Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 2

Oefen opgaven H4 elektriciteit klas 2

1. Een waterkoker staat aangesloten op de netspanning (230 V). Het vermogen is 1750 Watt.
a. Wat is de stroomsterkte.
b. 1750:230=7.61A
c. In sommige landen is de netspanning echter lager afgesteld. In Frankrijk is de netspanning slechts 120 V.
Bereken het vermogen als de stroomsterkte hetzelfde blijft als in vraag 1.
d. 1750:120=

2. Toen je 21 dagen op vakantie ging heb je per ongeluk je computer laten aanstaan. Het vermogen van de
computer is 550W. Hoeveel geld moeten je ouders betalen als 1kWh €0,75 kost.
3. Nienke gebruikt haar föhn elke dag 3 uur. Haar vader baalt daarvan en zegt tegen dat het hem te veel geld
kost. Haar vader wil haar het bedrag laten zien wat hij per jaar kwijt is aan haar. De föhn gebruikt 2
Ampère . De Nuon berekent 75 eurocent per KWH. Bereken het totaal bedrag per jaar.

4. De mp3 speler van Annette heeft een vermogen van 0,3Watt. Het apparaat kan acht uur spelen op twee
batterijtjes. Daarna zijn de batterijtjes, die 0,75 euro per stuk kosten, leeg.

Bereken hoeveel kWh elektrische energie de mp3 speler in acht uur verbruikt.

5. Winnie laat een lamp branden als ze op vakantie gaat. Alle ander elektrische apparaten zet ze uit. Als ze na
vier weken weer thuiskomt, geeft de kWh meter aan dat de lamp 16,8 kWh elektrische energie heeft
opgenomen.
Bereken het vermogen van de lamp.

6. Stroomsterkte in een schakeling; Bereken de stroomsterkte in figuur 4 op de plekken;


a. I-3
b. I-5
c. I-7
d. I-6
Gegevens: I-1 = 6,8 A
I-2 = 2,4 A
I-4 = 1,4 A
I-8 = 1,2 A

Figuur 4
Opgave 1.
Geg: P=1400 W
U=230 V
Gevr: I
Uitw: P= U x I
1400=230 x I
I=6,09 A

Opgave 2
Geg: t= 21 dagen = 21 * 24 =
P = 550W
1kWh €0.75 kost.
Gevr: kosten
Uitw: E = P * t
E = 550 * 504 = 277 200 kWh
Kosten 277 200 * 0.75 = € 207.90

Opgave 3.
Geg: t = 3 h per dag
I=2A
U = 230 V
Kosten 75 eurocent per kWh per jaar
Gevr. Bedrag per jaar
Uitw: P = U*I
P = 230 * 2 = 460 W = 0,46 kW

E=P*t
E = 0,46 * (3*365)
E = 503,7 kWh * 0,75 = € 377.78

Opgave 4.
a.
Geg: P = 0,3 W = 0,0003 kW
t=8h
gevr: E
Uitw: E = P x t
E =0,0003 x 8
E=0,0024 kWh

Opgave 5.
Geg: t = 4 weken
t= 28x24=672 h
E = 16,8 kWh
Gevr: P
Uitw: E = P * t  P = E / t
P = 16,8 / 672 = 0.025
P=0,025 kW= 25 W

Opgave 6.
a. 4,4 A (I1-I2)
b. 1,2 A (zelfde als I8)
c. 1,8 A (I3-I5-I4)
d. 3,2 A (I3-I5)

You might also like