4.0.3. Omgaan Met Informatie

You might also like

Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 21

THEMA 0 OMGAAN MET INFORMATIE

Eén van de belangrijkste vaardigheden bij het bestuderen van de

3
samenleving, is de kwaliteit van informatie beoordelen. Of die samenleving nu
de onze is of een andere, nu of in het verleden: kunnen weten wanneer een
informatiebron betrouwbaar is of niet, is enorm belangrijk. Jouw kijk op de
wereld wordt immers bepaald door de informatie die je krijgt en opslaat in je
geheugen. Je leerde de voorbije jaren al een aantal dingen over het
controleren van betrouwbaarheid. In dit hoofdstuk verfijnen we die kennis
verder, en voegen we een aantal nieuwe dingen toe.

EERSTE ORIËNTERING
Bekijk samen met een medeleerling de bronnen hieronder.
 Rangschik ze op basis hun betrouwbaarheid. Gebruik daarbij je voorkennis, of ga op je gevoel af.
 Noem telkens 1 argument.

B. Een ooggetuigenverslag over de eedaflegging


A. Een subjectieve bron uit een weekblad.
van Donald Trump, door diens woordvoerder.

C. Een dinosaurusskelet. D. Een artikel uit Wikipedia.

Begin met de meest betrouwbare bron en orden ze zo tot de minst betrouwbare achteraan staat.

1 2 3 4

................................. ................................. ................................. .................................

T0: De 0.3: Omgaan met


26
basis informatie
Welke argumenten hadden jullie voor je rangschikking?

Bron A: ...........................................................................................................................................................
Bron B: ...........................................................................................................................................................
Bron C: ...........................................................................................................................................................
Bron D: ...........................................................................................................................................................

DE HISTORISCHE VRAGEN VAN DIT HOOFDSTUK:

Dit hoofdstuk geeft je enkele belangrijke tips over hoe je informatie zo succesvol mogelijk kan beoordelen
op betrouwbaarheid. Maar zoals je nog wel weet, of in de inleidende oefening al merkte: er bestaan
verschillende soorten informatie. De eerste vraag die we ons dus moeten stellen gaat daar over:

...................................................................................................................................................................
HV 1:
...................................................................................................................................................................

Zodra we die vraag beantwoord hebben, kunnen we kijken welke uitdagingen ons wachten bij het
beoordelen van bronnen.

HV 2:
...................................................................................................................................................................
...................................................................................................................................................................

Tenslotte is het ook nuttig om eens te bestuderen waar het kan mislopen bij het beoordelen van bronnen:

HV 3:
...................................................................................................................................................................
...................................................................................................................................................................

T0: De 0.3: Omgaan met


27
basis informatie
1 EEN KORTE OPFRISSING VAN JE GEHEUGEN

Informatie kan je tegenkomen in vele vormen. Hieronder herhalen we met een oefening
de belangrijkste soorten die je moet kunnen herkennen.

OEFENING 1 DEFINITIES VAN DE BELANGRIJKSTE BEGRIPPEN

● Vul de correcte woorden voor de omschrijvingen van bronnen in de tekstvakken in.


Schrijf in de laatste kolom de letter van een bijpassende bron van de volgende
pagina.

Iets wat ons informatie over het


Historische ....................................... .......
verleden geeft.
Een geschrift dat het resultaat is van
wetenschappelijk onderzoek dat met Historisch ......................................... .......
behulp van bronnen gemaakt is.
Een bron die gemaakt is door iemand
die rechtstreeks betrokken is bij de
gebeurtenissen, of die rechtstreeks ........................................................... .......
uit de tijd komt waarvan ze verslag
doet.
Een bron die een verwerking is van
verschillende primaire bronnen.
Meestal werd ze gemaakt door ........................................................... .......
iemand die niet rechtstreeks
betrokken was bij de feiten.

Een bron die een stuk tekst bevat. ........................................................... .......


Een bron die enkel uit materiaal
bestaat. ........................................................... .......
Een bron die doorverteld wordt of uit
taalklanken bestaat. ........................................................... .......
Verzamelnaam voor de laatste twee
bronnen hierboven. ...........................................................
Een bron die enkel op feiten
gebaseerd is, zonder oordeel of
mening. ........................................................... .......
Een bron die een mening of oordeel
bevat. ........................................................... .......

T0: De 0.3: Omgaan met


28
basis informatie
Kies uit onderstaande bronnen om de tabel aan te vullen:

A. Verhalen aan het kampvuur. B. Caesar’s verslag over de Gallische


oorlogen

C. Een beeldje uit de prehistorie. D. Een handboek Geschiedenis uit


Nederland.

E. Uit het dagboek van Christoffel Columbus.

Zondag 16 december 1492:


“Dit land en alle andere behoren Uwe Hoogheden
(...) toe (...). Het volstaat hier nederzettingen op te
richten en bevelen te geven aan de inlanders.”

De soorten bronnen in een handig schema:

T0: De 0.3: Omgaan met


29
basis informatie
In de oefening hierboven heb je gemerkt dat bronnen verschillende rollen tegelijk
kunnen vervullen. Een secundaire bron kan zelfs ook een primaire bron zijn: behalve
een verwerking van primaire bronnen, is ze zelf ook een primaire getuige van hoe
informatie in deze tijd verwerkt wordt. Zo zie je maar: soms hangt het er maar vanaf
hoe je naar iets kijkt!

T0: De 0.3: Omgaan met


30
basis informatie
2 DE BOUWSTENEN VAN ONZE WERELD

We leven in een tijd waarin heel veel informatie beschikbaar is. Alles wat we willen
weten, kunnen we met enkele tikken op een scherm opzoeken. Informatie krijgen lijkt
dus gemakkelijker dan het ooit geweest is. Maar toch heeft onze tijd kenmerken die
nieuwe uitdagingen vormen voor een nieuwsgierig mens.

Van alle uitdagingen die een nieuwsgierige burger (dat kan ook een leerling zijn)
tegenwoordig tegenkomt, is de uitdaging van kennis de grootste. "Weten, of niet weten,
dat is de echte vraag", zou een moderne Hamlet zeggen.

‘Hamlet’ is een personage uit het gelijknamige werk van


de beroemde schrijver William Shakespeare. Hij is
misschien wel het meest bekend om zijn speech ‘To be, or
not to be’. Hij bedoelt daarmee dat leven (to be) soms
lastig is en ons kan kwellen; maar dat het alternatief - de
dood, niet bestaan (not to be) - nog erger is.

Want met de geboorte van internet heeft de mensheid de grootste bibliotheek ooit
gecreëerd: een plek waar alle kennis van over de hele wereld te vinden is. We hebben
nog nooit zo veel informatie beschikbaar hebben gehad. Maar soms kunnen we
verdrinken in deze stroom van bronnen, feiten en cijfers.

Bovendien zien veel wetenschappers een afname van de basiskennis van de wereld in
onze samenleving. Alsof we tot de conclusie zijn gekomen dat we ons niets meer hoeven
te herinneren, of dat het niet meer nodig is kennis op te bouwen: het internet zal alles
voor ons onthouden en ons de gevraagde informatie geven wanneer we het nodig
hebben. Onze nieuwe, digitale hersenen, alleen klaar voor gebruik wanneer we dat
willen (of wanneer we niet afgeleid worden door iets anders dat daar plaatsvindt...)

Maar dat is een vergissing. We hebben wel degelijk nog steeds onze eigen
bibliotheken nodig in onze hersenen. Hoe kunnen we kennis combineren of
analyseren als we geen feiten kennen om mee te beginnen? Met feiten bouwen we onze
wereldbeelden op. Hoe we de wereld interpreteren wordt door hen bepaald: ze zijn de
kleine bouwstenen van ons enorme bestaan. Ze zorgen voor ‘inzicht’, ofwel ‘het
begrijpen’. Alle ‘begrijpen’ begint dus met het opbouwen van voldoende kennis. (Dat
geldt trouwens zowel voor de gebeurtenissen in de wereld, als voor dit vak:
Geschiedenis is een studievak: zonder genoeg kennis van de leerstof, zal je het nooit
‘kunnen’ of ‘begrijpen’.)

Jouw hoofd als een doos vol blokjes: je kan erin zoeken en ermee bouwen,

T0: De 0.3: Omgaan met


31
basis informatie
tot er iets verschijnt dat betekenis heeft.

Vergelijk het met een doos Lego:

 De blokjes zelf hebben eigenlijk weinig nut. Ze worden pas interessant als je ze
op elkaar stapelt: je combineert ze dan tot een ‘vorm’.
 Hoe meer blokjes je hebt, hoe groter en correcter je vorm zal worden. Met 4
blokjes bouw je bijvoorbeeld geen bijzonder mooi huisje. Heb je er 40, dan wordt
dat al een ander verhaal. En stel je eens voor wat je met 400 blokjes kan doen…
 Ook de variatie van de blokjes speelt een rol. Heb je maar één soort? Of net veel
verschillende kleuren, kleine en grote, normale en bijzondere, et cetera? Je snapt
meteen dat je in het tweede geval veel meer kanten op kan.

Zodra jouw ‘huisje’ vorm krijgt, heb je ook betekenis gegeven aan de blokken: ze hebben
nu een functie in een groter geheel. Dat geheel geeft je inzicht: het vertelt je een
samenhangend verhaal. Het vormt jouw ‘wereldbeeld’. We hebben dus nog steeds eigen
kennis nodig zodat we een begrip van de wereld kunnen opbouwen.

OEFENING 2 VAN BOUWSTENEN NAAR WERELDBEELD


Hieronder zie je vier feiten, ofwel bouwstenen voor je wereldbeeld.
 Schrijf onder elke afbeelding over welk feit het gaat.
 Combineer de vier feiten tot ze een samenhangend verhaal vormen waaruit je
inzicht krijgt. Schrijf dat verhaal in het grote tekstvak op de volgende pagina.

.................................................................. ...................................................................

Stedelijk industrielandschap ca. 1800

.................................................................. ..................................................................

T0: De 0.3: Omgaan met


32
basis informatie
..............................................................................................................................................
..............................................................................................................................................
..............................................................................................................................................
..............................................................................................................................................
..............................................................................................................................................
..............................................................................................................................................
..............................................................................................................................................
..............................................................................................................................................

T0: De 0.3: Omgaan met


33
basis informatie
3 MOGELIJKE PROBLEMEN MET ONZE BOUWSTENEN

Veel van de bouwstenen die we vinden, zijn te vertrouwen. Maar soms kunnen ze ons
misleiden - opzettelijk of niet. Dit is geenszins een nieuw fenomeen: verkeerde
informatie is waarschijnlijk zo oud als het gebruik van taal zelf.

We beoordelen informatie vaak als ‘betrouwbaar’ of ‘onbetrouwbaar’. Meestal is het


echter niet zo eenvoudig. De meeste informatie die we vinden, is op z’n minst deels
betrouwbaar. Slechts weinig bronnen zijn totaal onbetrouwbaar. En zelfs als een bron
onbetrouwbaar is, kan ze nog nuttig zijn: je weet dan in elk geval al wat er niét waar is –
ook dat is zinvolle informatie. Onbetrouwbare info vertelt ons ook iets over de
verspreider ervan: wat die zegt, hoe, en misschien zelfs waarom.

Bouwstenen (informatie, bronnen, feiten) kunnen ons vertrouwen op verschillende


manieren uitdagen. Soms zijn ze…

 onvolledig: delen van de informatie kan ontbreken of verloren zijn gegaan;


 vervalst: iemand heeft gelogen of probeert ons verkeerd te informeren. A.k.a.
'nepnieuws' of ‘fake news’.
 misleidend: omdat ze subjectief zijn (met een persoonlijke mening) of niet-
representatief (uitzonderlijke gebeurtenissen die alleen overleefden).

Het spreekt voor zich dat wanneer je jouw huisje begint te bouwen met stenen die niet
kloppen, het eindresultaat daardoor beïnvloedt zal worden. Met andere woorden: jouw
wereldbeeld zal afwijken van de werkelijkheid.

Hieronder geven we daarvan enkele voorbeelden.


1. Onvolledige informatie

Veel gebouwen uit de klassieke oudheid zijn onvolledig. Delen zijn ingestort, overvallers
hebben het verwoest of er zijn delen gerecycled in andere gebouwen (zoals met het
Colosseum gebeurde). Het laat ons raden hoe de tempel of de hele stad er
oorspronkelijk uitzag. Het grootste deel van onze reconstructie is dan een berekende
gok, ondersteund door goed onderzoek. Maar sommige dingen kunnen definitief
verloren gaan en voor altijd vergeten worden. Zo hebben we pas onlangs herontdekt
hoe Romeinse en Griekse tempels vaak in de rijkste kleuren beschilderd waren
(waardoor veel scènes uit historische films en series nu onjuist geworden zijn).

Een ruïne van een tempel uit de Klassieke Een reconstructie van deze tempel volgens de meest
Oudheid, zoals wij ze nu terugvinden. recente kennis.

T0: De 0.3: Omgaan met


34
basis informatie
Hetzelfde is onlangs gebeurd met onze kijk op de dinosaurussen. Eeuwenlang dachten
we dat ze eruitzagen als kale hagedissen, terwijl ze in feite veren droegen en dus meer
op gigantische vogels leken. Zo zie je maar: er ontbreekt altijd nog een bouwsteentje...

‘Het verleden’ en ‘de geschiedenis’ zijn dus ook niet hetzelfde: van alles wat ooit
gebeurd is (het verleden) maken we een reconstructie (de geschiedenis). Omdat we niet
altijd meer alle informatie uit het verleden terug kunnen vinden, is die geschiedenis per
definitie altijd onvolledig.

Met die onvolledigheid moeten we heel erg rekening houden bij het beoordelen van
informatie. Hoe groot is de kans dat er nog iets ontbreekt? Hoe zeker zijn we van wat we
aangevuld hebben?

Hoe we vroeger dachten dat dinosaurussen eruitzagen (links), en hoe we nu denken dat ze eruitzagen
(rechts).

2. Vervalste informatie

Om vele redenen hebben mensen in de geschiedenis valse informatie geproduceerd om


er zelf beter van te worden. Dat kon om financiële redenen zijn, om een strategisch
voordeel te behalen, of gewoon om te proberen hun eigen reputatie te verbeteren. Maar
nepnieuws is een probleem dat zo oud is als de geschiedenis zelf. Een voorbeeld:

Gedurende de 19e eeuw groeide de interesse in geschiedenis, en in de Middeleeuwen in


het bijzonder, enorm. Om de mensen van smeuïge verhalen te voorzien, begon men
zaken te verzinnen. Onder invloed van de wetenschappelijke en industriële revolutie
vonden die negentiende-eeuwers zichzelf heel erg verstandig en ontwikkeld. Als contrast
was het dan wel leuk om andere samenlevingen (die buiten Europa, maar ook die van
het verleden) als achterop of zelfs ronduit achterlijk te beschrijven.

De Middeleeuwse angst De ‘IJzeren Maagd’, een De ‘kuisheidsgordel’, een De ‘peer der pijnen’,
om van de platte aarde af wrede Middeleeuwse apparaat om vrouwen een bizar
te vallen? foltertechniek? van overspel te houden? Middeleeuws
foltertuig?
Fake news. Fake news. Fake news.
Fake news.

Het idee dat men in de Middeleeuwen dacht dat mensen van de aarde konden af varen,

T0: De 0.3: Omgaan met


35
basis informatie
had zo een enorm succes. Net zoals bijvoorbeeld ook de vele foltermusea en -tuigen
waarmee toeristische steden tegenwoordig nog steeds bezaaid liggen: evenzeer 19 e
eeuwse verzinsels!

Fake news is dus van alle tijden. En de geschiedschrijving is er zeker niet van gespaard
gebleven: dagelijks worden door ijverige historici foute ideeën of vervalsingen
gecorrigeerd… Jammer genoeg is de interesse voor een sappig verhaal vaak groter dan
voor de saaie waarheid. Het kan dus wel even duren voor een ‘myth’ succesvol ‘busted’
raakt.

3. Misleidende informatie

Soms is informatie niet bewust vervalst, maar kan ze ons toch op het verkeerde been
zetten. Meestal was dat niet de bedoeling maar gebeurt het toch, en soms ligt het zelfs
aan onze eigen manier van kijken.

Subjectief:

Informatie kan worden aangetast door de persoonlijke mening van de aanbieder


ervan. Hij of zij kan die informatie opzettelijk of onbedoeld inkleuren met zijn of haar
mening.

 Opzettelijk: om persoonlijk gewin te bereiken of mogelijke schade af te wenden,


kunnen mensen ervoor kiezen om te proberen ons begrip van gebeurtenissen te
beïnvloeden, door ze - voor hen - gunstig te beschrijven. Of door bepaalde
informatie weg te laten.

 Onbedoeld: mensen zijn zich vaak niet bewust zijn van de subjectiviteit die ze in
een bron importeren. Dit kan op vele manieren gebeuren. Een voorbeeld: door
eenvoudigweg te kiezen om over het ene onderwerp te schrijven, en niet over
een ander onderwerp, importeert een verteller zijn eigen persoonlijke voorkeur
in de bron. Ook dit kan worden beschouwd als een subjectiviteit. Wat vaker
voorkomt, is dat een auteur diens persoonlijke mening niet (helemaal) kan
wegcijferen in het verslag over gebeurtenissen.

Een ander voorbeeld: kranten of nieuwswebsites kunnen behoren tot een bepaalde
ideologie of strekking in de samenleving. Deze nieuwsmedia kunnen zulke opvattingen
benadrukken of voor hun eigen publiek spreken. Feiten die niet goed passen in hoe ze
hun verhaal willen vertellen, zouden ze dan kunnen minimaliseren of mogelijk helemaal
weglaten.

Wat cruciaal is om te onthouden: dit alles betekent niet dat deze bronnen
onbetrouwbaar zijn! Integendeel: het grootste deel van hun inhoud zal waarschijnlijk
betrouwbaar zijn. De meeste informatie die we in het leven krijgen is op de een of
andere manier, in meer of mindere mate, subjectief. Wat we moeten doen is de
waarheid er zoveel mogelijk uit filteren. We moeten kritisch lezen, vergelijken en
analyseren, en proberen de kleuren uit te wissen die de auteur aan de informatie heeft
gegeven. We kijken dan door de mist heen. Maar we mogen deze informatie niet
weggooien of als onbetrouwbaar beschouwen alleen maar omdat ze subjectief is.

T0: De 0.3: Omgaan met


36
basis informatie
Niet-representatief:

Wanneer we het woord 'Middeleeuwen' horen, denken we instinctief aan ridders in


harnassen en hun kastelen. Maar zij maakten maar 1% van de bevolking uit, terwijl
het overgrote deel van de bevolking toen arm was en in houten huizen woonde.
We moeten dan ook oppassen met ons mentale beeld van de Middeleeuwen: het is
gebaseerd op uitzonderingen en het is dus niet representatief.

Bovendien is er de beroemde uitdrukking dat "de geschiedenis wordt geschreven door


de overwinnaars". Hoewel dit niet helemaal waar is (de ‘verliezers’ in de geschiedenis
hebben ons ook hun bronnen nagelaten), heeft de uitdrukking een zekere waarheid.
Dominante opvattingen in de samenleving zullen automatisch ook in woord en beeld, in
de bronnen, domineren. Ze zouden zelfs minder krachtige opvattingen kunnen
uitwissen. Dominante groepen zullen meer sporen achterlaten, en die sporen zullen dus
meer kans hebben om te overleven en ons te bereiken. In zekere zin lopen we dus het
risico om maar één kant van het verhaal te zien: die van de machtigen of de
overwinnaars van de samenleving.

De piramiden van Gizeh werden gebouwd in opdracht van de farao’s. Ze vormen nog steeds één van de
bekendste overblijfselen van de oude Egyptische samenleving. Van de werkelijke bouwers, de duizenden
slaven die er tientallen jaren aan werkten, vinden we veel moeilijker overblijfselen. Hun geschiedenis
dreigt weggeduwd te worden door het verhaal van de machtige farao.

T0: De 0.3: Omgaan met


37
basis informatie
4 ENKELE VEEL GEMAAKTE VERGISSINGEN

Doorheen de jaren merken leerkrachten wel eens op dat leerlingen sommige fouten
blijven maken, of dat bepaalde leerstof niet helemaal juist is blijven hangen. Hieronder
lijsten we daarom enkele dingen op die we regelmatig zien terugkeren op toetsen of
examens.

Let dus goed op: onderstaande stellingen zijn NIET WAAR.


 “Een ooggetuige is altijd betrouwbaarder dan iemand die er niet bij was.”

Varianten van deze fout:

 “Deze bron is betrouwbaar, want de auteur was een ooggetuige”;


 “De schrijver heeft het zelf gezien, dus het is betrouwbaar”.

Hoewel het logisch lijkt dat een aanwezige of ooggetuige de feiten goed navertelt, is dat
allesbehalve gegarandeerd. Om verschillende redenen kunnen er toch fouten of zelfs
vervalsingen optreden. Ter illustratie deze oefening:

OEFENING 3 BEKIJK DE TWEE BRONNEN. BEANTWOORD DAARNA DE VRAGEN.

BRON A: EEN OFFICIËLE MEDEDELING VAN HET WITTE HUIS. BRON B: EEN FACTCHECK OVER DE MEDEDELING IN EEN KRANT.

Op 21 januari 2017, één dag na de eedaflegging van Donald Trump


als president van de VS, maakte zijn woordvoerder Sean Spicer
tijdens een persconferentie in het Witte Huis (ambstwoning
president VS) onder meer volgende statements:
“Er werden ook incorrecte cijfers over de omvang van het publiek
getweet. […] Dit was het grootste publiek dat ooit een
eedaflegging bekeek – punt – zowel ter plekke als wereldwijd. […]
De pogingen [van de pers] om het enthousiasme voor de
inauguratie te verminderen zijn beschamend en verkeerd. […]"

Bron: Statement by Press Secretary Sean Spicer, Trump White Bron: Elle Hunt, The Guardian, 22 januari 2017. (vertaling)
House Archives, 21 januari 2017. https://www.theguardian.com/us-news/2017/jan/22/trump-
https://trumpwhitehouse.archives.gov/briefings-statements/stateme inauguration-crowd-sean-spicers-claims-versus-the-evidence
nt-press-secretary-sean-spicer/

T0: De 0.3: Omgaan met


38
basis informatie
 Waren Sean Spicer en zijn opdrachtgever Donald Trump ooggetuigen van de
eedaflegging?

............................................................................................................................................
 Hoe schat je de betrouwbaarheid van de verklaring op de persconferentie in ten
opzichte van de factcheck in The Guardian? (hoger, lager, ongeveer gelijkaardig, …)

............................................................................................................................................
 Welke reden(en) zou(den) er kunnen zijn voor de die mate van betrouwbaarheid?

............................................................................................................................................
 Welke conclusie over de betrouwbaarheid van ooggetuigen kan je trekken op basis
van deze oefening?

............................................................................................................................................
............................................................................................................................................

Ooggetuigen kunnen dus liegen, belangrijke informatie weglaten, of de gebeurtenissen


gewoon slecht gezien hebben. Ga er dus nooit zomaar vanuit dat een getuige de
(volledige) waarheid vertelt!

 “Een objectieve bron is altijd betrouwbaarder dan een subjectieve bron.”


Omdat subjectieve bronnen een mening bevatten, hebben ze vaak de reputatie
onbetrouwbaar te zijn. Want meningen zijn toch niet wetenschappelijk? Objectieve
bronnen bevatten enkel feiten, en dus zijn ze per definitie betrouwbaar, toch?

Alles wat hierboven staat, is fout. Want:

 Meningen kunnen wel degelijk gebaseerd zijn op feiten. Een wetenschapper die
feiten en gegevens verzameld, moet die nadien interpreteren. Dat zal die doen
naar best vermogen en op basis van expertise, maar er zal zeer vaak een stukje
eigen mening bij insluipen: hoe belangrijk is het ene feit ten opzichte van het
andere, wat werd er niet onderzocht, et cetera (denk bijvoorbeeld maar eens
aan de meningsverschillen over de exacte gevolgen van klimaatopwarming, of
tussen virologen over de gepaste coronamaatregelen). Dat maakt de expert niet
onbetrouwbaar, maar wel (deels) subjectief. Dit gebeurt bij de exacte
wetenschappen (fysica, biologie, …), maar zeker vaak bij de humane
wetenschappen (economie, geschiedenis, politicologie).

 Objectieve bronnen bevatten dan wel enkel feiten, maar wat als de feiten
vervalst zijn? We zullen de bron niet als ‘subjectief’ beoordelen, maar ze zal wel
onbetrouwbaar zijn. Denk in zo’n geval aan vervalste onderzoeksresultaten,
vergissingen in grafieken, of vervalsingen van materiële bronnen.

Om foutieve of vervalste bronnen te ontdekken, is vaak gespecialiseerde expertise


nodig. Kennis van statistiek of van een bepaald wetenschappelijk domein is niet iedereen
gegeven. Toch kom je vaak met wat gezond verstand al een heel eind. En wat je altijd

T0: De 0.3: Omgaan met


39
basis informatie
moet doen wanneer je informatie krijgt: checken of wat je leest ook door anderen
bevestigd wordt. Vergelijk je bron met andere, gelijkaardige bronnen. Komt de
informatie overeen? Dan weet je al een stuk meer over de betrouwbaarheid.

Edward Simpson, a.k.a. ‘Fossil Willy’ Het masker van Agamemnon


e
Edward Simpson was in de 19 eeuw een succesvolle
en bekende Britse vervalser. Als geoloog en
archeoloog slaagde hij erin om verschillende eigen
vervalsingen van prehistorische artefacten, Romeinse
urnen en zelfs een ‘Romeinse’ borstplaat gemaakt van
een koperen dienblad voor thee, te verkopen aan
gerenommeerde musea zoals het British Museum in
Londen. Het duurde verschillende jaren voor men
doorkreeg dat zijn ‘vondsten’ vervalsingen waren.

Het doodsmasker van Agamemnon, de legendarische


Griekse vorst uit het verhaal van het paard van Troje,
is misschien wel de bekendste oud-Griekse vondst
aller tijden. Archeoloog Heinrich Schliemann, die het
masker vond in Mycene, stond er echter om bekend
wel eens een eigen artefact toe te voegen aan een
vindplaats om de reputatie ervan te vergroten.
Verschillende archeologen betwijfelen nu de echtheid
van het masker. Het lijkt ook zeer onwaarschijnlijk dat
het echt aan de legendarische koning Agamemnon
behoorde.
Edward Simpson en één van de vuurstenen pijlpunten
die hij voor echt kon doen doorgaan.

 “Kranten zijn niet betrouwbaar.”

“Journalisten schrijven of verzinnen maar wat.”

“Kranten zijn enkel uit op sensatie en zoveel mogelijk verkopen.”

“Artikels staan steevast vol fouten.”

… zijn maar enkele van de vaak gehoorde vooroordelen over kranten.

Er zijn zeker kwaliteitsverschillend bij nieuwsberichten, en de druk van deadlines en


verkoopcijfers heeft zeker af en toe invloed op de nauwkeurigheid van de berichtgeving.
Maar in het algemeen, en zeker in Vlaanderen, zijn nieuwsberichten zeer betrouwbaar
en correct. Wat je wel altijd moet doen: berichten controleren en vergelijken.

 “Wikipedia is niet betrouwbaar.”

Eigen schuld, dikke bult: jarenlang hebben leerkrachten aan hun leerlingen verteld dat ze
niets mochten opzoeken op Wikipedia, omdat die website niet betrouwbaar zou zijn
(veel fouten, iedereen kan alles aanpassen, ‘echte’ encyclopedieën zijn beter, …).
Misschien heb jij dat zelf ook wel eens gehoord uit de mond van jouw juf of meester, of
van de leraar Geschiedenis. Dit had twee vervelende gevolgen: leerlingen gingen hun
informatie vaak elders zoeken op schimmige, werkelijk onbetrouwbare websites; maar
vooral: Wikipedia kreeg ten onrechte een slechte reputatie.

Want onderzoek toonde al heel snel exact het omgekeerde aan van de vrees van

T0: De 0.3: Omgaan met


40
basis informatie
leerkrachten. De online encyclopedie Wikipedia is betrouwbaarder dan alle
concurrenten, zowel online als in boekvorm. Dit is al herhaaldelijk aangetoond door
degelijk, onafhankelijk onderzoek:

 Het aantal fouten per artikel is gelijkaardig aan andere, als zeer betrouwbaar
beschouwde bronnen zoals de Encyclopedia Britannica. Die betrouwbaarheid
nam en neemt doorheen de jaren alleen maar toe. In 2005, slechts vier jaar na
haar oprichting, werden bij Wikipedia gemiddeld 4 fouten per artikel gevonden
t.o.v. 3 fouten per artikel bij Encyclopedia Britannica. Enkele jaren later was dat
aantal al gelijk. In 2014 werd de juistheid van een set van 100 artikels over drugs
op 99,7% gemeten.
 De correctietijd is op Wikipedia veel korter dan bij geschreven naslagwerken.
Fouten blijven op Wikipedia veel minder lang staan dankzij de hoge mate van
gebruik en peer-review. Je loopt dus minder risico om vergissingen tegen te
komen bij Wikipedia, dan elders.
 Doordat van elk artikel ook de bewerkingsgeschiedenis kan geraadpleegd
worden, kan men zien hoe kennis over een onderwerp evolueerde, over welke
onderwerpen debat gevoerd werd, welke argumenten aangevoerd werden, et
cetera. Dit is bij schriftelijke encyclopedieën niet mogelijk.
 De bronnen die voor artikels gebruikt werden, staan vermeld; iets wat
bijvoorbeeld bij schriftelijke encyclopedieën als de Brittannica niet het geval is.
Dit verhoogt de controleerbaarheid en dus de betrouwbaarheid enorm.
 De snelheid van updaten en raadplegen ligt aanzienlijk hoger dan bij schriftelijke
encyclopediën, waardoor goed onderzoek gemakkelijker wordt.

Wikipedia is dus een zeer betrouwbare plek om je in te lezen in een onderwerp of om je


onderzoek te starten. Maar opgelet! Je mag gerust starten bij Wikipedia, maar eindig er
niet. Zoals bij alle bronnen: controleer, vergelijk en blijf nooit bij één bron!

Bronnen:

Jona Kräenbring e.a., ‘Accuracy and Completeness of Drug Information in Wikipedia: A comparison
with Standard Textbooks of Pharmacology’, Institute of Pharmacology and Toxicology, Technische
Universität München, 24 september 2014. https://doi.org/10.1371/journal.pone.0106930

Valentin Lageard, ‘Why is Wikipedia reliable? Towards an etiology of Wikipedia’s reliability’,


Université Paris-Sorbonne, 4 september 2017.
https://www.researchgate.net/publication/322554233_Why_is_Wikipedia_reliable_Towards_an_etio
logy_of_Wikipedia%27s_reliability#pf1

Daniel Terdiman, ‘Study: Wikipedia as accurate as Britannica’, CNET, 16 december 2005.


https://www.cnet.com/tech/tech-industry/study-wikipedia-as-accurate-as-britannica/

 “Een bron uit de tijd van de gebeurtenissen zelf is altijd betrouwbaarder dan een bron
uit een latere tijd”

T0: De 0.3: Omgaan met


41
basis informatie
Als deze stelling waar zou zijn, was het nagenoeg onmogelijk betrouwbaar aan
geschiedenis te doen. Wie zou dan nog met gezag kunnen schrijven over wat lang
geleden gebeurde? Soms komt men jaren na datum en na grondig onderzoek tot
betrouwbaarder informatie dan op het moment van de feiten beschikbaar was.

Betrouwbaarheid van een primaire of secundaire bron hangt veel meer af van de
kwaliteit van de auteur, van diens bronnen, van zijn intenties et cetera…, dan van de tijd
tussen de gebeurtenis en het verslag.

Wanneer we twee héél gelijkaardige bronnen hebben die redelijk kort na de feiten
(minder dan ca. 100 jaar) gemaakt werden, is de kans wel groter dat de bron van het
kortst na de feiten betrouwbaarder is. Zeker in tijden waarin nog weinig geschreven
bronnen gemaakt werden en mensen van mondelinge verslagen afhingen (denk aan de
Klassieke Oudheid, de Middeleeuwen, …), is dat een goede vuistregel. Maar je weet het
pas écht wanneer je… controleert en vergelijkt.

5 DE HISTORISCHE METHODE

Om je te helpen bronnen te beoordelen op hun betrouwbaarheid en er de belangrijke


informatie uit te halen, bestaat de historische methode: een aantal stappen die je kan
doorlopen om informatie te verwerken. Hieronder vind je twee voorbeelden daarvan:

1. Een beknopte versie onder elke bron (in donkergeel). Die snelle versie geeft je de
hulpmiddelen om op een vlotte manier al een eerste beoordeling te maken.

BRON C: HET DEVSHIRME-SYSTEEM IN HET OTTOMAANSE RIJK


In de 14e eeuw werd In het Ottomaanse Rijk het devshirme-systeem in het leven geroepen. Dit
verplichtte veroverde christenen 20 procent van hun mannelijke kinderen af te staan aan de staat. De
kinderen werden gedwongen zich tot de islam te bekeren en slaven te worden.

Hoewel zij als slaven dienden, werden sommige van de bekeerlingen machtig en rijk. Velen werden
opgeleid voor overheidsdienst of het Ottomaanse leger. De militaire elitegroep, bekend als de
Janitsaren, bestond voornamelijk uit gedwongen christelijke bekeerlingen. Het devshirme-systeem
bleef bestaan tot het einde van de 17e eeuw.

History.com editors, ‘The Ottoman Empire’, History.com, 3 november 2017. Geraadpleegd op 20


augustus 2022. https://www.history.com/topics/middle-east/ottoman-empire

Soort auteur: .................................................................................................... Geschreven / Ongeschreven


Tijdverschil: ..................................................................................................... Primair / Secundair
Bedoelingen auteur: ........................................................................................ Objectief / Subjectief
Betrouwbaarheid: 1 2 3 4
+: ............................................................................ –: ............................................................................
We zullen niet elke keer wanneer we een bron gebruiken die historische methode
klassikaal uitvoeren. Het is aan jou om af te wegen hoe goed je het al kan, en
eventueel extra te oefenen thuis. Ook als voorbereiding op toetsen of examens kan dat
een verstandig idee zijn.

2. Een uitgebreid formulier om de historische methode in detail toe te passen:

T0: De 0.3: Omgaan met


42
basis informatie
OEFENING HISTORISCHE METHODE: OMGAAN MET BRONNEN

● Identiteitskaart van de bron:

Auteur: .............................................................................................................................
Datum: ....................................... Uitgever: ............................................................
Vat de bron kort samen: ................................................................................................
Geschreven / Ongeschreven (mondeling / materieel) Primair / Secundair

● Interpretatie van de bron:

Soort auteur: autobiograaf ooggetuige expert criticus


(meerdere
betrokken partij neutraal pers gezagsdrager
opties)
Doel van bron: informeren overtuigen activeren
(één optie) beïnvloeden amuseren instructie

Tijdverschil creatie vs. inhoud: gelijktijdig klein groot

Welke feiten bevat de bron? .................................................................................


Welke meningen bevat de bron? .................................................................................
Ontbreekt er cruciale informatie in
deze bron? Welke? .................................................................................
Kan je misleidende informatie
vinden in deze bron? Welke? .................................................................................
Kan je onwaarheden vinden in deze
bron? Welke? .................................................................................
Deze bron is objectief / subjectief Dit is een historische bron / een werk

● Conclusies over de bron. Weeg de bovenstaande gegevens en interpretaties af


om hieronder tot een besluit te komen.
Betrouwbaarheid: 1 2 3 4

+ .............................................................. – ...............................................................
.............................................................. ...............................................................
Bruikbaarheid / nut: 1 2 3 4

● Uitleg: .............................................................................................................................

Op de laatste pagina van dit hoofdstuk vind je een extra lege versie. Je kan deze digitaal
of via een kopiemachine kopïeren. Zo heb je altijd een lege versie om mee te oefenen.

T0: De 0.3: Omgaan met


43
basis informatie
SYNTHESE

Samenvatting – overzicht – schema.


● Maak van de leerstof van dit hoofdstuk een individueel overzicht om van te studeren.

Voor de definities van de belangrijkste begrippen: zie oefening 1 van dit hoofdstuk.

Bronnen met informatie zijn op te delen in soorten:

 Geschreven bronnen
 Ongeschreven bronnen
o Mondelinge bronnen
o Materiële bronnen

Eigen kennis = belangrijk! è Pas nuttig als je combineert è Bouwstenen van je wereldbeeld.

Meer kennis leidt tot meer inzicht (ook bij het vak Geschiedenis).

Mogelijke problemen met informatiebronnen:

 Onvolledig
 Vervalst
 Misleidend
o Subjectief
o Niet-representatief

Denk eraan:

R Ooggetuigen kunnen onbetrouwbaar zijn.


R Objectieve bronnen zijn niet per definitie betrouwbaarder dan subjectieve bronnen
R De betrouwbaarheid van kranten en Wikipedia is groot genoeg om er vertrouwen in te
hebben.
R Een bron die vlak na de feiten gemaakt werd, is niet noodzakelijk betrouwbaarder.

De betrouwbaarheid van ELKE BRON moet je controleren door te vergelijken met andere
bronnen!

WOORDENLIJST MOGELIJK MOEILIJKE WOORDEN. VOEG DE BEGRIPPEN DIE JE ZELF OPZOCHT HIER TOE.
Een denkstroming of gedachtengoed over mensen, de
Ideologie maatschappij en hoe de samenleving / de wereld er in
de toekomst moet uitzien.

T0: De 0.3: Omgaan met


44
basis informatie
OEFENING HISTORISCHE METHODE: OMGAAN MET BRONNEN

● Identiteitskaart van de bron:

Auteur: .............................................................................................................................
Datum: ....................................... Uitgever: ............................................................
Vat de bron kort samen: ................................................................................................
Geschreven / Ongeschreven (mondeling / materieel) Primair / Secundair

● Interpretatie van de bron:

Soort auteur: autobiograaf ooggetuige expert criticus


(meerdere
betrokken partij neutraal pers gezagsdrager
opties)
Doel van bron: informeren overtuigen activeren
(één optie) beïnvloeden amuseren instructie

Tijdverschil creatie vs. inhoud: gelijktijdig klein groot

Welke feiten bevat de bron? .................................................................................


Welke meningen bevat de bron? .................................................................................
Ontbreekt er cruciale informatie in
deze bron? Welke? .................................................................................
Kan je misleidende informatie
vinden in deze bron? Welke? .................................................................................
Kan je onwaarheden vinden in deze
bron? Welke? .................................................................................
Deze bron is objectief / subjectief Dit is een historische bron / een werk

● Conclusies over de bron. Weeg de bovenstaande gegevens en interpretaties af


om hieronder tot een besluit te komen.
Betrouwbaarheid: 1 2 3 4

+ .............................................................. – ...............................................................
.............................................................. ...............................................................
Bruikbaarheid / nut: 1 2 3 4

● Uitleg: .............................................................................................................................

T0: De 0.3: Omgaan met


45
basis informatie
T0: De 0.3: Omgaan met
46
basis informatie

You might also like