Professional Documents
Culture Documents
Begrippenlijst
Begrippenlijst
Begrippenlijst
3.3 politieke stroming een geheel van ideeën over hoe de samenleving eruit
zou moeten zien
liberalisme stroming die vrijheid, eigen verantwoordelijkheid en
veiligheid als belangrijkste uitgangspunten heeft
economische vrijheid de overheid moet zich zo min mogelijk bemoeien met
bedrijven
persoonlijke vrijheid mensen mogen zelf besluiten nemen over hun eigen
leven
solidariteit iets over hebben voor andere mensen
gelijkwaardigheid mensen moeten gelijke kansen krijgen
sociaaldemocratie stroming die gelijkwaardigheid als belangrijkste
uitgangspunt heeft
christendemocratie stroming die Bijbelse waarden zoals rentmeesterschap
en naastenliefde als belangrijkste uitgangspunten heeft
Raad van Ministers ook wel Raad van de Europese Unie, alle ministers per
onderwerp van de 28 deelstaten, zij beslissen mee over
wetten en moeten deze in hun eigen land uitvoeren
overtreding een licht delict, bijv. bijvoorbeeld wildplassen, het niet bij
je dragen van een ID en openbare dronkenschap
pakkans hoe groot de kans is dat een verdachte wordt
opgespoord
parlementaire democratie Burgers kiezen volksvertegenwoordigers die voor hen
besluiten nemen.
pleidooi de slottoespraak van de advocaat met daarin het
verzoek om een lichtere straf of vrijspraak (hij pleit voor
de verdachte)
politiek probleem een maatschappelijk probleem waarbij politici plannen
bedenken om het probleem aan te pakken
politierechter houdt zich bezig met lichte misdrijven (eis lager dan één
jaar cel), één rechter, vonnis meteen aan het einde van
de zitting
politiestatistieken Bevatten cijfers strafbare feiten waarvan de politie op
de hoogte is, dus delicten waarvan aangifte is gedaan
óf delicten die de politie zelf heeft ontdekt.
preventie maatregelen om misdaad te voorkomen
preventief beleid maatregelen bedoeld om crimineel gedrag te
voorkomen, bijv. camera's of een alarminstallatie
proces-verbaal een officieel schriftelijk verslag van een strafbaar feit.
rechtbank hier worden overtredingen en misdrijven behandeld
door rechters (overtredingen bij de kantonrechter,
misdrijven bij de politierechter of meervoudige kamer)
rechtsbescherming de overheid moet rekening houden met de rechten van
burgers
rechtsbron plek waar rechtsregels zijn terug te vinden (bijv.
wetboeken)
rechtsgelijkheid iedereen moet op een gelijke manier worden behandeld
en gestraft
rechtshandhaving de overheid moet de openbare orde bewaken en
criminaliteit opsporen
rechtsregels zijn geschreven regels, die door de overheid gesteld en
gehandhaafd worden zoals wetten.
rechtsstaat een land waar de burgers worden beschermd tegen de
macht van de overheid, doordat er duidelijke regels zijn
waar de overheid zich aan moet houden
rechtszekerheid het moet duidelijk zijn welke regels en straffen er
precies gelden
schadevergoeding de officier van justitie kan namens het slachtoffer of de
nabestaanden onkosten verhalen op de dader
schikken of transactie de officier van justitie stelt de verdachte een boete voor.
Er komt geen rechtszaak wanneer deze wordt betaald.
verdachte iemand van wie een redelijk vermoeden bestaat dat hij
schuldig is aan een strafbaar feit
vergelding (wraak) misdaad mag niet lonen, maar moet worden bestraft
vervolgen de officier van justitie besluit dat er een rechtszaak
komt.
vonnis (uitspraak) het oordeel van de rechter(s) of de verdachte schuldig
is, en zo ja, welke straf wordt opgelegd
voorwaardelijke straf een straf die de dader alleen hoeft te ondergaan als hij
in zijn proeftijd nog een keer hetzelfde soort delict
pleegt.
waarden is een opvatting over wat mensen belangrijk vinden,
zoals vrijheid, gelijkheid, vrede, gezondheid, etc.
zware criminaliteit ernstige misdrijven, zoals overvallen en moord
j376
5.1 Je kunt uitleggen wat wordt bedoeld met communicatie.
Je kunt uitleggen wat wordt bedoeld met de begrippen: medium en massamedia.
Je kent het verschil tussen verbale en non-verbale communicatie.
Je kunt het verschil uitleggen tussen persoonlijke en massacommunicatie.
Je kent de 4 belangrijkste functies van de media
5.2 Je kent het verschil tussen populaire en kwaliteitskranten en je kunt van beiden
twee voorbeelden geven.
Je kunt het verschil uitleggen tussen publieke en commerciële omroepen en je
kunt van beiden drie voorbeelden geven.
Je kunt uitleggen waarom kijkcijfers belangrijker zijn voor commerciële omroepen
dan voor publieke omroepen.
Je kunt uitleggen wat wordt bedoeld met de begrippen:
doelgroep, pluriformiteit en mediawet.
5.3 Je weet welke selectiecriteria een rol spelen bij het maken van een
nieuwsuitzending of een krant.
Je weet hoe journalisten aan hun nieuws komen.
Je weet aan welke regels journalisten zich moeten houden om zo objectief
mogelijk te informeren.
Je weet wat er wordt bedoeld met de begrippen: actueel, persbureaus, hoor en
wederhoor, objectief en subjectief.
5.5 Je weet welke trucjes bedrijven in hun reclame gebruiken om ons te verleiden hun
producten te kopen.
Je weet dat bedrijven online profilering gebruiken om ons te manipuleren.
Je weet waarom jongeren zo’n interessante doelgroep zijn voor bedrijven.
Je weet dat social influencers vaak sluikreclame (of verborgen reclame gebruiken).
Je weet dat de regels die de overheid heeft gemaakt over reclame in de Mediawet
staan.
5.6 Je weet welke positieve en negatieve gevolgen social media, games en series
kunnen hebben.
Je hebt nagedacht over hoe mediawijs jijzelf bent.
Je bent je bewust van die risico’s die je neemt wanneer je informatie over jezelf
deelt op internet.
Je weet wat privacy is en dat we dit in ons land zo belangrijk vinden, dat we
privacy in onze Grondwet hebben opgenomen.
Je kent de 4 theorieën over de invloed van de media.
6.1 Je weet wat het verschil is tussen hobby en werk.
Je kent de 5 basisbehoeftes van de piramide van Maslow.
Je weet wat er wordt bedoeld met de begrippen: status, premie en
verzorgingsstaat
6.4 Je weet welke drie dingen jouw plek op de maatschappelijke ladder bepalen.
Je weet hoe mensen kunnen klimmen op dalen op de maatschappelijke ladder:
sociale mobiliteit.
Je weet wat er wordt bedoeld met sociale ongelijkheid en wat de overheid hieraan
probeert te doen.
massacommunicatie communicatie waarbij een zender naar een groot en onbekend publiek
communiceert, bijv. een concert, een film of een krantenartikel
tijdschriften magazines die meestal over één onderwerp gaan en (meestal) wekelijks of
maandelijks verschijnen, bijv.de Autoweek, VI of de Libelle
commerciële omroepen zenders die winst proberen te maken
publieke omroepen zenders die worden betaald door de overheid
kijk- en luistercijfers hoeveel mensen er worden bereikt door een zender
Mediawet wet waarin de regels staan waar omroepen zich aan moeten houden
pluriformiteit “Veelvormigheid”: er bestaan veel verschillende soorten media: kranten, Tv-
zenders, websites, bladen, etc. Is vastgelegd in de Mediawet.
Hoofdstuk 5.3
selectiecriteria Hoe de media kiezen wat ze wel of niet in het nieuws laten zien wordt bepaald door
hoe actueel iets is, hoe bijzonder, hoe dichtbij het gebeurd is en of het past bij de
doelgroep van het medium.
actueel recent, nieuw, kortgeleden
persbureaus bedrijven die nieuws van over de hele wereld verzamelen en verkopen aan
journalisten
journalistieke regels journalisten moeten zich aan drie regels houden om objectief nieuws te kunnen
brengen:
• Hoor en wederhoor toepassen
• Het controleren van de feiten via andere bron
• Scheiding van feiten en mening
hoor en wederhoor het nieuws moet van beide kanten worden bekeken
objectief op feiten gebaseerd, betrouwbaar, controleerbaar, na te meten (te checken)
subjectief op iemands mening gebaseerd, niet feitelijk
Hoofdstuk 5.4
beeldvorming hoe ideeën bij mensen ontstaan
censuur het expres weglaten of veranderen van bepaalde informatie
referentiekader De bril waarmee iemand de wereld om zich heen waarneemt wordt bepaald door
iemands kennis, waarden, normen en door de dingen die hij heeft meegemaakt.
selectieve waarneming Je referentiekader bepaalt wat je waarneemt: je kiest onbewust wat je wilt horen,
zien en geloven.
maatschappelijke functies de redenen waarom de media in een democratie zo belangrijk zijn.
van de media
informatieve functie De media geven ons informatie.
controlefunctie (ook wel waakhondfunctie) De media controleren politici en waarschuwen ons
wanneer politici fouten maken.
socialiserende functie De media voeden ons op, ze dragen normen en waarden over.
sociale cohesie of mensen zich met elkaar verbonden voelen
persvrijheid Grondrecht dat bepaalt dat media mogen zeggen en schrijven wat zij willen, zolang
zij hiermee geen andere wetten overtreden. De overheid mag niet vooraf
censureren.
indoctrinatie Hersenspoelen: er wordt de hele tijd maar een kant getoond, waardoor mensen
een verkeerd beeld van de werkelijkheid krijgen.
Hoofdstuk 5.5
slogans een pakkende zin waarmee bedrijven adverteren: bijv. Nike, just do it
ideaalbeelden een geromantiseerd beeld dat in reclame wordt gebruikt om een product aan te
prijzen
manipulatie de waarheid wordt verdraaid, feiten worden expres weggelaten of aangepast
reclame hoe bedrijven mensen proberen te beïnvloeden om hun spullen te kopen
Hoofdstuk 5.6
mediawijs als je op een verstandige en goede manier omgaat met (social) media
belang iets dat in je voordeel is
privacy het recht op een privéleven
doelgroep de mensen op wie een bedrijf zich richt
online profilering bedrijven verzamelen informatie over jou, zodat ze nog beter reclame naar je
kunnen sturen
Hoofdstuk 8.1
werk als je iets doet waar anderen behoefte aan hebben
basisbehoeften waarom mensen werken
status hoe de samenleving jouw positie beoordeelt
belasting geld dat burgers en bedrijven betalen aan de overheid
premie geld dat werknemers betalen aan de overheid, zodat uitkeringen kunnen worden
gefinancierd
verzorgingsstaat een land waarin de overheid zich verantwoordelijk voelt voor het welzijn en de
bestaanszekerheid van de burgers
Hoofdstuk 8.2
Arbowet ARBeidsOmstandighedenwet. Hierin staat hoe werkgevers moeten zorgen voor
veilige en gezonde werkplekken
werkgever baas
werknemer iemand die werkt voor een werkgever
minimumloon hoeveel een werkgever jou tenminste moet betalen
recht op arbeid de overheid moet z'n best doen om ervoor te zorgen dat zoveel mogelijk mensen
een baan kunnen vinden
sollicitatieplicht wanneer je een uitkering hebt kan de overheid je dwingen om werk te zoeken
Hoofdstuk 8.3
vacatures een baan waarvoor mensen worden gezocht
open sollicitatie een algemene brief waarin je jezelf aanbiedt als werknemer
uitzendbureau een bedrijf dat bemiddelt tussen andere bedrijven en werknemers
netwerk de mensen die je kent
UWV-WERK bedrijf organisatie van de overheid die werkzoekenden helpt
sollicitatiebrief brief waarmee je reageert op een vacature
CV curriculum vitae, je levensloop. Hierin noteer je je persoonlijke gegevens, je
opleidingen, je werkervaring en evt. bijzonderheden of hobby's
arbeidscontract een overeenkomst tussen werknemer en werkgever waarin de arbeidsvoorwaarden
zijn geregeld
brutoloon het totale loon voordat hier premies en belastingen van af zijn getrokken
nettoloon brutoloon - belastingen en premies = wat je uiteindelijk uitbetaald krijgt
proeftijd wanneer je ergens begint als werknemer krijg je meestal een maand om jezelf te
bewijzen
zwart werk wanneer je werkt zonder contract en jij en je werkgever geen premies en
belastingen betalen
sociale ongelijkheid binnen een samenleving is de kans op macht, geld en kennis niet eerlijk verdeeld
startkwalificatie alle jongeren tot 23 jaar zijn verplicht minimaal een diploma havo, vwo, mbo niveau
2 of hoger te behalen
sociale mobiliteit de mogelijkheid om te stijgen op de maatschappelijke ladder
Hoofdstuk 8.5
discriminatie wanneer iemand anders wordt behandeld om iets dat er niet toe doet
vooroordelen een mening over iemand die niet op feiten is gebaseerd
vakbond een vereniging van werknemers
staking wanneer werknemers stoppen met werken omdat ze iets willen bereiken
opzegtermijn zowel werknemers als werkgevers moeten ontslag een periode van tevoren melden
ontslag op staande voet wanneer je iets heel ergs hebt gedaan kun je per direct worden ontslagen, je hebt
dan geen recht op een opzegtermijn of een uitkering
positieve discriminatie werkgevers trekken bij het solliciteren bepaalde minderheidsgroepen voor
kinderopvangtoeslag de overheid betaalt mee aan de kosten voor het opvangen van kinderen van
werkende ouders
ouderschapsverlof ouders krijgen (deels) betaald vrijaf om voor hun kleine kinderen te zorgen
Hoofdstuk 8.6
verzorgingsstaat een land waarin de overheid zich verantwoordelijk voelt voor het welzijn en de
bestaanszekerheid van de burgers
WW WerkloosheidsWet, voor deze uitkering sparen werknemers zelf, je hebt hier recht
op wanneer je langer dan zes maanden ergens hebt gewerkt en wordt ontslagen
ziektewet je werkgever moet je de eerste twee jaar doorbetalen wanneer je ziek wordt
WIA uitkering die mensen beschermt bij arbeidsongeschiktheid
AOW Algemene Ouderdomswet, alle Nederlanders die 67 worden krijgen dit pensioen
kinderbijslag de overheid betaalt ouders eens per drie maanden een tegemoetkoming voor de
kosten van het onderhoud van hun kinderen
Bijstand wanneer je geen inkomsten hebt en geen recht op andere uitkeringen, kom je in
aanmerking voor deze uitkering
gezamenlijke mensen moeten samen zorgen dat het goed gaat met onze samenleving
verantwoordelijkheid
christendemocraten politieke stroming die vooral geloof, gezamenlijke verantwoordelijkheid en
naastenliefde belangrijk vindt
sociaaldemocraten politieke stroming die vooral gelijke kansen voor iedereen heel belangrijk vindt
AOW
arbeidscontract
Arbowet
basisbehoeften
belasting
Bijstand
brutoloon
CAO
christendemocraten
CV
discriminatie
eigen verantwoordelijkheid
gezamenlijke verantwoordelijkheid
kinderbijslag
kinderopvangtoeslag
liberalen
maatschappelijke ladder
minimumloon
nettoloon
netwerk
ontslag op staande voet
open sollicitatie
opzegtermijn
ouderschapsverlof
positieve discriminatie
premie
proeftijd
recht op arbeid
sociaaldemocraten
sociale mobiliteit
sociale ongelijkheid
sollicitatiebrief
sollicitatieplicht
staking
startkwalificatie
status
uitzendbureau
UWV-WERK bedrijf
vacatures
vakbond
verzorgingsstaat
verzorgingsstaat
vooroordelen
werk
werkgever
werknemer
WIA
WW
ziektewet
zwart werk
Hoofdstuk 6.1
actueel
beeldvorming
belang
betrouwbaarheid
bron
commerciële omroepen
communicatie
controlefunctie
doelgroep
functies van de media
hoor en wederhoor
ideaalbeelden
indoctrinatie
informatieve functie
journalistieke regels
kijk- en luistercijfers
kwaliteitskranten
maatschappelijke functies van de media
manipulatie
massacommunicatie
massamedia
Mediawet
mediawijs
medium
non-verbale communicatie
objectief
online profilering
persbureaus
persoonlijke communicatie
persvrijheid
pluriformiteit
populaire kranten
privacy
publieke omroepen
reclame
referentiekader
selectiecriteria
selectieve waarneming
slogans
sociale cohesie
socialiserende functie
subjectief
tijdschriften
verbale communicatie