Professional Documents
Culture Documents
Bloed en Wond Verzorging
Bloed en Wond Verzorging
Bij cliënten met een (te verwachten) stoornis in de circulatie is het nodig om de hartslag te
tellen, bijvoorbeeld:
De hartslag tel je meestal aan de polsslagader. Maar je kunt de hartslag ook op andere
plaatsen voelen en tellen, zie onderstaande afbeelding.
o Afbeelding
: plaatsen waar je de hartslag kan tellen
Let bij het tellen van de hartslag op:
Regelmaat. De hartslag moet regelmatig zijn. Dit betekent dat de slagen elkaar
opvolgen met gelijke pauzes ertussen.
Spanning. De spanning is de druk in de vaten. Deze kun je goed voelen bij een hele
hoge of hele lage druk. Een hartslag die je niet goed kunt voelen, wijst op een lage
bloeddruk. Een cliënt die in shock dreigt te raken heeft bijvoorbeeld een zwakke
hartslag.
*) Bronnen:
Tachycardie
Bradycardie
Een hoge hartslag (boven de 100 slagen per minuut)* heet tachycardie. Een hoge hartslag
kan bijvoorbeeld voorkomen bij koorts, lichamelijke inspanning, stress, bloedingen,
zuurstoftekort of een schildklierafwijking.
Je kunt de hartslag tellen met behulp van een zandloper (polsteller) of klokje met
secondewijzer. Je telt het aantal slagen per minuut. Er zijn polstellers van ¼ en ½ minuut
verkrijgbaar. De getelde hartslag vermenigvuldig je dan met respectievelijk 4 of 2.
Het TIME-model is een hulpmiddel om plaatselijke verstoorde factoren in de wondgenezing
op te sporen, zodat de wondgenezing op gang komt.
Het doel van het TIME-model is het creëren van een gezonde wond. Dat wil zeggen
zonder dood weefsel en ziekteverwekkende bacteriën, met weinig wondvocht en een
goede doorbloeding. Pas als dat bereikt is, kan een wond dicht granuleren (genezen).
Gebruik het TIME-model bij het diagnosticeren van een wond (anamnese) en
het bepalen en evalueren van de wondbehandeling.
Het TIME-model richt zich in 4 stappen op de verschillende factoren die de genezing
van de wond beïnvloeden.
TIME Observatie
o Is er vitaal- of dood weefsel?
Stap
Tissue (weefsel): vitale wondbodem. o Zwart, geel, rood?
1
o Is er infectie of ontsteking?
o Infectieverschijnselen: roodheid,
Stap zwelling, pijn, warmte, koorts?
Infectie.
2 o Toename van (gekleurd) wondvocht?
o Sterke of afwijkende geur?
o Is de wondrand vitaal,
Edge (wondranden): epithelial edge teruggetrokken, ondermijnd?
Stap advancement; stimulatie epithelialisatie
o Is de wondomgeving droog,
4 vanuit de wondrand.
verweekt?
Infectiebestrijding:
Stap
o Regelmatige wondcontrole en verzorging/reiniging
2
o Antibacteriële wondbehandelingsproducten.
Zwarte wond
Zwart betekent dat zich in de wond afgestorven (necrotisch) weefsel bevindt. Afgestorven
weefsel hoeft niet altijd zwart te zijn, maar kan ook een bruin-grijs-gelige kleur hebben. Een
zwarte wond bevindt zich in de reactiefase. Zolang er necrotisch weefsel in de wond is, kan
de wond niet helen.
Debridement
Er is een schone wond nodig voor de vorming van gezond granulatieweefsel. Dood,
beschadigd of geïnfecteerd weefsel dat de genezing van de wond tegengaat, moet worden
verwijderd. De verwijdering van dit weefsel heet debridement. Er zijn verschillende methoden
van debridement.
Autolytisch: afbreken van dood weefsel door het lichaam zelf (door de marcofagen uit
het wondvocht) met behulp van modere wondbedekkers.
Mechanische reiniging: verwijderen van dood weefsel door spoelen, poetsen met
uitgeknepen natte gazen, biochirurgie (maden)
Gele wond
Bij een gele wond is het wondbed bedekt met een gelige, halfvloeibare of taaie laag. Hierin
bevinden zich celresten en samengeklonterde eiwitten. Deze laag moet verwijderd worden.
De wond bevindt zich nog in de reactiefase. Het wondbed is nog niet geschikt voor de
vorming van granulatieweefsel.
Vaak produceren deze wonden veel vocht (exsudaat). Het doel van de behandeling is
reinigen van het wondbed en absorptie van de overmaat aan exsudaat. Een vochtig milieu is
gunstig voor de wond, maar voorkom dat er te veel wondvocht aanwezig is.
Rode wond
In de rode wond bevindt het wondbed zich in de regeneratiefase en wordt het bedekt door
rood granulatieweefsel. Het doel van de wondbehandeling is bescherming van de
wondbodem en het voorkomen dat de wond uitdroogt.
Wondbedekkers mogen niet met het wondbed verkleven, anders wordt het granulatieweefsel
beschadigd bij de verbandwisseling.
De nieuwe huidlaag die over het granulatieweefsel heen groeit, is in de beginfase nog dun
en kwetsbaar. Om beschadiging of blaarvorming van deze dunne epitheellaag te voorkomen,
is het belangrijk om een verbandmiddel te kiezen met een huidvriendelijke kleeflaag.
Inspecteer een wond regelmatig. Maak afspraken over hoe vaak. Het is belangrijk om te
overleggen over het vervolg van de behandeling als er koorts optreedt of bij tekenen van
roodheid, zwelling of pijn in de wond.
Wond genezing
Bij een verwonding stroomt bloed uit een bloedvat in de wond. Het bloed stolt en er ontstaat
een korst. Vanuit de wondranden groeien bloedvaatjes en collageenvezels in het stolsel. De
vezels gaan samentrekken en het stolsel verdwijnt. De wond is dan gevuld met rood, nieuw
gevormd bloedvatrijk bindweefsel: granulatieweefsel. Dit verandert op den duur in wit
littekenweefsel.
Soorten wondgenezing
Wondgenezing kan op twee manieren verlopen.
3 paar handschoenen
onderlegger
afvalbak
schaar
pincet
6 gaasjes
alcohol 70%
Voorbereiding
3. Trek handschoenen en eventueel schort aan. En zet eventueel een bril op.
6. Houd het pincet bij het handvat vast en desinfecteer beide bladen met een
alcoholgaasje.
7. Houd het pincet bij een blad vast met het gebruikte gaasje. Desinfecteer de rest van
het pincet met een tweede alcoholgaasje.
1. Vraag de cliënt een comfortabele houding aan te nemen, waarbij de wond goed
bereikbaar is.
2. Inspecteer het verbandmateriaal: kleur, geur, hoeveelheid exsudaat, gebruik van het
juiste absorberende materiaal.
Inspecteer de wo
Inspecteer de wond
grootte
diepte
geur
kleur
wondranden
exsudaat: wondvocht
5. Maak de omgeving van de wond schoon met natte gazen. Droog met een gaasje.