrgebied (economisch hart) = Frankrijk en België vallen Duitsland binnen
→ steenkool rechtstreeks naar Frankrijk en België
→ Duitsland roept op tot een staking (stalkerloon uitbetalen)
 geld bijdrukken zodat de Duitse economie beter wordt
o °hyperinflatie (1923) = waarde van geld is niets meer waard
3. opkomst en machtsgreep
- Adolf Hitler (Oostenrijker)
 vrijwilliger in WOI voor Duitsland
 aansluiting bij DAP (Deutsche Arbeit Partei)
 valt op door zijn retorisch talent
 maakt er NSDAP van (Nationalsozialistische Deutsche Arbeit Partei)
→ logo = hakenkruis (geluksteken)
o ° Sturmabteilung (SA) = knokploeg voor beveiliging, terreur, intimidatie enz.
→ bruinhemden
→ o.l.v. Röhm
o ° Schutzstaffeln (SS) = tweede knokploeg voor lijfwacht (later elitetroepen)
→ zwarthemden
→ o.l.v. Himmler
→ Wehrmacht >< Waffen-SS
- Bierkellerputsch (1923) = poging tot staatsgreep van Hitler
 tijdens de hyperinflatie
 NSDAP ontbonden en Hitler veroordeeld
→ Mein Kampf geschreven in gevangenis
(Joden weg uit Duitsland, gebiedsuitbreiding Duitsland, inzetten op oorlog en militarisme)
 dieptepunt voor Hitler (door het Dawesplan verbetert de economie)
- beurscrash van 1929 = Hitler slaat opnieuw toe

4. doorbraak en machtsgreep
- heroprichting van NSDAP en doet mee aan verkiezingen
 afschaffing democratie
 2 grootste aandachtspunten
o werk en voedsel (economische herstelling)
o verdrag van Versailles afschaffen
 economisch plan = militaire fabrieken bouwen
- na WOI = losercomplex van Duitsers (niet trots om Duitser te zijn)
→ Hilter = Duitsers zijn een deel van een groep en moeten trots zijn
 samenhorigheid en groepsidentiteit
- NSDAP gedwongen tot coalitie (33% stemmen)
→ moest 50% hebben voor afschaffing van democratie
- Hitler wordt bondskanselier (1ste minister)
- stichting brand in Reichstag op 27/02/1933 (= parlementsgebouw van Duitsland in Berlijn)
 stichter = Marinus Van de Lubbe van communistische partij
 Hitler = kans om macht te grijpen
 dilemma (ofwel steun je NSDAP ofwel steun je de communisten?)
- het parlement laat 2 wetten erdoor stemmen
 rijksdagverordering = afschaffing van vrijheden in de grondwet
 machtigingswet = afschaffing van trias politica (wetten opgesteld door regering)
- °Das Dritte Reich van 1933 (Nazi-Duitsland)
4. Gleichschaltung (= Nazificering)
- politiek
 eenpartijstaat = een lidkaart van de NSDAP nodig om carrière te kunnen maken
 Gestapo = geheime dienst
o intimidatie, controle, repressie
o leiders = Himmler en Heydrich
 Nacht van de Lange Messen (30 juni 1934)
o SA wordt populair
o Wehrmacht (gewone leger van Duitsland + SS) voelt zich bedreigd
→ hij kiest voor Wehrmacht i.p.v. de SA
o belangrijke mensen van de SA worden vermoord
→ de rest sluit zich aan bij de Wehrmacht
 Führerprinzip = iedereen gehoorzamen aan de Führer
 oprichting 1ste concentratiekampen van 1933
→ allereerste gevangenen waren politieke vijanden
→ zware arbeid leveren en indoctrineren
- cultuur
 Goebbels = minister van propaganda en onderwijs
 propaganda = radio met toespraken van Hitler en propagandafilms maken
→ Leni Riefenstahl met Triumph des Willens (vogelperspectief en kikkerperspectief)
 censuur = zware lijst met verboden literatuurlijst
→ boekenverbranding door Gestapo
→ communistische boeken, Joodse en homoseksuele auteurs
 onderwijs = propaganda en censuur
o begin van de dag = groet aan de Führer
o vraagstukken Hitler geïnspireerd
o aanbrengen van antisemitisme = lessen over het Joodse ras
 moederkruis = prijs voor vrouwen (brons, zilver en goud)
→ kweekfabrieken = meer volk, groter leger en uitbreiding superieure ras
 vrouwenbeweging BDM (Bund Deutscher Mädel) = goede vrouwen gaan kweken
o hoe moet een goede vrouw zijn?
o fysieke activiteiten = moest veel kinderen kunnen brengen
 jeugdbeweging Hitlerjugend = officieren van morgen gaan kweken
o oorlogstactieken aanleren
o mindere opleiding wanneer ze in het leger moesten
o tijdens verdediging van Berlijn ingeschakeld voor bescherming
 entartete kunst = verboden kunst
o een akte hoe kunst eruit moet zien
o modernisme, Joodse en homoseksuele kunst is geen kunst volgens Hitler
o tentoonstellingen gratis voor mensen om te zien
o kracht van het Duitse volk uitdragen (idealiseringen, hoekig)
 sport = Fürherprincip toegepast
o voor wedstrijd Hitlergroet
o olympische spelen in 1936 in Berlijn
→ Jesse Owens was geen Duitsers en won alles
→ gezichtsverlies voor Hitler
- economie
 Herman Göring = minister van economie
 staatsinterventie
o protectionisme = eigen economie beschermen van negatieve invloeden van buitenaf
o autarkie = zelfvoorziening van de economie (voor de oorlog die zal komen)
 grote staatswerken zware industrie en herbewapening
o autobanen
o spoorwegen
o militaire fabrieken
 extra werkgelegenheid
 staatsschuld van 13 naar 50 miljard
 afschaffing van alle vakbonden buiten Deutsche Arbeitsfront
→ onder controle van de NSDAP
o nooit stakingen
o kraft durch freude = organisatie die op een positieve manier arbeiders hard doen werken
→ beloningen voor goede werkhouding
→ ontwikkeling auto voor gewone volk (Volkswagen)
o welvaart en vrede

- sociaal
 fascisme en racisme
o ariosofie = wetenschappelijke leer waarbij het Arisch ras superieur is tegenover andere
rassen en daarbinnen de Germaanse volk het meest superieur is
→ makkelijk herkenbaar = blond haar, blauwe ogen en atletisch gebouwd
o sociaal-darwinisme = binnen de menselijke soort bestaan er verschillende rassen die in
onderlinge strijd zijn met elkaar, de superieure rassen zijn beter aangepast en hebben meer
overlevingskansen dan inferieure rassen
→ inferieuren (psychiatrische patiënten, handicappen) moeten worden uitgeschakeld
→ anders nemen de inferieuren de overhand
o lebensborn = kweekfabrieken om het Arische ras te promoten
→ de meeste Arische van de SS werden naar de lebensborn kliniek gestuurd en vrouwen
werden verkracht om kinderen te produceren
o aktion T4 = project waarbij Duitse burgers met psychologische aandoening of gehandicapten
gebruikt worden als proefpersoon om technieken te zoeken om zoveel mogelijk mensen uit
te roeien
→ geen functie en kosten de maatschappij alleen maar geld
o lebensraum = Germanen hebben meer ruimte nodig (expansionisme)
→ uitbreiding richting het Oosten (Sovjet zijn Slavische volkeren = inferieure mensen)
→ kruistocht Germanen >< Slaven
→ duivelspact met Stalin

You might also like