Antwoorden Oefentoets 4h Periode1

You might also like

Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 2

Antwoorden oefentoets Basis 1 t/m 5 en communicatiemodel

41 punten te behalen. Norm = aantal behaalde punten delen door 41 x 9 + 1 = cijfer. Foutloos
gespeld en geformuleerd? Dan + 0,5

Onderdeel 1: communicatie

1 2p als alle termen goed zijn > 1 = situatie / 2 = ontvanger / 3 = feedback

2 1p: De docent (de ontvanger) geeft geen feedback op de boodschap van de


zender (hierdoor lijkt het alsof de ontvanger niet naar de boodschap heeft geluisterd).

3 2p: 1 p in het antwoord moeten de termen van het communicatiemodel


terugkomen en op een juiste manier gebruikt worden + 1 p voor juiste uitleg van de
situatie, d.w.z. dat het stripje moet terugkomen in de uitleg:

De ontvangers zijn blij met de boodschap ‘een terrasje pakken’. De zender bedoelde
de boodschap echter letterlijk en laat hen terrastafels schilderen. Daarom zijn
ze teleurgesteld.

4 1p voor oplossing (weer met de termen uit het com. Model) De zender moet iets
duidelijker zijn en zeggen dat ze een terrasje / terrastafel gaan schilderen. Iets
meer uitleg geven dus. Of de ontvangers moeten meer feedback geven over
hun interpretatie.

5 Onderdeel 2: feedback geven en ontvangen

2p, twee van de onderstaande punten noemen:

·1 inhoud (aantrekkelijkheid, volledigheid, publiekgerichtheid, doeltreffendheid);

·2 structuur (inleiding – middenstuk – slot, structurerende zinnen, signaalwoorden);

·3 actieve lichaamshouding (gezichtsuitdrukking, gebaren);

·4 manier van spreken (tempo, volume, enthousiasme, intonatie: variatie in hoog en laag);

·5 formulering (woordkeus, zinsbouw);

·6 contact met het publiek (oogcontact, inspelen op reacties).

6 1p voor 1 van de onderstaande punten:

·Richt je alleen op recent waargenomen gedrag en op recente uitspraken van de ander.

·Vertel wat je gezien of gehoord hebt en hoe je dat interpreteert.

·Beschrijf welk effect het gedrag of de uitspraken op je hebben.

·Spreek vanuit jezelf: ‘ik zie …’, ‘ik hoor …’, ‘daardoor denk ik dat ...’
·Geef de ander een tip hoe hij zijn gedrag of uitspraken kan verbeteren.

Onderdeel 3 Theorie Basis Geef van elke bewering aan of deze juist of niet juist is.

1p 8 JUIST altijd een mededelende zin (en dus nooit een vraag)
1p 9 ONJUIST
1p 10 ONJUIST .
2p 11 de aandacht trekken (1p)- het onderwerp introduceren (1p)
2p 12 Twee van de volgende (ieder 1p)
- samenvatting / afweging / aansporing of aanbeveling
- toekomstverwachting / - aansluiting bij het begin
- uitsmijter / - retorische vraag / - citaat
1p 13 voor- en nadelenstructuur
1p 14 voorwaardelijk
1p 15 oorzaak-gevolg
1pt 16 B De schrijver geeft een aantrekkelijk voorbeeld.
1pt 17 A Er worden een of meer vragen gesteld.
1pt 18 C (genieten van) spanning
2pt 19 B alinea 4
2pt 20 C alinea 6
2pt 21 A alinea 8
2pt 22 B alinea 11
2pt 23 A alinea 14
1pt 24 B Zij kwamen op de gedachte dat we tijdens het consumeren van enge
films en nare boeken tegelijkertijd negatieve en positieve emoties kunnen
ervaren, dat we dus letterlijk gemengde gevoelens hebben.
2pt 25 Mogelijk antwoord: Als een man en een vrouw samen naar een enge
film kijken, nemen ze traditionele rollen aan.
1pt 26 F (Het zou kunnen dat onze fascinatie met moord voortkomt uit
geëvolueerde mechanismen die ervoor zorgen dat je informatie tot je neemt die
je overlevingskansen vergroot)
1p 27 C met een advies waarmee een horrorliefhebber zijn voorkeur
kan verdedigen
1pt 28A A informeren
1p 28B De schrijver geeft ons antwoord op de vraag (informeert ons over)
waarom we van enge films en boeken houden; hij doet dit door verschillende
bronnen te noemen en uitleg te geven.
2pt B We houden van enge films en boeken vanwege de goede afloop, om lekker
te griezelen, om onze traditionele rol te spelen, om ervaring op te doen en om ervan
te leren.

You might also like