PO elektriciteit

Naam: Stefan Kwast

Klas: P4A
 Inhoudsopgave

Inleiding ...................................................................................................................................................3
Onderzoeksvraag .....................................................................................................................................3
Hypothese ................................................................................................................................................3
Werkwijze ................................................................................................................................................4
Oriënterende vragen ...............................................................................................................................7
Conclusie ..................................................................................................................................................8
Klein stukje over een bron .......................................................................................................................9
 Inleiding
In de wereld zijn er de meest bekendste schakeling de serieschakeling en de parellelschakeling. Maar
wat gebeurt er eigenlijk met de lampjes in deze verschillende schakeling en wat gaat er gebeuren als
er eentje kapotgaat? In dit onderzoekje gaan we kijken wat nou er echt gebeurt.

Onderzoeksvraag
Wat is het verschil tussen de felheid en als er één kapotgaat van lampjes bij een serieschakeling en in
een parellelschakeling?

Hypothese
Serieschakeling: ik denk dat de felheid heel erg veranderd dat hoe meer lampen hoe meer het gaat
verdelen dus hoe meer hoe minder fel de lampjes worden. En als er een lampje kapotgaat denk ik
dat de andere lampje(s) niet meer werken omdat dan de stroomkring wordt onderbroken.

Parellelschakeling: ik denk dat hier de lampjes niet het stroom verdelen, waardoor het beide hele
felle lampjes worden, omdat het niet door het ene lampje naar de andere moet. Nu gaat het gelijk
van de spanningsbron naar beide lampjes. En als er 1 kapotgaat is het niet erg omdat er een soort
van twee stroomkringen zijn.
 Werkwijze
1. Hier heb ik een enkele schakeling gemaakt voor een lampje met een schakelaar

2. eerst om dit te kunnen doen moest er een extra lampje bij en wat mij uiteindelijk op viel was dat
de felheid veel minder is dan de eerste terwijl er dezelfde hoeveelheid stroom was

3. wat mij opviel als je 1 lampje losdraaide dat ze het beide niet meer deden en het maakt niet uit
welke je losdraaiden
 4. wat mij opviel als je opdr. 2 opnieuw deed met 3 lampjes dat het minder fel was dan met
twee en wat me opviel toen opdr. 3 met 3 lampjes deed dat hetzelfde was dat het niet
uitmaakte welke losdraaiden maar dat alles niet meer branden

5. wat mij opviel is dat de lampjes even vel blijven branden als de lampje uit opdracht 1 en dat als je
er een losdraait maakt niet uit welke dat het andere lampje blijft branden

6. wat mij opviel was de felheid hetzelfde bleef als met 2 lampjes
7. wat ik hier zie is dat L1 serie geschakeld is op L2/3 en dat L2 en L3 parellel geschakeld op elkaar zijn

8. als je lampje 1 losdraait dan brandt er geen één lampje meer, als je lampje 2 losdraait brandt
lampje 1 en 3 gewoon door en wordt lampje 3 ook veel feller en als je lampje 3 losdraait dan brandt
lampje 1 en 2 gewoon door en wordt lampje 2 ook veel feller
 Oriënterende vragen
1.

2. Als je het lampje aan sluit aan een spanningsbron en er stroom van – naar + er door heen
kan gaan
3. De twee schakelingen die er zijn is serieschakeling en parellelschakeling
4. Een spanningsmeter meet hoeveel voltage er is in een bepaald punt in de stroomkring
5. Door aan beide kanten van het component een 1 van de meter zijn draadjes te plaatsen
6.

7.

Ik moest ook iets doen met verkenning maar ik kon dat niet vinden
 Conclusie
Zoals je hier heb kunnen zien klopten hypothese met de uitkomst. Bij een serieschakeling verdeeld
de felheid zich over de lampjes, want Utot= U1 + U2 + Uect .Bij een parellelschakeling is dat niet zo daar
is het juist Utot= U1 = U2 = Uect .Dus daarom blijft het bij parellelschakelingen altijd even fel maakt niet
uit hoeveel en bij serieschakelingen hoe meer hoe minder fel. Dan naar als één lampje kapotgaat bij
een serieschakeling stopt dan de hele kring, omdat de stroom door alle lampjes moet gaan. Dat kan
alleen niet, want er is 1 lampje kapot en de elektronen kunnen die niet zomaar skippen. Bij een
parellelschakeling blijft de andere lampjes wel branden. Want alle lampjes zijn direct op de
spanningbron aangesloten.
 Klein stukje over een bron

Dit onderzoek beschrijft hoe er een hybride-magneet variabele-flux permanente magneet synchrone
machine (PMSM) met een variërende serie en parellel circuit gebruikt. De machine maakt gebruik van
een permanente magneten met lage coerciviteit en heeft verstelbare magnetisatiestaten en
magnetische circuittypen. Een equivalent magnetisch circuitmodel wordt ontwikkeld en geëvalueerd.
De machine vertoont verbeterde elektromagnetische prestaties, een breed bereik van
magnetisatiestaatvariatie en verbeterde efficiëntie, vooral bij hoge snelheden, door volledig gebruik
te maken van reluctantiemoment. De tekst bespreekt ook de structuur, werkingsprincipes en
prestatieanalyse van de machine, evenals de voordelen ten opzichte van andere variabele-flux
machines met series- of parallelle magnetische circuits.

Kort samengevat, onderzoekt de tekst een geavanceerde PMSM-technologie met variabele-flux en

benadrukt het de voordelen van een hybride-magnetisch ontwerp met variabele series-parallelle
magnetische circuits.

BRON
https://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S2352484722004784