De Systematiek Van Wetnoteren

You might also like

Download as doc, pdf, or txt
Download as doc, pdf, or txt
You are on page 1of 2

Tbv Inleiding Recht. Algemene uitgangspunten om je te helpen hoe je een wetsartikel noteert.

Algemeen Kluwer collegebundel bestaat uit twee delen, die qua indeling overeenkomen met de klassieke indeling in rechtsgebieden (privaatrecht en publiekrecht). In deze delen is een aantal verschillende rubrieken opgenomen, en een uitvoerig register. In een rubriek kunnen, behalve de wet waarvan in de verkorte inhoudsopgave de naam staat weergegeven (bijv.: VII Grondwet c.aI.) nog andere wetten opgenomen zijn. De wetten binnen een rubriek hebben een eigen nummer. De Grondwet heeft bijvoorbeeld nummer VII.2. Als je een artikel uit een wet aanhaalt, bijvoorbeeld art. 38 van de Grondwet, dan moet je het artikelnummer en de naam van de wet te noemen, dus art. 38 Grondwet. De rubriekindeling van de Kluwer is in dit verband niet van belang. Deze dus ook niet gebruiken in verwijzingen: dus NOOIT verwijzen met art.38 VII.2 als je art. 38 van de Grondwet bedoelt. Op het omslag van elk deel van de Kluwer Collegebundel is vermeld privaatrecht of publiekrecht.Daarnaast is er in elk deel een volledige alfabetische register, dat kan helpen bij het zoeken van wetten en wetsartikelen. De Kluwer heeft de volgende ingangen die je kunnen helpen om te zoeken: 1. Het volledige algemeen alfabetisch register achterin in elk deel. 2. De verkorte (en even verder de uitgebreidere) inhoudsopgave en de alfabetische inhoudsopgave voorin in elk deel. 3. De inhoudsopgaven aan het begin van de rubrieken . De verwijzing naar wetsartikelen De wijze waarop in de Kluwer de wetten zijn genummerd is slechts bedoeld voor het opzoeken van wetten. Dit geldt ook voor de meeste afkortingen die worden gebruikt voor de wetten. Als je een wet aanhaalt moet je dus niets aantrekken van de nummering of paginanummering van Kluwer of welke andere wettenverzameling dan ook. Dus alleen de naam van de wet en de betreffende artikelen vermelden bij beantwoording van vragen. De belangrijkste eenheden binnen een wet of wetboek zijn de artikelen. Deze zijn doorlopend genummerd. Vaak is een artikel weer onderverdeeld in leden. Leden kunnen weer uiteenvallen in nog kleinere onderdelen. Deze laatste worden aangegeven met letters (a, b) of cijfers (1, 2). Dit wordt vaak aangeduid met sub a, b etc. Vb De Faillissementswet kent een art. 288, dat op zijn beurt een viertal leden kent. Lid 1 kent weer een sub a tot en met c. Wanneer u lid 1, sub a uit de Faillissementwet wilt aanhalen, doe je dat zo: art. 288 lid 1, sub a van de Faillissementswet.

De wetsartikelen zijn vaak ondergebracht in allerlei verbanden, die voorzien zijn van dikker gedrukte opschriften. De benamingen hiervan zijn verschillend. Zo komt u paragrafen, afdelingen, titels, hoofdstukken en boeken tegen. De Wegenverkeerswet 1994 is bijvoorbeeld onderverdeeld in hoofdstukken en paragrafen, de Faillissementswet in afdelingen en paragrafen, en het Burgerlijk Wetboek in boeken, titels en afdelingen. Als je de hele eerste afdeling wilt aanhalen van de Faillissmentswet, dan schrijft je: Afdeling 1 Faillissementswet. Wilt je slechts art. 1 uit Afdeling 1 aanhalen, dan schrijf je: art. 1 van de Faillissementswet. Dus haal zo specifiek aan als nodig is. Soms is het van belang dat twee wetsartikelen in samenhang gelezen worden. Om dat aan te geven gebruikt je de afkorting jo. (juncto). Voorbeeld: diefstal is geregeld in art. 310 Wetboek van Strafrecht (Sr) en de poging in art. 45 Sr. Poging tot diefstal wordt dan art. 310 jo. 45 Sr. De volgorde van de artikelen doet er niet toe. Als je meer op elkaar volgende artikelen wilt aanhalen kunt je dat zo doen : Artikelen 1 tot en met 5 Grondwet of artt. 1-5 Grondwet. De afkorting artt. geeft aan dat meer dan n artikel wordt aangehaald. Wat indien een wet uit meer boeken bestaat? Het Burgerlijk wetboek, bestaat uit meerdere boeken. In ieder boek van het Burgerlijk Wetboek wordt een deelgebied van het burgerlijk recht geregeld (Boek 1: Personen- en Familierecht, Boek 2: Rechtspersonen, enz.). Bij het verwijzen naar artikelen uit de boeken van het Burgerlijk Wetboek moet je dus ook het boeknummer te vermelden. De reden waarom ook de boeknummers vermeld moeten worden, is dat elk boek weer met een art. 1 begint te nummeren. Zo haalt men bijvoorbeeld art. 162 uit Boek 6 BW als volgt aan: art. 6:162 BW. Dit principe wordt ook bij andere wetten gebruikt als de nummering van onderdelen steeds weer bij 1 begint, zie de hoofdstukken van de Algemene wet bestuursrecht (afgekort Awb). Verder heeft een aantal wetten een eigen citeertitel. Zo bepaalt de Wet gemeenschappelijke regelingen in art. 140: Deze wet kan worden aangehaald als Wet gemeenschappelijke regelingen. Het spreekt voor zich dat in zon geval je gebruik moet maken van de citeertitel bij een referentie naar (een artikel van) die wet. Dus art. 140 van die wet wordt aangehaald als: art. 140 Wet gemeenschappelijke regelingen. gebruikte afkortingen van de wet Vaak hanteert de uitgever voor wetten een afkorting. In Kluwer Collegebundel staan de afkortingen (als ze er zijn) onderaan de bladzijden van de betreffende wet. Bij de HEAO wettenbundel ( wolters noordhof) worden bij de tabladen afkortingen gebruikt. Deze afkortingen zijn niet altijd de algemeen gebruikelijke afkortingen, maar zijn specifiek voor de uitgever. Om te weten wanneer afkortingen algemeen gebruikelijke afkortingen zijn, moet je kijken in handboeken en tijdschriften of op internet. Wanneer je daar steeds dezelfde afkorting voor een wet tegenkomt, duidt dat erop dat dit een ingeburgerde afkorting is en mag je die ook gebruiken. Zo wordt de Algemene wet bestuursrecht algemeen aangeduid met de afkorting Awb. Het Burgerlijk Wetboek heeft als algemeen gebruikelijke afkorting BW. Het Wetboek van Strafrecht wordt afgekort als Sr, het Wetboek van Strafvordering als Sv. Het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering wordt meestal aangeduid met Rv. Vele andere wetten moet je voluit aanhalen. Je kunt dan gebruikmaken van de hiervoor genoemde citeertitel die vele wetten kennen. Een voorbeeld is art. 86 Wet Werk en Bijstand

You might also like