Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 66

CULTURAL STUDIES

MEDIA 2

Dr. Eva De Smedt


2022-2023
...LATEN WE HET HEBBEN OVER...

DOELSTELLINGEN
DOELSTELLINGEN LES LES
4 4
CULTURAL STUDIES: INLEIDING

CULTURAL STUDIES: ONDERZOEKSPROGRAMMA

CULTURAL STUDIES: EVOLUTIES

CULTURAL STUDIES: TERUGKERENDE KRITIEKEN


DOELSTELLING LES 4

 Wat is cultural studies? Onderzoeksprogramma begrijpen en kunnen


uitleggen
 Voorbeelden kunnen geven: wat zijn typische cultural studies
vraagstukken en thema’s?
 De kritieken op het onderzoeksprogramma van cultural studies
begrijpen en kunnen uitleggen
 De sterktes en zwaktes van cultural studies begrijpen en kunnen
uitleggen
...LATEN WE HET HEBBEN OVER...

DOELSTELLINGEN LES 4

CULTURAL STUDIES:
CULTURAL INLEIDING
STUDIES: INLEIDING

CULTURAL STUDIES: ONDERZOEKSPROGRAMMA

CULTURAL STUDIES: EVOLUTIES

CULTURAL STUDIES: TERUGKERENDE KRITIEKEN


CULTURAL STUDIES: INLEIDING

• Wortels in UK jaren ‘50, opbloei jaren ’70/’80


• Net als FS focus op cultuur en ideologie, maar verzetten zich tegen de verheerlijking van
‘hoge’ cultuur (te elitair)
• Aandacht voor populaire cultuur als volwaardig onderzoeksthema
“what we wear, hear, watch and eat; how we see ourselves in relation to others; the
function of everyday activities such as cooking or shopping: all of these have attracted
the interest of cultural studies” (Turner, 2005)
• Aandacht voor cultuur als alledaagse zingeving, ‘lived cultures’
...LATEN WE HET HEBBEN OVER...

DOELSTELLINGEN LES 4

CULTURAL STUDIES: INLEIDING

CULTURAL STUDIES:
CULTURAL ONDERZOEKSPROGRAMMA
STUDIES: ONDERZOEKSPROGRAMMA

CULTURAL STUDIES: EVOLUTIES

CULTURAL STUDIES: TERUGKERENDE KRITIEKEN


CULTURAL STUDIES:
ONDERZOEKSPROGRAMMA

• Cultuur in brede zin: alledaagse praktijken, representaties, talen en gewoonten van een
specifieke samenleving
• Aandacht voor macht in mediaboodschappen en in het ontvangen daarvan (receptie):
 analyse van hoe macht werkt in media-inhouden
 analyse van ‘micropolitics of power’: ontvangers interpreteren actief mediaboodschappen
vanuit hun individuele contexten en leefwerelden
• Zekere autonomie van de bovenbouw: cultuur niet louter te reduceren tot reflectie van de
dominantie van machthebbers of als product van economische onderbouw, maar eigen
betekenissen, regels en praktijken (en kan op haar beurt politieke en economische processen
beïnvloeden)
CULTURAL STUDIES:
ONDERZOEKSPROGRAMMA

• Engagement: het ontmaskeren en ontrafelen van verborgen dominante ideologieën in


mediaboodschappen (media als overbrengers van hegemonische boodschappen)
• Analyse van hoe populaire cultuur bestaande orde dient (bv. soaps, reality TV,…)
• …maar evengoed hoe ze ervan afwijkt (bv. carnaval, subculturen)  ook oog voor
alternatieve tegenbewegingen of ideologieën (macht en tegenmacht)
• Notie van actieve en interpretatieve ontvanger: polysemie van culturele teksten
(verschillende betekenissen en interpretaties mogelijk, betekenis is onderhandelbaar)
CULTURAL STUDIES EN DE ‘CULTURAL TURN’…

• Van ‘hoge’, elitaire cultuur  populaire, alledaagse cultuur

• Van aandacht voor productie  mediaboodschappen > receptie

• Van macrovisie op macht  microvisie op macht

• Van passief publiek  actief publiek

• Van focus op onderbouw  focus op bovenbouw


Richard Hoggart, Raymond Williams and E.P. Thompson showed
“that the industrial working class also constituted a culture with its own
values, artifacts, ritual texts and meaning-making processes” (Lewis, 2002).
...LATEN WE HET HEBBEN OVER...

DOELSTELLINGEN LES 4

CULTURAL STUDIES: INLEIDING

CULTURAL STUDIES: ONDERZOEKSPROGRAMMA

CULTURAL STUDIES:
CULTURAL EVOLUTIES
STUDIES: EVOLUTIES

CULTURAL STUDIES: TERUGKERENDE KRITIEKEN


EVOLUTIE CULTURAL STUDIES: HET BCCCS
EERSTE FASE
• Ontstaan in UK jaren ‘50 en ’60
• Grondleggers Hoggart, Williams & Thompson: verruiming cultuurbegrip van ‘hoge’ cultuur
(zoals verheerlijkt door hogere klassen) naar cultuur als een geleefde praktijk, als “a whole
way of life” (Williams, 1961)
• Institutionalisering van ‘cultural studies’ in Birmingham Centre for Contemporary Cultural
Studies (BCCCS) in 1964  opgericht door Richard Hoggart
• Focus op de cultuur van de arbeidersklasse  socialistisch engagement: het behoeden
van de arbeidersklasse voor negatieve effecten massacultuur (= FS)
• Oog voor het potentieel van weerstand in oppositionele subculturen; cultuur als weerstand
(≠ FS: geloof in potentieel van weerstand door arbeidersklasse; = Gramsci: cultuur als
strijdtoneel).
BCCCS
TWEEDE FASE

 Stuart Hall tweede directeur van het BCCCS (1968)


 Ontwikkeling jaren ’70 en ‘80
 Plaatst ideologiebegrip van Althusser en hegemoniebegrip van Gramsci centraal:
 Ideologie niet louter als product van economische onderbouw (een aan de massa’s
opgedrongen vals bewustzijn), maar als een ideologisch apparaat in dagelijkse gebruiken
en rituelen
 Hegemonie: onderwerping aan een bepaalde ideologie niet louter een zaak van repressie
of dwingende macht, maar ook van toestemming en/of strijd (onderhandeling)
 Populaire cultuur als speelveld van die complexe machtsdynamieken: zowel in termen van
dominante ideologie (hegemonie) als transformatie/oppositie (contra-hegemonie)
 Bv. populaire cultuur als speelveld voor herdefiniëring ‘grensoverschrijdend gedrag’
 Bv. rol van media in het herdefiniëren van wat ‘normaal’ of ‘niet normaal’ is
 bv. Ketnetcampagne ‘Stip it’: wat ‘cool’ of ‘niet cool’ is
 Bv. rol van media in het definiëren van wat ‘normaal’ of ‘niet normaal’ is
 Familiale relaties
 Bv. populaire cultuur als strijdtoneel voor het (ab)normaliseren van de hoofddoek
 Bv. rol populaire cultuur in het definiëren van ‘goede smaak’ (cfr. Pierre Bourdieu)
BCCCS
TWEEDE FASE

 Macht in boodschap én macht van ontvanger  encoding/decoding model van Hall:

 Zender encodeert boodshappen: zet inhoud om in verbale of non-verbale tekens en steekt


er een bepaalde betekenis in (re-presenteert)
 Ontvanger decodeert boodschappen: ontcijfert boodschappen vanuit persoonlijke context
(interpreteert)

 Tweeledig doel: (1) machtsprocessen van beïnvloeding door de zender blootleggen, (2)
erkennen van actieve ontvanger in het interpreteren of decoderen van boodschappen
 Boodschappen staan open voor verschillende ‘lezingen’ (polysemie)
BCCCS
STUART HALL

1. Dominante of ‘hegemonische’ lezing:

Mensen decoderen de boodschap zoals het geëncodeerd is; de ontvanger interpreteert de boodschap
volgens de betekenis die de zender erin heeft gelegd (‘preferred meaning’) en geeft dus de
voorkeurslezing aan de media-inhoud (’preferred reading’)

Neem bijvoorbeeld een documentaire of duidingsprogramma met als centrale boodschap:


“De enige manier om uit de crisis te komen is zware besparingsrondes in de sociale uitgaven.”

 Reactie: “Als we willen uit de crisis geraken, dan stem ik beter op een partij die dat belooft kort
maar krachtig te doen.”
BCCCS
STUART HALL

2. Onderhandelde lezing:

De door de zender bedoelde betekenis wordt gedeeltelijk veranderd en aangepast. Men


‘onderhandelt’ de betekenis(sen).

Voorbeeld: “De enige manier om uit de crisis te komen is zware besparingsrondes in de sociale
uitgaven.”
 Reactie: “Er zal misschien moeten worden bespaard, maar toch niet (alleen) in de sociale
uitgaven.”
BCCCS
STUART HALL

3. Oppositionele of ‘contra-hegemonische’ lezing:

Er wordt een compleet andere interpretatie aan de boodschap gegeven dan bij de encodering is
bedoeld; de voorkeurslezing wordt verworpen en er wordt een afwijkende betekenis gegeven.

Voorbeeld: “De enige manier om uit de crisis te komen is zware besparingsrondes in de


sociale uitgaven.”
 Reactie: “We gaan een economische crisis niet oplossen door de kloof tussen arm en rijk
nog groter te maken. Als er iemand moet besparen, dan zijn het de bankiers en
speculanten. Neen, wij gaan hún crisis niet betalen.”
BCCCS
TWEEDE FASE

• Focus op representatie (hoe de wereld sociaal geconstrueerd en gerepresenteerd wordt):

“Representation is a very different notion from that of reflection. It implies the active work of
selecting and presenting, of structuring and shaping; not merely the transmitting of an already-
existing meaning, but the more active labour of making things mean” (1982: 64)

 RE-PRESENTATIE: vele versies en vele definities van de realiteit, vele manieren om betekenis
te geven aan sociale realiteit (met vaak stereotiepe kenmerken)

• Belang van “mythes” (Roland Barthes): dieperliggende en vaak verscholen ideologie


Neem heel eenvoudig een boom… hoe ziet die eruit?
Neem een vrouw, een moslim(a), een actieve senior, een feministe, een boeddhist, een
‘gezond’ mens, een terrorist, een jood, een moeder….
 hoe zien die eruit? Welke associaties maken we daarbij?
Bestaan er verbodsborden waarop
mannelijke lichamen afgebeeld
worden met een rode streep erdoor?
Bijvoorbeeld een bordje: laat een
vrouwenlichaam met rust. Helaas is
de huidige dynamiek dat alleen het
vrouwenlichaam wordt toegeëigend.”

Julie Cafmeyer, De Morgen, 9 maart


2020
Centraal binnen cultural studies: hoe worden bepaalde aspecten van de sociale realiteit
“genormaliseerd” via populaire cultuur? (cfr. hegemonisch proces)

Maar populaire cultuur evenzeer als strijdtoneel, als plek voor contra-hegemonische
onderhandeling over of weerstand tegen eenzijdige beeldvorming/stereotyperingen…
Hegemonische strijd tussen verschillende populaire mediateksten mogelijk, maar
evenzeer binnen één en hetzelfde mediafenomeen mogelijk
CULTURAL STUDIES
DERDE FASE: POSTSTRUCTURALISME EN POSTMODERNISME

• Vanaf jaren ‘80: ‘postmodern turn’


• Betekenis is flexibel en in constante transformatie
• Grote verhalen (‘marxisme’, ‘liberalisme’) zijn verleden tijd
• Bv. Jacques Derrida: différance
• Bv. Julia Kristeva: intertekstualiteit
• Bv. Michel Foucault: kennis, macht en discours
• Bv. Jean Baudrillard: simulacra
...LATEN WE HET HEBBEN OVER...

DOELSTELLINGEN LES 4

CULTURAL STUDIES: INLEIDING

CULTURAL STUDIES: ONDERZOEKSPROGRAMMA

CULTURAL STUDIES: EVOLUTIES

CULTURAL STUDIES:
CULTURAL TERUGKERENDE
STUDIES: KRITIEKEN
TERUGKERENDE KRITIEKEN
CULTURAL STUDIES:
TERUGKERENDE KRITIEKEN

• Té tekstueel: “cultural activities became texts to be read, rather than institutions to be


analysed” (Ferguson & Golding, 1997)
• Teveel jargon: complex en overtheoretisch woordgebruik
• Teveel gericht op receptie en ‘micropolitics of power’  rol van achterliggende structuren
die boodschappen produceren op de achtergrond
• Te relativistisch: overal verzet?  van machtuitoefening door economische en politieke
elites geen sprake meer?
VOLGENDE KEER MEER OVER:

THEMA 1: MEDIA & DEMOCRATIE

eva.de.smedt@ehb.be

You might also like