Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 2

Witte sandalen

Els van der Wal

(1) ‘Ga in de gang kijken wat papa doet,’ zei ze. ‘Vlug.’ Ik aarzelde, liep langzaam naar de
deur. ‘Vlug, zeg ik je toch,’ fluisterde ze woedend. Ze zat in de oude, leren stoel naast
de kachel. Haar rechterbeen, dat zieke kapotte been tot aan de knie in grijzig wit gips,
rustte op een bankje. Ik was bang voor haar gezicht, voor haar stem, voor haar hand
die naar de gangdeur wees. Zo traag mogelijk liep ik naar de deur, trok hem open en
keek de lange gang in.

(2) Het was de laatste dag dat Marie bij ons zou zijn. Marie, die er altijd was geweest, zo
lang ik mij kon herinneren. Vrolijke Marie. Hard lachen, hard zingen, keihard met emmers en
bezems te keer gaan. Elke zaterdagavond had ze tijd voor mij. Dan deed ze me in bad.
Grijze zinken teil op de keukenvloer, half gevuld met water. Papieren zakje met Zwartkop-
shampoo op de rand van de aanrecht, naast het gebarsten kopje waarin het geurige poeder
met water moest worden vermengd. Het ritueel was altijd eender: Marie zei: ‘Kleed je uit,
vlug. Ik heb geen uren de tijd voor jou.’ Heel voorzichtig probeerde ik dan met m’n grote teen
de temperatuur van het water. Heet, altijd een beetje te heet. ‘Ga er nou toch in. Het is niet
heet,’ zei Marie en ik zette een voet in het water. De andere erbij en dan zo langzaam
mogelijk gaan zitten tot mijn billen het water raakten. Daarna was het minder erg. Ik mocht
me zelf wassen, maar Marie deed mijn haar. Shampoo in het kopje, beetje water erbij, ogen
stijf dicht en haar harde handen masseerden mijn hoofd. En altijd weer dezelfde vraag:
‘Marie, maak je een krul?’ Als Marie goeie zin had, boetseerde ze van mijn zeperige haar
een mooie piekende krul boven op mijn hoofd, veegde zeep van mijn voorhoofd, pakte de
keukenspiegel en dan kon ik zien hoe mal ik er wel uit zag. ‘Wat een raar meidje ben je toch,’
zuchtte ze dan en spoelde gauw de zeepvlokken uit mijn haar. Op een dag in de zomer
droeg ze nieuwe schoenen. Smalle witte bandjes en een kurken hak. ‘Mooie schoenen,
Marie,’ zei mijn vader. ‘Staan je goed.’ En ’s middags vroeg mijn moeder of Marie voor haar
ook zo’n paar schoenen wilde meebrengen. De volgende dag liep mijn moeder er al mee.
Witte sandalen met een sleehak.

(3) Een week later struikelde ze over het opstapje van de gang naar de keuken. Ze brak
haar enkel en werd dankzij een ondeskundige behandeling in het ziekenhuis
gedoemd tot levenslange invaliditeit. De wereld, mijn wereld veranderde. Eindeloos
lijkende ziekenhuisbezoeken, de geur van chloroform die nooit vertrouwd werd, een
klagende, altijd zieke moeder thuis uiteindelijk. Marie daarentegen bleef wat ze was.
Had behalve haar opgewekte humeur twee gezonde stevige benen, om nog maar te
zwijgen van de rest daarboven. Maar dat begreep ik later pas. Ineens – leek het wel – moest
Marie weg. ‘Waarom kan ze niet blijven?’ vroeg ik mijn vader. ‘Dat wil je moeder niet,’ zei hij.

(4) Ik keek de lange gang in. Bij de deur naar de winkel stonden mijn vader en Marie. Hij
iets voorover gebogen, een hand tegen haar achterhoofd, de andere op haar rug.
Marie met haar onderlichaam tegen hem aangedrukt. Ze kusten elkaar, rustig en
aandachtig. Zacht deed ik de deur dicht en keek naar mijn moeder in de stoel. ‘Wat doen ze?
vroeg ze. ‘Niks. Ze doen helemaal niks,’ zei ik met bevroren lippen. ‘Zo’n rotwerkster.
Ik ben blij dat ze weg is,’ mompelde ze en keerde haar hoofd van me af.

Vragen
1 Dit verhaal is niet chronologisch opgebouwd. Zet de vier alinea’s in chronologische
volgorde. Noteer alleen de nummers van de alinea’s.

2 Welke zin uit alinea 2 past eigenlijk beter bij een andere alinea? Citeer deze zin.

3 Dit verhaal wordt achteraf verteld. Geef een citaat waaruit dat blijkt. (Tip: het gaat er
niet om, dat het verhaal in de verleden tijd wordt verteld.)

4 De schrijfster heeft het stuk van “Marie, … mijn haar.” (alinea 2) met een
bedoeling ingevoegd. Waarom staat dit fragment in dit verhaal?
A. Omdat de hoofdpersoon wilde laten zien dat Marie geen uren de tijd voor haar
had.
B. Omdat de hoofdpersoon wilde laten zien dat Marie meer tijd doorbracht met
haar vader.
C. Om de goede band tussen Marie en de ik te laten zien.
D. Om het goede karakter van Marie te laten zien.

5 Wat is het verschil tussen een leidmotief en een verhaalmotief? Leg beide begrippen
uit. Noteer het antwoord in volledige zinnen.

6 ‘Jaloezie’ is een belangrijk motief in het verhaal. Geef nog een ander motief uit het
verhaal. Leg uit waarom je voor dit motief hebt gekozen aan de hand van concrete
gegevens uit de tekst. Noteer het antwoord in volledige zinnen.

7 Is het door jou gekozen motief een verhaalmotief of een leidmotief? Licht je
antwoord toe.

8 Welke elementen horen bij elkaar?


1. Versnelling a. De verteltijd en de vertelde tijd zijn min of meer gelijk.
2. Vertraging b. De vertelde tijd is hier groter dan de verteltijd.
3. Scène c. De verteltijd is groter dan de vertelde tijd.

9 Verklaar de reactie van de hoofdpersoon in alinea 4 “Niks. Ze doen helemaal niks.”


A. De ik wil geen verraad plegen tegenover Marie, omdat ze van Marie aandacht
en liefde krijgt.
B. Ze vindt het zielig voor haar moeder en ze zegt daarom dat er niets aan de
hand is.
C. Ze is bang voor de reactie van haar moeder en zegt daarom dat er niets aan de
hand is.
D. Ze heeft niet precies in de gaten wat er speelt tussen de volwassenen.

10 Noem drie verschillen tussen literatuur en lectuur.

11 Valt dit fragment volgens jou onder literatuur of lectuur? Bewijs dit met twee
voorbeelden uit de tekst. Gebruik minimaal 40 woorden. Noteer het antwoord in
volledige zinnen.

12 Vind je het perspectief betrouwbaar? Bewijs je antwoord met één concreet voorbeeld
uit de tekst. Noteer het antwoord in volledige zinnen.

You might also like