Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 2

H01H3 Bouwfysica

04. WARMTE - STRALING


KLASTOEPASSINGEN
SLIDE 9
Toepassing: Waarom zijn UV, ZL en IR belangrijkst in warmtestraling ?
De frequenties van infrarood/zichtbaar/ultraviolet licht sluiten (het) dicht(st) aan bij
de frequenties van de energietransities van electronen (ultraviolet & zichtbaar) of
atomen en moleculen (zichtbaar & infrarood), en deze stralingstypes worden dus
het makkelijkst geabsorbeerd. Langere golflengtes (micro-/radiogolf) interageren
minder met electronen/atomen/moleculen: radiogolven gaan bv. gewoon door de
materie heen, zonder thermische interactie. Kortere golflengtes (gamma-/x-stra-
len) leiden tot destructie van atomen en moleculen, en zijn dus thermisch niet be-
langrijk. Complementair is er ook de vaststelling dat de natuurlijke stralingsbron-
nen (zon en omgeving) vooral straling in ultraviolet/zichtbaar/infrarood uitzenden,
de andere vormen zijn secundair.

SLIDE 13
Toepassing: Rangschikking van stralers met blauw/geel/rood licht ?
Blauw is het warmst, geel ligt in het midden, rood is het koudst. Zie daartoe slide
11, waar je uit afleidt dat de dominante golflengte (welke de kleur bepaalt) stijgt
met dalende temperatuur. Zie daarna slide 9, die stelt dat blauw de kleinste golf-
lengte heeft en rood de grootste golflengte. Blauw is dus het warmst, rood het
koudst, en geel ligt daar tussenin.

SLIDE 19
Toepassing: Welke van de uitspraken over eL en αS is correct ?
Antwoord B is correct. Als we de warmtewisseling tussen de vlakken en de om-
geving beperken tot slechts de korte- en langegolfstraling (en dus geleiding naar
de onderliggende structuur en convectie naar de bovenliggende lucht uitsluiten),
dan wordt de warmtebalans:
4
𝑒𝐿 𝜎(𝑇𝑠4 − 𝑇𝑠𝑘𝑦 ) = 𝛼𝑆 𝐼𝑆
of:
4
𝑇𝑠4 = 𝑇𝑠𝑘𝑦 + 𝛼𝑆 𝐼𝑆 ⁄𝑒𝐿 𝜎
of:
4
4
𝑇𝑠 = √𝑇𝑠𝑘𝑦 + 𝛼𝑆 𝐼𝑆 ⁄𝑒𝐿 𝜎
of: de configuratie met de hoogste αS/eL wordt het warmst. Voor configuratie 1, 2
en 3 is de verhouding αS/eL respectievelijk < 1, = 1, > 1. En daarmee komen we
dus tot antwoord B.

1
H01H3 Bouwfysica

SLIDE 31
Toepassing: Wanneer zal de stralingswarmtestroom toenemen ?
Antwoord C is correct. De warmtestroom is 𝐴1 𝑒1 𝜎(𝑇14 − 𝑇24 ). De stralingsfactor
is gelijk aan e1, omdat oppervlak 2 veel groter is dan oppervlak 1. Daarom zal de
warmtestroom toenemen als e1 toeneemt.
Optie A is niet correct, want e2 speelt hier geen rol in de warmtestroom, daar de
stralingsfactor gelijk is aan e1. Optie B is niet correct, want A2 speelt hier even-
eens geen rol in de warmtestroom. Optie D is niet correct, want in dit geval zou
de warmtestroom afnemen.

You might also like