Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 26

Handleiding bacheloreindwerk

Civiele Techniek
(CTB3000-16 of CTB3000)

September 2023

Inhoud
INHOUD ..................................................................... 1 4I. EINDRAPPORT ..............................................................11
1. INLEIDING .......................................................... 2 4J. EINDPRESENTATIE........................................................11
1B. COÖRDINATOREN .......................................................... 2 4K. CIJFER BACHELOREINDWERK .......................................11
1C. BELANGRIJKE DATA ........................................................ 3 5. BEOORDELING EN AFRONDING .........................12
2. LEERDOELEN ...................................................... 4 5A. DE DEELBEOORDELINGEN BACHELOREINDWERK EN
ETHIEKLEERLIJN........................................................................... 12
2A. LEERDOELEN BACHELOREINDWERK ............................... 4
5B. VERPLICHTE FORMALITEITEN OM JE CIJFER IN OSIRIS TE
2B. ETHIEKLEERDOELEN ....................................................... 5
LATEN ZETTEN ............................................................................. 12
3. AANMELDING EN TOELATING ............................ 5
5C. ONVOLDOENDE EN HERKANSINGSMOGELIJKHEID ......13
3A. STUDIELAST .................................................................... 5
6. PRIJZEN .............................................................13
3B. BESCHIKBARE PERIODES EN DUUR................................. 5
BIJLAGE 1 – VERWACHTINGEN AAN STUDENT TIJDENS
3C. TOELATINGSEISEN .......................................................... 5 BEP (UITLEG LEERDOELEN)........................................14
3D. VOORWAARDELIJKE TOELATING .................................... 6 BIJLAGE 2 – BEOORDELINGSRUBRIC..........................18
3E. AANMELDING................................................................. 6 B2A. ACHTERGRONDINFORMATIE BEOORDELINGSRUBRIC.......18
3F. PROJECT KIEZEN ............................................................. 6 B2B. BEOORDELINGSRUBRIC .....................................................19
3G. EXTERN BACHELOREINDWERK: AANVULLENDE BIJLAGE 3 - BEOORDELINGSFORMULIER MONDELINGE
VOORWAARDEN EN PROCEDURE .................................................. 6 PRESENTATIE ............................................................22
4. UITVOEREN VAN JE BACHELOREINDWERK ......... 7 BIJLAGE 4 –ANNEX ONDERWIJS- EN
EXAMENREGLEMENT ................................................23
4A. BEGELEIDING.................................................................. 7
ARTIKEL 5 – BACHELOREINDWERK ............................................23
4B. BEOORDELINGSCOMMISSIE ........................................... 7
ARTIKEL 5A – LEERLIJN ETHIEK ..................................................23
4C. DEADLINES ..................................................................... 8
BSC CT ETHIEK OVERGANGSREGELING .....................................23
4D. OPSTARTEN ETHIEKOPDRACHT (ALLEEN VOOR
CTB3000-16) ............................................................. 9 BIJLAGE 5 – RELEVANTE REGELS EN RICHTLIJNEN VAN
DE EXAMENCOMMISSIE ...........................................24
4E. VOORBEREIDEN OP STARTNOTITIE: INFORMATION
LITERACY ....................................................................................... 9 NADERE REGELS BACHELOREINDWERK ......................................24
4F. STARTNOTITIE ................................................................ 9 BIJLAGE 6 - ETHIEKLEERLIJN ......................................25
4G. TUSSENRAPPORT EN TUSSENPRESENTATIE................. 10 BIJLAGE 7 – TEMPLATE ZELFEVALUATIE
BACHELOREINDWERK ...............................................26
4H. VOORBEREIDEN OP INLEVEREN EINDRAPPORT: GEBRUIK
OURIGINAL PLAGIAATSCAN........................................................ 10

Bacheloreindwerkhandleiding Civiele Techniek september 2023


2

1. Inleiding
In het bachelorprogramma van de opleiding Civiele Techniek is een bacheloreindwerk opgenomen van 10 EC
(280 studiebelastingsuren). Met dit eindwerk sluit je je bachelorfase af. Je vrij te kiezen project kan een
eerste stap zijn in de afdeling van je toekomstige werkveld.
In het bacheloreindwerk laat je onder begeleiding zien wat je tijdens je bachelor hebt geleerd. Omdat dit het
eindwerk van de opleiding is, wordt de gang van zaken deels vastgelegd in reglementen.
Het vak bacheloreindwerk bestaat uit twee delen die apart beoordeeld worden:
1. Het bacheloreindwerk zelf wordt beoordeeld door je beoordelingscommissie.
2. De ethiekleerlijn wordt beoordeeld door de ethiekdocent.
Het bacheloreindwerk wordt in de wandelgang afgekort tot ‘het BEP’; de Engelse benaming luidt ‘Bachelor
thesis’.
In deze handleiding vind je de leerdoelen, wijze van beoordelen en de belangrijkste inhoudelijke aanwijzingen
om je bacheloreindwerk op een succesvolle manier af te ronden. Daarnaast vind je de praktische informatie
rondom aanmelding, toelating en afronding van het bacheloreindwerk. Ook bevat deze handleiding informatie
over de prijzen die je met je bacherloreindwerk kunt winnen. Als bijlagen zijn de beoordelingsrubrics en de op
het bacheloreindwerk van toepassing zijnde reglementen opgenomen, en de beschrijving van de ethiekleerlijn
die je met het bacheloreindwerk afrondt.
1b. Coördinatoren
De algemeen coördinator voor het vak bacheloreindwerk is mw. Y. De Las Heras, k. 2.73, Tel. 015 2784800,
e-mail: studentoffice-esa-ceg@tudelft.nl. Bij haar kun je terecht met praktische vragen over procedures,
OnStage, aanmelden, extern afstuderen, etc.
Elke afdeling van de opleiding Civiele Techniek heeft een coördinator voor het bacheloreindwerk, ook wel
afdelingscoördinator genoemd. (Sommige afdelingen hebben meerdere coordinatoren, ieder hun eigen
specialisme). Bij hen kun je bijvoorbeeld terecht als je een eigen project wilt uitvoeren, om een tweede lid
voor je beoordelingscommissie te vinden, bij vragen over je begeleiding en over je eindpresentatie (dat
regelen zij).

Tabel 1: Overzicht van coördinatoren per afdeling

Afdeling Coordinator Email Kamer Telefoon


Dr.ir. P.C.J. Hoogenboom P.C.J.Hoogenboom@tudelft.nl 6.48
015 27
Engineering Structures +
88081
Materials, Mechanics,
Dr. F. Messali F.Messali@tudelft.nl 6.50.01 015 27
Management and Design (3MD)
82529
Dr.ir. G.A. van Nederveen G.A.vanNederveen@tudelft.nl 6.64 015 27
81854
Geoscience & Engineering Dr.ir. W. Broere W.Broere@tudelft.nl KG
015 27
00.510
81545
Geoscience & Remote Sensing Dr. L. Nuijens Louise.Nuijens@tudelft.nl 2.22
015 27
85956
Hydraulic Engineering Dr.ir. P. Taneja p.taneja@tudelft.nl 3.86
015 27
89453
Transport & Planning Dr.ir. A.M. Salomons A.M.Salomons@tudelft.nl 4.45
015 27
88556
Water Management Dr.ir. R.J. van der Ent R.J.vanderEnt@tudelt.nl 4.92 015 27
88327

Bacheloreindwerkhandleiding Civiele Techniek september 2023


3

De verantwoordelijke ethiekdocent voor de leerlijn ethiek is Dr. Steffen Steinert (S.Steinert@tudelft.nl). Bij hem
kun je terecht met vragen over de inhoud, criteria, deadlines, en doelen van het eindproject en vragen over de
deelname.
De verantwoordelijk docent voor het vak is Ir. Tjerk Zitman (T.J.Zitman@tudelft.nl). Hij is
eindverantwoordelijk voor de opzet en uitvoering van het vak. Als er problemen zijn waar je niet uitkomt met
je afdelingscoördinator en de algemeen coördinator, of met de ethiekdocent, kun je bij hem terecht.
1c. Belangrijke data
Hieronder volgt het schema met de belangrijkste deadlines. De werkelijke data kunnen verschillen per
afdeling. Dat hoor je dan van je afdelingscoördinator.

Tabel 2: Overzicht van belangrijke data. De werkelijke data kunnen verschillen per afdeling.

Richtlijn Periode 1 Periode 2 Periode 3 Periode 4

Deadline 25 augustus 1 november 31 januari 10 april 2024


1,5 weken voor de start
aanmelden: 2023 2023 2024

Start- 4 september 13 12 februari 22 april


maandag week 1
bijeenkomst: 2023 november 2024 2024
2023
Deadline 29 september 8 december 8 maart 17 mei
vrijdag week 4
tussenrapport: 2023 2023 2024 2024

Deadline 23 oktober 2023 15 januari 2 april (wk 4.9)


Ergens in week 8* (i.o.v.
eindrapport: 2024 2024 17 juni
begeleiders)
2024
Ergens in week 8/9,* data 30 oktober 22 januari 8 april (wk4.10)
Eind-
verschillen per afdeling en 2023 2024 2024 24 juni
presentatie:
worden bepaald door 2024
afdelingscoördinator
Deadline evt. 6 november 29 januari 15 april (wk5.1)
Ergens in week 10*
aanvulling: 2023 2024 2024
1 juli
*uitzondering periode 4 2024

Bacheloreindwerkhandleiding Civiele Techniek september 2023


4

2. Leerdoelen
Tijdens het bacheloreindwerk werk je aan tien specifieke leerdoelen voor het bacheloreindwerk en voor de
ethiekleerlijn nog aan zes ethiekleerdoelen waar je al eerder aan gewerkt hebt tijdens de rest van de leerlijn
ethiek.
2a. Leerdoelen bacheloreindwerk
De tien leerdoelen voor het bacheloreindwerk worden beoordeeld op 6 beoordelingscriteria (A t/m F) die je
cijfer bepalen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een beoordelingsrubric (Bijlage 2 – Beoordelingsrubric op
blz. 18).
Hieronder worden de criteria en leerdoelen genoemd. In Bijlage 1 – Verwachtingen aan student tijdens BEP
(uitleg leerdoelen) op blz. 14 wordt per leerdoel uitgelegd wat er van je verwacht wordt. Lees dit goed door
vóór en tijdens je project. Als je aan dat verwachtingsniveau voldoet en dit tot uiting komt tijdens het project,
en in je eindrapport en eindpresentatie, beheers je de leerdoelen volledig, wat overeenkomt met het niveau
van een 10. De niveaus van de cijfers 4, 6 en 8 zijn (in kortere bewoordingen) uitgewerkt in de
beoordelingsrubric (zie Bijlage 2 – Beoordelingsrubric op blz. 18).

A. Aanpak (20%)
1. Aanpak: Je bent in staat om op basis van een ontwerp- of onderzoeksopdracht een probleemanalyse
(inclusief beschrijving van projectimpact) te maken die leidt tot een doelstelling of vraag, en deze uit
te werken naar een beredeneerde, onderbouwde en systematische aanpak en deze stapsgewijs uit te
voeren.

B. Inhoudelijke diepgang (30%)


2. Uitvoering & onderbouwing ontwerp of onderzoek: Je bent in staat om bij de aanpak passende
methodes, technieken en tools te selecteren uit de bachelorvakken en deels uit aangereikte en zelf op
te zoeken literatuur; om deze keuzes te onderbouwen met genoemde literatuur, gemotiveerde
aannames en/of redenaties; en om deze technieken correct toe te passen.
3. Interpretatie resultaten: Je bent in staat om (tussen)resultaten in tekst, figuren en tabellen
samen te vatten, en de resultaten te interpreteren en hierbij de aannames en beperkingen van
methoden, technieken en tools te betrekken.

C. Evaluatie eindresultaat (10%)


4. Conclusies: Je bent in staat om aan de hand van de bereikte resultaten te evalueren in hoeverre het
doel (beantwoorden onderzoeksvraag, ontwerpdoel) behaald is en welke vragen opgeroepen zijn, de
beperkingen van de geldigheid van de conclusie te beschrijven en nieuwe vraagstukken aan te geven.
5. Suggesties vervolg: Je bent in staat om suggesties voor vervolgwerk te doen (vervolgonderzoek,
gedetailleerdere ontwerpen of verbeteringen), onder andere op basis van beschreven beperkingen en
nieuwe vraagstukken.

D. Organisatie (10%)
6. Planning & scope: Je bent in staat om de aanpak te plannen en deze zelfstandig uit te voeren en
indien nodig de scope aan te passen.
7. Communicatie met begeleider: Je bent in staat om effectief en tijdig te communiceren over de
voortgang van het project met de begeleider.
8. Feedback: Je bent in staat om kritische vragen te stellen over werk van medestudenten,
opbouwende feedback te geven aan medestudenten, ontvangen feedback van begeleiders en
medestudenten kritisch en proactief te verwerken.

E. Schriftelijke rapportage (20%)


9. Schriftelijke rapportage: Je bent in staat om schriftelijk te rapporteren op een overzichtelijke,
kernachtige en begrijpelijke manier zodat het werk reproduceerbaar is door anderen.

Bacheloreindwerkhandleiding Civiele Techniek september 2023


5

F. Mondelinge rapportage (10%)


10. Mondelinge presentatie: Je bent in staat om een presentatie te geven over de essentie van het
gedane werk aan medestudenten op een overzichtelijke, begrijpelijke en aansprekende manier, en
om aan het project gerelateerde vragen te beantwoorden.
2b. Ethiekleerdoelen
Onderstaande geldt voor reguliere studenten die de CTB3000-16 volgen.
Voor CTB3000-studenten (oudere lichtingen), zie de ‘BSc CT Ethiek overgangsregeling’ in de Annex van de
OER.
Na het afronden van je bachelorprogramma met alle bijhorende ethiekcomponenten ben je in staat om:
a) Sociale en ethische problemen in engineering en technologie te erkennen.
b) De professionele verantwoordelijkheden van ingenieurs en studenten in het licht van theorieën over
verantwoordelijkheid te analyseren en op een valide manier toe te passen.
c) De morele impact van ingenieurswerk te analyseren met betrekking tot feiten, waarden, stakeholders,
en stakeholder interesses.
d) Nieuwe opties om te acteren in het licht van (conflicterende) morele waarden en relevante feiten te
ontdekken en te creëren.
e) Een besluit in een professionele context in het licht van een reflectie over verschillende ethische
theorieën en frameworks te bereiken.
f) De redenen voor hun besluiten en acties te bediscussiëren, te evalueren en te rechtvaardigen en met
andere ingenieurs en niet-ingenieurs.
In Bijlage 6 - Ethiekleerlijn (blz. 25) vind je een beschrijving van de ethiekleerlijn. De actuele omschrijving van
de opdrachten die je parallel aan je bacheloreindwerk uitvoert worden door de ethiekdocent op de
Brightspacepagina van de BEP gepubliceerd.

3. Aanmelding en toelating
3a. Studielast
Met een studiebelasting van 10 EC binnen één onderwijsperiode is het niet realistisch te denken dat naast het
bacheloreindwerk nog veel andere vakken kunnen worden gedaan. Uitgaande van een totale studielast van
ca. 15 EC per periode is het in principe mogelijk om er één vak naast te doen.
3b. Beschikbare periodes en duur
Het tijdschema is te vinden op Brightspace. Het bacheloreindwerk wordt vier keer per jaar aangeboden.
Het bacheloreindwerk omvat precies één onderwijsperiode en kan niet uitgesmeerd worden over meer
periodes. Krijg je het bacheloreindwerk niet af binnen de gestelde tijd dan moet je in een andere periode
opnieuw beginnen met een ander onderwerp.
Het eindwerk doen in de vijfde periode is mogelijk mits je zelf 2 begeleiders vindt en de BEP het laatste vak is
wat je nog moeten behalen van de bachelorfase (170 ECTS inclusief propedeutische fase). Veel begeleiders
zijn echter op vakantie en de ervaring leert dat menig student het lastig vindt om de BEP tijdens de
zomervakantie af te ronden. Je dient ook uiterlijk twee weken voor aanvang van de vijfde periode
goedkeuring te hebben voor het onderwerp en de planning van de afdelingscoördinator.
Studenten die in loop van het bacheloreindwerk getroffen worden door ziekte of andere ernstige persoonlijke
omstandigheden, dienen contact op te nemen met 1) hun begeleider en 2) de afdelingscoördinator.
Daarnaast moeten ze ook contact opnemen met 3) de studieadviseur en 4) de algemeen coördinator, zodat
bezien kan worden of hiermee rekening kan worden gehouden.
3c. Toelatingseisen
De toelatingseisen voor het bacheloreindwerk zijn:
− Eerste jaar behaald;
− 80 ECTS aan 2e en 3e jaarsvakken, waaronder de vakken die deel uitmaken van de Leerlijn Ethiek.

Bacheloreindwerkhandleiding Civiele Techniek september 2023


6

3d. Voorwaardelijke toelating


In afwachting van tentamenuitslagen van het voorgaande kwartiel mag een start worden gemaakt met het
bacheloreindwerk. Als na de nakijkperiode blijkt dat je niet aan de toelatingseis voldoet dan word je met
onmiddellijke ingang uit het bacheloreindwerk verwijderd. Je dient je dan voor een ander kwartiel opnieuw in
te schrijven en een ander onderwerp te kiezen.
Zie ook de TER en de RGBE BScT in Bijlage 4 –Annex Onderwijs- en examenreglement en Bijlage 5 –
Relevante Regels en Richtlijnen van de Examencommissie op deze pagina.
3e. Aanmelding
In het kwartiel voorafgaande aan het kwartiel waarin je je bacheloreindwerk wilt gaan doen, meld je je aan
via OnStage. Zie Brightspace voor de link naar het OnStage programma. Daar vind je ook een korte
handleiding hoe het programma te gebruiken. Let erop dat je je voor de goede vakcode aanmeldt:
- Standaard vakcode: CTB3000-16 (met ethiekleerlijn)
- Begonnen met je bachelor Civiele Techniek vóór 1 september 2016? CTB3000 (zonder
ethiekleerlijn)
Op het tijdschema op Brightspace kun je zien wat de uiterste datum van inschrijving is. Dit wordt ook
gepubliceerd op de monitor bij kamer 2.73.
De algemeen coördinator controleert of je aan de toelatingseisen voldoet en laat dit zo snel mogelijk per mail
weten. Meld het direct in OnStage als je:
1. Wisselt van afdeling,
2. Stopt met je eindwerk of
3. Voor je eindwerk naar het buitenland gaat.
3f. Project kiezen
De onderwerpen voor het bacheloreindwerk worden door de afdelingen aangeboden via Brightspace, zie de
Brightspaceorganisatie Bachelor Eindwerk – Topics Bachelor’s Final Project (CTB3000-16 / AESB3400). De
onderwerpkeuze dient vóór de eerste dag van de periode geregeld te zijn, bij voorkeur zo vroeg mogelijk.
Je kunt ook zelf een onderwerp aandragen. In dat geval moet je uiterlijk aan het begin van het voorafgaande
kwartiel contact opnemen met de afdelingscoördinator van de masterafdeling waaronder het onderwerp naar
jouw mening valt. Er kan dan onderzocht worden of het onderwerp inderdaad geschikt is als
bacheloreindwerk en of er begeleiding beschikbaar is.
3g. Extern bacheloreindwerk: aanvullende voorwaarden en procedure

In principe doe je het bacheloreindwerk intern. Dat wil zeggen dat je onder directe begeleiding van een
medewerker van de TU Delft werkt aan een opdracht van voldoende niveau die past bij één van de
afstudeerafdelingen van de master Civiele Techniek.

In specifieke gevallen kan een bacheloreindwerk extern worden gedaan. Dat kan bij een bedrijf of instelling in
Nederland, of in het buitenland. De faculteit CiTG zal dergelijke eindwerken niet standaard aanbieden, dus het
initiatief zal van jezelf dienen te komen.

Daarnaast zijn er een aantal voorwaarden voor het doen van een extern bacheloreindwerk:

Procedurele voorwaarden:

− Voorwaardelijke toelating is niet toegestaan: Tijdens het uitvoeren van het externe project
representeer jij de TU Delft. Het is dus belangrijk dat je goed voorbereid bent en aan de
voorkenniseisen voldoet, en dat je niet de kans loopt om het project niet te kunnen afmaken als
onderdeel van je bacheloreindwerk. In principe is het niet toegestaan om een extern project te doen
indien je voorwaardelijk bent toegelaten tot het bacheloreindwerk. Een uitzondering hierop is alleen

Bacheloreindwerkhandleiding Civiele Techniek september 2023


7

mogelijk als je kunt aantonen dat de voorwaardelijke toelating komt door een administratief
probleem, zoals door de vertraging van de verwerking van cijfers van een (externe) minor.

- Dien je verzoek voor het doen van een extern project goed gemotiveerd in bij de
afdelingscoordinator (zie hierboven voor namen) en bij de algemeen coördinator (mw. Y. De
Las Heras), uiterlijk twee weken voorafgaand aan het daadwerkelijk starten van het project.
- De algemeen coördinator controleert of je zonder voorwaarden wordt toegelaten tot het
bacheloreindwerk.

Voorwaarden aan project en aan begeleiding uit de faculteit

- De opdracht moet van voldoende niveau zijn en passen bij één van de afstudeerafdelingen van
de master Civiele Techniek
- Je moet goede dagelijkse begeleiding hebben bij de externe partij.
- Je hebt wekelijks contact met een begeleider vanuit Civiele Techniek (facultaire begeleider). Deze
dient bij de officiële peilmomenten aanwezig te zijn (eventueel online), evenals je externe begeleider,
die hierbij advies geeft.
- Overleg met je afdelingscoördinator over wie je facultaire begeleider en beoordelaars kunnen zijn.
- Uiterlijk één week voordat het eigenlijke werk extern van de faculteit wordt gestart overhandig je een
startnotitie (werkplan en planning) ter beoordeling aan de betrokken afdelingscoördinator en
facultaire begeleider. De startnotitie wordt door alle betrokken partijen (externe begeleider,
afdelingscoördinator en facultaire begeleider) goed bevonden voordat je daadwerkelijk met het
bacheloreindwerk aanvangt.
- De afdelingscoördinator controleert of aan deze inhoudelijke voorwaarden is voldaan en koppelt
dit terug aan de algemeen coördinator en aan jou.

Geldigheid handleiding
- Alle regels en procedures voor het bacheloreindwerk blijven van toepassing. Hieronder valt ook het
standaard tijdschema voor het afronden van het eindwerk (Tabel 2) en de aanwezigheid van de
beoordelingscommissieleden (Tabel 3) en het bijwonen van presentaties van medestudenten.
- Het standaard tijdschema voor het afronden van het eindwerk wordt dus aangehouden, waaronder
ook de bijeenkomsten met de beoordelingscommissie, en presentaties voor de beoordelingscommissie
en medestudent(en) vallen. De extern begeleider is hierbij aanwezig. Deze momenten kunnen
eventueel online plaatsvinden.

4. Uitvoeren van je bacheloreindwerk


4a. Begeleiding
Een belangrijk element van het bacheloreindwerk is de begeleiding. Je hebt één of twee begeleiders, waarvan
er één je dagelijks begeleider is. Zoals de naam al zegt, kun je bij je bij deze persoon terecht met dagelijkse
vragen. Daarnaast vindt er iedere week ten minste één kort moment van begeleiding plaats, waarbij ten
minste één begeleider aanwezig is.
Als student maak je zelf afspraken met je begeleider over het tijdstip waarop deze begeleiding plaatsvindt.
Het is aan te raden om van alle bijeenkomsten een kort besprekingsverslag te maken dat je door je
begeleider laat goedkeuren. Zo is het duidelijk wat jullie afspreken.
4b. Beoordelingscommissie
Ieder bacheloreindwerk wordt beoordeeld door een beoordelingscommissie die bestaat uit ten minste twee
personen die daartoe gekwalificeerd zijn. Je eerste begeleider is meestal ook je eerste beoordelaar en zorgt
voor een tweede beoordelaar, eventueel in overleg met de afdelingscoördinator (zie Regels en Richtlijnen
van de Examencommissie, artikel 23 lid 1 over de samenstelling van de beoordelingscommissie).

Bacheloreindwerkhandleiding Civiele Techniek september 2023


8

Alleen bij de tussenpeiling (week 4) en de eindpeiling (week 8) horen alle leden van de
beoordelingscommissie aanwezig (zie Regels en Richtlijnen van de Examencommissie, artikel 23 lid 2). Het is
wenselijk dat de beoordelingscommissie ook bij de werkplanbespreking (bespreking van de startnotitie)
aanwezig is. Jij bent verantwoordelijk voor het maken van de afspraken voor deze bijeenkomsten (tenzij dit
bij jouw afdeling centraal wordt geregeld).
4c. Deadlines
Tijdens het bacheloreindwerk worden een aantal producten opgeleverd. Deze worden beoordeeld door de
beoordelingscommissie, en van feedback voorzien door je beoordelingscommissie, medestudenten en jezelf.
Hierbij wordt gebruik gemaakt van de beoordelingsrubric (zie Bijlage 2 – Beoordelingsrubric blz. 18).
In de volgende tabel (Tabel 3) zie je een overzicht met de producten die je moet opleveren, wat voor soort
beoordeling er vanaf hangt, van wie je er feedback op krijgt en in welke bijeenkomst het wordt besproken.
De deadlines vind je in Tabel 2 (blz. 3). In de tabel wordt de dagelijks begeleider apart genoemd van de
beoordelingscommissie. In de praktijk is de dagelijks begeleider vaak onderdeel van de
beoordelingscommissie.

Tabel 3: Besprekingen, feedback en beoordelingen van op te leveren producten.

Tussenrapport, Eindpresentatie
Product(en) Startnotitie tussenpresentatie, Eindrapport en discussie

Soort beoordeling door


Positief/negatief Go/no-go beslissing Cijfer (90%) Cijfer (10%)
beoordelingscommissie

Dagelijks begeleider en
Dagelijks begeleider en
beoordelingscommissie
Feedback: minimaal één lid van de Dagelijks begeleider en
(mondeling),
door wie (en hoe) beoordelingscommissie, beoordelingscommissie (schriftelijk)
peer (schriftelijk),
(mondeling)
jezelf (schriftelijk)

Naam bijeenkomst Werkplanbespreking Tussenpeiling Eindpeiling

In onderstaande tabel (Tabel 4) zie je op welke criteria (A-F, zie ’Leerdoelen bacheloreindwerk’ op blz. 4) en
leerdoelen (1-10, zie ’Leerdoelen bacheloreindwerk’ op blz. 4) je feedback krijgt op welk moment
(kolommen), en hoe zwaar die criteria meewegen voor het eindcijfer. De beoordelingsrubric vind je in Bijlage
2 – Beoordelingsrubric op blz. 18.

Tabel 4: Beoordeelde criteria en leerdoelen per opgeleverd product, met weging per criterium.
Product(en)

Startnotitie Tussenrapport, Eindrapport Eindpresentatie


tussenpresentatie, en discussie
A. Aanpak 20% 1. Aanpak 1. Aanpak 1. Aanpak
B. Inhoudelijke 30% 2. Uitvoering & 2. Uitvoering & 2. Uitvoering &
diepgang onderbouwing onderbouwing onderbouwing
ontwerp of ontwerp of onderzoek ontwerp of
Beoordelingscriteria

onderzoek onderzoek
3. Interpretatie
resultaten 3. Interpretatie
resultaten

C. Evaluatie 10% 4. Conclusies 4. Conclusies


resultaat
5. Suggesties vervolg 5. Suggesties
vervolg
D. Organisatie 10% 6. Planning & 6. Planning & scope 8. Feedback 6. Planning & scope
scope (processing, give
7. Communicatie met peer-feedback) 7. Communicatie
begeleider met begeleider

Bacheloreindwerkhandleiding Civiele Techniek september 2023


9

Product(en)

Startnotitie Tussenrapport, Eindrapport Eindpresentatie


tussenpresentatie, en discussie

7. Communicatie 8. Feedback 8. Feedback


met begeleider
8. Feedback

E. Schriftelijke 20% 9. Schriftelijke 9. Schriftelijke 9. Schriftelijke


rapportage rapportage rapportage rapportage

F. Mondelinge 10% 10. Mondelinge 10. Mondelinge


rapportage presentatie presentatie

4d. Opstarten ethiekopdracht (alleen voor CTB3000-16)


Onderstaande geldt niet voor studenten die de CT3B000 volgen (aan CT begonnen zijn vóór 2016).
Tijdens je BEP moet je ook de ethiekleerlijn afronden. De ethiekdocent plaatst de opdrachten met
bijbehorende deadlines, alsook en de data voor de verplichte workshop, op de Brightspacepagina van de BEP.
Houdt dit goed in de gaten. Zie Bijlage 6 - Ethiekleerlijn voor een uitgebreidere beschrijving.
4e. Voorbereiden op startnotitie: Information literacy
De CE Information Literacy 2 bestaat uit een online cursus, die je in week 1 van je BEP doorloopt. Het met
goed gevolg afronden van deze cursus is verplicht en is een voorwaarde voor de registratie van het cijfer van
de BEP. De cursus hoeft maar eenmaal doorlopen te worden, dus als je de cursus bij aanvang van een vorige
periode reeds met een voldoende hebt afgesloten, hoef je het niet nogmaals te doen. Als je een onvoldoende
krijgt, heb je één herkansingsmogelijkheid in week 2.
Na het volgen van de deze online cursus kun je:
- een probleemstelling formuleren
- daaruit een zoekvraag en deelvragen afleiden
- informatiebronnen selecteren en de zoekstrategie daaraan aanpassen
- zoekresultaten kritisch beoordelen
- gevonden literatuur uitwisselen met andere groepen
- een literatuurlijst genereren vanuit CiteULike, EndNote, Zotero of andere soortgelijke software.
Deze vaardigheden heb je nodig bij het opzetten en rapporteren van je bacheloreindwerk.
4f. Startnotitie
In de startnotitie vertaal je de aangeboden vraagstelling naar een projectomschrijving waarbij je aangeeft uit
welke onderdelen het project bestaat, welke zaken je gaat onderzoeken en waar kennisleemten zitten. Ook
beschrijf je het gewenste eindproduct en beperkingen en/of begrenzingen van het probleem. Je startnotitie
bestaat uit een projectomschrijving, een plan van aanpak, een planning en de structuur van je eindrapport. Je
levert hem uiterlijk op vrijdag in week 2 in bij je beoordelingscommissie.

Werkplanbespreking
Je licht je startnotitie nog dezelfde week toe tijdens een werkplanbespreking. Hierbij zijn zo mogelijk beide
leden van je beoordelingscommissie aanwezig (en anders je dagelijks begeleider). Je krijg mondelinge
feedback op de relevante criteria en leerdoelen (zie Tabel 4) op basis van de beoordelingsrubric (zie Bijlage 2
– Beoordelingsrubric, blz. 18).
De beoordelingscommissie geeft aan of je beoordeling positief of negatief is. Dit heeft verder geen
consequenties. Echter, een negatieve beoordeling is een waarschuwing dat je echt heel hard en op een
andere manier zult moeten werken om een ‘go ’ te krijgen bij de tussenpeiling, en om je project succesvol tot
een einde te brengen.

Bacheloreindwerkhandleiding Civiele Techniek september 2023


10

4g. Tussenrapport en tussenpresentatie


In deze fase wordt het ontwerp- of onderzoeksproces doorlopen dat voortvloeit uit de gestelde vragen en
kennisleemten van de startnotitie. Aan het eind van deze fase zijn keuzes uit alternatieven gemaakt of
beschikbaar cijfermateriaal bewerkt en is duidelijk wat er verder uitgewerkt moet worden en hoe dat moet
gebeuren.

Tussenrapport (huidige status eindrapport)


Je levert uiterlijk vrijdag in week 4 een zogenaamd tussenrapport in met daarin de tot nu toe gevonden
resultaten. Dit rapport heeft al de structuur van je eindrapport. Je vult de hoofdstukken en paragrafen met de
informatie die je tot nu toe hebt verzameld en geproduceerd. Je hoeft dus geen op zichzelfstaand
tussenrapport te schrijven.

Zelfreflectie
Tijdens de tussenpeiling krijg je feedback. Als voorbereiding voor dit gesprek is het advies om jezelf te scoren
op de relevante criteria (zie Tabel 4) van de beoordelingsrubric en om kort te reflecteren op wat er goed ging
en hoe het beter kan, bijvoorbeeld door de volgende vragen te beantwoorden:
- Welke drie dingen gingen goed en blijf ik de rest van mijn project doen?
- Welke drie dingen gingen niet zo goed en wil ik verbeteren?
- Hoe kan ik dat voor elkaar krijgen?
- Wie en/of wat kan me daarbij helpen?
De reflectie hoef je niet in te leveren, dit bespreek je mondeling.

Feedback geven op een medestudent


Je geeft feedback op het tussenrapport en de tussenpresentatie van tenminste één medestudent, en je vult
de beoordelingsrubrics (zie Bijlage 2 – Beoordelingsrubric en Bijlage 3 - Beoordelingsformulier mondelinge
presentatie) in op de relevante criteria (zie Tabel 4).

Tussenpresentatie
Je geeft een tussenpresentatie over je tussenrapport voor je beoordelingscommissie en voor één of meerdere
medestudenten. Eventueel kan de tussenpresentatie voor medestudent(en) op een apart tijdstip plaatsvinden.
De medestudent stelt kritische vragen tijdens je presentatie, en jij op jouw beurt tijdens de hare of zijne.
Omdat je het verslag van je medestudent al van tevoren leest, kun je je vragen al bedenken vóór de
presentatie. Je geeft (en krijgt) ook feedback op de presentatie van je medestudent. Hiervoor gebruik je het
presentatiebeoordelingsdeel van de beoordelingsrubric (zie Bijlage 3 - Beoordelingsformulier mondelinge
presentatie). In verband met coronamaatregelen kan de tussenpresentatie online plaatsvinden.

Tussenpeiling
Met een officiële tussenpeiling wordt de voortgang vastgesteld. Hierbij is de beoordelingscommissie aanwezig.
De beoordelingscommissie beoordeelt het tussenrapport en tussenpresentatie en nemen op grond hiervan het
besluit of je door mag gaan met het bacheloreindwerk. Wanneer je in deze fase een onvoldoende beoordeling
krijgt, mag je niet verder gaan met het bacheloreindwerk. Daarnaast krijg je mondelinge feedback van de
beoordelingscommissie op basis van de relevante delen (zie Tabel 4) van de beoordelingsrubric (zie Bijlage 2
– Beoordelingsrubric, blz. 18).
4h. Voorbereiden op inleveren eindrapport: gebruik Ouriginal-plagiaatscan
Ouriginal wordt gebruikt om het bacheloreindwerk te controleren op plagiaat. Bij de Brightspace assignment
‘Draft assignment’ kun je je voorlopige eindrapport uploaden en door Ouriginal laten analyseren op plagiaat.
Je bekijkt de overeenkomst met andere werken op 2 manieren:
1. Het percentage van tekst wat overeenkomt met andere teksten van studenten of op internet. Dit is
meestal onder de 15%. Check bij hogere percentages wat er aan de hand is, zie 2:
2. Daarnaast loop je het ‘originality report’ na op lappen tekst die grote overeenkomst vertonen met
eerdere werken. Als dit het geval is, zorg dan dat je deze stukken tekst in je eigen woorden
herschrijft en met de juiste bronvermeldingen. Citeren van lange stukken tekst is niet erg
gebruikelijk.

Bacheloreindwerkhandleiding Civiele Techniek september 2023


11

Loop zelf je tekst ook door om te kijken of duidelijk is welke ideeën niet oorspronkelijk bij jou vandaan komen
door goed te refereren naar de oorspronkelijke bronnen.
Raadpleeg de Ouriginal handleiding op Brightspace voor het uploaden van je bacheloreindwerk en uitleg van
het Originality Report. Vragen kun je stellen aan educationsupport-lib@tudelft.nl.
4i. Eindrapport
In de laatste fase wordt het gekozen onderwerp uitgewerkt en komt het eindproduct van het project tot
stand; Het proces en product worden beschreven en geëvalueerd in het eindrapport (ongeveer 20 kantjes A4)
en gepresenteerd in een eindpresentatie. Je kunt met je begeleider afspreken dat je enige tijd voor de
deadline nog feedback krijgt op een conceptrapport, mits je het voor een samen te bepalen deadline inlevert
en mits je begeleider daar tijd voor heeft.

Inleveren eindrapport bij beoordelingscommissie, in Brightspace en in OnStage


Wanneer je je eindrapport hebt gecontroleerd op plagiaat en bronvermeldingen (zie 4h), kun je het uploaden
in de Brightspace assignment ‘BSc Thesis submission assignment’. Let op: hierin kun je maar één keer
uploaden. Hiermee is je eindrapport definitief.
Download het Originality Report van je eindrapport, lever het samen met bijbehorende eindrapport in bij je
begeleiders. Plaats de link naar Ouriginal op een A4tje en upload dat, samen met je definitieve rapport, op
OnStage. De deadline is de maandag in de week voor de eindpresentatie (voor de inleverdatum, zie
Tabel 2). Het eindrapport wordt samen met de eindpresentatie in een eindpeiling, aansluitend op je
eindpresentatie, beoordeeld.
4j. Eindpresentatie
Het bacheloreindwerk wordt afgerond met een presentatie van 15 minuten, waarna je 5 minuten vragen
beantwoordt. De eindpresentaties worden in sessies georganiseerd, waarbij studenten elkaars presentaties
moeten bijwonen en vragen moeten stellen aan de medestudenten die in hetzelfde presentatieblok zitten. In
verband met coronamaatregelen kan de eindpresentatie online plaatsvinden. Van je afdelingscoördinator
hoor je of je het rapport van je medestudent van te voren moet doorlezen.
De dia’s (powerpoint of pdf) upload je in OnStage. Zie 5b Verplichte formaliteiten om je cijfer in Osiris te
laten zetten.
4k. Cijfer bacheloreindwerk
Het cijfer voor je presentatie (‘mondelinge rapportage’) wordt na kort onderling overleg van de
beoordelingscommissie en eventueel adviserende andere aanwezigen, bekend gemaakt door de
beoordelingscommissie.
Het cijfer voor het hele bacheloreindwerk wordt zo snel mogelijk na de eindpresentatie bekend gemaakt en
besproken met de student, binnen 15 werkdagen na de eindpresentatie. In sommige gevallen is het mogelijk
om dat aansluitend op je eindpresentatie (na kort beraad) te doen.
Het bacheloreindwerk wordt door je beoordelingscommissie berekend als gewogen gemiddelde van de hele
cijfers voor de volgende beoordelingscriteria. Dit doen ze aan de hand van de beoordelingsrubric (Bijlage 2 –
Beoordelingsrubric en Bijlage 3 - Beoordelingsformulier mondelinge presentatie), op basis van je eindverslag,
je eindpresentatie en je doorlopen proces.
A. Aanpak (20%)
B. Inhoudelijke diepgang (30%)
C. Evaluatie eindresultaat (10%)
D. Organisatie (10%)
E. Schriftelijke rapportage (20%)
F. Mondelinge rapportage (10%)
Zowel de cijfers voor deze criteria, als het eindcijfer worden afgerond op halve cijfers (bijvoorbeeld 7,0 en
7,5).
Vervolgens levert één van je begeleiders het ingevulde beoordelingsformulier in op OnStage. Het cijfer is nu
definitief vastgelegd in OnStage, maar nog niet in Osiris. Na het bekend maken van je eindcijfer moet je nog

Bacheloreindwerkhandleiding Civiele Techniek september 2023


12

de procedure en formaliteiten uit hoofdstuk 5 doorlopen om te zorgen dat het eindcijfer wordt geregistreerd
in Osiris en om dit vak af te ronden.

5. Beoordeling en afronding
5a. De deelbeoordelingen bacheloreindwerk en ethiekleerlijn
Het vak bacheloreindwerk bestaat uit 2 deelbeoordelingen:
1. Het bacheloreindwerk (cijfer)
2. De ethiekleerlijn (‘voldaan’ of ‘onvoldoende’)
Deze deelbeoordelingen worden geregistreerd in Osiris.

Afronden vak bacheloreindproject (CTB3000-16 of CTB3000)


Om het vak bacheloreindproject (CTB3000-16 of CTB3000) af te ronden en de studiepunten te ontvangen,
moet je op beide deelbeoordelingen een voldoende (‘voldaan’ en een cijfer van 6,0 of hoger) halen. Mocht je
op slechts één van de deelbeoordelingen een voldoende hebben gehaald, dan blijft die deelbeoordeling geldig
als je je de volgende keer inschrijft voor het vak bacheloreindwerk (zie Regels en Richtlijnen van de
Examencommissie, artikel 22 lid 1 en 4 van de Onderwijs- en Examenregeling).

Registratie deelbeoordeling bacheloreindwerk in Osiris


Voor het registreren van je cijfer van deelbeoordeling ‘bacheloreindwerk’ in Osiris gelden de volgende
voorwaarden:
- Het cijfer is een voldoende.
- Je hebt Information literacy 2 afgerond.
- Je hebt de formaliteiten voor OnStage afgerond (zie 5b. Verplichte formaliteiten om je cijfer in op
blz. 12)

Deelbeoordeling ethiekleerlijn
De deelbeoordeling van de ethiekleerlijn wordt alleen in Osiris geregistreerd als dit een ‘voldaan’ is.
5b. Verplichte formaliteiten om je cijfer in Osiris te laten zetten
Voor het afronden van het vak ‘bacheloreindwerk’ (CTB3000-16) en het registreren moet je een aantal
formaliteiten doorlopen. Zonder hierna genoemde formaliteiten kan het behaalde cijfer niet worden
ingevoerd in Osiris.
Je bent zelf verantwoordelijk voor het afronden van alle formaliteiten via OnStage.
Je bent verplicht de volgende documenten in te leveren:
1. de uiteindelijke versie van het eindrapport die door de beoordelingscommissie wordt beoordeeld
Ga ook na of je begeleiders het beoordelingsformulier in OnStage hebben geüpload. Dit kunnen ze pas als jij
stap 1 hebt afgerond.
Dit heb je al voor je eindpresentatie gedaan. Daarnaast moet je op OnStage de volgende documenten
uploaden:
2. de link naar het Ouriginal report van het eindrapport uit stap 1 (op een A4)

3. een zelfevaluatie (los document). Hierin reflecteer je in ongeveer 1-2 A4’tjes op wat je hebt geleerd
en welke verbeterpunten je voor jezelf en je begeleiders ziet. Dit wordt gelezen door de
afdelingscoördinator en o.a. gebruikt om de BEP-begeleiding verder te verbeteren. Een template
die je hiervoor kunt gebruiken vind je in Bijlage 7 – Template zelfevaluatie bacheloreindwerk en op
Brightspace.
4. je eindpresentatie. Upload je diapresentatie (powerpoint of een pdf-bestand) die je tijdens je
eindpresentatie hebt gepresenteerd.

Bacheloreindwerkhandleiding Civiele Techniek september 2023


13
5. Als je begeleiders het beoordelingsformulier hebben geüpload, jij stappen 1 t/m 4 hebt afgerond,
en er geen ‘blauwe pijltjes’ meer open staan in OnStage, is je cijfer nu definitief vastgelegd in
OnStage. Hierna checkt de algemeen coördinator of je Information Literacy 2 hebt afgerond. Is
dat het geval, dan registreert ze het cijfer van je bacheloreindwerk als deelbeoordeling in Osiris.
Neem contact op met de algemeen coördinator als je problemen hebt met bijvoorbeeld het
oplossen van ‘blauwe pijltjes’ in OnStage. (eenmaal een pijltje geactiveerd moet afgebroken
worden)
Zoals in 5a vermeld, moet je om het hele vak bacheloreindproject (CTB3000-16 of CTB3000) af te ronden en
je studiepunten te ontvangen, ook een ‘voldaan’ voor de deelbeoordeling van de ethiekleerlijn hebben
gehaald.
5c. Onvoldoende en herkansingsmogelijkheid
Als je eindcijfer 5,0 of 5,5 was, kun je een aanvulling inleveren waarmee je maximaal een 6,0 kunt halen. De
deadline voor het inleveren van de aanvulling is de maandag volgend op de eindpresentatie (zie 0 op blz. 3
voor de datum). Als je geen aanvulling inlevert, moet je je bacheloreindwerk overdoen.
Als je een 4,5 of lager behaald hebt, kom je niet in aanmerking voor de aanvulling en zul je een nieuw
bacheloreindwerk moeten kiezen en uitvoeren in een volgende onderwijsperiode.
Samenvattend:
• eindcijfer 4,5 of lager  bacheloreindwerk overdoen;
• eindcijfer 5,0 of 5,5  aanvulling met maximaal cijfer 6,0 als eindresultaat.

6. Prijzen
Met het bacheloreindwerk zijn ook prijzen te winnen, bijvoorbeeld:
- Cees Boeter Prijs voor Beste BSc eindwerk Watermanagement

Bacheloreindwerkhandleiding Civiele Techniek september 2023


14

Bijlage 1 – Verwachtingen aan student tijdens BEP (uitleg leerdoelen)


De tien leerdoelen voor het bacheloreindwerk worden beoordeeld op 6 beoordelingscriteria (A t/m F) die je
cijfer bepalen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een beoordelingsrubric.
Hieronder worden de criteria en leerdoelen genoemd, en wordt per leerdoel aangegeven wat er van je
verwacht wordt. Als je aan dat verwachtingsniveau voldoet en dit tot uiting komt tijdens het project, en in je
eindrapport en eindpresentatie, beheers je de leerdoelen volledig, wat overeenkomt met het niveau van een
10. De niveaus van de cijfers 4, 6 en 8 zijn (in kortere bewoordingen) uitgewerkt in de beoordelingsrubric (zie
Bijlage 2 – Beoordelingsrubric en Bijlage 3 - Beoordelingsformulier mondelinge presentatie).

A. Aanpak (20%)
1. Aanpak: Je bent in staat om op basis van een ontwerp- of onderzoeksopdracht een probleemanalyse
(inclusief beschrijving van projectimpact) te maken die leidt tot een doelstelling of vraag, en deze uit
te werken naar een beredeneerde, onderbouwde en systematische aanpak en deze stapsgewijs uit te
voeren.
- A3. Probleemanalyse: Je schrijft een grondige en bondige probleemanalyse waarin je de
relevantie en de projectimpact bespreekt. De probleemstelling volgt hier vanzelfsprekend uit.
- A4. Doelstelling/vraag: Je geeft je eigen invulling aan de gegeven doelstelling of
vraag/deelvragen en beschrijft deze duidelijk en op het juiste abstractieniveau (specifiek genoeg,
niet te algemeen, niet te gedetailleerd).
- A5. Programma van eisen en randvoorwaarden: Voor een ontwerpopdracht formuleer je een
programma van eisen en randvoorwaarden, die volgen uit de probleemanalyse en doelstelling.
- A5. Aanpak: Je aanpak is systematisch en opgebouwd uit de juiste stappen. Je onderbouwt hoe
de doelstelling/vraag aansluit op de gekozen aanpak.
- A6. Uitvoering: Je volgt de gekozen aanpak stapsgewijs. Uiteraard kan het zijn dat je tijdens het
project erachter komt dat je de aanpak moet wijzigen. Dat beschrijf je dan bij de aanpak.
- A2. Reproduceerbaarheid: In het rapport geef je alle keuzes, aannames, methoden en technieken
correct, compleet en onderbouwd met passende literatuur en/of redenaties weer.
- A1. Zelfstandigheid: Je past de kennis en vaardigheden uit de bachelor zoveel mogelijk
zelfstandig toe. Als je project nieuwe kennis en vaardigheden omvat, krijg je hier natuurlijk wel
uitleg en hulp bij. Dit kun je vervolgens vlot oppakken. Daarnaast heb je ook een goede eigen
inbreng in het project.

B. Inhoudelijke diepgang (30%)


2. Uitvoering & onderbouwing ontwerp of onderzoek: Je bent in staat om bij de aanpak passende
methodes, technieken en tools te selecteren uit de bachelorvakken en deels uit aangereikte en zelf op
te zoeken literatuur; om deze keuzes te onderbouwen met genoemde literatuur, gemotiveerde
aannames en/of redenaties; en om deze technieken correct toe te passen.
- B3. Literatuur zoeken: Je zoekt en selecteert zelfstandig meerdere bronnen op academisch niveau
(niet alleen tekstboeken) die relevant zijn voor de opzet en uitvoering en gebruikt ze ook in je
rapport. Bij de verplichte online module Civil Engineering Information Literacy 2 (bereikbaar via
de Brightspace catalogue) leer je hoe.
- B3. Conceptontwikkeling. Bij een ontwerp bedenk je en visualiseer je wezenlijk van elkaar
verschillende potentiële oplossingen (concepten).
- B4. Verificatie concepten: Bij een ontwerpopdracht verifieer je ook of de concepten voldoen aan
de eisen, rekening houdend met de randvoorwaarden.
- B4. Selectie en uitvoering van methoden, technieken en tools: Je selecteert en combineert
methoden, technieken en tools en voert ze uit. Als dit voor jou nieuwe methoden, technieken en
tools zijn, bespreek je ze op eigen initiatief met je begeleiders en eventueel met andere
deskundigen.
- Ook bij bovenstaande probeer je weer zelfstandig (B1) en met eigen inbreng te werk te gaan en
je gedachtegang reproduceerbaar (B2) weer te geven.
3. Interpretatie resultaten/evaluatie alternatieven: Je bent in staat om (tussen)resultaten of
alternatieven in tekst, figuren en tabellen samen te vatten, en te interpreteren en hierbij de
aannames en beperkingen van methoden, technieken en tools te betrekken.

Bacheloreindwerkhandleiding Civiele Techniek september 2023


15

- B5. Evaluatie alternatieven: Bij een ontwerpopdracht betreft dit leerdoel de evaluatie. Je
beschrijft per alternatief de kosten en in welke mate het rekening houdt met de belangen van de
stakeholders.
- B5. Beschrijving resultaten: Je vat de belangrijkste resultaten (bij een onderzoek) of alternatieven
(bij een ontwerp) samen in de lopende tekst. Indien mogelijk geef je de belangrijkste resultaten
of alternatieven ook weer in overzichtelijke figuren en tabellen, die de verhaallijn ondersteunen.
- B6. Interpretatie resultaten: Je interpreteert je resultaten of alternatieven uitgebreid en kritisch in
de discussie. Bij de interpretatie hou je rekening met de aannames en beperkingen van de
gebruikte methoden, technieken en tools. Voorbeelden zijn beperkingen van modellen en
overdimensionering van een ontwerp.
- B7. Opmerkelijke resultaten: Je merkt opmerkelijke resultaten op en probeert ze zover mogelijk
te verklaren.
- Ook bij de interpretatie van de resultaten probeer je weer zelfstandig (B1) en met eigen inbreng
te werk te gaan en je gedachtegang reproduceerbaar (B2) weer te geven.

C. Evaluatie eindresultaat (10%)


4. Conclusies/eindresultaat: Je bent in staat om aan de hand van de bereikte resultaten te
evalueren in hoeverre het doel (beantwoorden onderzoeksvraag, ontwerpdoel) behaald is en welke
vragen opgeroepen zijn, de beperkingen van de geldigheid van de conclusie te beschrijven en nieuwe
vraagstukken aan te geven.
- C3. Presentatie ontwerp: Bij een ontwerpopdracht betreft dit de presentatie van het uiteindelijke
ontwerp (bijv. technische tekening, bouwplanning en kosten).
- C3. Evaluatie doel: Je evalueert systematisch en grondig in hoeverre het doel dat je bij de aanpak
voor ogen had behaald hebt, aan de hand van de resultaten. Hierbij hou je rekening met de
eerder genoemde interpretatie van de resultaten uit de discussie. Als het doel bijgesteld is
gedurende het project, beschrijf je dat al bij de aanpak.
- Ook bij de evaluatie van de resultaten probeer je weer zelfstandig (C1) en met eigen inbreng te
werk te gaan en je gedachtegang reproduceerbaar (C2) weer te geven.
5. Aanbevelingen: Je bent in staat om suggesties voor vervolgwerk te doen (vervolgonderzoek,
gedetailleerdere ontwerpen of verbeteringen), onder andere op basis van beschreven beperkingen en
nieuwe vraagstukken.
- C4. Je geeft concrete en gedetailleerde aanbevelingen voor vervolgwerk, gedetailleerdere
ontwerpen, en/of verbeteringen/work-arounds op basis van de belangrijke opgeroepen vragen
en/of geconstateerde onvolkomenheden. Dit doe je systematisch en met diepgang. Ideeën voor
aanbevelingen en verbeteringen kun je bijvoorbeeld halen uit de vragen die je niet hebt kunnen
onderzoeken tijdens je project. Bijvoorbeeld dieper ingaan op de oorzaak van opmerkelijke
resultaten. Of andere materialen of alternatieven onderzoeken.

D. Organisatie (10%)
6. Planning & scope (D1): Je bent in staat om de aanpak te plannen en deze zelfstandig uit te voeren
en indien nodig de scope aan te passen.
- Realisme initiële planning: Je bepaalt de scope van je project zelf en zorgt dat deze initiële
planning bij de deadlines en beschikbare middelen past.
- Aanpassen scope tijdens project: Als tijdens het project blijkt dat de scope toch niet helemaal
aansluit, pas je hem zelfstandig aan.
- Behalen deadlines: De deadlines haal je daardoor.
7. Communicatie met begeleider (D2): Je bent in staat om effectief en tijdig te communiceren over
de voortgang van het project met de begeleider.
- Je geeft je begeleider op tijd heldere informatie over de voortgang van het project en
beslissingen die je wil nemen. Bij te nemen beslissingen vraag je op tijd om feedback en bij
problemen vraag je op tijd om hulp. ‘Op tijd’ houdt in dat je de voortgang en de kwaliteit van het
project kunt garanderen.

Bacheloreindwerkhandleiding Civiele Techniek september 2023


16

8. Feedback (D3): Je bent in staat om kritische vragen te stellen over werk van medestudenten,
opbouwende feedback te geven aan medestudenten, ontvangen feedback van begeleiders en
medestudenten kritisch en proactief te verwerken.
- Je leest het werk van een medestudent. Daar stel je relevante, kritische vragen over. Dit zijn
bijvoorbeeld vragen over de gemaakte keuzes, conclusies en aannames, waarop het antwoord
deze keuzes, conclusies en aannames zouden kunnen veranderen. Daarnaast geef je je
medestudent constructieve feedback hierover.
- De feedback die je zelf ontvangt van je medestudent(en) en begeleider verwerk je kritisch,
effectief en extrapolerend. ‘Kritisch’ houdt in dat je zelf beargumenteert welke onderdelen van de
feedback je al dan niet verwerkt. ‘Extrapolerend’ houdt in dat bij bijvoorbeeld feedback op
taalgebruik op één bladzijde, je zelf de rest van je rapport doorneemt om het daar ook te
verbeteren.

E. Schriftelijke rapportage (20%)


9. Schriftelijke rapportage: Je bent in staat om schriftelijk te rapporteren op een overzichtelijke,
kernachtige en begrijpelijke manier zodat het werk reproduceerbaar is door anderen.
- Reproduceerbaarheid: Dit houdt in dat het gedane werk en de keuzes die je daarin hebt gemaakt
correct, compleet en onderbouwd met referenties of logische redeneringen is beschreven in je
eindrapport, zodat het door anderen kan worden herhaald. De inhoudelijke reproduceerbaarheid
is onderdeel van de beoordelingscriteria A, B en C. De vorm wordt bij criterium E beoordeeld bij
refereren (zie hieronder).
- E1. Structuur en samenhang: Je gebruikt een logische structuur die je overal consequent
doorvoert (in titels, lopende tekst, figuren/tabellen en bijlagen). De titels van je (sub)headers
dekken bijvoorbeeld de daarin beschreven tekst. De opbouw van je paragrafen en tekst is helder
en wordt versterkt door verbindingswoorden (voorbeelden: omdat, desondanks, zodat,
bijvoorbeeld, zoals, echter, ten eerste, daarna, kortom) en paragraafovergangen. Hoofd- en
bijzaken verdeel je logisch en systematisch over de lopende tekst en de bijlagen.
- E2. Samenvatting: In de samenvatting geef je de essentie van het project overzichtelijk weer in
circa 400 woorden. Dit bevat in ieder geval doel, methode, resultaten en mate van het bereiken
van het doel.
- E3. Opmaak rapport: De opmaak van je rapport ondersteunt de leesbaarheid en de
overzichtelijkheid.
- E4. Opmaak figuren De opmaak van je figuren, tabellen en formules is overal consequent en
steunt weer de leesbaarheid en de overzichtelijkheid. De bijschriften van figuren zijn altijd
zelfstandig te lezen, dus zonder de lopende tekst erbij te hoeven pakken.
- E5. Taalgebruik: Je tekst is bondig, helder, consistent, ondubbelzinnig en zakelijk. Bondig: Je
weidt niet teveel uit, gebruikt geen onnodig lange zinnen. Consistent: je gebruikt steeds dezelfde
termen voor (technische) begrippen ten behoeve van de begrijpelijkheid. Zakelijk: dit is het
tegenovergestelde van spreektaal en populair taalgebruik. Zakelijk betekent niet archaïsch en
nodeloos ingewikkeld taalgebruik. Je maakt verder bijna geen storende taalfouten die de
leesbaarheid negatief beïnvloeden.
- E6. Refereren: Overal waar nodig refereer je naar de juiste bronnen. Je verwijst in de lopende
tekst naar alle referenties, bijlagen, figuren, tabellen, etc. De opmaak van zowel je verwijzingen
als de literatuurlijst zijn consistent.
Bij alles wat je in je rapport opschrijft, moet de lezer er vanuit kunnen gaan dat dit jouw eigen
gedachten zijn. Als je ideeën van anderen overneemt, moet je daarbij de bron vermelden, en
deze ideeën in je eigen woorden herschrijven. Controleer je tekst hierop. Het letterlijk citeren van
anderen is niet gebruikelijk binnen onze faculteiten (dit kan verschillen per track).
- E7. Zelfstandigheid schrijfvaardigheid: Je hebt weinig feedback nodig om een uitstekend rapport
te schrijven. Zie hierboven bij de beschrijving van de rest van leerdoel 9 (schriftelijke rapportage)
wat we daaronder verstaan.
Je kunt meerdere bronnen gebruiken om je te helpen bij het schrijfproces. Tot je beschikking staan in ieder
geval de volgende twee bronnen:

Bacheloreindwerkhandleiding Civiele Techniek september 2023


17

- het boek “Rapportagetechniek” dat je in je eerste jaar bij de Bouwplaats hebt aangeschaft (Elling,
R., 2015, vijfde druk, ISBN 9789001841744, Noordhoff Uitgevers).
- “Hints on reporting technique”, zie Brightspace.

F. Mondelinge rapportage (10%)


10. Mondelinge presentatie: Je bent in staat om een presentatie te geven over de essentie van het
gedane werk aan medestudenten op een overzichtelijke, begrijpelijke en aansprekende manier, en
om aan het project gerelateerde vragen te beantwoorden.
- F1. Overbrengen essentie: De essentie van je project (doel, methode, resultaten, mate van
bereiken doel) breng je helder, gestructureerd en bondig over op niet-ingewijde medestudenten.
In de beschikbare tijd ga je diep in op alle relevantste zaken, met behoud van de rode draad. Je
legt alle stappen duidelijk en systematisch uit.
- F2. Dia’s: Je visueel aantrekkelijke en goed leesbare dia’s ondersteunen het overbrengen van het
verhaal op het publiek en ze bevatten relevante en geen overbodige informatie. Je legt iedere
figuur en tabel uit voordat je hem inhoudelijk bespreekt (je bespreekt bijvoorbeeld de assen en
de legenda voordat je de resultaten in de grafiek bespreekt). De opmaak is uitstekend verzorgd.
- F3. Presentatie: Je hebt een afwisselende intonatie, praat rustig, hebt een open houding, gebruikt
ondersteunende gebaren, hebt oogcontact met het publiek en wijst aan wat er op je dia’s te zien
is tijdens je presentatie.
- F4. Beantwoorden vragen: Je beantwoordt de vragen over alle onderdelen van het rapport
correct, inclusief vragen over bijlagen. Je speculeert correct en onderbouwd over aan je project
verwante vragen.

Bacheloreindwerkhandleiding Civiele Techniek september 2023


18

Bijlage 2 – Beoordelingsrubric
In B2a. vind je achtergrondinformatie over de beoordelingsrubric. In B2b. vind je de beoordelingsrubric zelf.
B2a. Achtergrondinformatie beoordelingsrubric

Gebruik rubric tijdens bacheloreindwerk


De rubric kan op drie momenten worden gebruikt:
1. Vóór het project: Zodat je weet wat er van je verwacht wordt. Je kunt vragen stellen over de
leerdoelen en rubric aan je begeleider, bijvoorbeeld bij het eerste gesprek.
2. Tijdens het project: Als feedbacktool voor zelfevaluatie, voor peer-evaluatie van medestudenten en
voor feedback en beoordeling door je begeleider en beoordelaars.
Tijdens de startnotitiebespreking en de tussenpeiling gebruikt je commissie de rubric als volgt om
het oordeel ‘voldoende’ of ‘onvoldoende’ op te baseren:
Indien de beoordelingscommissie inschat dat je in staat bent om met begeleiding binnen de daarvoor
gestelde tijd een rapport af te leveren dat met een voldoende wordt beoordeeld, luidt het oordeel
‘voldoende’. Zo niet, dan ‘onvoldoende’. De beoordelaars geven je tijdens de startnotitebespreking
feedback aan de hand van de b aspecten van de rubric.
3. Na het project: Als evaluatietool voor je beoordelaars om je een valide, betrouwbare en onderbouwde
beoordeling te kunnen geven. Omdat de criteria en beschrijvingen aansluiten op de leerdoelen, is je
eindcijfer een afspiegeling van hoe je tijdens het bacheloreindproject, in je eindrapport en tijdens je
eindpresentatie hebt laten zien de leerdoelen te beheersen.

Belangrijke informatie rubric


1. De rubric bestaat uit zes beoordelingscriteria (A, B, C, D, E en F) waarvoor een cijfer moet worden
bepaald op basis van de onderliggende aspecten (zoals A3 en A4). Het eindcijfer is het gewogen
gemiddelde van deze cijfers en wordt automatisch berekend.
2. Relevantie en beoordeelbaarheid aspecten: Niet alle aspecten zijn relevant voor alle projecten en als
beoordelaar heb je niet altijd zicht op alle aspecten. Vul alleen de relevante aspecten in die relevant
en beoordeelbaar zijn.
3. Weging aspecten: Het verschilt per project welke aspecten belangrijker zijn voor de bepaling van het
criteriumcijfer. Daarom bepalen de beoordelaars zelf de belangrijkheid (weging) van de aspecten.
Wees gedurende het project wel transparant naar de student over welke aspecten belangrijk zijn.
4. Zelfstandigheid: Het aspect 'zelfstandigheid' is te vinden bij de criteria aanpak (A), inhoudelijke
diepgang (B) en evaluatie eindresultaat (C). Dit is omdat studenten bijvoorbeeld een heel goede
aanpak (A) kunnen schrijven, die echter helemaal door hun begeleider is bedacht omdat de studenten
daar zelf op vastliepen. Of ze kwamen bijvoorbeeld niet zelf uit de berekeningen, maar hebben ze
uiteindelijk wel perfect opgeschreven.
Door 'zelfstandheid' als aspect op te nemen, kan inzichtelijk gemaakt waarom criteriumcijfers relatief
laag of hoog zijn. Zo zorgen we dat het niveau van de leerdoelbeheersing goed tot uiting komt in het
cijfer. Omdat de zelfstandigheid kan verschillen voor aanpak (A), inhoudelijke diepgang (B) en
evaluatie eindresultaat (C), wordt dit aspect herhaald.
5. Reproduceerbaarheid: Het andere aspect dat bij A, B en C terugkomt is 'reproduceerbaarheid'.
Daarmee wordt bedoeld dat het rapport op zo'n manier opgeschreven is dat de gedachtengang of
experimenten kunnen worden gereproduceerd door een ander.
6. Beschreven niveaus: In de rubric zijn beschrijvingen gegeven van de niveaus 4, 6, 8 en 10 per
(deel)aspect. De andere niveaus worden geïnterpoleerd en geëxtrapoleerd.
7. Uitgebreidere uitleg criteria, leerdoelen en aspecten zijn te vinden in bijlage 1 van de handleiding. De
rubric is hier de verkorte versie van.

Bepalen eindcijfers door beoordelingscommissie


1. Tijdens presentatie: Tijdens de presentatie vullen de beoordelaars het beoordelingsformulier van de
presentatie individueel in op het losse presentatieformulier, of rechtstreeks in de rubric.
2. Afstemmen eindcijfer: Tijdens de eindpeiling (vaak na de presentatie) stemmen de beoordelaars per
criterium één cijfer af op basis van de rubric. Als onderbouwing wordt in het beoordelingsformulier
ofwel per criterium een uitgebreide onderbouwing gegeven die in lijn is met de onderliggende

Bacheloreindwerkhandleiding Civiele Techniek september 2023


19

leerdoelen, ofwel wordt verwezen naar de rubric met eventueel een korte aanvullende onderbouwing
per criterium.
3. Aparte communicatie cijfer mondeling presentatie: Indien de bepaling van het eindcijfer niet
aansluitend op de presentatie plaatsvindt (maar bijvoorbeeld een week later), bepaalt de
beoordelingscommissie wél aansluitend op de presentatie het cijfer voor criterium F (mondelinge
rapportage) en bespreekt dit cijfer met de student. De commissie overhandigt de student een bewijs
van dit criteriumcijfer en legt alvast de onderbouwing ervan vast, bijvoorbeeld door het
beoordelingsformulier F in te vullen.

B2b. Beoordelingsrubric
Op de volgende twee bladzijden vind je de rubric voor het bacheloreindproject.

Bacheloreindwerkhandleiding Civiele Techniek september 2023


20

A. Aanpak (20%) Cijfer A:

Scores 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1
A1 Zelfstandigheid zelfstandig, goede inbreng; enige hulp nodig, goede inbreng; veel hulp nodig, wat goede inbreng; veel hulp nodig, weinig goede inbreng;

A2 Reproduceerbaarheid reproduceerbaar (correct, compleet, reproduceerbaar als details worden correct reproduceerbaar na aanvulling niet correct reproduceerbaar, grotere
onderbouwd). aangevuld. details en onderbouwing. stukken missen, onderbouwing ontbreekt.
A3, A4 en A6

A3 Probleemanalyse grondig en bondige noodzakelijke achtergrondinformatie alleen hoogst noodzakelijke mist noodzakelijke achtergrondinformatie,
achtergrondinformatie, aanwezig, achtergrondinformatie, oppervlakkig,
expliciete aansluiting op aansluiting op probleemstelling. gedeeltelijke aansluiting op weinig aansluiting op probleemstelling.
probleemstelling. probleemstelling.

A4 Doelstelling/ vraag eigen invulling,


juist abstractiniveau, goed afgebakend, iets te algemeen, te algemeen,
expliciete aansluiting op aansluiting op probleemanalyse, gedeeltelijke aansluiting op weinig aansluiting op probleemanalyse,
probleemanalyse, probleemanalyse,
helemaal duidelijk. duidelijk. redelijk duidelijk. niet geheel duidelijk.

A5 Programma van eisen helemaal duidelijk, duidelijk, redelijk duidelijk, niet geheel duidelijk,

& randvoorwaarden / compleet, compleet op relevante punten, alle strikt noodzakelijk punten genoemd, bijna alle strikt noodzakelijke punten
genoemd,
deelvragen
expliciete aansluiting op aansluiting op doelstelling / vraag. gedeeltelijke aansluiting op doelstelling / weinig aansluiting op doelstelling / vraag.
doelstelling/vraag. vraag.

A6 Systematiek, opbouw zeer systematisch, systematisch, enigszins systematisch, niet systematisch,

en uitvoering aanpak opgebouwd uit de juiste stappen, opgebouwd uit de juiste stappen, opgebouwd uit de juiste stappen, opgebouwd uit de juiste stappen,
expliciete aansluiting bij sluit aan bij vraag/doelstelling. sluit grotendeels aan bij sluit enigszins aan bij vraag/doelstelling,
vraag/doelstelling. vraag/doelstelling,
uitvoering volgde de beschreven aanpak uitvoering volgde beschreven aanpak uitvoering volgde beschreven aanpak uitvoering week behoorlijk af van
stapsgewijs en precies. stapsgewijs en precies, op details na. alleen op hoofdlijnen. beschreven aanpak.

B. Inhoudelijke diepgang (30%) Cijfer B:

B1 Zelfstandigheid zelfstandig, goede inbreng; enige hulp nodig, goede inbreng; veel hulp nodig, wat goede inbreng; veel hulp nodig, weinig goede inbreng;

B2 Reproduceerbaarheid reproduceerbaar (correct, compleet, reproduceerbaar als details worden correct reproduceerbaar na aanvulling niet correct reproduceerbaar, grotere
onderbouwd). aangevuld. details en onderbouwing. stukken missen, onderbouwing ontbreekt.
B4, B6 & B7

Uitvoering en onderbouwing ontwerp of onderzoek

Scores 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1

B3 Literatuur-gebruik / relevante bronnen gevonden, relevante bronnen gevonden, deels relevante bronnen gevonden en gevonden relevante bronnen grotendeels
geselecteerd en gebruikt; geselecteerd en gebruikt; gebruikt; niet gebruikt, OF veel irrelevante bronnen
gebruikt;
meerdere bronnen op academisch niveau. enkele bronnen op academisch niveau. bronnen op tekstboekniveau. bronnen onder tekstboekniveau.
verscheidenheid aan concepten helder verscheidene concepten goed slechts enkele concepten weergegeven. slechts enkele concepten slecht
conceptontwikkeling weergegeven. weergegeven. weergegeven.

B4 Technieken / correct geselecteerd, gecombineerd, correct geselecteerd, aangepast en correct geselecteerd en uitgevoerd, niet helemaal correct geselecteerd en
aangepast en uitgevoerd, uitgevoerd, uitgevoerd,
verificatie concepten zonder correcties begeleider. na kleine correcties begeleider. na aantal correcties begeleider. ook niet na aantal correcties begeleider

Interpretatie resultaten / evaluatie alternatieven

B5 Beschrijving alle belangrijke ontwerpstappen en alle belangrijke ontwerpstappen en alle belangrijke ontwerpstappen en merendeel belangrijke ontwerpstappen en
alternatieven/resultaten samengevat in alternatieven/resultaten beschreven in alternatieven / resultaten beschreven in alternatieven/resultaten beschreven in
resultaten/ lopende tekst, lopende tekst, lopende tekst, lopende tekst,
alternatieven overzichtelijk samengevat redelijk overzichtelijk afgebeeld soms onoverzichtelijk of niet afgebeeld in onoverzichtelijk of niet afgebeeld
in tekeningen, figuren en tabellen, in tekeningen, figuren en tabellen, tekeningen, figuren en tabellen, in tekeningen, figuren en tabellen,
die de verhaallijn ondersteunen. die de verhaallijn ondersteunen. redelijk samenhangend met de lopende weinig samenhangend met de lopende
tekst. tekst.

B6 Interpretatie correct, correct, met kleine fouten, deels en met fouten,


resultaten/ evaluatie uitgebreid en kritisch, kritisch, niet kritisch, niet kritisch,
alternatieven rekening gehouden met aannames en rekening gehouden met belangrijkste belangrijkste aannames en beperkingen deel van belangrijkste aannames en
beperkingen. aannames en beperkingen. genoemd. beperkingen genoemd.

B7 Opmerkelijke opgemerkt, belangrijkste opgemerkt, meestal opgemerkt, slechts deels opgemerkt,


resultaten voor zover mogelijk goed verklaard. voor zover mogelijk deels verklaard. niet verklaard. niet verklaard.

C. Evaluatie eindresultaat (10%) Cijfer C:

Scores 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1
C1 Zelfstandigheid zelfstandig, goede inbreng; enige hulp nodig, goede inbreng; veel hulp nodig, wat goede inbreng; veel hulp nodig, weinig goede inbreng;

C2 Reproduceerbaarheid reproduceerbaar (correct, compleet, reproduceerbaar als details worden correct reproduceerbaar na aanvulling niet correct reproduceerbaar, grotere
onderbouwd). aangevuld. details en onderbouwing. stukken missen, onderbouwing ontbreekt.

Conclusies

C3 Evaluatie doel / mate van bereiken onderzoeksdoel mate van bereiken doel benoemd, mate van bereiken doel benoemd, mate van bereiken doel erg indirect
benoemd, benoemd, of van onverwacht ander doel,
geëvalueerd aan de hand van resultaten, grotendeels geëvalueerd aan de hand van net voldoende geëvalueerd aan de hand niet geëvalueerd aan de hand van
rekening houdend met de discussie, resultaten, rekening houdend met de van resultaten, rekening houdend met de resultaten, rekening houdend met de
discussie, discussie, discussie,
eindontwerp en ontwerpvraag zijn eindontwerp is degelijk vergeleken met eindontwerp is net voldoende vergeleken eindontwerp is matig vergeleken met
validatie resultaat degelijk vergeleken met intentie van intentie van opdrachtgever. met intentie van opdrachtgever. intentie van opdrachtgever.
opdrachtgever in bredere context.

Aanbevelingen

C4 Suggesties vervolg suggesties vervolg concreet en suggesties vervolg concreet, suggesties vervolg algemeen, suggesties vervolg zeer algemeen,
gedetailleerd,
en verbeteringen gerelateerd aan alle belangrijke vragen. gerelateerd aan belangrijkste vragen. deels gerelateerd. niet gerelateerd.
alle belangrijke onvolkomenheden en de meest belangrijke onvolkomenheden algemene verbeterpunten en suggesties algemene verbeterpunten.
mogelijke work-arounds systematisch en mogelijke work-arounds systematisch voor oplossingen.
besproken. besproken.

Bacheloreindwerkhandleiding Civiele Techniek september 2023


21

D. Organisatie (10%) Cijfer D:

Scores
D1 Planning en scope 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1

Realisme initiële planning realistische scope en planning realistische scope en planning na realistisch na sturing begeleider realistisch na herhaaldelijke sturing
feedback begeleider begeleider

Aanpassing scope tijdens project zelfstandig aangepast samen met begeleider aangepast op verzoek aangepast na verzoek onvoldoende aangepast
indien nodig
Behalen deadlines gehaald op hoofdpunten gehaald op hoofdpunten net niet gehaald op meerdere punten niet gehaald

D2 Communicatie met
begeleider
Effectiviteit inhoud helder en compleet redelijk helder en meestal compleet na vragen begeleider voldoende helder en zelfs na vragen begeleider onvoldoende
compleet helder en compleet
Nieuws over voortgang en altijd op tijd meestal op tijd redelijk vaak op tijd soms op tijd
beslissingen
Hulpvraag bij problemen altijd op tijd meestal op tijd redelijk vaak op tijd soms op tijd

D3 Feedback
Vragen aan mede-studenten relevant en kritisch kritisch verhelderend verhelderend, maar al uitgelegd
over hun werk
Kwaliteit gegeven feedback constructieve feedback constructieve feedback minimale feedback minimale feedback van slechte kwaliteit
Verwerken ontvangen feedback kritisch, zelfstandig geëextrapoleerd naar redelijk kritisch, soms geëextrapoleerd weinig kritisch, niet op eigen initiatief klakkeloos, geen extrapolatie naar andere
andere situaties naar andere situaties geëextrapoleerd naar andere situaties situaties

E. Schriftelijke rapportage (20%) Cijfer E:

Scores
E1 Structuur en 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1

samenhang
Structuur logisch en overal consequent logisch en in het algemeen consequent redelijk logisch en op meerdere plekken onlogisch en niet consequent
niet consequent
Opbouw paragrafen en tekst helder redelijk helder meestal redelijk helder vage opbouw
Verbindingswoorden ondersteunen gedachtengang ondersteunen vaak gedachtengang ondersteunen soms gedachtengang bijna niet gebruikt
Verdeling hoofd- en bijzaken logisch verdeeld lopende tekst bevat enkele bijzaken lopende tekst bevat veel bijzaken bijlagen bevatten hoofdzaken; lopende
over lopende tekst en bijlagen tekst veel bijzaken

E2 Samenvatting
essentie essentie deel van essentie OF deel van essentie EN
in ca. 400 woorden in ca. 400 woorden meer dan ca. 500 woorden meer dan ca. 500 woorden

E3 Opmaak rapport
opmaak ondersteunt overal leesbaarheid opmaak ondersteunt grotendeels opmaak hindert leesbaarheid en overzicht opmaak hindert leesbaarheid en overzicht
en overzicht leesbaarheid en overzicht soms

E4 Opmaak figuren /
tabellen
Consistentie consistent weinig inconsistenties meerdere inconsistenties meerdere inconsistenties
Overzicht en leesbaarheid altijd overzichtelijk en leesbaar meestal goed meestal niet gehinderd vaak gehinderd
Bijschriften zelfstandig leesbaar altijd meestal goed meestal redelijk meestal niet

E5 Taalgebruik
Bondig altijd meestal niet overal vaak langdradig
Helder, consistent en altijd meestal hier en daar vaag en dubbelzinnig, soms vaak vaag, dubbelzinnig, inconsistent
ondubbelzinnig inconsistent
Zakelijk overal meestal zakelijk, zelden informeel meestal zakelijk, soms informeel vaak informeel
Hinderlijke taalfouten bijna geen een paar een aantal veel

E6 Refereren
Naar externe bronnen overal waar nodig naar juiste bronnen grotendeels naar juiste bronnen, waar op belangrijke pekken meestal naar juiste op belangrijke plekken vergeten of naar
nodig bron verkeerde bron

Binnen rapport naar alle bijna alle de meeste enkele


literatuurlijst, bijlagen, figuren,
Opmaak referenties en consistent grotendeels consistent meestal consistent, aantal slordigheden niet consistent, wel correct genummerd
literatuurlijst

E7 Zelfstandigheid
schrijfvaardigheid
Benodigde hulp weinig feedback voor een uitstekend algemene feedback en enkele veel gedetailleerde feedback voor een gedetailleerde en herhaalde feedback
rapport voorbeelden voor een goed rapport voldoende rapport voor een voldoende rapport

F. Mondelinge rapportage (10%) Cijfer F:

Bepaal op basis van de kwaliteit van genoemde deelaspecten a), b), c), etc. het niveau per aspect en het cijfer voor mondeling rapportage.
Hiervoor kun je eventueel het losse beoordelingsformulier voor de presentatie gebruiken.

Scores 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1
F1 Overbrengen goed op alle aspecten redelijk tot goed redelijk onvoldoende tot redelijk
essentie:
a) Essentie helder, gestructureerd & bondig
b) Begrijpelijk voor medestudenten
c) Rode draad
d) Uitleg denkstappen
e) Timemanagement
F2 Dia's goed op alle aspecten redelijk tot goed redelijk onvoldoende tot redelijk
a) Ondersteuning verhaal voor publiek
b) Relevante informatie
c) Uitleg figuren en tabellen van tevoren
d) Verzorging opmaak
F3 Presentatie goed op alle aspecten redelijk tot goed redelijk onvoldoende tot redelijk
a) Afwisselende intonatie
b) Rustig
c) Open houding
d) Ondersteunende gebaren
e) Oogcontact met publiek
f) Aanwijzen op dia's
F4 Beantwoorden goed op alle aspecten redelijk tot goed redelijk onvoldoende tot redelijk
vragen
a) Over hoofdlijnen rapport
b) Over opvallende details
c) Over bijlagen
d) Aanverwante vragen

Bacheloreindwerkhandleiding Civiele Techniek september 2023


22

Bijlage 3 - Beoordelingsformulier mondelinge presentatie


Bij criterium F. Mondelinge rapportage van de beoordelingsrubric in bijlage 2b op de vorige pagina’s hoort een
gedetailleerder beoordelingsformulier. Zowel studenten als beoordelaars/begeleiders gebruiken dit formulier
om je presentatie(s) van feedback te voorzien en te beoordelen.
Beoordelingsformulier criterium mondelinge rapportage (F, 10%)

Naam student:
Studentnummer:
Naam beoordelaar:
Criteriumcijfer F:

Scoor onderstaande aspecten goed,


redelijk of onvoldoende

F1 Overbrengen essentie
Goed Redelijk Onvoldoende
Heldere, gestructureerde en bondige □ □ □
essentie
Te begrijpen door niet-ingewijde □ □ □
medestudenten
Rode draad □ □ □
Uitleg denkstappen □ □ □
Timemanagement □ □ □

F2 Dia's
Goed Redelijk Onvoldoende
Ondersteuning verhaal voor publiek □ □ □
Relevante informatie □ □ □
Uitleg figuren en tabellen vóór □ □ □
inhoudelijke bespreking
Verzorging opmaak □ □ □

F3 Presentatie
Goed Redelijk Onvoldoende
Afwisselende intonatie □ □ □
Rustig □ □ □
Open houding □ □ □
Ondersteunende gebaren □ □ □
Oogcontact met publiek □ □ □
Aanwijzen op dia's □ □ □

F4 Beantwoorden vragen
Goed Redelijk Onvoldoende
Over hoofdlijnen rapport □ □ □
Over opvallende details □ □ □
Over bijlagen □ □ □
Aanverwante vragen □ □ □

Feedback:

Bacheloreindwerkhandleiding Civiele Techniek september 2023


23

Bijlage 4 –Annex Onderwijs- en examenreglement


De betreffende OER-Annex-artikelen 5, 5a en de overgangsregelingen die over het bacheloreindwerk gaan,
vind je hier op deze pagina.

Artikel 5 – Bacheloreindwerk (blz 26)


Artikel 5a – Leerlijn ethiek (blz 27)
BSc CT Ethiek overgangsregeling (blz 27)

Bacheloreindwerkhandleiding Civiele Techniek september 2023


24

Bijlage 5 – Relevante Regels en Richtlijnen van de Examencommissie


De RRvE-artikelen 23, 24 en 25 die over het bacheloreindwerk gaan, vind je hier op deze pagina.

Nadere regels bacheloreindwerk


Artikel 23 samenstelling beoordelingscommissie bacheloreindwerk, blz 12.

Artikel 24 werkwijze beoordelingscommissie, blz. 13

Artikel 25 dateren resultaat bacheloreindwerk, blz. 13

Bacheloreindwerkhandleiding Civiele Techniek september 2023


25

Bijlage 6 - Ethiekleerlijn
Onderstaande geldt niet voor studenten die aan CT begonnen zijn vóór 2016.
Ter afronding van de ethiekleerlijn reflecteer je over ethische situaties in je studie en in je toekomstige
beroepspraktijk en presenteer je of discussieer je in een afsluitende bijeenkomst.
Naast het BEP werk je aan de opdrachten ter afsluiting van de ethiekleerlijn. Hiervoor lever je een essay in
waarbij je gebruik maakt van de opdrachten uit de ethiekleerlijn in de voorgaande BSc jaren (het
ethiekportfolio). In het essay reflecteer je op je toekomstig ethisch handelen in de beroepspraktijk, en op een
ervaren ethisch dilemma of ethische situatie tijdens je studie.
Je essay vormt de basis voor je pitch. Je bereidt deze pitch voor, uitmondend in een met argumenten
onderbouwde stelling over een ethische kwestie. Tijdens een afsluitende bijeenkomst aan het einde van de
periode geef je ofwel de pitch, ofwel draag je bij aan de discussie door vragen te stellen en te reageren op de
stelling uit de pitch van een medestudent. Deze vragen bereid je voorafgaand aan de bijeenkomst voor. De
beoordeling wordt uitgevoerd door een ethiekdocent van TBM.
De opdrachtsomschrijving (inclusief deadlines) en een eventuele beoordelingschecklist worden op
Brightspace gepubliceerd. Inleveren van het essay gebeurt via een Brightspace assignment.
De beoordeling van de ethiekleerlijn (‘voldaan’ of ‘onvoldoende’) wordt bepaald op basis van het essay en
de bijdrage aan de afsluitende bijeenkomst.

Bacheloreindwerkhandleiding Civiele Techniek september 2023


26

Bijlage 7 – Template zelfevaluatie bacheloreindwerk


Onderstaande template mag je gebruiken voor het schrijven van je zelfevaluatie. Zie het derde punt in 5b
‘Verplichte formaliteiten om je cijfer in Osiris te laten zetten’ op blz. 12.

Naam:
Studienummer:
Periode (collegejaar en kwartaal), Afdeling:
Onderwerp:

Als je terugkijkt op de periode, voldeed het eindwerk aan de verwachtingen? Wat liep er anders, wat viel er
mee en waar had je moeite mee?

Hoe en waar heb je aan je eindwerk gewerkt? Hoeveel tijd heeft het je gekost en was het te combineren met
andere vakken (hoeveel vakken deed je dan naast BSc-eindwerk)?

Sloot je voorkennis goed aan, of waren het vooral vaardigheden (analytisch denken bijvoorbeeld) die je
geholpen hebben?

Had je moeite met rapportagetechniek, of ging dat juist heel makkelijk?

Wat zul je een bij een volgend project anders doen?

Hoe ging het vinden van een geschikt onderwerp en begeleider?

Was het duidelijk waarop je zou worden beoordeeld en is de beoordeling duidelijk toegelicht?

Opmerkingen over de begeleiding:

Opmerkingen over de organisatie:

Bacheloreindwerkhandleiding Civiele Techniek september 2023

You might also like