Professional Documents
Culture Documents
T10 Uitwerkingen
T10 Uitwerkingen
T10 Uitwerkingen
Uitwerkingen hoofdstuk 10
10 Je verandert
Start - Tijdlijn van je leven
2 Eigen antwoord
Nectar 5e editie 2 havo/vwo FLEX
Uitwerkingen hoofdstuk 10
10.1 Opgroeien
1 Antwoord B, 9 tot 11 cm.
2 a bouwstoffen
b
3
leeftijd levensfase leeftijd levensfase
0 – 1,5 baby 12 – 17 puber
1,5 – 4 peuter 17 – 21 adolescent
4 –6 kleuter 21– 60 volwassene
6 – 12 (school)kind 60 – ... oudere
*6 a
hoofd armen romp benen
baby 0,25 0,37 0,40 0,37
volwassene 0,16 0,42 0,33 0,52
oudere 0,16 0,41 0,30 0,51
b de romp
c Er verdwijnt kraakbeen uit de botten, daardoor zakken de wervels een beetje
in elkaar en wordt je romp korter.
Nectar 5e editie 2 havo/vwo FLEX
Uitwerkingen hoofdstuk 10
9 a Een hormoon past op één soort receptor, net zoals een sleutel op één soort slot
past.
b 1 voedingstoffen en enzymen
2 antistoffen en antigenen
10 a baby
b puber
11 meisjes jongens
a Beginnen aan de groeispurt als ze ongeveer 9 jaar zijn.
b Groeien tussen hun elfde en dertiende jaar ongeveer 6 cm per jaar.
c Bij hen duurt de groeispurt het langst.
d Groeien gemiddeld het meest als ze tussen de 12 en 13 jaar zijn.
e Stoppen met groeien als ze ongeveer 16 jaar oud zijn.
13 a
14 a kraakbeencellen
b heupbeenderen - scheenbeen
c Dat zie je aan de groeischijven, die komen alleen bij kinderen voor. Aan het einde
van de puberteit veranderen de groeischijven in bot en zijn ze niet meer te zien.
15 a De groeispurt van jongens duurt langer. Dat zie ik aan de lijnen die de
groeispurt aangeven. Bij meisjes loopt deze ongeveer van 9 tot 13 jaar,
bij jongens ongeveer van 11 tot 17 jaar.
b De groeispurt van jongens is intensiever. Dat zie ik aan de grotere maximale
lengtetoename.
c 2 de groeispurt van jongens langer duurt.
3 de groeispurt intensiever is, jongens groeien sneller.
c Nee, want vanaf 10 jaar komt de lengte van Jorrit iets boven de normale
spreiding uit.
10.2 Puberteit
1 Antwoord C, als de lichamelijke veranderingen die bij de puberteit horen
zijn voltooid.
2 a Antwoord B in hormoonklieren
b
4 a Aan de vorm van het lichaam. Mannen hebben minder brede heupen en bredere
schouders dan de meeste vrouwen.
b Mannen hebben een zwaardere stem dan vrouwen.
c Mannen hebben een baard of hebben zich geschoren. Mannen hebben ook
bredere kaak dan vrouwen.
6a
Nectar 5e editie 2 havo/vwo FLEX
Uitwerkingen hoofdstuk 10
11 a Nee, omdat de groeispurt ook op zijn zeventiende jaar nog kan beginnen.
b Ja, omdat de borstgroei bij de meeste meisje bij 14 jaar wel is begonnen.
14 a Eigen antwoord
b Eigen antwoord
c Eigen antwoord
Nectar 5e editie 2 havo/vwo FLEX
Uitwerkingen hoofdstuk 10
*17 a De hormonen kunnen niet meer binden met de receptoren, omdat deze
bezet zijn door de blokkers en dus reageren de cellen niet op testosteron.
b Nee, want doordat de zaadballen zijn weggehaald, wordt er geen*
testosteron gemaakt in de zaadballen.
* Er wordt nog wel wat testosteron gemaakt in de bijnieren.
18 a + b
dier pubergedrag
dolfijn vrouwen lastig vallen, surfplanken stelen, over waterskiërs heen
springen
hond grenzen opzoeken, niet luisteren
muizen meer durven
Eigen antwoord Eigen antwoord
c Pubers zijn ook bezig om hun grenzen te verleggen of de grenzen op te zoeken
en daarmee hun identiteit te ontdekken.
b oestrogeen
c eierstokken
10.3 Relaties
1 Antwoord B, vier tot vijf
2 Met dit gedrag lokken ze een partner, bijvoorbeeld door voedsel te brengen,
door een dans uit te voeren of door zang.
3 Eigen antwoord
4 Eigen antwoord
5 a 1 gezin / familie
2 verliefd stelletje
3 vrienden
4 leraar - leerling
b Eigen antwoord
c Eigen antwoord
*6
waarde norm
eerlijkheid niet liegen
trouw doen wat je zegt of belooft
respect anderen in hun waarde laten
8 a Eigen antwoord
b Eigen antwoord
c Eigen antwoord
10 a waarde norm
1 Iedereen mag zijn wie hij of zij is.
2 Je mag geen seks hebben met iemand van hetzelfde geslacht.
3 Het is heel normaal dat twee vrouwen met elkaar kunnen trouwen.
4 Je mag homo’s en lesbiennes niet uitschelden.
5 Homoseksualiteit is een zonde.
b Eigen antwoord
Nectar 5e editie 2 havo/vwo FLEX
Uitwerkingen hoofdstuk 10
11
13 a Eigen antwoord
b Eigen antwoord
14 a 1 15-17 jaar
2 meisjes
*b Nee, want het percentage verliefdheid is bij alle leeftijden hoger dan het
percentage verkering.
Nectar 5e editie 2 havo/vwo FLEX
Uitwerkingen hoofdstuk 10
15 a 4
b Het maagdenvlies is een randje weefsel dat als een soort kraagje rond de
ingang van de vagina zit.
2 a geslachtsgemeenschap
b Eigen antwoord
4a
5 Veilig vrijen betekent dat je een condoom gebruikt tijdens het vrijen.
6 ja nee
a Iemand hoest in Jochems gezicht.
b Noa drinkt uit hetzelfde glas als iemand met een soa.
c Een meisje krijgt bij het vrijen sperma in haar mond.
d Thymo krijgt een tatoeage met naalden die ook bij
de vorige klant zijn gebruikt.
e Sharita en Orlando tongzoenen.
f Een jongen heeft geslachtsgemeenschap zonder condoom.
Nectar 5e editie 2 havo/vwo FLEX
Uitwerkingen hoofdstuk 10
7 a 1 virus 3 bacterie
2 schimmel 4 insect
b De meeste soa’s worden overgedragen door bacteriën en virussen.
10 a De angst is niet terecht, want je kunt niet besmet raken met hiv doordat
je naast iemand zit.
b Eigen antwoord
11 a
13 a chlamydia
b door onveilig vrijen
c afscheiding uit de vagina en
onvruchtbaarheid d Eigen antwoord
15 a Eigen antwoord
b 1 naar de huisarts gaan
2 hun eventuele partner waarschuwen
21 De juiste volgorde is 3 → 2 → 4 → 1.
22 Eigen antwoord
Eigen antwoord
Eigen antwoord
Nectar 5e editie 2 havo/vwo FLEX
Uitwerkingen hoofdstuk 10
23 a
b Nee
c Bij een vrouw wordt het slijmvlies van de vagina onderzocht en bij een man urine.
Practicum 1 Hiv-besmetting
Resultaat
Aantal ‘besmette’ klasgenoten: Eigen antwoord
Ik ben besmet door: Eigen antwoord
De bron van de besmetting was: Eigen antwoord
Conclusie
Eigen antwoord
Practicum 2 Condoomgebruik
Resultaat
Eigen antwoord
Conclusie
1 De verpakking voorzichtig openscheuren.
2 Het condoom goed op de eikel van de stijve penis doen.
3 Het tuitje van het condoom dicht knijpen.
4 Het condoom zover mogelijk afrollen.
Nectar 5e editie 2 havo/vwo FLEX
Uitwerkingen hoofdstuk 10
5 a Dit vergroot het risico op de overdracht van geslachtsziekten zoals aids, want
het aidsvirus wordt onder andere via het bloed verspreid.
b Antwoord C, bloedvatenstelsel.
c Witte bloedcellen bestrijden ziekteverwekkers. De witte bloedcellen van
aidspatiënten werken niet goed meer. Daardoor zijn deze patiënten vatbaarder
voor bacteriën en virussen dan gezonde mensen.
6 a Norm, omdat het een gedragsregels is. Een norm geeft aan wat je wel of
niet moet doen.
b Voorbeelden van goede antwoorden: zelfbeschikking (het recht om eigen
keuzes te maken), veiligheid (kans op infecties), respect (voor het lichaam).
Nectar 5e editie 2 havo/vwo FLEX
Uitwerkingen hoofdstuk 10
10 a
b bij de producenten
c Dan krijgen de consumenten te weinig voedsel en sterven ze.
Nectar 5e editie 2 havo/vwo FLEX
Uitwerkingen hoofdstuk 10
*2 a de hersenstam
b lange uitlopers
*4
centrum gebied gebied frontaal- limbisch
voor van van kwab systeem
beweging Broca Wernicke
Elise is 11 maanden oud. Als haar
moeder vraagt: ‘Waar is de bal?’, x x
kruipt Elise heel snel naar de bal.
Amir is 21 jaar. Voor zijn studie
biologie schrijft hij een verslag over x x x x
hersenrijping.
Joost is 4 jaar oud. Hij kan zelf zijn x
jas en broek aantrekken.
Kim is 3 jaar. Ze stelt de hele dag x x
vragen: ‘Wat is dat?’ ‘Waar is papa?’
Nathalie is 14 jaar. Ze maakt elke x x
week een planning voor haar
huiswerk, omdat ze dan van haar
ouders een beloning krijgt.
*5 a De baby begrijpt de woorden van het liedje heel goed, maar kan ze
nog niet zelf zeggen.
b Bijvoorbeeld: kinderen zeggen eerst losse woordjes voor ze zinnen gaan vormen.
*6 a
b Dat bij de eerste groep patiënten het gebied van Broca is beschadigd en bij
de tweede groep patiënten het gebied van Wernicke.
Nectar 5e editie 2 havo/vwo FLEX
Uitwerkingen hoofdstuk 10
*8 In je pleidooi geef je aan dat je je nog niet goed aan de planning kunt houden,
omdat je frontaalkwab nog niet rijp is. Daardoor ben je snel afgeleid tijdens het
leren en denk je niet aan de dingen die je nog moet doen.
*10
Nectar 5e editie 2 havo/vwo FLEX
Uitwerkingen hoofdstuk 10
Toepassen Hersenonderzoek
11 a fMRI
b Met de PET-methode kun je ook nauwkeurig zien welke plek in de hersenen
het actiefste is.
12 Caroline heeft gelijk. Hoewel het waarschijnlijk is dat gedurende een rekentest het
rode gebied inderdaad het gebied voor rekenen aangeeft, hoeft dat niet zo te zijn
omdat ook andere hersengebieden om welke redenen dan ook actief kunnen zijn.
Het kan bijvoorbeeld zijn dat iemand hardop rekent en dat een spraakgebied actief
is.
13 a B, want bij afbeelding B is het actieve gebied groter dan bij afbeelding A.
b testosteron
Nectar 5e editie 2 havo/vwo FLEX
Uitwerkingen hoofdstuk 10
Samenvatten
10.1 Opgroeien
2
Nectar 5e editie 2 havo/vwo FLEX
Uitwerkingen hoofdstuk 10
10.2 Puberteit
10.3 Relaties
6
De jongen en het meisje raken opgewonden.
Bij de jongen wordt de penis stijf, bij het meisje wordt de vagina vochtig.
De jongen schuift zijn penis in de vagina.
De penis wordt in de vagina op en neer bewogen.
De jongen komt klaar, het meisje soms ook.
Nectar 5e editie 2 havo/vwo FLEX
Uitwerkingen hoofdstuk 10
9
Nectar 5e editie 2 havo/vwo FLEX
Uitwerkingen hoofdstuk 10
Test Jezelf
1a
b schoolkind
c voor: kleuter na: puber
3 a De juiste volgorde is 3 → 2 → 5 → 4 → 1.
b Er vindt celdeling plaats: plaatje(s) 2 en 5
Er vindt celgroei plaats: plaatje(s) 1 en 4
7 De juiste volgorde is 1 → 4 → 2 → 3.
*8 a testosteron
b voorbeelden van goede antwoorden:
1 baardgroei 2 stem wordt lager
9 Antwoord C, je verraadt je vrienden nooit.
Nectar 5e editie 2 havo/vwo FLEX
Uitwerkingen hoofdstuk 10
10 Jeffrey: heteroseksueel
Laura: heteroseksueel
Niels: homoseksueel
Sanne: biseksueel
15
16 Nee, want het virus zit niet alleen op de penis en in de vagina, maar ook op
de huid eromheen.
Verdieping Aids
1 a Chimpansee, omdat SIVcpz bij chimpansees het meest verwant is aan hiv-1
bij mensen.
b Mangabey, omdat SIVsm bij mangabeys het meest verwant is aan hiv-2
bij mensen.
2 a Doordat het RNA van het virus steeds verandert. Op een gegeven moment is
het RNA van virussen zo verschillend dat verschillende varianten zijn ontstaan.
b Nee, want de antistoffen die passen op de antigenen van de hiv-1
groep M subtype B passen niet op de antigenen van de andere hiv-
groep.
3 Ja, want deze symptomen zijn kenmerken van een infectie met hiv en hij
heeft onveilig gevreeën.
6
Nectar 5e editie 2 havo/vwo FLEX
Uitwerkingen hoofdstuk 10
8 a Zuid-Afrika en Botswana.
b 1 armoede, geen geld voor medicijnen
2 weinig seksuele voorlichting