Professional Documents
Culture Documents
DN4b - LW5 - Extra Oefenmateriaal H6
DN4b - LW5 - Extra Oefenmateriaal H6
Klas:
Datum:
Hoofdstuk 6 Driehoeksmeting
Delta Nova 6.1 Goniometrische getallen van willekeurige hoeken
4b
Teken in een goniometrische cirkel nauwkeurig het beeldpunt van een hoek α van 150°, samen met de sinus,
cosinus en tangens van die hoek.
1. Schat op basis van je tekening de waarden sin 150°, cos 150° en tan 150°.
2. Controleer met je rekentoestel.
5
Gegeven is dat sin α = , waarbij α in het eerste kwadrant ligt.
13
1. Bereken zonder gebruik te maken van een rekentoestel de waarde van cos α en tan α.
2. Gebruik een rekentoestel om α te berekenen evenals en de waarde van cos α en tan α.
1
Naam: Nummer:
Klas:
Datum:
Hoofdstuk 6 Driehoeksmeting
Delta Nova 6.2 Verwante hoeken
4b
Vereenvoudig
1. sin α cos ( 90° − α ) − cos α cos (180° − α )
1
2. + cos(180° − α ) ⋅ tan(90° − α)
sin(180° − α)
cos ( 90° − α )
3. 1+
tan (180° − α )
5. ⎣⎡1 − tan (180° − α ) ⋅ cot ( 90° − α ) ⎦⎤ ⋅ ⎣⎡1 − sin (180° − α ) ⋅ cos ( 90° − α ) ⎦⎤
7
4. tan α =
3
cos Aˆ 2
2.
cos Bˆ 4
cos Bˆ3
3.
cos Aˆ 4
2
4
3
Naam: Nummer:
Klas:
Datum:
Hoofdstuk 6 Driehoeksmeting
Delta Nova 6.3 Driehoeksmeting in willekeurige driehoeken (I)
4b
Twee roteerbare bewakingscamera’s c1 en c2 zijn aan de muur van een gebouw bevestigd, op een afstand
van 25 m van elkaar. Ze hebben beide een verdachte persoon in het vizier in het punt P.
P
c1 25 m c2
58° 45°
4
Naam: Nummer:
Klas:
Datum:
Hoofdstuk 6 Driehoeksmeting
Delta Nova 6.3 Driehoeksmeting in willekeurige driehoeken (II)
4b
Een ladder wordt op halve hoogte verbonden door een touw van 60 cm.
1. Wat is de afstand tussen de treden, als je ervan uitgaat dat die telkens even
groot is?
2. Hoe hoog is de ladder?
Vanop een zekere afstand zie je het Vrijheidsbeeld onder een hoek van 30°. Stap je 68 m
verder, dan zie je het onder een hoek van 45°.
Hoeveel verder moet je dan nog gaan om het standbeeld onder een hoek van 60°
te zien? Geef je antwoord op 1 m nauwkeurig.
60°
45° C
??
B
30°
68 m
A
3
Een piramide heeft als grondvlak een vierkant met zijde 3 en vier opstaande ribben met lengte 2 .
Bepaal (zonder rekentoestel te gebruiken) de hoek tussen twee opstaande ribben die niet in hetzelfde zijvlak
liggen.
(A) 60° (B) 90° (C) 120° (D) 135° (E) 150°
(Bron © VWO, tweede ronde 2007)
5
Numerieke oplossingen
12 5
6.1 2 1. cos α = , tan α =
13 12
2. α = 22°37 '12"
⎛ 3 1⎞ ⎛ 3 1⎞
3 A ( 0,1) , B ⎜⎜ − , − ⎟⎟ en C ⎜⎜ , − ⎟⎟
⎝ 2 2⎠ ⎝ 2 2⎠
4 1. 15°15'18"
2. 18°26'6"
6.2 1 1. 1
2. sin α
3. 1 − cos α
4. − sin 2 α
5. 1
2 1. α = 109°28'16"
2. α = 45°14'6" of α = 134°45'54"
3. α = 165°57 '50"
4. α = 66°48'5"
3 1. 1
2. 1
3. –1
4 a ↔ y = − 3 x ≈ −1,73x
3 2 3
b↔ y= x− + 4 ≈ 0,58 x + 2,85
3 3
c ↔ y ≈ 5,67 x + 20,69
d ↔ y ≈ −0,18 x + 2,71
e ↔ y = x−5