VOS Tijdens WG2 Deel 1

You might also like

Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 5

1

VOS – Kwantitatief – Werkgroep 2 – Werkgroepopdrachten Deel I

De werkgroep opdracht bestaat uit drie oefeningen:


1. Attritie analyse en externe validiteit
2. Tabellen en statistische validiteit
3. Interne validiteit

Het kan gebeuren dat je niet in staat bent om alle drie de oefeningen tijdens de
werkgroep af te ronden. Gebruik in dat geval de gemiste opdrachten als extra
oefenmateriaal en maak ze op een ander moment af (hetzij individueel, hetzij met
medestudenten).

Bepaal als groep in welke volgorde je de oefeningen gaat maken (afhankelijk van
welke onderwerpen je moeilijk vindt en waarbij je dus graag medestudenten en een
docent bij de hand hebt).

Oefening 1 – Attritie analyse en externe validiteit


1. In de VO hebben jullie een stuk over attritie gelezen en in eigen woorden uitgelegd
wat attritie inhoudt. Bespreek dit met elkaar om tot één definitie van attritie te
komen.
Uitvallen van deelnemers

2. Leg uit hoe attritie de externe validiteit van een onderzoek kan beïnvloeden.

Attritie is een probleem wanneer participanten die uitvallen verschillen van participanten
die niet uitvallen. Daarom wordt bij een attritieanalyse onderzocht of de participanten
die zijn uitgevallen verschillen van de participanten die niet zijn uitgevallen. Bij
attritieanalyse kun je gebruik maken van statistische analyses die jullie al kennen. Zo is
het bijvoorbeeld mogelijk om met behulp van een t-toets na te gaan of participanten die
uitvallen verschillen van participanten die niet uitvallen in intelligentie.

Hieronder zien jullie de uitvoer van een attritieanalyse waarbij met een enkelvoudige
regressieanalyse met dummy variabele attritie (0 = niet uitgevallen, 1 = wel uitgevallen)
gekeken is of participanten die zijn uitgevallen verschillen van participanten die niet zijn
uitgevallen in leeftijd.
Coefficientsa
Standardized
Unstandardized Coefficients Coefficients
Model B Std. Error Beta t Sig.
1 (Constant) 25,585 ,230 111,407 ,000
Attrition -2,656 1,027 -,190 -2,586 ,011
a. Dependent Variable: Age

3. Bekijk de output van de analyse en beantwoord de volgende vragen:


Tip: gebruik je antwoorden op deel 1 vraag 5 van de VO.
Hint: Use your answers to part 1, question 5 of the PA.
a. Wat is de afhankelijke variabele van deze analyse?
2

b. Wat is de onafhankelijke variabele van deze analyse?

c. Is er een significant effect van de variabele attritie (bij α = .05)?

d. Is de attritie hier een probleem of niet? Waarom?

e. Als attritie een probleem is: Zijn respondenten die uitvallen gemiddeld jonger
of ouder dan respondenten die niet uitvallen?
Hint: Stel de regressievergelijking op en vul deze in voor (a) deelnemers die
uitvallen, en (b) deelnemers die niet uitvallen.

Oefening 2 – Tabellen en statistische validiteit


Gebruik tabel 1 in het artikel van Kanazawa om onderstaande vragen te beantwoorden.
Je kunt de tabel ook op de volgende pagina vinden.
Tip: gebruik jullie antwoorden deel 2 vraag 3 van de VO om onderstaande vragen te
beantwoorden.
1. - Wat is n in model 1?
- Wat is n in model 2?
- Wat is n in model 3?
- Wat is n in model 4?

1. 7350
2. 7327
3. 6690
4. 4369

2. Hoe kun je de veranderingen in n bij de vier modellen verklaren? En wat is hierin


anders dan wanneer er sprake is van attritie?

Ze hebben misschien niet alle variabele

Bij attritie zijn er misschien mensen uitgevallen,

3. Voor de voorbereidende opdracht hebben jullie een overzicht gemaakt van de


assumpties bij multipele regressie analyse.
a. Welke assumptie geldt er voor het meetniveau van de afhankelijke variabele
bij regressie? Is er aan de assumptie voldaan?
Het moet interval zijn

b. Welke assumptie geldt er voor het meetniveau van de onafhankelijke


variabelen bij regressie? Is er aan de assumptie voldaan?
Hint: Bekijk de informatie onder Control Variables voor de operationalisaties
van de meeste onafhankelijke variables.
3

c. In het onderzoek van Kanazawa worden twee assumpties gecontroleerd. Dit


beschrijft hij op pagina 1160 in de tweede en derde alinea (zie Column (1)
shows … en Column (2) shows…). Welke assumpties controleert hij? Is er aan
de assumpties voldaan?
4
5

Oefening 3 –Interne validiteit

1. In de introductie wordt gesproken van een mogelijk methodological


confound/artefact die de gevonden relatie tussen intelligentie en geboortevolgorde
zou kunnen verklaren.
a. Leg in jullie eigen woorden uit wat hiermee bedoeld wordt.

b. Leg uit hoe een methodological confound een bedreiging kan zijn voor de
interne validiteit.

2. Voor de voorbereidende opdracht hebben jullie gekeken naar noodzakelijke


voorwaarden om te kunnen spreken van een causaal verband. In hoeverre kunnen er
op basis van het onderzoek van Kanazawa causale uitspraken gedaan worden?
Internal validity, er is evt een alternatieve verklaring
Covariance, ja er is wel een relatie m
Temporal precedency,

Niet klaar voor de tijd om is? Zorg er dan voor dat je de opdrachten op een ander
moment afmaakt (individueel of met medestudenten).

De antwoorden op de werkgroep opdracht komen aan het eind van de dag beschikbaar
op Blackboard.

You might also like