Odisee - Studiegebied: Onderwijs

Educatieve Bachelor in het onderwijs:

Lager onderwijs
LESFICHE

Student Naam: Anissa El Magnouzi Klasgroep: 1Balo/B

Stage School: Voorzienigheid Leerjaar: 4de leerjaar
Naam mentor: Valerie Staelens
Activiteit Datum: 20 februari 2024 Uur: van 14u30 tot 15:10
Aantal lln: 14

ALGEMEEN LUIK
Leergebied en domein:

Nederlands - Taal

Onderwerp:

Onderwerp en persoonsvorm herkennen en aanduiden

Situering leerplan: KOV / OVSG / GO! (onderstreep wat van toepassing is

TOtn2: Nadenken over de belangrijkste aspecten van het taalsysteem. Daarbij taalbeschouwelijke
termen gebruiken
De leerlingen reflecteren op de betekenis van de informatie die gegeven wordt door andere zinsdelen
dan de persoonsvorm en het onderwerp.

Bronnen:
Scoodle
Computermeester.nl
Klascement
Bib

Materiaal:
Kopieën van de prentenboekjes
Werkboek pg. 21-23

Beginsituatie
Lesfiche | 1
- op onderwijsniveau:
Onderwerp en pv herkennen en aanduiden in een zin.
Onderwerp linken met de: (over) wie of wat vragen.
Persoonsvorm? De leerlingen gaan een ja/nee vraag maken van hun zin.

- op ervaringsniveau:
Basisbegrip van onderwerpen en persoonsvormen, maar mogelijk met variërende niveaus van begrip
en vaardigheid. Ze zouden al bekend moeten zijn met het concept van onderwerpen en
persoonsvormen, maar kunnen nog steeds moeite hebben met complexere aspecten of
uitzonderingen.
De leerlingen bouwden zinnen nog voor ze het concept van onderwerp en persoonsvorm begrepen.

Doel(en) van de les

- De leerlingen zien in dat een persoonsvorm uit meer dan 1 woord kan bestaan.
- De leerlingen kunnen de w-vragen vinden vanuit de rest van de gegeven zinnen.
- De leerlingen zien in dat het onderwerp het zinsdeel is dat met de persoonsvorm
overeenstemt.

Lesfiche | 2
 LESVERLOOP

Tijd Leerinhoud Onderwijsleeractiviteiten

in min
10 min 1. Aanknoping Beginsituatie onderzoeken / Herhalen (onderstreep wat van toepassing is)
Didactische werkvorm:
SAM Groeperingsvorm: klassikaal / individueel / duo’s / groepjes van … (onderstreep / vul aan wat van toepassing is)
Hij verkent de wereld en zoekt naar schatten. Organisatie:
Sam Situatie ter verfrissing van het o en pv
Situatie desnoods op het bord geschreven (als een leerling niet goed had geluisterd naar de situatie)
Kernvragen/-opdrachten:
vindt Stel je voor dat je een film kijkt waarin de hoofdrolspeler, laten we hem Sam noemen, een avontuur beleeft. Sam
is een dappere ontdekkingsreiziger die de wereld verkent op zoek naar verborgen schatten. Nu, laten we eens
goed kijken naar hoe we over Sam praten in dit verhaal.
“Wie gaat er op avontuur?”
“En wat doet Sam?”
Hier komt het interessante deel. Laten we kijken naar de zin: “Sam vindt een oude schatkist.” Welk deel van de
zin vertelt ons wie de actie uitvoert, oftewel het onderwerp?
En welk deel van de zin vertelt ons wat Sam doet, de persoonsvorm?
Dus, in elke zin hebben we een onderwerp dat de actie uitvoert en een persoonsvorm die de actie beschrijft.
Vandaag gaan we dieper in op hoe we deze twee belangrijke delen van een zin kunnen identificeren en begrijpen.
2. Leskern Verwerving / Verwerking / Verwerving én verwerking / Evaluatie (onderstreep wat van toepassing is)
Stap 1: vreemde geluiden in het bos Didactische werkvorm:
Groeperingsvorm: klassikaal / individueel / duo’s / groepjes van … (onderstreep / vul aan wat van toepassing is)
Door uit de zin een ja/nee vraag te halen. Organisatie:
Over wie of wat gaat het? De leerlingen nemen hun handboek op pagina 21
Kernvragen/-opdrachten:
Onderwerp Pv Jullie zien een prentenboek met 5 zinnen. De bedoeling is nu dat jullie uit deze 5 zinnen, de persoonsvormen en
Myriam en An Wandelen de onderwerpen gaan halen. Hoe vind je nu weer jouw persoonsvorm? En het onderwerp?
We hebben een tip gekregen. Ilyas, kan jij de gele balk eens lezen?
Het donkere bos Ziet en uit
Materiaal:
De meisjes Horen Differentiatie:
Een grote schuur Staat
Ze Gaan en binnen
Stap 2: over boeken en verhalen Verwerving / Verwerking / Verwerving én verwerking / Evaluatie (onderstreep wat van toepassing is)
Didactische werkvorm:
/Bedenkt/ een moedige auteur/ Groeperingsvorm: klassikaal/ individueel / duo’s / groepjes van … (onderstreep / vul aan wat van toepassing is)
Wat, waar, waarmee of wanneer Organisatie:
Ik maak 1 oefening klassikaal en de rest doen ze individueel.
Kernvragen/-opdrachten:
Jullie mogen zoals de vorige oefening het onderwerp en pv van elke zin zoeken.
Wie weet hoe we bij de eerste zin de pv vinden? En het onderwerp? Nu gaan we vanuit de rest van de zin zoeken
of we deze w-vragen kunnen beantwoorden.
Lesfiche | 3
Tijd Leerinhoud Onderwijsleeractiviteiten
in min
(We hebben hier al 1 w-vraag gebruikt nml. “Wie”) Welke andere w-vragen gaan we zoeken in onze zinnen?
Materiaal: het bord
Differentiatie:

Stap 3: verzinnen maar! Verwerving / Verwerking / Verwerving én verwerking / Evaluatie (onderstreep wat van toepassing is)
Didactische werkvorm:
Eigen antwoord Groeperingsvorm: klassikaal / individueel / duo’s / groepjes van … (onderstreep / vul aan wat van toepassing is)
Organisatie:
Bedenk een originele titel (zin) waar het een antwoord geeft op elke vraag.
Kernvragen/-opdrachten:
Wanneer jullie klaar zijn krijgen jullie elke een pagina van een prentenboek naar keuze. Jullie gaan 3 zinnen kiezen
uit de gekozen prentenboek en deze 3 zinnen aanpassen zodat je in elke zin duidelijk kunt lezen waar en wanneer
het gebeurt.
Materiaal: kopieën prentenboek
Differentiatie:

3. Afronding Productevaluatie / Procesevaluatie/ Afsluitende activiteit (onderstreep/ vul aan wat van toepassing is)
Naar huis!! Didactische werkvorm:
Groeperingsvorm: klassikaal / individueel / duo’s / groepjes van … (onderstreep / vul aan wat van toepassing is)
Organisatie:

Kernvragen/-opdrachten:

Materiaal:

Lesfiche | 4
Bordschema/ Ruimtegebruik

Lesfiche | 5
Werkbladen (indien van toepassing)

Lesfiche | 6