Professional Documents
Culture Documents
Hoofdstuk 6
Hoofdstuk 6
Hoofdstuk 6
6.1 : Functies
De overheid tekent in belangrijke mate mee het gezicht van onze gemende economie. Het
toenemend belang van de overheidssector komt tot uiting in toegenomen overheidsuitgaven.
6.2.1: De Kiezers
6.2.2: Pressiegroepen
Een pressiegroep: een organisatie van mensen met een gemeenschappelijk belang
(belangengroep), die de politieke besluitvorming probeert te beïnvloeden in het voordeel van
dat groepsbelang.
Ze leveren een collectief goed voor de mensen met hetzelfde belang.
Ze beïnvloeden het beleid door stakingen, informatieverschaffing, directe participatie in
politieke activiteiten.
Als dit op grote schaal voorkomt spreekt men van een overlegeconomie.
6.2.3: Politici
Public choice economen gaan ervan uit dat politici zoveel mogelijk voordelen proberen te
halen uit hun activiteit.
De theorie van de mediaankiezer verklaart het gedrag van politieke partijen in een
tweepartijenstelsel. De beide politieke partijen leveren slag om de meerderheid en stemmen
hun programma zoveel mogelijk af op de wensen van de mediaankiezer.
6.2.4: Ambtenaren
In de ogen van de public choice economen handelen ambtenaren als rationele wezens die hun
belangen verdedigen en daarbij een beroep kunnen doen op hun permanente aanwezigheid en
soms sanctiemogelijkheden.
Ambtenaren kunnen hun prestige uitbuiten door voor hun dienstverlening teveel geld te
vragen. Dan is er sprake van technische inefficiëntie (MO is niet gelijk aan MK, maar GO is
gelijk aan GTK)
Volgens Niskanen streven de ambtenaren naar een maximalisatie van hun dienst, ze streven
naar budgetmaximalisatie. De ambtenaren praten de politici teveel diensten aan. Volgens
Niskanen werkt de staatsadministratie niet zozeer inefficiënt door de te hoge kosten, maar
eerder doordat ze teveel diensten levert.
Quasi-collectieve voorzieningen
• Gedeeltelijke toepassing van het profijtbeginsel: ze creëert een pseudo-markt d.m.v.
contributiesystemen, waarbij de gebruikers toch een zekere bijdrage betalen die
evenwel de kostprijs niet dekt
• Vb, onderwijs, autowegennet in sommige landen
Semi-collectieve voorzieningen
• Allocatie van goederen en diensten gebeurt door de markt, maar er is een aanzienlijke
overheidssubsidie met de bedoeling de consumptie te bevorderen.
Efficiëntie
• Op de markt zorgt de prijs voor allocatie (vraag=aanbod) en maakt financiering
mogelijk. In een aantal gevallen doet de markt dit niet:
Ondeelbaarheid van het aanbod: technisch kan een goed niet in verschillende
onderdelen worden opgesplitst (vb, park of staat). De productiekosten zijn dus
niet toerekenbaar aan individuele consumenten.
Non-rivaliteit: de consumptie van de ene persoon vermindert de
consumptiemogelijkheden van de andere niet waardoor het optimaal is om
zoveel mogelijk mensen te laten genieten van een dienst (vb, schone lucht)
Non-exclusiviteit: men kan niemand de consumptie van het goed ontzeggen
eenmaal het er is (vb, militaire veiligheid)
Besparing van transactiekosten: als de transactiekosten duurder uitvallen als de
collectieve voorziening
Distorsies in de consumentenvoorkeur
• Consumenten beschikken over onvolledige informatie en kopen dus zonder
overheidsinterventie onvoldoende hoeveelheden. Vandaar stelt de overheid die
goederen gratis of tegen een verlaagde prijs ter beschikking.
• Gevaar voor overaanbod
Herverdeling
• Een collectieve voorziening wordt gefinancierd via belastingen waaraan de hoogste
inkomens het meeste bijdragen.
CONCLUSIE
Weinig goederen zijn van nature uit zuiver collectief, in die zin dat ze niet via de markt
kunnen verschaft worden.
Soms steunt de keuze voor collectieve voorziening vooral op speciale kwaliteitseisen die men
aan de betrokken goederen stelt.