Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 4

IUS SUMMUM SAEPE SUMMA INIURIA

De omgekeerde
wereld
De uitspraak van een rechter heeft het aureool van een weloverwogen oordeel
dat een zaak tot een oplossing brengt. Door de gerechtelijke dwalingen die
met een zekere regelmaat de pers halen, is dit aureool aangetast: ook rechters
maken fouten. Ditzelfde geldt voor tuchtrechters, bijvoorbeeld die in het Centraal
Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg. door Jip Kreijns

N eem de kwestie van de horrortandarts, de door De


Telegraaf gebezigde aanduiding voor ex-tandarts
Van N. Deze kwestie roept onder meer de vraag op
hoe het toch mogelijk is dat een tandarts over wie in Neder-
land al klachten waren, zich zomaar in Frankrijk kan vestigen.
Drs. J.M. Kreijns is tandheelkundig adviseur en tandarts. Daar-
naast was hij van 1990-2010 redacteur van TandartsPraktijk.

Het antwoord is: door een gerechtelijke dwaling van het


Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg.
Ook toen Van N. nog in Den Haag praktiseerde waren er tandheelkundig adviseur van de rechtsbijstandsverzekeraar
patiënten die klaagden over zijn behandelingen. Enkelen richt zich daarom op de individuele zaak.
klaagden bij hun rechtsbijstandsverzekeraar, sommigen bij
hun zorgverzekeraar en anderen weer bij beide verzekeraars. Maatschappelijke taak
Een klacht bij een rechtsbijstandsverzekeraar wordt door Dat ligt anders als de klacht bij de zorgverzekeraar wordt
deze organisatie gezien als een schademelding. Dit houdt in ingediend, zeker als er meerdere klachten over dezelfde
dat de zaak als een individueel geval wordt behandeld met als tandarts binnenkomen. De zorgverzekeraar heeft als taak om
doel de schade van de verzekerde vergoed te krijgen. De voor zijn zorgverzekerden goede zorg in te kopen bij zorgaan-
bieders die hun werk conform de professionele standaard
verrichten. Bij meerdere klachten over één specifieke tand-
arts zal er dan ook een onderzoek worden ingesteld om de
zorgverzekerden te beschermen tegen eventueel onzorg-
vuldig handelen. De adviserend tandarts van een zorg-
verzekeraar heeft immers tevens een maatschappelijke taak.
Over Van N. waren meerdere klachten ingediend bij de
‘kleine’ zorgverzekeraar die altijd als eerste zijn premie
bekendmaakt. Na onderzoek van de gegrondheid van deze
klachten komt de adviserend tandarts van deze zorgverzeke-
raar tot de conclusie dat het uit maatschappelijk oogpunt
gewenst is om een eind te maken aan de borende activiteiten
van Van N. De horrortandarts in spe neemt dit niet en dient
bij het Regionaal Tuchtcollege een klacht in tegen de advi-
serend tandarts. Het verwijt van Van N. aan de adviserend
tandarts is dat deze hem in een e-mail aan de tandheelkundig
adviseur van een rechtsbijstandsverzekeraar en ook in
brieven heeft neergezet als tandarts die zijn vak niet verstaat
en bovendien fraudeert.

Onzorgvuldig handelen
Inderdaad had één van de patiënten van Van N. bij haar
rechtsbijstandsverzekeraar een schade gemeld. Bij deze

40 TANDARTSPRAKTIJK | APRIL 2016


43-jarige dame had Van N. diverse wortelkanaalbehandelingen als gevolg van het verwijtbaar handelen al verloren gegaan.
verricht, stiften in molaren geplaatst en composietvullingen Bovendien bleken de brugpijlers 46 en 44 niet te behouden.
aangebracht. Al een week na de endo in de 36 moest deze Het advies over deze individuele patiënte aan de rechtsbij-
molaar trouwens geëxtraheerd worden. standsjurist was om Van N. te sommeren de door de patiënte
Deze behandelingen waren te beschouwen als voorbe- gemaakte kosten ad € 4.686,20 aan haar terug te betalen. Deze
reidende behandelingen om diverse molaren geschikt te kosten zouden niet door de beroepsaansprakelijkheidsver-
maken als pijlers voor bruggen en voor een kroon op de 27. zekeraar van Van N. vergoed worden. In de polisvoorwaarden
De röntgenfoto’s toonden evenwel dat deze voorbereidende van aansprakelijkheidsverzekeringen voor tandartsen is
behandelingen verwijtbaar onzorgvuldig waren verricht. Dit namelijk veelal opgenomen dat de aansprakelijkheid voor
hield in dat de 14, 17, 44 en 46 niet als pijlers voor bruggen schade en kosten die verband houden met het vervangen,
hadden mogen worden gebruikt. De kanalen in de 14 waren verbeteren of herstellen van de zaken die door of onder
onvoldoende gevuld en van de 17 was niet een te interprete- verantwoordelijkheid van de tandarts-verzekeringnemer zijn
ren, preoperatieve röntgenfoto genomen. geleverd, niet is gedekt. Evenmin is er meestal geen dekking
De reden dat de 44 niet als pijler voor de driedelige brug voor schade en kosten die verband houden met het geheel of
gebruikt had mogen worden, was dat zich aan deze premolaar gedeeltelijk opnieuw verrichten van werkzaamheden die door
een wortelpuntontsteking bevond. Desondanks was de 44 als of onder verantwoordelijkheid van de tandarts-verzekering-
brugpijler gebruikt zonder dat zelfs maar een poging was nemer zijn verricht.
gedaan om deze parodontitis apicalis te elimineren. De 46 was
als distale pijler voor de brug rechtsonder totaal ongeschikt, Dossiervorming
omdat Van N. bij de wortelkanaalbehandeling een fausse De beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar is wel aan te
route had veroorzaakt. spreken voor de kosten als gevolg van verwijtbaar handelen.
De reden dat op de 27 niet een kroon geplaatst mocht Om over deze gevolgkosten duidelijkheid te verkrijgen was
worden, was dat er slechts twee van de drie wortelkanalen het advies aan de jurist om de patiënte een behandelplan met
door Van N. waren behandeld. begroting te laten opstellen. Aan de hand van dit behandel-
plan kon bepaald worden welke kosten zijn terug te voeren op
Conclusies het verwijtbaar handelen door Van N. en welke kosten de
De tandheelkundig adviseur van de rechtsbijstandsverzeke- patiënte gezien de preëxistente gebitsconditie sowieso ge-
raar trok dan ook als eerste conclusie dat wat betreft de maakt zou moeten hebben.
behandeling van de 14, 46 en 27 door Van N. niet de zorg van Het is deze patiente bekend dat haar voormalig tandarts
een goed hulpverlener in acht was genomen en dat in het Van N. ook bij andere patiënten niet zorgvuldig heeft gehan-
verlengde hiervan ook ten aanzien van de indicatiestelling deld. Dit blijkt uit haar schademelding, waarin zij schrijft dat
voor de vijfdelige brug in de bovenkaak rechts, de driedelige haar vriendin en de kinderen van haar vriendin eveneens
brug in de onderkaak rechts en de kroon op de 27 verwijtbaar schade hebben geleden. In dit verband stelt de patiënte voor
onzorgvuldig en nalatig was gehandeld. om de adviserend tandarts van de ‘kleine’ zorgverzekeraar te
Uiteraard had Van N. voorafgaand aan de voor de patiënte benaderen, want ‘deze verzekeringsagent heeft al veel
kostbare en ingrijpende behandelingen voor haar een behan- gegevens over Van N. en hij wil het dossier tegen Van N. zo
delplan met begroting moeten opstellen en dit aan haar groot mogelijk maken’. Mede omdat de tandheelkundig
dienen uit te leggen. Daarbij had zij tevens op de risico’s van adviseur van de rechtsbijstandsverzekeraar en bedoelde
de voorgenomen behandelingen moeten zijn gewezen, zodat adviserend tandarts elkaar kennen, benadert de tandheel-
zij goed geïnformeerd al dan niet toestemming voor deze kundig adviseur zijn collega bij de zorgverzekeraar met de
behandelingen had kunnen geven. Uit de behandelgegevens vraag of hij als adviserend tandarts meer weet van de zaak
bleek dat dit alles door Van N. was nagelaten. De tweede Van N.
conclusie die door de tandheelkundig adviseur van de rechts-
bijstandsverzekering werd getrokken luidde daarom dat Van Patiëntengegevens
N. wat betreft de informatieplicht en het toestemmingsver- De adviserend tandarts weet meer. In zijn e-mailantwoord aan
eiste verwijtbaar nalatig had gehandeld. de tandheelkundig adviseur schrijft hij dat de ‘kleine’ zorg-
verzekeraar op grond van alle klachten een verzoek heeft
Terugbetalen ingediend om Van N. uit het BIG-register te schrappen. Om dit
De gevolgen van het verwijtbaar handelen door Van N. waren verder toe te lichten geeft de adviserend tandarts een korte
niet gering: de 5-delige brug in de rechterbovenkaak en de uitleg van de schrijnende situatie van twee bij name genoemde
kroon op de 27, inclusief de brugpijlers 17 en 14 en de 27 zelf jonge patiënten die tot dan bij van Van N. onder behandeling
zouden verloren gaan. De brug in de rechteronderkaak was waren geweest. De kosten voor de behandelingen van deze

APRIL 2016 | TANDARTSPRAKTIJK 41


twee jeugdige zorgverzekerden zijn rechtstreeks bij de ‘kleine’ zowel rechtstreeks als indirect door de wijze waarop hij zich
zorgverzekeraar gedeclareerd en rijzen de pan uit. Vanuit de over klager naar allerlei derden met inbegrip van cliënten van
basisverzekering is er 7000 en 3000 euro in anderhalf jaar tijd klager heeft uitgelaten.
uitbetaald aan Van N. Na onderzoek, uitgevoerd door een De AT heeft primair het standpunt ingenomen dat klager niet
onafhankelijke derde tandarts, bleek het resultaat zo bedroe- als rechtstreeks belanghebbende kan worden aangemerkt. Hij
vend was dat bij één van de jonge ex-patiënten alleen nog een verbindt hier de conclusie aan dat klager niet in zijn klacht kan
totaalextractie als behandeloptie in aanmerking kwam. Van- worden ontvangen. Subsidiair is de tandarts op de klacht van
daar dat vanuit de maatschappelijke verantwoordelijkheid klager inhoudelijk ingegaan.
een klacht is ingediend bij het Tuchtcollege en bovendien de Het RTG maakt uit de stukken die door partijen zijn overge-
Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) op de hoogte is legd op dat de AT zich in berichten en brieven aan derden over
gesteld van het disfunctioneren van Van N. klager heeft uitgelaten. Deze uitlatingen zijn negatief van
karakter. Het RTG staat voor de vraag of de AT hiervoor in
Tegenklacht tuchtrechtelijke zin kan worden aangesproken.
Een klacht voor het Tuchtcollege komt eerst bij het Regionaal Degene die als tandarts in een register ingeschreven staat, is
Tuchtcollege (RTG) terecht. Terwijl de zaak daar wordt onderworpen aan tuchtrechtspraak, zo begint artikel 47 van de
behandeld, bereikt het advies van de tandheelkundig adviseur Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg, hierna
van de rechtsbijstandsverzekeraar ook Van N. De rechtsbij- de Wet BIG. De AT is in bedoeld register ingeschreven zodat hij
standsjurist stuurt dit advies namelijk mee aan de wederpartij in zoverre aan de tuchtrechtspraak onderworpen is. In het
(in deze zaak dus Van N.) om de financiële claim te onder- eerste lid van genoemd artikel worden vervolgens twee situaties
bouwen. Ook de als bijlage aan het advies gevoegde e-mail- onderscheiden. In het eerste lid onder a gaat het om aansprake-
correspondentie tussen de tandheelkundig adviseur en de lijkheid wegens handelen of nalaten in strijd met de zorg die in
adviserend tandarts krijgt Van N. onder ogen. Diens advocaat de hoedanigheid van ingeschrevene ten opzichte van patiënten,
ziet hierin de mogelijkheid om de zaak tegen zijn cliënt Van N. personen die bijstand behoeven en de naast betrokkenen van
een andere wending te geven: Van N. dient op zijn beurt een deze personen betracht moet worden. In het eerste lid onder b is
klacht in tegen de adviserend tandarts. Deel van diens klacht bepaald dat de ingeschrevene aansprakelijk is terzake van enig
is dat de adviserend tandarts de gegevens van de jonge ander dan onder a bedoeld handelen of nalaten in zijn hoe-
ex-patiënten aan de tandheelkundig adviseur heeft verstrekt danigheid in strijd met het belang van een goede uitoefening
en dat deze adviserend tandarts daarmee de geheimhoudings- van individuele gezondheidszorg.
plicht heeft geschonden. Het RTG brandt zijn vingers niet aan Tussen klager en AT heeft geen arts-patiëntrelatie bestaan en
deze heikele kwestie en verklaart Van N. in zijn klacht niet evenmin is de AT geroepen geweest klager bijstand te verlenen.
ontvankelijk. Ook aan de laatste norm van het eerste lid onder a is niet
voldaan. De tandarts kan daarom niet tuchtrechtelijk aanspra-
RTG-uitspraak kelijk worden gehouden voor handelen of nalaten op grond van
In de uitspraak van het RTG wordt dit aldus verwoord, waar- het eerste lid onder a van artikel 47 Wet BIG.
bij vermeld moet worden dat deze vanwege de leesbaarheid Naar het oordeel van het RTG is dit ook niet het geval waar
van de uitspraak enigszins is aangepast (en dan nog is zo’n het aansprakelijkheid op grond van het eerste lid onder b
uitspraak qua leesbaarheid taaie kost): betreft. De AT heeft in zijn berichten een standpunt ingenomen
‘Klager Van N. en de adviserend tandarts (AT) zijn beiden over het handelen van klager maar geen beoordeling gegeven
tandarts. De klacht van klager houdt in dat de AT hem conse- van de gezondheidstoestand van de patiënten van klager. Het
quent neerzet als een tandarts die zijn vak niet verstaat en/of komt er op neer dat hij in algemene zin kritiek heeft uitgeoe-
zou frauderen. Dit heeft klager nader toegelicht door te stellen fend op het handelen van klager. Het RTG verwijst in dit ver-
dat het gaat om de wijze waarop de AT klager heeft bejegend, band naar een uitspraak van het Centraal Tuchtcollege voor de
Gezondheidszorg van 11 mei 2006, gepubliceerd in het Tijd-
schrift voor de gezondheidzorg in 2006 onder nummer 28.
Hierin overwoog dit College het volgende:
“Op grond van artikel 47 juncto artikel 1 Wet BIG kan slechts
geklaagd worden over handelingen op het gebied van de indivi-
duele gezondheidszorg die rechtstreeks betrekking hebben op
een persoon en ertoe strekken diens gezondheid te bevorderen
of te bewaken, dan wel te beoordelen. Naar het oordeel van het
Centraal College is daarvan geen sprake in het geval een arts
als geneeskundig adviseur zijn medisch oordeel geeft ter beant-
woording van de vraag of een arts, die ten aanzien van zijn
medisch handelen aansprakelijk wordt gesteld, zo onzorgvuldig
heeft gehandeld dat er grond is voor die aansprakelijkstelling.”
Voorzover klager het standpunt in neemt, dat de AT in zijn
berichten onrechtmatig jegens klager heeft gehandeld, moet het
RTG hem naar de burgerlijke rechter verwijzen.
Het bovenstaande leidt tot de conclusie dat klager niet in zijn
klacht kan worden ontvangen.’

42 TANDARTSPRAKTIJK | APRIL 2016


Lid a adviseur gegrond is. Het CTG vindt het aan de AT te maken
Van N. ziet dit anders. Als klager is hij van deze beslissing tuchtrechtelijk verwijt zo ernstig dat het de maatregel van
tijdig in beroep gekomen, zoals juristen een hoger beroep bij berisping hier op zijn plaats acht. Dus geen waarschuwing
het Centraal Tuchtcollege (CTG) verwoorden. Ook bij het CTG voor de AT, die deze kan opvatten als een zakelijke terecht-
heeft de adviserend tandarts zich verweerd met als belangrijk wijzing met voorlichtende strekking. Nee, meteen een maat-
argument dat hij van de ouders van de jonge ex-patiënten regel met veroordelende strekking.
toestemming had om gegevens te verstrekken. In reactie
hierop bestrijdt Van N. in beroep het RTG-oordeel dat hij niet Vertrouwen
in de klacht kan worden ontvangen. Volgens Van N. is hij als En Van N. dan? Die heeft met zijn tegenklacht de zaak zo
rechtstreeks belanghebbende gerechtigd tot indiening van weten te manipuleren dat het CTG aan zijn handelen verder
onderhavige klacht en vallen de gedragingen van de AT onder geen aandacht heeft besteed. Met desastreuze gevolgen, zoals
het bereik van artikel 47 lid 1 van de Wet BIG. Hij verzoekt het nu bekend is geworden. Bovendien vond ook de Inspectie
CTG impliciet diens oorspronkelijke klacht alsnog gegrond te voor de Gezondheidszorg (IGZ) het kennelijk niet de moeite
verklaren. waard om actie tegen Van N. te ondernemen. Mogelijk dat de
Het CTG deelt het oordeel van het RTG dat de AT voor de ontwijkende en voorzichtige houding van de Inspectie te
hem verweten gedragingen niet tuchtrechtelijk aansprakelijk maken had met de uitspraak van het CTG. Welke motieven er
kan worden gehouden op grond van het eerste lid onder a van ook geweest mogen zijn, vast staat dat de IGZ na de klacht
artikel 47 Wet BIG. Vervolgens dient zich de vraag aan of het van de adviserend tandarts en van diverse patiënten wel een
verweten handelen wel valt onder het bereik van de in artikel onderzoek naar het handelen van Van N. heeft ingesteld, maar
47, eerste lid onder b Wet BIG neergelegde tuchtnorm. Dat is dit niet heeft doorgezet. Van N. vertrok immers naar Frankrijk
naar het oordeel van het CTG niet het geval voorzover de AT waardoor zijn handelen niet meer van belang was voor de
zich schriftelijk heeft uitgelaten over het handelen c.q. nalaten Nederlandse Inspectie.
van Van N. in het algemeen. Deze uitlatingen zien niet recht- Voor het goed functioneren van overheidsinstanties is
streeks op de individuele gezondheidszorg. vertrouwen in deze instanties een essentiële voorwaarde. De
gevolgtrekking uit de zaak Van N. is dat dit vertrouwen ernstig
Lid b is beschaamd.
Maar! Anders dan het RTG is het CTG van oordeel dat de
klacht over de e-mail met enige gegevens over de jonge De beslissing van het CTG heeft tot gevolg gehad dat de
ex-patiënten wel valt onder de in artikel 47, eerste lid onder b adviserend tandarts die probeerde een eind te maken aan de
Wet BIG neergelegde tuchtnorm. Deze gegevens zijn volgens praktijken van een tandarts die menig patiënt tot slachtoffer
het CTG gerelateerd aan door Van N. bij patiënten uitgevoer- heeft gemaakt, werd gesanctioneerd. De omgekeerde wereld,
de verrichtingen en betreffen dus de individuele gezondheids- want de dader ging vrijuit. Die afloop mag het CTG zich
zorg. aanrekenen. Dit hoogste tuchtcollege in de gezondheidszorg
Hiermee heeft Van N. voldoende aannemelijk gemaakt dat heeft in deze zaak het aforisme van Cicero over recht en
hij schade ondervindt door de wijze waarop de tandarts zich onrecht waargemaakt: het hoogste recht is dikwijls het
over hem tegenover derden met inbegrip van patiënten heeft grootste onrecht. In het compacte Latijn: Ius summum saepe
uitgelaten. In het kader van de individuele gezondheidszorg summa iniuria!
raakt dit het belang van Van N., zo oordeelt het CTG. Een excuus van het CTG aan de adviserend tandarts en aan
Het CTG voegt hier nog aan toe dat de toonzetting en de de gemaltraiteerde patiënten zou dit onrecht enigermate
weinig genuanceerde uitlatingen in de e-mail getuigen van kunnen verzachten. Maar het tuchtrecht kent geen excuses.
onvoldoende professionele distantie waarvan tussen tand-
heelkundig adviseurs van verschillende verzekeringsmaat-
schappijen in de zakelijke correspondentie sprake hoort te De afbeeldingen 1 t/m 3 zijn afkomstig uit De Telegraaf van 9 maart 2016,
afbeelding 4 is overgenomen uit de NRC van 14 maart 2016.
zijn. Ernstig tuchtrechtelijk verwijtbaar acht het CTG dat die
e-mail vertrouwelijke gegevens bevat van verzekerden,
waarover de AT beroepsmatig beschikte en met betrekking
waartoe hij als hulpverlener op grond van het bepaalde in
artikel 7:457 BW tot geheimhouding verplicht is. Dit leidt tot
de conclusie dat de klacht over het verstrekken van de
gegevens van de jonge ex-patiënten aan de tandheelkundig

APRIL 2016 | TANDARTSPRAKTIJK 43

You might also like