Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 12

TOETSVOORBLAD

Faculteit TIS INVULINSTRUCTIE:


1. Gebruik een blauwe of zwarte pen.
Toetsnaam/ -onderdeel Productietechniek 2 2. Check of het aantal pagina’s
overeenkomt met het aantal pagina’s
dat vermeld staat hieronder.
3. Vul daarna je naam, studentnummer,
OPLEIDING Mechatronica klas en handtekening onderaan in.
4. Zet je naam en handtekening op elke
pagina van het toetspapier/
☒Voltijd ☐Deeltijd ☐Duaal
antwoordbladen.
TOETSCODE OEFENTOETS PROD2-T1| Productietechniek 2
INLEVERINSTRUCTIE:
Lever alles in bij de surveillant, ook het
MODULECOÖRDINATOR M.T. Geertshuis kladpapier indien dit is uitgereikt. Indien
beschikbaar in een omslag.

TOETSDATUM : OEFENTOETSDAG

AANVANGSTIJD TOETS : 08.45 uur


EINDTIJD TOETS : 10.15 uur

TOEGESTANE TIJD IN MINUTEN : 90


EXCL. TOETSTIJDVERLENGING SOM STUDENTEN

TOETS BESTAAT UIT


AANTAL PAGINA'S (INCL. VOORBLAD EN BIJLAGE) : 11
AANTAL OPEN VRAGEN :6
AANTAL GESLOTEN VRAGEN : 21

CESUUR = 5,5 / TE BEHALEN PUNTEN : Gokkanscompensatie is toegepast. Bij 65% goed heb je een voldoende.

PUNTVERDELING EN NORMERING : Zie opmerkingen


(TOELICHTING INDIEN)

TOETSMATERIAAL: HULPMIDDELEN:
☐Toetspapier ☐Kladpapier ☐Formulebladen
☐Antwoordenbladen ☐Tekenbenodigdheden ☐Wetbundel
☒Antwoordenbladen ABCDE ☒Rekenmachine ☐Eigen samenvatting
☐Ruitjespapier ☒Eenvoudige ☐Boek (aangeven welke boeken toegestaan zijn)
☐Wetenschappelijke ☐Overige: <Vul in>
☐Grafische ☐Geen hulpmiddelen

Naam student : OPMERKINGEN:

• Gesloten vragen zijn elk één punt waard.


Studentnummer : • Vul de antwoorden van de gesloten vragen
alleen in op de ‘antwoordbladen ABCDE’
• Vul de antwoorden van de open vragen
alleen in op antwoordregel onder de vraag
Klas :
(tenzij anders vermeld in de vraag)
• Bij open vragen zijn de te behalen punten per
vraag aangegeven.
• Oefentoets: Open en gesloten vragen kunnen
worden afgewisseld en per toets verschillen

Studiejaar 2023-2024
Additive Manufacturing (AM) technieken

1. Waartoe dient het vacuüm of beschermgas dat bij bepaalde AM-technieken wordt ingezet?
A. Reduceren van stof in de cabine
B. Hechting bij sintering versterken
C. Voorkomen van oxidatiereacties in het smeltbad
D. Giftige dampen voorkomen
E. Verbeteren temperatuurbeheersing

Figuur 1

2. Welke AM-techniek is getoond in figuur 1?


A. Localized Object Machining
B. Laser Object Manufacturing
C. Laminated Object Machining
D. Laser Engineered Net Shaping
E. Geen van bovenstaande antwoorden is juist

3. Welke van de onderstaande modellen zijn zonder nabewerkingen te maken met de AM-techniek
getoond in figuur 3?
A. Functionele modellen (herhaalde belasting op kracht)
B. Zichtmodellen uit meerdere materialen
C. Zichtmodellen zonder zichtbare lagen
D. Zowel A als B
E. Zowel B als C
Figuur 2

4. Welke AM-techniek is getoond in figuur 2?


A. Selective Laser Sintering
B. Multi Jet Fusion
C. Direct Energy Deposition
D. Fused Deposition Modeling
E. Binder Jetting

5. Welke stelling is juist met betrekking tot de AM-techniek getoond in figuur 2?


A. De geproduceerde modellen zijn zonder nabewerking goed te belasten op kracht
B. Het aantal modellen op het printbed heeft geen invloed op de benodigde printtijd
C. Dit proces is gebaseerd op sintering
D. Deze AM-techniek kan ook voor metalen worden gebruikt
E. Nabewerking van het model is noodzakelijk voordat je deze kunt belasten op kracht.

6. [2 punten] Noem de volledige naam van drie AM-technieken waarmee je metalen modellen
kunt produceren.
Antwoord vraag:_________________________________________________________________

Antwoord vraag:_________________________________________________________________

Antwoord vraag:_________________________________________________________________

7. [2 punten] Wanneer een CAD-bestand geconverteerd wordt naar een STL bestand zal een kubus
vrijwel niet afwijken van de nominale maat, maar een bol wel. Leg uit waar dit door wordt
veroorzaakt op basis van de kenmerken van een STL-bestand.
Antwoord vraag:_________________________________________________________________
Subtractive Manufacturing technieken
8. Van welke van de onderstaande opties zijn frezen, zagen, vijlen en raspen voorbeelden?
A. Verspanen met lange spanen door gerichte snijvlakken
B. Verspanen met korte spanen door gerichte snijvlakken
C. Verspanen met lange spanen door willekeurige snijvlakken
D. Verspanen met korte spanen door willekeurige snijvlakken
E. Geen van bovenstaande antwoorden is juist

9. Van welke van de onderstaande opties zijn draaien, kotteren, schaven, steken en boren
voorbeelden?
A. Verspanen met lange spanen door gerichte snijvlakken
B. Verspanen met korte spanen door gerichte snijvlakken
C. Verspanen met lange spanen door willekeurige snijvlakken
D. Verspanen met korte spanen door willekeurige snijvlakken
E. Geen van bovenstaande antwoorden is juist

Figuur 3

10. [2 punten] Zie figuur 3 voor een schematische weergave van een freesbewerking. Wat zijn
respectievelijk de juiste namen voor de indicaties op nummers 2,3, 9 & 14?
Naam nummer 2:________________________________________________________________
Naam nummer 3:________________________________________________________________
Naam nummer 9:________________________________________________________________
Naam nummer 14:_______________________________________________________________
11. Wat is een functie van de aangegeven hoek α in figuur 5? (zie vorige pagina)

A. Standtijd vergroten
B. Afvoeren van spanen
C. Spanen breken
D. Stabiliteit van gereedschap vergroten
E. Weerstand met bewerkingsoppervlak verkleinen

12. In welke situatie(s) is sprake van verspanende vormgeving?


A. Afschuifkracht is gericht onder een hoek < 90 graden t.o.v. het materiaaloppervlak.
B. Afschuifkracht is gericht onder een hoek < 45 graden t.o.v. het materiaaloppervlak.
C. Afschuifkracht is gericht op 90 graden t.o.v. het materiaaloppervlak.
D. Zowel A als B
E. Geen van bovenstaande antwoorden is juist

13. [1 punt] Welke vorm van verspanen is getoond in figuur 4?


Antwoord vraag:_________________________________________________________________

Figuur 4 Figuur 5

14. Welke vorm van frezen wordt toegepast voor Hogesnelheidsfrezen (HSF)?
A. Alleen figuur 4, want hier treden minder gemakkelijk trillingen op en is nauwkeuriger
B. Alleen figuur 5, want hier treden minder gemakkelijk trillingen op en is nauwkeuriger
C. Zowel freesvorm A als B worden toegepast voor HSF
D. Geen van bovenstaande antwoorden is juist
15. [1 punt] Welke vorm van frezen is schematisch weergegeven in figuur 6?
Antwoord vraag:_________________________________________________________________

Figuur 6

16. Voor welke van de onderstaande bewerkingen is de freesvorm getoond in figuur 8 uitermate
geschikt?
A. Voorbewerkingen van sleuven in zachte materialen
B. Voorbewerkingen van sleuven in geharde materialen
C. Boorbewerkingen van zachte materialen
D. Boorbewerkingen van geharde materialen
E. Zowel A als C

17. [2 punten] Leg uit voor welke bewerkingen de freesvorm in figuur 7 uitermate geschikt is en
waarom:
Antwoord vraag:_________________________________________________________________

Figuur 7
Ontwerpen voor productie

18. Wat is de kleinste grensmaat in millimeters van de maat 18 f7? Gebruik het ISO-passingenstelsel
(zie figuur 8 & 9)
A. 17,66 mm
B. 17,84 mm
C. 17,966 mm
D. 17,984 mm
E. 17,999966 mm

Figuur 8

Figuur 9

19. Wat is de grootste grensmaat in millimeters van de maat 18 S7? Gebruik het ISO-
passingenstelsel (zie figuur 8 & 9)
A. 17,61 mm
B. 17,79 mm
C. 17,961 mm
D. 17,979mm
E. 17,999979 mm

20. Wat is de maximale speling tussen 13 H10/j7? (Maak gebruik van figuur 8 en 9)
A. 1,2 mm
B. 0,76 mm
C. 0,012 mm
D. 0,076 mm
E. 0,000082 mm

21. Welk type passing is 13 G7/h6? (Maak gebruik van figuur 8 en 9)


A. Losse passing
B. Draaipassing
C. Overgangspassing
D. Nominale passing
E. Vaste passing
22. Welk type passing is 13 H7/p6? (Maak gebruik van figuur 8 en 9)
A. Losse passing
B. Draaipassing
C. Overgangspassing
D. Nominale passing
E. Vaste passing

23. Welk type passing is 13 H7/n6? (Maak gebruik van figuur 8 en 9)


A. Losse passing
B. Draaipassing
C. Overgangspassing
D. Nominale passing
E. Vaste passing
Numerical Control

Gebruik voor de onderstaande vragen ‘Werkblad 1’ en ‘Hulpblad G-code’ en ga uit van een
freesdiameter van 6.0 mm. De frees in ‘niet centrumsnijdend’. De freesdiepte voor de gegeven vorm
is 3 mm, de spindelsnelheid is 12.000 toeren en de voedingssnelheid is 400 mm/min.

24. De frees bevindt zich na het uitvoeren van de startcode op positie X0.0 Y0.0 Z5.0. Er is nog niets
gefreesd. Hoeveel regels Gcode zijn er minimaal nodig om deze vorm te frezen als je voor elke
beweging 1 regel gebruikt? Start- en eindcode én uittreden van het materiaal tel je niet mee.
A. 8
B. 9
C. 10
D. 11
E. 12

25. De frees bevindt zich op positie X-54.0 Y-7.0 Z5.0 Welke regel G-code is ongewenst voor het
intreden van het werkstuk bij gebruik van een ‘niet centrum snijdende’ frees?
A. G00 X-41.0 Y-25.0 Z3.0
B. G01 Y-25.0 Z-3.0
C. G01 Y-43.0 Z-3.0
D. G01 X-54.0 Z-3.0
E. G03 Y-43.0 R18.0 Z-3.0

26. De frees bevindt zich op positie X-54.0 Y-43.0 Z-3.0. Wat zijn de coördinaten van I, J en K voor de
benodigde cirkelbeweging links van X-54 op Werkblad 1? De Z-hoogte moet bij deze beweging
gelijk blijven.
A. I = 0 J = 18.0 K=0
B. I = 18.0 J=0 K=0
C. I = 0 J =18.0 K = -3.0
D. I = -54.0 J = -7.0 K=0
E. I = -54.0 J = -25.0 K=0

27. De frees bevindt zich op positie X-41.0 Y-25.0 Z-3.0. Met welke van de onderstaande regels maak
je de benodigde cirkelbeweging naar positie X-29.0 Y-25.0
A. G01 X-29.0 Y-25.0 R-7.5
B. G03 X-29.0 Y-25.0 R7.5
C. G03 X-29.0 Y-25.0 I6.0 J4.5
D. G02 X-29.0 Y-25.0 I6.0 J4.5
E. G02 X-29.0 Y-25.0 J-35.0 J-20.5
Werkblad 1

%
N01 G00 G17 G40 G49 G80 G90
N02 T1 M06
N03 G54 X0.0 Y0.0 Z5.0
N04 G43 Z5.0 H01 M03 S12000 F400.0

Nxx ___________________________________________________________________
Nxx ___________________________________________________________________
Nxx ___________________________________________________________________

Nxx G00 Z10.0 F400.0


Nxx M09
Nxx G00 G91 G28 Z0
Nxx G49 Z0
Nxx G28 X0 Y0
Nxx M30
%
Hulpblad G-code

F staat voor feed = de voedingssnelheid


- F400.0 betekent een voedingssnelheid van 400 mm/min

R staat voor cirkelboog


- R6 betekent een cirkelbeweging met een straal van 6 mm

I, J, K te gebruiken voor een cirkel(boog)


- I, J een K staan respectievelijk voor de X, Y en Z-coördinaat van het middelpunt van
de cirkel ten opzichte van het startpunt van de cirkel

S staat voor speed = de spindelsnelheid


- S12000 betekent dat de spindel met 12000 omw./min draait

T staat voor tool = gereedschap


- T1 staat voor gereedschap nummer 1 in het gereedschapswisselsysteem

H staat voor lengte compensatie gereedschap


G00 = Snel positioneren
G01 = lineaire beweging
G02 = cirkelbeweging rechtsom
G03 = cirkelbeweging linksom
G17 = selectie X-Y vlak
- Achter het commando G00 op de eerste programmaregel wordt de stand van het
verspanende vlak met G17, G18 of G19 gekozen.
- G17 = selectie X-Y vlak
- G18 = selectie Z-X vlak
- G19 = selectie Y-Z vlak

G28 = terugkeren naar referentie punt


G40 = snijvlak compensatie opheffen
G43 = gereedschap lengte compensatie
G49 = gereedschap lengte compensatie opheffen
G54 = spanklem code
G80 = ingevoegde cyclus opheffen
G90 = absolute programmering
G91 = incrementele programmering
M03 = draairichting spindel rechtsom
M04 = draairichting spindel linksom
M05 = spindel stop
M06 = gereedschapwissel
- (komt achter gereedschapsnummer (T1))

M08 = koel/snij vloeistof toevoer starten


M09 = koel/snij vloeistof toevoer stoppen
M30 = programma einde
Oefentoets antwoorden

1. C
2. E
3. D
4. D
5. A
6. Nano Particle Jetting, Binder Jetting, Direct Metal Laser Sintering [Let op, meer
technieken mogelijk]
7. Een STL-bestand bestaat uit de coördinaten van driehoeken die samen een mesh
vormen van het geconverteerde CAD-model. De mesh kan uitstekend de vorm van
een kubus volgen, maar bij een bol is er altijd een afwijking. Hoe fijner de mesh, hoe
kleiner de afwijking.
8. B
9. A
10. Snijwig, Wighoek, Snijkant, Afschuinvlak
11. B
12. D
13. Tegenloopfrezen / Tegenlopend frezen
14. B
15. Trochoïdaal frezen
16. B
17. Axiaal frezen / Plungen; Uitermate geschikt voor voorbewerkingen. Je kunt hierbij
snel grote hoeveelheden materiaal verwijderen, maar moet daarna met een andere
techniek (radiaal frezen) tot de juiste maatvoering komen.
18. C
19. D
20. D
21. A
22. E
23. C
24. C
25. D
26. A
27. D

You might also like