2 de Thriller

You might also like

Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 10

HOOFDSTUK 2

DE THRILLER
Doelstelling 1 – een literair verhaal lezen en begrijpen
Doelstelling 2 – de spanning en de verhaalelementen analyseren
Doelstelling 3 – evaluatiestructuur herkennen en toepassen

1 Oriënteren
In Vlaanderen is een kwart van alle fictie die verkocht wordt, een spannend boek. Ook op televisie zijn
misdaadseries en -films enorm populair. En ook daar zijn de Scandinavische landen heel goed
vertegenwoordigd met kwaliteitsvol materiaal zoals The killing en The bridge. De populariteit van het genre
vertaalt zich in een groeiend aantal wannabe-auteurs die zich ook aan het genre waagt. In 2000 ontstond de
nog steeds lopende promotiecampagne ‘De zomer van het spannende boek’, waarbij thrillers extra onder de
aandacht worden gebracht. We verlengen de zomermaanden nog eventjes en verdiepen ons in het ultieme
zomergenre: de thriller!

2 Voorbereiden
2.1 Detective Takel
De meeste spannende verhalen gaan over een zoektocht. Meestal is dat een zoektocht naar de moordenaar,
waardoor we dit soort verhalen de ‘whodunit’ noemen. Die zoektocht zorgt voor spanning. De makers van
de bekende tekenfilm "Cars" maakten ook een reeks korte, grappige tekenfilms waarin Takel, de lieve en
grappige takelwagen uit de film, de hoofdrol speelt. Eén daarvan is "Detective Takel" dat de wetten van een
spannend verhaal ook volgt.

Bekijk het filmpje (scan of klik op de QR-code) en beschrijf op welke manieren de filmmakers
spanning in het verhaal stoppen. Doe dit in op een apart blad.

2.2 Thrillerauteurs
Toen de promotiecampagne van ‘De zomer van het spannende boek’ van start ging, nodigde de redactie
van De Zevende Dag een aantal thrillerauteurs uit om te vertellen hoe zij spanning brengen in een boek en
wat ze verwachten van een aantal verhaalelementen, zoals het hoofdpersonage.

a) Wat weet je over De Zevende Dag? Welk soort programma is het? Voor wie wordt het gemaakt?

b) Bekijk het fragment en noteer over welke verhaalelementen ze het hebben en wat de
auteurs daarover vertellen.

c) Vergelijk je notities met medeleerlingen. Schrijf hieronder feedback. Wat deed je goed? Wat kan je
de volgende keer dat je notities moet maken beter doen? Neem notities op een apart blad.

5
3 Uitvoeren

3.1 Analyse van de spanning


Om spanning te creëren heeft een auteur heel wat bouwstenen ter beschikking. De auteur probeert elk van
die verhaalelementen zo ingenieus mogelijk in te zetten, zodat de spanning ten top wordt gedreven. In het
volgende stuk bestudeer je die verhaalelementen en pas je ze toe op een spannend kortverhaal. Lees eerst
de volledige opdracht en bepaal dan hoe je die gaat aanpakken. Je mag de opdracht individueel, per twee
of in een groep van maximaal drie leerlingen aanpakken.

a) Fluoresceer of onderstreep in de onderstaande theorie telkens het concrete verhaalelement dat


behandeld wordt, zodat je extra structuur in je cursus aanbrengt. Verwoord die theorie ook telkens
mondeling in je eigen woorden (aan elkaar of in je hoofd). Om het duidelijker te maken zijn de
verhaalelementen toegepast op het verhaal van 'Detective Takel' (cursieve tekst). Bekijk het filmpje
indien nodig opnieuw.

b) Lees daarna aandachtig het verhaal ‘Prinses Ovaria’ van Roald Dahl. Noteer in de kantlijn de
betekenis van woorden die je moest opzoeken, vragen die je hebt over het verhaal, opmerkingen…
Los die problemen op door opnieuw te lezen en pas dan te overleggen met een medeleerling. In
laatste instantie roep je de hulp van de leerkracht.

c) Ga dan voor alle verhaalelementen na of en hoe ze in het verhaal 'Prinses Ovaria’ toegepast
worden om spanning te creëren. Noteer dit overzichtelijk op een apart blad.

3.1.1 Soorten spanning


De meest voor de hand liggende spanning is de inhoudelijke spanning. Bij een spannend verhaal willen we
weten hoe het verhaal zal aflopen: zal de moordenaar gevonden worden? Slaagt het hoofdpersonage in zijn
doel? Wordt een mogelijk nieuw slachtoffer op tijd gevonden? …

Wat is er aan de hand met die lekke banden? Zal Takel Mia kunnen vinden?

Intellectuele spanning krijgen we wanneer we als lezer minder weten dan het (hoofd)personage. We
krijgen te weinig informatie om alles te begrijpen, of om dezelfde conclusies te kunnen trekken als het
(hoofd)personage. We blijven intellectueel dus een beetje op onze honger zitten.

Er is niet echt intellectuele spanning in 'Detective Takel'.

Emotionele spanning is het soort spanning dat opgewekt wordt als je als lezer meer weet dan bepaalde
(hoofd)personages, waardoor je hen als het ware wil waarschuwen, bijvoorbeeld voor aankomend gevaar.

De kijker weet vroeger dan Takel dat hij ontdekt is door de kaartende dokwerkers.

3.1.2 Vertelstof en thema


De vertelstof van het verhaal is het onderwerp. Waarover gaat het verhaal precies? Welk personage doet
wat op welk moment?

Takel is een detective die onderzoek doet naar het mysterie van de lekke banden in de stad. Dan
komt zijn ex Tia binnen met de melding dat haar zus verdwenen is. Takel gaat op onderzoek uit en
ontdekt een illegale handel van namaakbanden, ontsnapt aan een samenzwering en bevrijdt Mia.

6
Het thema krijg je wanneer je het verhaal ontdoet van alle concrete elementen en bijzonderheden en je
beperkt tot de grondgedachte van het verhaal. Waarover gaat dit verhaal in essentie? Wat is het kortst
mogelijke antwoord op de vraag waar het verhaal over gaat?

Er zijn twee grote thema's: handel in namaakgoederen – conflict tussen zusterliefde en liefde voor
een man

Een motief is een element in het verhaal (een woord, een begrip, een ding, een gebeurtenis…) dat
herhaaldelijk terugkeert, en daardoor meer vertelt over het thema of zelfs over de afloop van het verhaal.
Een motief is dus een soort hint naar de mogelijke ontknoping van het verhaal, en heeft dus
verhaaltechnisch niets te maken met het motief voor bijvoorbeeld het plegen van een moord.

Er wordt een paar keer verwezen naar de zoutige geur van de kapotte banden. Dat wijst erop dat er
iets is met die lekke banden en ook waar de oplossing van de zaak te vinden is.

3.1.3 Plot en story


Een verhaal wordt ofwel chronologisch ofwel niet-chronologisch verteld. We noemen dit de volgorde van
het verhaal. Wanneer een verhaal niet-chronologisch verteld wordt, worden de gebeurtenissen door elkaar
beschreven in plaats van in de juiste volgorde waarin ze effectief gebeurden. Op dat moment krijgen we
bijvoorbeeld flashbacks (een tijdssprong naar het verleden) of een flashforward (een tijdssprong naar de
toekomst).

De effectieve volgorde van het verhaal, of die nu chronologisch of niet-chronologisch is, noemen we de
plot. Bij een thriller wordt de chronologische volgorde meestal door elkaar gegooid om op die manier de
spanning te verhogen. Zo wordt er vaak gestart met het vinden van het lijk, terwijl de moord zelf daar
eigenlijk chronologisch voorkomt. Het zou echter niet zo spannend zijn om van in het begin van het verhaal
al te weten wie de moordenaar is. De lezer wil kunnen meedenken met de inspecteurs, en dus moet er wat
veranderd worden aan de volgorde.

Je kan bij elk verhaal ook de gebeurtenissen zelf in een chronologische volgorde plaatsen. Wat is er nu
eigenlijk eerst gebeurd, wat daarna, wat op het einde? Die chronologische reconstructie noemen we de
story. De story krijg je eigenlijk nooit te lezen, het is louter een chronologisch ordenen van de plot. De
auteur gooit meestal de volgorde door elkaar volgens de spanningsboog. Die volgt de structuur van de
klassieke Griekse theaterstukken en zorgt er zo voor dat de spanning ten top wordt gedreven.

climax
conflict

intrige
afloop
expositie

De expositie is de opening van het verhaal. De situatie wordt geschetst, we krijgen aanduidingen wanneer
het verhaal zich afspeelt, wie de (hoofd)personages zijn, waar het verhaal zich afspeelt … Op het einde van
de expositie gebeurt er iets waardoor de gebeurtenissen in een stroomversnelling geraken. Bij thrillers is
dat heel vaak de ontdekking van een lijk.

Takel leest de kranten over de lekke banden en dan komt zijn ex Tia zijn bureau binnen om te
melden dat haar zus Mia "gecarnapt" is.

7
De intrige van het verhaal is de verwikkeling. De belangrijkste personages worden voorgesteld, we
ontdekken al een eerste keer onderlinge relaties tussen bepaalde personages. Het ‘probleem’ wordt verder
uitgewerkt en onderzocht. De eerste verdachtmakingen kunnen hier al plaatsvinden. Wie heeft er allemaal
een band met het slachtoffer en heeft mogelijks een motief voor de moord?

Je voelt de spanning tussen Takel en Tia.


Big D (de baas van de club waar Mia werkte) is blijkbaar ook een louche figuur.
In de club komt Takel te weten dat Tia met Big D is vertrokken.

Bij het conflict wordt de spanning opgevoerd. Opeens blijkt dat er toch problemen in sommige relaties zijn
en komen een aantal personages in het vizier van de onderzoeker omdat ze een duidelijk motief hebben
voor de moord. Vaak wordt dat personage dan als verdachte voorgesteld, en blijkt later dat dit personage
er toch niets mee te maken heeft. Daarna begint de zoektocht opnieuw (en wordt de intrige uitgebreid).

De security van de club van Big D bedreigt Takel en vertelt hem dat hij zijn koplampen niet in hun
zaken mag steken. Takel gaat na een tip van Stinky toch naar het dok om te zien wat er daar aan de
hand is.

De climax is het hoogtepunt van de spanning. Bij een whodunit is dit het moment waarop we ontdekken
wie de moordenaar is. De vraag die ons al het hele verhaal bezig hield, wordt hier eindelijk beantwoord.

Takel ziet de louche zaken die bezig zijn, maar hij wordt gevangen genomen. Net voor ze hem in het
water willen gooien, wordt hij gered door de komst van Bliksem McQueen en de politie. De climax
wordt trouwens ten top gedreven door op het hoogtepunt over te schakelen naar Takel die het
verhaal aan zijn vriend aan het vertellen is.

Na de climax krijgen we nog een korte afloop, ook wel de afwikkeling genoemd. Bij een misdaadverhaal
wordt de schuldige gearresteerd, of volgt er een proces. Soms maken we een tijdssprong en ontdekken we
wat er na zekere tijd gebeurd is met de personages.

Big D en zijn kompanen worden gearresteerd, Takel komt te weten dat Tia hem in de val heeft
gelokt omdat Big D haar dat opgedragen heeft om zo haar zus te kunnen redden en Takel laat Tia
met een gebroken hart achter.

3.1.4 Vertelstandpunt
De meeste verhalen hebben ofwel een ik-verteller, ofwel een hij-verteller. We kunnen elke soort nog
verder onderverdelen.

Een belevende ik-verteller beleeft de actie op het moment dat hij/zij erover vertelt. De verteller vertelt in
de tegenwoordige tijd en kent dus de afloop niet. Dit kan voor spanning zorgen. Een vertellende ik-verteller
vertelt het verhaal pas na de gebeurtenissen. Het verhaal wordt verteld in de verleden tijd en de verteller
kent de afloop. Hij kiest dus zelf wat hij/zij ons meedeelt en kan ons sturen. Tegelijkertijd moeten we ons
afvragen of dit personage wel eerlijk is, of wel voldoende op de hoogte is, wat voor spanning zorgt.

Een alwetende of auctoriële hij-verteller staat boven het verhaal. Deze verteller kent de gedachten en
gevoelens van alle personages. Hij kent ook de afloop van het verhaal. Deze soort verteller kan ons dus
gemakkelijk sturen: hij beslist zelf welke informatie er meegedeeld wordt en welke niet. Vaak krijgen we
hier intellectuele spanning, aangezien deze verteller meer weet dan de lezer of sommige personages. Ook
emotionele spanning is mogelijk. Een personele hij-verteller valt samen met één personage. We krijgen
enkel de gedachten en gevoelens van dat ene personage. We weten niet meer over de gebeurtenissen dan
dat personage, wat voor spanning kan zorgen.

Ten slotte kan een verhaal ook een wisselend vertelstandpunt hebben. In dat geval verandert het
vertelstandpunt doorheen het verhaal. Zo kan het ene hoofdstuk het standpunt van de moordenaar
8
vertellen via een vertellende-ik, terwijl het volgende hoofdstuk het standpunt van het onderzoek behandelt
via een auctoriële verteller.

Takel vertelt het verhaal als een vertellende ik-verteller. We zien hem aan het begin en naar het
einde toe in de scènes in kleur vertellen tegen zijn vriend. Het verhaal zelf wordt ook in de verleden
tijd verteld en als Bliksem McQueen vraagt wat er daarna gebeurde, is duidelijk dat de verteller
Takel weet hoe het afgelopen is, maar zijn vriend niet.

3.1.5 Personages
De personages van het verhaal kunnen we onderverdelen in twee soorten. Types, of flat characters, zijn
personages waar we weinig informatie over krijgen. We weten niet of slechts beperkt hoe hun karakter in
elkaar zit. Vaak kunnen we hen herleiden tot 1 karaktertrek. Deze personages veranderen weinig doorheen
het verhaal. Deze soort personages zorgt voor spanning door te spelen met de tegenstelling tussen goed en
kwaad, tussen held en antiheld. Het is moeilijker inleven in deze soort personages, wat voor vervreemding
kan zorgen.

De nevenpersonages uit het verhaal zijn types: Tia is een femme fatale, het securitypersoneel van de
club zijn typische kleine, agressieve criminelen die voor een grote schurk werken, Big D is als schurk
een zwarte, chique bak.

Karakters, of round characters, zijn personages waarover we wel veel informatie krijgen. Hun karakter
wordt uitgebreid geschetst, waardoor we ons gemakkelijker kunnen inleven in deze personages. Vaak
ondergaan deze personages een evolutie. Die evolutie kan goed of slecht zijn.

Takel is complexer dan de andere personages. Hij is de held, maar doet ook stomme dingen. We
weten ook een stuk van zijn gevoelsleven (hij voelt zich verraden door Tia).

Deze soort personages zorgt voor spanning omdat de evolutie soms onverwachts kan zijn. Zo kan een
inspecteur plots de oplossing vinden, of kan een personage waarvan je dacht dat het een goed personage
was toch plots de moordenaar zijn… Door de hogere mate van inleving komt deze evolutie soms nog
onverwachter.

3.1.6 Tijd
Naast de volgorde van het verhaal (zie plot) kan je ook het ritme van het verhaal bespreken. Het ritme
wordt bepaald door de verhouding tussen de verteltijd (de tijd die je nodig hebt om het verhaal te lezen) en
de vertelde tijd (het tijdsverloop binnen het verhaal, hoe lang het verhaal zelf duurt).

Als de verteltijd langer is dan de vertelde tijd, krijgen we een vertraging / traag ritme. We hebben immers
veel tekst voor weinig actie: alles gaat traag vooruit. Vaak komt dit omdat er (uitgebreide) beschrijvingen
van bijvoorbeeld de ruimte zijn. Een vertraging zorgt voor spanning, omdat de actie even on hold gezet
wordt: we moeten wachten en blijven op onze honger zitten. Ons geduld wordt op de proef gesteld.

Als de verteltijd korter is dan de vertelde tijd, krijgen we een versnelling / snel ritme. We moeten niet zo
veel lezen, terwijl er in het verhaal toch veel tijd passeert. Dat komt omdat we ofwel een samenvatting van
een aantal gebeurtenissen krijgen, of omdat er een tijdssprong (het overslaan van grote stukken tijd)
gebeurt. Een versnelling zorgt voor spanning omdat we op korte tijd heel veel actie en informatie
voorgeschoteld krijgen. De gebeurtenissen volgen elkaar snel op. Tegelijkertijd kan een tijdssprong ook
voor spanning zorgen omdat er informatie wordt achtergehouden. We weten niet wat er in die tijd allemaal
gebeurd is.

Als de verteltijd gelijk is aan de vertelde tijd, spreken we van simultaneïteit / gelijktijdigheid. We lezen even
lang als het verhaal ongeveer duurt. Dit krijgen we meestal bij dialogen.

9
Het ritme is meestal snel met heel wat tijdsprongen. Er zitten ook veel dialogen in waardoor het
verhaal ook wel simultaan verteld wordt. Op het moment dat het verhaal bij de climax wordt
onderbroken en we teruggaan naar Takel die aan het vertellen is, krijg je een vertraging. Daardoor
wordt de spanning opgedreven, want de kijker wil weten of Takel in het water gegooid zal worden
(en dus zal sterven) of niet.

3.1.7 Ruimte
De ruimte van het verhaal is meer dan louter de geografische locaties waar de gebeurtenissen zich
afspelen. Onder ruimte verstaan we ook het milieu, de historische context en zelfs de
weersomstandigheden van het verhaal. De ruimte wordt heel vaak gebruikt om de spanning op te drijven.
Denk maar eens na over een typische ruimte (in de breedste zin van het woord) voor een thriller…
Waarschijnlijk denk je aan een afgelegen ruimte, waarbij het onweert?

De ruimte kan een louter decoratieve functie hebben. Een gebeurtenis moet zich immers ergens afspelen.

Het verhaal speelt zich af in een stad in Amerika.

Ruimte kan ook sfeerscheppend zijn. We spreken van begeleidende ruimte wanneer die past bij wat er
gebeurt, bijvoorbeeld een afgelegen plaats tijdens een onweer voor een moord. Dit zorgt voor spanning
omdat de omgeving onheilspellend is. Contrasterende ruimte is een ruimte die niet past bij de
gebeurtenissen en die daardoor voor spanning zorgt, bijvoorbeeld een moord op klaarlichte dag in een
kantoorgebouw.

De ruimte is heel erg sfeerscheppend: het donkere bureau van de detective, de duistere nachtclub
(vaak oorden waar criminelen zich ophouden in verhalen), het verhaal speelt zich 's nachts af,
verlaten dokken in de haven creëren ook een spannende sfeer…

Ten slotte kan ruimte ook symbolisch zijn. De ruimte staat symbool voor iets anders. Zo kan een personage
dat op een stortplaats rond loopt een teken zijn dat zijn leven ook een puinhoop is.

Takel zit twee keer in het verhaal in een "doodlopend straatje" waarbij hij even vastzit in het
onderzoek (als de security hem aanpakt en als hij met Stinky spreekt). Beide scènes spelen zich af
een steegje waar er voor Takel maar één uitweg is.

Extra weetje: dit verhaal is een parodie op de film noir.

Een film noir is in de meeste gevallen een misdaadfilm waarvan de hoofdfiguren in een existentieel
bedreigende en nihilistische wereld leven. De 'klassieke periode' van de film noir begint met John
Hustons The Maltese Falcon in 1941 en eindigt met Orson Welles' Touch of Evil in 1958. Strikt genomen is
film noir geen genre, maar wordt ermee verwezen naar de stijl of toon van verschillende Amerikaanse films
vanaf de jaren 1940 tot de huidige neo noirs. Films noirs zijn meestal zwart-witfilms met een overheersende
rol voor melancholie, vervreemding, somberheid, teleurstelling, ontgoocheling, pessimisme, ambiguïteit,
morele corruptie, schuld en paranoia. Typische, vaak optredende personages zijn de cynische, eenzame held
(antiheld) en de femme fatale, tussen wie zich allerlei intriges afspelen tegen de achtergrond van een louche
grote stad.

Reminder: Vergeet niet de verhaalelementen toe te passen op ‘Prinses Ovaria’.

10
3.2 De recensie

3.2.1 Evaluatiestructuur
Een recensie volgt typisch de evaluatiestructuur. Er wordt immers iets geëvalueerd: een film, een boek, een
album, een tentoonstelling… De auteur van de recensie wil meegeven wat hij ervan vond: wat was er goed,
wat was er slecht… De recensie is per definitie subjectief: het gaat om de mening van de auteur.

De evaluatiestructuur is opgebouwd uit een aantal vaste vragen. Wat zijn die weer?

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….

Lees de volgende recensie over de steengoede thriller "Hars" van Ane Riel. Over welke verhaalelementen
wordt er iets verteld? Duid aan en noteer het verhaalelement in de kantlijn.

Pas daarna de evaluatiestructuur toe op de tekst. Werk schematisch op een apart blad. Volgt de recensie
de structuur?

EEUWIG VEILIG BIJ PAPA


Wie bepaalt wat normaal en wat abnormaal is? Rond die vraag bouwde de
Deense schrijfster Ane Riel een van de meest bevreemdende romans van het
jaar. Hars grijpt je zo bij de lurven dat je het nooit meer vergeet.
‘Het was donker in de witte kamer toen mijn vader mijn oma om het leven bracht.
Ik was erbij. Carl was er ook bij, maar hem ontdekten ze nooit.’ In deze
openingsregels zit het hele drama van de familie Haarder vervat. Wie deze
compacte roman van Ane Riel na de laatste regel verbluft weglegt, ontdekt hoe
geraffineerd zij haar verhaal heeft gecomponeerd. Er staat ‘psychologische thriller’
op het voorplat, maar dat clichématige label zegt niks over de schoonheid en de
gruwel in dit boek, dat nu verfilmd wordt met Sophie Gråbøl (The killing) in een van
de hoofdrollen.
Die eerste woorden worden uitgesproken door Liv, de dochter van Jens en Marie
Haarder. Samen met haar ouders, haar tweelingbroer Carl en haar grootmoeder
woont ze op ‘t Hooft, een afgelegen eilandje dat enkel bij eb te bereiken is, te voet
via een groter eiland. De vader is een eersteklas timmerman die vooral doodskisten
maakt, de moeder is zo dik dat ze amper nog het bed uit kan, haar broer Carl is er
even vaak niet dan wel en haar grootmoeder is de oude dame in de witte kamer die
op een bepaald moment beslist dat Liv beter bij een tante op het vasteland kan
opgroeien. Maar dat laat de vader niet gebeuren.

Kinderen in de container
Jens Haarder is een fascinerend man. Hij houdt er heel eigen opvoedingsprincipes
op na: zo hoeven Liv en haar broer niet naar school. Sterker nog, hij zorgt er op een
11
bepaald moment voor dat Liv wordt doodverklaard, zodat ze niet meer naar het
vasteland kan reizen, want hij is ervan overtuigd dat ze alleen bij hem veilig is. Liv
heeft geen contact met andere kinderen en vindt dat heel normaal. Haarders
inzichten over hoe het leven geleefd moet worden zijn absoluut bizar, maar Riel
slaagt er met brio in om ze perfect logisch te laten klinken. De enkele keer dat hij
naar het stadje in de buurt gaat, is het om eten en spullen te stelen die hem en zijn
gezin van pas komen. Hij neemt daarvoor zelfs zijn dochter mee, zodat zij door de
kieren en spleten kan kruipen. Vooral de voorraadkamer van het plaatselijke
restaurant is een geliefkoosde plek. Jens Haarder is een ‘hoarder’, een compulsieve
verzamelaar die niks kan wegdoen, zijn huis en erf zijn een totale puinhoop vol
rommel. Aan het begin van het boek krijg je een veelzeggende opsomming te lezen:
er liggen blikjes eten in de badkamer, er zijn visnetten en oude fietsen, maar ook
poppenkasten en violen en aquaria en stapels boeken, die de moeder vooral leest.
En vreemd genoeg ook ‘kinderen in een oude container’.
De setting is ongebruikelijk, de personages zijn buitenissig en de gebeurtenissen
extravagant. In prachtig gestileerd proza vlecht Riel verschillende stemmen door
elkaar, zodat langzaam duidelijk wordt wat er allemaal speelt op ’t Hooft. Ze brengt
het zonderlinge verhaal van de familie Haarder alsof het de normaalste zaak van de
wereld is, juist omdat Liv geen andere referentie heeft. In onze ogen is er niets
normaal in het leven van het meisje, maar wie bepaalt wat normaal en abnormaal
is?
Bloedstollend
Riel werkt subtiel met symbolen, motieven en thema’s. Het mooiste beeld zit in de
titel. ‘De tegelijkertijd genezende, dodelijke en conserverende eigenschappen van
de hars fascineerden Jens Haarder.’ Liv draagt altijd een in het amberkleurige
goedje gevangen mier met zich mee. Haar vader leert haar dat de mieren hars
gebruiken als versteviging en zelfs als bescherming tegen ziekten. Maar voor deze
mier was het zijn dood geweest. Hoe bepalend hars is in het leven van Liv en haar
vader wordt later op een gruwelijke manier duidelijk.
Hars van Ane Riel is heel veel: een vreemd, boosaardig sprookje waarin de
personages gruwelijkste dingen doen omdat dat voor hen de logica zelve is, een
liefdevol, maar ook grimmig verhaal over familiebanden, een superieure parabel
over de kracht van verbeelding. Het is ook razend spannend, niet omdat er
misdaden moeten worden opgelost – al gebeuren er bloedstollende dingen – maar
omdat je niet anders kunt dan gefascineerd lezen en meeleven met hoe Liv en haar
familie op een krankzinnige, maar in hun ogen volstrekt natuurlijke manier naar de
wereld en zichzelf kijken. Hars is een leesavontuur van de eerste orde.
John Vervoort – standaard.be

12
3.2.2 Leesopdracht 1
Je gaat op zoek naar een thriller / spannend verhaal dat je graag wil lezen. Dat kan een klassieke thriller zijn
die een moord onderzoekt, of een psychologische thriller, een historische thriller… Ga op zoek naar iets dat
jou aanspreekt en waarvan je vermoedt dat je het graag zal lezen. Je kan zeker inspiratie opdoen in de
lijsten die elke zomer gepubliceerd worden of de klasbibliotheek.

Enkele tips:

- Hars (Ane Riel)


- Geen tweede kans (Harlan Coben)
- Niemand vertellen (Harlan Coben)
- Russisch voor beginners (Dominique Biebou)
- De kleur van het duister (Franck Thilliez)

Opdracht

Je begint je leesopdracht met een correcte bronvermelding van je boek. Bij de documenten op Smartschool
vind je de uitleg nog eens, mocht je vergeten zijn hoe je dat doet.

Je schrijft een recensie van ongeveer 1 bladzijde, volgens de evaluatiestructuur. Je kan het in je evaluatie
hebben over alle verhaalelementen: personages, ruimte, tijd, vertelstandpunt, gebeurtenissen, spanning…
Overtuig de lezer van jouw mening: is het de moeite om het boek te lezen of niet? Onderbouw je
beweringen voldoende en geef aan waarom je iets goed of slecht vindt. Zeg bijvoorbeeld niet alleen dat je
een personage ongeloofwaardig vindt, maar geef ook aan dat dat komt omdat hij/zij op een bepaalde een
onlogische keuze maakt. Voorzie dus bewijs uit het boek. Werk in alinea’s, gebruik signaalwoorden en
verzorg je taalgebruik (grammatica en spelling).

Controleer voor je indient je eigen recensie aan de hand van de checklist voor schrijfvaardigheid. Voldoe je
aan alle criteria?

DUIDELIJKHEID
• Je tekst is duidelijk gestructureerd (alinea’s).
• Er zit een logische opbouw in je tekst (evaluatiestructuur).
• Je woordkeuze en formulering zijn duidelijk.
CORRECTHEID
• Je begint je leesopdracht met een correcte bronvermelding van je boek.
• Je taal is correct.
• Je past de spanningstechnieken correct toe op de verhaalelementen.
• De inhoud beantwoordt aan de opgave.
AANTREKKELIJKHEID
• De inhoud is boeiend gepresenteerd.
• Je taalgebruik is aantrekkelijk.
• Overtuig de lezer van jouw mening: is het de moeite om het boek te lezen of niet?
GEPASTHEID
• Je haalt gepaste spanningstechnieken uit het boek.
• Je gebruikte de gepaste woorden / formuleringen.
• Je gebruikt de gepaste argumenten (fragmenten) om je beweringen te staven.

Deadline: week van ………………………………………………………………………………………………….(of eerder )

13
4 Reflecteren
Heb je de leerstof van dit onderdeel al voldoende onder de knie? Kan je…

• alle verhaalelementen analyseren in een verhaal?


• onderzoeken en benoemen wat een verhaal spannend maakt?
• de spanningsboog tekenen en toepassen op een verhaal?
• de evaluatiestructuur herkennen en aanduiden in een tekst?
• een tekst schrijven volgens de evaluatiestructuur?

14

You might also like