Informatiekaart: Inductieve Sensoren

You might also like

Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 4

Informatiekaart Bedrijfsspanning Spanningsbereik waarbinnen de sensor betrouwbaar werkt.

Er moet een
gestabiliseerde en goed afgevlakte gelijkspanning worden gebruikt! Let op de
Inductieve sensoren restrimpel!
Gebruikscategorie AC-apparaten: AC-140 (besturing van kleine elektromagnetische lasten met
Deze informatiekaart dient als aanvulling op de hoofdcatalogus Positiesensoren resp. bij de afzonderlijke houdstromen < 200 mA)
i databladen. Verdere informatie en contactadressen vindt u op www.ifm.com. DC-apparaten: DC-13 (besturing van elektromagneten)
Hysterese Verschil tussen in- en uitschakelpunt.
Correct gebruik Kortsluitbeveiliging Zijn de ifm-sensoren door een pulserende kortsluitbeveiliging beveiligd tegen
overstroom, kan bij gloeilampen, elektronische relais of laagohmige verbruikers de
De producten worden tijdens hun gebruik blootgesteld aan invloeden die een effect kunnen hebben op de werking, kortsluitbeveiliging worden geactiveerd!
levensduur, kwaliteit en betrouwbaarheid van het product.
Standaardmeetplaat Vierkante stalen plaat (bijv. S235JR) met een dikte van 1 mm en een zijlengte die
De klant is verplicht de producten zelf te controleren op geschiktheid voor de beoogde, concrete toepassing. Dat geldt
gelijk is aan de diameter van het actieve vlak of 3 x Sn, afhankelijk van welke waarde
in het bijzonder voor toepassingen in ATEX-zones en bij explosie gevaarlijke- en belastende omgevingen, zoals druk,
groter is.
chemicaliën, temperatuurschommelingen, vocht en stralingsinvloeden, evenals mechanische belastingen, vooral
wanneer deze onjuist zijn geïnstalleerd. Productnorm IEC 60947-5-2
Het is niet toegestaan de producten te gebruiken in applicaties waarin de veiligheid van personen afhankelijk is van de Reproduceerbaarheid = herhalingsnauwkeurigheid.Verschil tussen twee willekeurige Sr-metingen. Max. 10
werking van het product. Indien u het negeert kan dit leiden tot overlijden of ernstig letsel. % van Sr.
Reststroom Dient voor de eigen voeding van 2-draads-apparaten; deze stroomt ook bij
geblokkeerde uitgang over de last.
Werking van een inductieve naderingssensor
Schakelpuntdrift Verschuiving van het schakelpunt bij verandering van de omgevingstemperatuur.
Spoel en condensator vormen een LC-kring, ook welk Schakelfrequentie Demping met standaardmeetplaat bij halve Sn.
elementaire sensor genoemd. De verhouding gedempt tot ongedempt (tand tot
Wervelstroomverliezen in elektrisch geleidbare materialen uitsparing) = 1 : 2.
worden gebruikt voor een schakelsignaal. Sn 2a a
2

a
NL
① Aansluiting ⑤ Spoel Beschermklasse IPxy Conform IEC 60529
② Behuizing ⑥ Elektromagnetisch wisselend veld = actieve zone IP68 Testvoorwaarde: 1m diep in water, 7 dagen
③ Externe elektronica ⑦ Schakelvaan (target) = elektrisch geleidbaar materiaal IP69K Conform ISO 20653 (vervanging voor DIN 40050-9)
④ Condensator Opgenomen stroom De stroom voor de eigen voeding van 3-draads-gelijkstroomapparaten.
Transport- en Voor zover in het datablad niets anders staat aangegeven, geldt het volgende:
Belangrijke informatie opslagvoorwaarden Transport- en opslagtemperatuur:Min. = - 40 °C.
Max. = max. omgevingstemperatuur conform datablad.
Actieve schakelzone / actieve Schakelgebied (ruimte) boven het actieve vlak, waarin de sensor reageert op het
zone naderend dempend materiaal. De relatieve luchtvochtigheid (RH) van de lucht mag niet hoger zijn dan max. 50% bij
+70 °C.
Uitgangsfunctie Maakcontact: Voorwerp in het schakelgebied van de actieve schakelzone Een hogere luchtvochtigheid bij een lagere temperatuur is toegestaan.
> uitgang doorgeschakeld.
Tijdseenheid opslag: 5 jaar.
Verbreekcontact: Voorwerp in het schakelgebied van de actieve schakelzone
> uitgang geblokkeerd. Hoogte bij transport en opslag: geen beperking.
Programmeerbaar: Vrije keuze tussen maak- of verbreekcontact. Vervuilingsgraad Inductieve naderingssensoren zijn ontworpen voor de vervuilingsgraad 3.
p-schakelend: Uitgangssignaal positief (t.o.v. L–). Onderhoud, reparatie en afvoer Bij deskundig gebruik zijn er geen maatregelen voor onderhoud en reparatie
n-schakelend: Uitgangssignaal negatief (t.o.v. L+). noodzakelijk.Het apparaat mag alleen door de fabrikant worden gerepareerd.
Nominale isolatiespanning_ AC-apparaten afhankelijk van bedrijfsspanning: 140 V AC resp. 250 V AC Apparaat na gebruik milieuvriendelijk afvoeren conform de geldende nationale
DC-apparaten met beschermingsklasse II: 250 V AC voorschriften.
DC-apparaten met beschermingsklasse III: 60 V DC
11 / 2018

Nominale kortsluitstroom Bij kortsluitvaste apparaten: 100 A


Nominale AC-apparaten afhankelijk van bedrijfsspanning: 140 V AC = 2,5 kV resp. 250 V AC =
piekspanningbestendigheid 4 kV (≙ overspanningscategorie III)
DC-apparaten met beschermingsklasse II: 4 kV (≙ overspanningscategorie III)
1D2226 / 06

DC-apparaten met beschermingsklasse III: 0,8 kV (≙ overspanningscategorie II)


Inschakelvertragingstijd Tijd die de sensor nodig heeft om na het aanbrengen van een bedrijfsspanning
gereed voor gebruik te zijn (millisecondenbereik).
1 2
Informatiekaart Zijdelings benaderen en afstanden
(geldig voor bouwstaal, bijv. S235JR)
Inductieve sensoren

Schakelafstand (op basis van standaardmeetplaat) Q


1 [6
6Q

Sumax ”
+ 10 %
+ 10 % Sn
- 10 % •d
- 10 % •

G
Sn Sr Sumin Sa
0

•
d
a
Nominale schakelafstand Sn = Apparaat parameter
Werkelijke schakelafstand Sr = Afwijking per exemplaar bij omgevingstemperatuur tussen 90% en 110% van Sn
Zekere schakelafstand Su = Schakelpuntdrift tussen 90% (Sumin = Sa) en 110% (Sumax) van Sr
Beveiligde schakelafstand = veilig geschakeld tussen 0% en 81% van Sn
= werkafstand Sa
① Typische inschakelcurve (voor langzaam benaderen) ① Afstand tot de achtergrond
② Typische uitschakelcurve (voor langzaam benaderen) ② Aanbevolen targetafstand
Beveiligde uitschakelafstand = Sumax + max. hysterese = 143 % van Sn
③ Slechte reproduceerbaarheid ③ Aanbevolen bedekkingsgraad van het
④ Goede reproduceerbaarheid sensoroppervlak

Correctiefactoren
④ Aanbevolen targetgrootte NL
Sr [%] Voor een goede reproduceerbaarheid van het schakelpunt
geldt: hoe dichter het target bij het sensoroppervlak is
100 * gepositioneerd, des te beter.
V2A Algemeen advies: a = 10% van de nominale schakelafstand.
50 Ms Al
Cu
Waarden → datablad
0 Instructies voor de aansluitende en niet-aansluitende inbouw in metaal
Uitzondering K1-apparaten: Dezelfde
* Standaardmeetplaat schakelafstand voor alle
Montage-instructies cilindrische bouwvormen
Invloed afmeting schakelvaan Sr [%] aansluitend: niet-bondig (niet vlak):
100 Sn
2x

50

0 X-as: Verhouding van de feitelijke


0,2 0,5 1,0
schakelvaan t.o.v. de standaardmeetplaat

3 4
Informatiekaart Elektrische aansluiting
Inductieve sensoren
Het apparaat mag uitsluitend door een elektromonteur worden geïnstalleerd.

Montage-instructies rechthoekige bouwvormen ① Miniatuurzekering conform technisch datablad, mits daar aangegeven.Aanbeveling: Na een kortsluiting het apparaat
op veilige werking controleren.
bondig (vlak): niet-bondig (niet vlak):
② n-schakelend
③ p-schakelend
④ Sensor 1
⑤ Sensor n
h

h
2xa 1,5
Aansluittechniek
xa
a a
2xa
+UB / L1 +UB +UB
h = willekeurig

0V / N 0V 0V
a
a
1,5 Tweedraads-techniek Driedraads-techniek Vierdraads-techniek
xa
2xa
a (n- of p-schakelend) (n- of p-schakelend) (p-schakelend, verbreekcontact en
a maakcontact)
2xa
NL
Wordt bij niet-bondige apparaten de noodzakelijke vrije ruimte niet aangehouden, kan de sensor voorbedempt Serieschakeling (AND)
i worden. Dat kan resulteren in doorschakelen.
Bij rechthoekige apparaten met een verhoogde schakelafstand eventueel afwijkende montagevoorschrift +UB +UB / L1
i → Instructies voor montage en bedrijf.

U1
Minimumafstanden bij montage van gelijke apparaten
Geldig voor cilindrische- en rechthoekige sensoren.
Un
bondig: niet-bondig:
UL
Sn 0V 0V / N
2x

Serieschakeling driedraads Serieschakeling tweedraads


max. 4 apparaten. Inschakelvertragingstijden, Niet aanbevolen, wegens niet-gedefinieerd bedrijf in
spanningsvallen en stroomopnames worden opgeteld. geblokkeerde toestand! In serie schakelbare speciale
UB min (sensor) en UHIGH min (last) moeten behouden types gebruiken (max. 2 apparaten). Spanningsvallen
Sn blijven. worden opgeteld.
8x

Onderschrijding van de afstanden alleen bij apparaten met verschillende oscillatorfrequentie of verschillende
i sensorprincipe mogelijk.

5 6
Informatiekaart
Inductieve sensoren

Parallelschakeling (OR)

+UB

0V

Parallelschakeling driedraads Parallelschakeling tweedraads


De stroomopnames van alle niet-geschakelde Niet mogelijk.
apparaten wordt opgeteld. Apparaten kunnen samen
met mechanische schakelaars worden gebruikt.

Bezetting van kabels Kleurcodering: BK: zwart, BN bruin, BU: blauw, WH: wit
en stekkers
Standaardindeling bij 3-draads DC:
Kabel Aansluitruimte US-100-stekker
L+ BN 1/3 Pin 1 / BN
L– BU 2/4 Pin 3 / BU
Pin 2 / WH NL
Uitgang BK X
Pin 4 / BK

Pinbezetting van
US-100-stekkerverbindingen Pin 4: BK Pin 3: BU
(zicht op de stekker Pin 1: BN Pin 2: WH
van het apparaat)
De kabel- resp. stekkerbezetting alsmede de apparaatgegevens van speciale
apparaatvarianties vindt u in de aansluitschema's in onze hoofdcatalogus
Positiesensoren.

7 8

You might also like