Begrippenlijst

You might also like

Download as xlsx, pdf, or txt
Download as xlsx, pdf, or txt
You are on page 1of 21

5.

1 communicatie het zenden en ontvangen van informatie


medium een middel om te communiceren
verbale communicatie communicatie via woorden
non-verbale communicatie communicatie zonder woorden
persoonlijke communicatie communicatie tussen een beperkt aantal mensen, bijv.
een (telefoon)gesprek of appje
massacommunicatie communicatie waarbij een zender naar een groot en
onbekend publiek communiceert, bijv. een concert, een
film of een krantenartikel
massamedia media die een groot publiek bereiken
5.2 betrouwbaarheid of de informatie klopt
bron waar komt de informatie vandaan
doelgroep een groep mensen met een gezamenlijk kenmerk of
gezamenlijke belangstelling, op wie een medium zich
richt
Mediawet wet waarin regels staan waar omroepen zich aan
moeten houden
pluriformiteit “veelvormigheid”: er zijn veel verschillende media
5.3 selectiecriteria Hoe de media kiezen wat ze wel of niet in het nieuws
laten zien wordt bepaald door hoe actueel iets is, hoe
bijzonder, hoe dichtbij het gebeurd is en of het past bij
de doelgroep van het medium.
actueel recent, net gebeurd, kortgeleden
persbureaus bedrijven die nieuws van over de hele wereld
verzamelen en verkopen aan journalisten
journalistieke regels journalisten moeten zich aan drie regels houden om
objectief nieuws te kunnen brengen:
• Hoor en wederhoor toepassen
• Het controleren van de feiten via andere bron
• Scheiding van feiten en mening
hoor en wederhoor het nieuws moet van beide kanten worden bekeken
objectief op feiten gebaseerd, betrouwbaar, controleerbaar, na te
meten (te checken)
subjectief op iemands mening gebaseerd, niet feitelijk
5.4 beeldvorming hoe ideeën bij mensen ontstaan
referentiekader de bril waarmee iemand de wereld waarneemt wordt
bepaald door iemands kennis, waarden, normen en
ervaringen.
selectieve waarneming Je referentiekader bepaalt wat je waarneemt: je kiest
onbewust wat je wilt horen, zien en geloven.
maatschappelijke functies van de redenen waarom de media in een democratie zo
de media belangrijk zijn.
informatieve functie De media geven ons informatie.
controlefunctie (ook wel waakhondfunctie) De media controleren politici
en waarschuwen ons wanneer politici fouten maken.

socialiserende functie De media voeden ons op, ze dragen normen en


waarden over.
sociale cohesie of mensen zich met elkaar verbonden voelen
persvrijheid Grondrecht dat bepaalt dat media mogen zeggen en
schrijven wat zij willen, zolang zij hiermee geen andere
wetten overtreden. De overheid mag niet vooraf
censureren.
indoctrinatie Hersenspoelen: er wordt de hele tijd maar een kant
getoond, waardoor mensen een verkeerd beeld van de
werkelijkheid krijgen.
8.1 werk als je iets doet waar anderen behoefte aan hebben
basisbehoeften waarom mensen werken
status hoe de samenleving jouw positie beoordeelt
verzorgingsstaat een land waarin de overheid zich verantwoordelijk voelt
voor het welzijn en de bestaanszekerheid van de
burgers
8.4 maatschappelijke ladder alle maatschappelijke posities binnen een samenleving,
sociale ongelijkheid gerangschikt
binnen van laag naar
een samenleving hoog
is de kans op macht, geld en
sociale mobiliteit kennis
de niet eerlijkom
mogelijkheid verdeeld
te stijgen op de maatschappelijke
8.6 verzorgingsstaat ladder
een land waarin de overheid zich verantwoordelijk voelt
eigen verantwoordelijkheid voor het welzijn
iedereen moet vooren de bestaanszekerheid
zichzelf kunnen zorgen van de
liberalen burgers
politieke stroming die vrijheid, veiligheid en eigen
gezamenlijke verantwoordelijk
mensen moeten samen heel belangrijk vindt
zorgen dat het goed gaat met
verantwoordelijkheid
christendemocraten onze samenleving
politieke stroming die vooral geloof, gezamenlijke
sociaaldemocraten verantwoordelijkheid
politieke stroming dieen naastenliefde
vooral belangrijk
gelijke kansen voor vindt
ambtenaren iedereen heelde
werken voor belangrijk
overheid,vindtde minister is hun baas
belasting geld dat burgers en bedrijven aan de overheid betalen,
bezuinigingen zodat
wanneerde de
overheid
overheid zaken kanminder
besluit betalengeld
die in
uithet
te geven
democratie algemeen belang zijn
het volk is de baas, iedereen is gelijk en de meeste
stemmen gelden
dictatuur een land waarin één persoon (of een kleine groep) alle
macht heeft, zonder onafhankelijke rechter en
burgerrechten
directe democratie het volk bepaalt zelf via een referendum
indirecte democratie het volk kiest vertegenwoordigers via verkiezingen
overheid de mensen die samen het land besturen en de
ambtenaren die voor hen werken
pressiegroep een groep mensen die probeert op te komen voor een
bepaald belang door invloed uit te oefenen op de
politiek (bijv. LAKS, WNF of een vakbond)
referendum ook wel: volksraadpleging. De burgers mogen zelf
stemmen over een wetsvoorstel. (bijv. Brexit)
3.2 actief kiesrecht het recht een volksvertegenwoordiger te mogen kiezen
(stemrecht)
actieve overheid de overheid regelt onderwijs, gezondheidszorg en zorgt
voor mensen die het minder goed hebben
compromis een afspraak (of deal) waarbij je allebei een beetje moet
inleveren
eigen verantwoordelijkheid mensen maken hun eigen keuzes, zij moeten voor
zichzelf kunnen zorgen
lijsttrekker de persoon die een politieke partij aanvoert tijdens de
verkiezingscampagne
links de overheid moet opkomen voor de zwakkeren, zorgen
voor gelijkheid en veel zaken regelen
midden tussen rechts en links in: de overheid moet alleen
ingrijpen als de mensen het zelf niet lukt
passief kiesrecht het recht om jezelf verkiesbaar te stellen
passieve overheid de overheid bemoeit zich zo min mogelijk met de
mensen en de economie
politieke partij een groep mensen met ongeveer dezelfde ideeën over
hoe de samenleving eruit zou moeten zien
rechts mensen zijn zelf verantwoordelijk, de overheid moet
zorgen voor vrijheid en veiligheid en bemoeit zich
verder zo min mogelijk met de mensen en de economie

Tweede Kamer 150 door de burgers gekozen volksvertegenwoordigers

3.3 politieke stroming een geheel van ideeën over hoe de samenleving eruit
zou moeten zien
liberalisme stroming die vrijheid, eigen verantwoordelijkheid en
veiligheid als belangrijkste uitgangspunten heeft
economische vrijheid de overheid moet zich zo min mogelijk bemoeien met
bedrijven
persoonlijke vrijheid mensen mogen zelf besluiten nemen over hun eigen
leven
solidariteit iets over hebben voor andere mensen
gelijkwaardigheid mensen moeten gelijke kansen krijgen
sociaaldemocratie stroming die gelijkwaardigheid als belangrijkste
uitgangspunt heeft
christendemocratie stroming die Bijbelse waarden zoals rentmeesterschap
en naastenliefde als belangrijkste uitgangspunten heeft

naastenliefde mensen moeten voor elkaar zorgen


3.4 ministers de mensen die het land besturen, maakt deel uit van de
regering en kabinet, heeft zijn eigen beleidsterrein,
zoals defensie, onderwijs of economische zaken
regering alle ministers + de Koning
staatssecretarissen een soort hulpminister, is verantwoordelijk voor een
deel van het beleidsterrein van de minister (bijv.
ontwikkelingshulp als deel van Buitenlandse zaken of
het basisonderwijs als deel van onderwijs)
kabinet alle ministers + staatssecretarissen
minister-president (ook wel: premier) de leider van de regering (nu Rutte)
staatshoofd in Nederland is dit de Koning (in de VS of Duitsland is
dit de president)
wetsvoorstel een Tweede Kamerlid of minister komt met een plan
voor een wet
troonrede hierin staan de plannen van de regering voor het
komende jaar, de koning leest deze voor
miljoenennota de inkomsten en uitgaven die de regering dat jaar
verwacht
regeerakkoord de plannen van de regering voor de komende vier jaar
3.5 parlement de Eerste en Tweede Kamer samen (ook wel: Staten
Generaal of volksvertegenwoordiging)
Eerste Kamer (ook wel: Senaat) 75 indirect gekozen senatoren
checken door de Tweede Kamer goedgekeurde wetten
en controleren de regering
stemrecht het parlement mag wetten goed- of afkeuren
recht van amendement de Tweede Kamer mag zelf wetsvoorstellen wijzigen
recht van initiatief de Tweede Kamer mag zelf met wetsvoorstellen komen

vragenrecht het parlement heeft het recht om vragen te stellen aan


de minister of staatssecretaris (elke dinsdag tijdens het
vragenuurtje)
motierecht het parlement heeft het recht om zich uit te spreken
over de minister, een motie van wantrouwen betekent
dat het parlement de minister "ontslaat"
recht van interpellatie het parlement heeft het recht om een spoeddebat aan
te vragen met de minister of staatssecretaris
enquêterecht het parlement heeft het recht om een groot onderzoek
in te stellen naar het werk van de regering
coalitie de politieke partijen die samen regeren
oppositie de politieke partijen die niet in de regering zitten
parlementaire democratie burgers kiezen volksvertegenwoordigers die namens
hen besluiten nemen
grondwet de belangrijkste wet van het land, met daarin de rechten
van de burgers
vrije en geheime verkiezingen je mag zelf weten op wie je stemt (vrij) en je hoeft dit
aan niemand te vertellen (geheim)
parlement de Eerste en Tweede Kamer samen (ook wel: Staten
Generaal of volksvertegenwoordiging)
trias politica de macht is gescheiden in een wetgevende macht
(regering en parlement), uitvoerende macht (ministers)
en een rechtsprekende macht (onafhankelijke rechters)

mensenrechten grondrechten zoals het verbod op discriminatie, vrijheid


van meningsuiting en religie, kiesrecht en het recht om
je te verenigen en te protesteren
rechtsstaat een staat waarin zowel de rechten van burgers als de
regels waaraan de overheid zich moet houden zijn
vastgelegd in wetten, zodat de burgers worden
beschermd tegen de willekeur van de overheid
lobbyen rechtstreeks invloed proberen uit te oefenen op
machthebbers (bijv. door te bellen of te mailen)
3.7 burgemeester "de minister-president" van de gemeente
wethouder "de ministers" van de gemeente
college van B & W de burgemeester en wethouders samen vormen "de
regering" van de gemeente
gemeenteraad "het parlement" van de gemeente
commissaris van de Koning "de minister-president" van de provincie
Gedeputeerde Staten "de ministers" van de provincie
4.1 globalisering de wereld raakt steeds meer met elkaar verbonden
t/m mensenrechten grondrechten zoals het verbod op discriminatie, vrijheid
4.3 van meningsuiting en religie, kiesrecht en het recht om
je te verenigen en te protesteren
dictatuur land waar één iemand of een klein groepje alle macht
heeft en de overheid geen rekening houdt met de
grondrechten van de burgers
censuur de overheid laat expres informatie weg of verandert
deze
4.4 Europese Unie de 28 Europese lidstaten die economisch en politiek
& samenwerken, binnen dit gebied is er vrij verkeer van
4.5 goederen, diensten en personen
Europese Commissie de "regering" van Europa bestaat uit 28
Eurocommissarissen
&
4.5

Raad van Ministers ook wel Raad van de Europese Unie, alle ministers per
onderwerp van de 28 deelstaten, zij beslissen mee over
wetten en moeten deze in hun eigen land uitvoeren

Europese Raad ook wel Europese top: een bijeenkomst van de 28


regeringsleiders van de EU
Europees Parlement "de Tweede Kamer" van de Europese Unie controleert
de Europese Commissie
aangiftebereidheid de mate waarin iemand bereid is om aangifte te doen
van een misdaad
aanhouden een verdachte arresteren en meenemen naar het
politiebureau
aanklacht ook wel: tenlastelegging. Onderdeel van de rechtszaak
waarin het OM zegt waarvan het de verdachte
beschuldigt
afschrikking, van zowel de preventie, voorkomen dat de dader recidiveert of dat
dader als anderen anderen hetzelfde delict gaan plegen
bevoegdheden handelingen die personen of instanties in bepaalde
situaties mogen doen (bijv. het maken van wetten of het
doorzoeken van een woning)
bijkomende straf een extra straf naast de hoofdstraf, deze heeft altijd iets
te maken met het delict, bijv. het intrekken van het
rijbewijs of een beroepsverbod)
Bureau Halt voor minderjarigen bestaat het HALT project (Het
ALTernatief), dit is een werk- of leerstraf voor jongeren
tussen 12 en 18 die voor het eerst een licht misdrijf
plegen, zij krijgen dan geen strafblad
criminaliteit gedrag dat strafbaar is volgens de wet
criminaliteit is een tijdgebonden Ideeën over wat strafbaar gedrag is veranderen in de
begrip loop der tijd. Dit leidt tot of verandering van de
rechtsregels (wetten).
criminaliteit is een Daarnaast is criminaliteit ook een plaatsgebonden
plaatsgebonden begrip begrip: ideeën over wat crimineel is verschillen per
land/cultuur.
criminaliteitsbeleid alle maatregelen die de overheid neemt om criminaliteit
te bestrijden en te voorkomen
daderonderzoek hier gaat het om enquêtes waarin de onderzochte
personen zelf kunnen aangeven of ze al of niet een
delict hebben gepleegd
dagvaarding de oproep om voor de rechter te verschijnen, hierin
staat omschreven waar je van wordt beschuldigd en
waar en wanneer de rechtszaak plaatsvindt
delict strafbaar feit, een misdrijf of een overtreding
eigenrichting wanneer mensen het recht in eigen hand nemen
fouilleren de politie onderzoekt de kleding en het lichaam van een
verdachte.
gelegenheidsmotief mensen plegen ene delict omdat de pakkans erg klein is

genoegdoening aan het slachtoffers en nabestaanden voelen zich beter


slachtoffer wanneer de dader wordt gestraft
georganiseerde criminaliteit een vorm van zware criminaliteit vaak gepleegd door
internationale bendes, bijv. drugs-, wapen of
mensenhandel
gerechtshof hier gaat iemand in hoger beroep tegen een uitspraak
van de rechtbank.
getuigen zijn mensen die iets hebben gezien of gehoord wat met
de zaak te maken kan hebben, zij moeten zweren de
waarheid te spreken
groepsdruk hoe mensen elkaar beïnvloeden om ergens aan mee te
doen
grondrechten belangrijkste rechten van de burgers, bijv. art.1
iedereen is gelijk of art. 7 je mag zeggen wat je wilt
Grondwet document waarin de belangrijkste rechten van de
burgers staan
handhaven van de openbare de politietaak om wanorde of rellen te voorkomen of te
orde bestrijden (bijv. bij voetbalwedstrijden of demonstraties)

het voorkomen van doordat de rechters straf opleggen wordt voorkomen


eigenrichting dat mensen het recht in eigen hand nemen (handhaving
van de rechtsorde)
Hoge Raad is het hoogste rechtsorgaan in Nederland en behandelt
cassatiezaken, zij controleren of het gerechtshof de
regels goed heeft toegepast
hoger beroep zowel de verdachte als de officier van justitie kunnen na
het vonnis in hoger beroep, ze vragen dan een hogere
rechter om de zaak opnieuw te bekijken (eerst bij het
gerechtshof, daarna evt. nog bij de Hoge Raad)

hoofdstraf de belangrijkste straf die de rechter oplegt, dit is altijd


een celstraf, een taakstraf en/of een boete
hulpverlening de politietaak om mensen in vervelende situaties of in
nood te helpen (bijv. bij verkeersongelukken)
immateriële gevolgen gevolgen die niet in geld zijn uit te drukken (bijv. angst
en emotionele schade).
in cassatie gaan Een verdachte of de officier van justitie vraagt aan de
Hoge Raad of in een zaak het recht goed is toegepast.

jeugdstrafrecht voor kinderen tussen de 12 en de 18 gelden lagere


maximumstraffen (12 t/m 15 max. 1 jaar; 16/17 max. 2
jaar) en is er geen publiek toegestaan tijdens de
rechtszaak. Ook kan ene PIJ-maatregel worden
opgelegd (een soort jeugd-TBS)
kantonrechter houdt zich bezig met overtredingen
maatregel zijn niet bedoeld om te straffen, maar om de
samenleving te beschermen, bijv. TBS en
ondertoezichtstelling.
materiële gevolgen gevolgen die in geld zijn uit te drukken (bijv. kapotte
ramen na een inbraak).
maximumstraf de wetgevende macht bepaalt de maximale strafmaat
die een rechter kan opleggen
meervoudige kamer houdt zich bezig met zware misdrijven (eis hoger dan
één jaar cel), drie rechters oordelen samen, vonnis na
twee weken
misdrijf een zwaar delict, bijv. moord, doodslag, mishandeling,
verkrachting, inbraak, vernieling, diefstal en heling
noodweer wanneer iemand iets strafbaars doet uit zelfverdediging,
krijgt hij meestal geen straf
normen of regels zijn afspraken over hoe mensen zich ten
opzichte van elkaar behoren te gedragen
9 officier van justitie (openbaar een speciale ambtenaar die namens de samenleving
aanklager) bewijzen zoekt tegen een verdachte en een straf tegen
hem kan eisen.
ontoerekeningsvatbaar op het moment van de daad wist de dader niet dat hij
iets strafbaars deed, hij kon er door zijn psychische
toestand niets aan doen (bijv. iemand die in een
psychose zijn kind doodt), vaak krijgen
ontoerekeningsvatbare mensen TBS opgelegd
Openbaar Ministerie (OM) alle officieren van justitie bij elkaar noemen we het OM,
hun baas is de minister van Justitie
opsporing de politietaak om te onderzoeken wat er bij een
strafbaar feit is gebeurd en wie erbij betrokken zijn
(boeven vangen)
opsporingsbeleid alles wat de overheid doet om verdachten te vinden
overmacht wanneer iemand iets strafbaars doet omdat hij geen
andere keus heeft, krijgt hij meestal geen straf (bijv. een
ruit inslaan om iemand uit een brandend huis te redden)

overtreding een licht delict, bijv. bijvoorbeeld wildplassen, het niet bij
je dragen van een ID en openbare dronkenschap
pakkans hoe groot de kans is dat een verdachte wordt
opgespoord
parlementaire democratie Burgers kiezen volksvertegenwoordigers die voor hen
besluiten nemen.
pleidooi de slottoespraak van de advocaat met daarin het
verzoek om een lichtere straf of vrijspraak (hij pleit voor
de verdachte)
politiek probleem een maatschappelijk probleem waarbij politici plannen
bedenken om het probleem aan te pakken
politierechter houdt zich bezig met lichte misdrijven (eis lager dan één
jaar cel), één rechter, vonnis meteen aan het einde van
de zitting
politiestatistieken Bevatten cijfers strafbare feiten waarvan de politie op
de hoogte is, dus delicten waarvan aangifte is gedaan
óf delicten die de politie zelf heeft ontdekt.
preventie maatregelen om misdaad te voorkomen
preventief beleid maatregelen bedoeld om crimineel gedrag te
voorkomen, bijv. camera's of een alarminstallatie
proces-verbaal een officieel schriftelijk verslag van een strafbaar feit.
rechtbank hier worden overtredingen en misdrijven behandeld
door rechters (overtredingen bij de kantonrechter,
misdrijven bij de politierechter of meervoudige kamer)
rechtsbescherming de overheid moet rekening houden met de rechten van
burgers
rechtsbron plek waar rechtsregels zijn terug te vinden (bijv.
wetboeken)
rechtsgelijkheid iedereen moet op een gelijke manier worden behandeld
en gestraft
rechtshandhaving de overheid moet de openbare orde bewaken en
criminaliteit opsporen
rechtsregels zijn geschreven regels, die door de overheid gesteld en
gehandhaafd worden zoals wetten.
rechtsstaat een land waar de burgers worden beschermd tegen de
macht van de overheid, doordat er duidelijke regels zijn
waar de overheid zich aan moet houden
rechtszekerheid het moet duidelijk zijn welke regels en straffen er
precies gelden
schadevergoeding de officier van justitie kan namens het slachtoffer of de
nabestaanden onkosten verhalen op de dader
schikken of transactie de officier van justitie stelt de verdachte een boete voor.
Er komt geen rechtszaak wanneer deze wordt betaald.

selectieve opsporing De politie let vooral op een bepaald soort delicten of


een bepaalde groep verdachten.
seponeren De officier van justitie besluit om een zaak niet te
vervolgen (bijv. vanwege gebrek aan bewijs of omdat de
dader al genoeg is gestraft).
slachtofferonderzoek enquêtes onder willekeurige burgers die kunnen
aangeven of ze het slachtoffer zijn geweest van
bepaalde misdrijven in het afgelopen jaar
sociaal probleem een maatschappelijk probleem waar veel mensen mee
te maken hebben
sociale controle mensen letten op elkaar en zorgen er zo voor dat
anderen zich aan de groepsnormen houden
socialisatie hoe iemand waarden en normen worden aangeleerd
staande houden iemand laten stilstaan en naar zijn naam en adres
vragen.
status jouw plek op de maatschappelijke ladder, die wordt
bepaald door hoe anderen jou waarderen
stereotype een vaststaand beeld van een groep mensen waarbij
één kenmerk wordt overdreven, bijv. gierige
Nederlanders, domme Belgen, criminele Antillianen.
strafrecht alle regels en wetten over het straffen van mensen die
de wet hebben overtreden
TBS ontoerekeningsvatbare mensen worden behandeld in
een soort psychiatrische gevangenis tot ze geen gevaar
meer vormen voor zichzelf en voor anderen.
trias politica de macht is verdeeld in drie onderdelen: de wetgevende
macht; de uitvoerende macht en de rechterlijke macht

verdachte iemand van wie een redelijk vermoeden bestaat dat hij
schuldig is aan een strafbaar feit
vergelding (wraak) misdaad mag niet lonen, maar moet worden bestraft
vervolgen de officier van justitie besluit dat er een rechtszaak
komt.
vonnis (uitspraak) het oordeel van de rechter(s) of de verdachte schuldig
is, en zo ja, welke straf wordt opgelegd
voorwaardelijke straf een straf die de dader alleen hoeft te ondergaan als hij
in zijn proeftijd nog een keer hetzelfde soort delict
pleegt.
waarden is een opvatting over wat mensen belangrijk vinden,
zoals vrijheid, gelijkheid, vrede, gezondheid, etc.
zware criminaliteit ernstige misdrijven, zoals overvallen en moord
j376
5.1 Je kunt uitleggen wat wordt bedoeld met communicatie.
Je kunt uitleggen wat wordt bedoeld met de begrippen: medium en massamedia.
Je kent het verschil tussen verbale en non-verbale communicatie.
Je kunt het verschil uitleggen tussen persoonlijke en massacommunicatie.
Je kent de 4 belangrijkste functies van de media

5.2 Je kent het verschil tussen populaire en kwaliteitskranten en je kunt van beiden
twee voorbeelden geven.
Je kunt het verschil uitleggen tussen publieke en commerciële omroepen en je
kunt van beiden drie voorbeelden geven.
Je kunt uitleggen waarom kijkcijfers belangrijker zijn voor commerciële omroepen
dan voor publieke omroepen.
Je kunt uitleggen wat wordt bedoeld met de begrippen:
doelgroep, pluriformiteit en mediawet.

5.3 Je weet welke selectiecriteria een rol spelen bij het maken van een
nieuwsuitzending of een krant.
Je weet hoe journalisten aan hun nieuws komen.
Je weet aan welke regels journalisten zich moeten houden om zo objectief
mogelijk te informeren.
Je weet wat er wordt bedoeld met de begrippen: actueel, persbureaus, hoor en
wederhoor, objectief en subjectief.

5.4 Je weet hoe beeldvorming verloopt.


Je weet wat er wordt bedoeld met selectieve waarneming.
Je kent de maatschappelijke functies van de media.
informatieve functie
controle- of waakhondfunctie
socialiserende functie
Je weet wat er wordt bedoeld met de begrippen: persvrijheid, censuur, sociale
cohesie en indoctrinatie.

5.5 Je weet welke trucjes bedrijven in hun reclame gebruiken om ons te verleiden hun
producten te kopen.
Je weet dat bedrijven online profilering gebruiken om ons te manipuleren.
Je weet waarom jongeren zo’n interessante doelgroep zijn voor bedrijven.
Je weet dat social influencers vaak sluikreclame (of verborgen reclame gebruiken).
Je weet dat de regels die de overheid heeft gemaakt over reclame in de Mediawet
staan.

5.6 Je weet welke positieve en negatieve gevolgen social media, games en series
kunnen hebben.
Je hebt nagedacht over hoe mediawijs jijzelf bent.
Je bent je bewust van die risico’s die je neemt wanneer je informatie over jezelf
deelt op internet.
Je weet wat privacy is en dat we dit in ons land zo belangrijk vinden, dat we
privacy in onze Grondwet hebben opgenomen.
Je kent de 4 theorieën over de invloed van de media.
6.1 Je weet wat het verschil is tussen hobby en werk.
Je kent de 5 basisbehoeftes van de piramide van Maslow.
Je weet wat er wordt bedoeld met de begrippen: status, premie en
verzorgingsstaat

6.2 Je kunt uitleggen dat in Nederland werk een recht is.


Je begrijpt dat werkgevers en werknemers verschillende belangen hebben.
Je weet wat er wordt geregeld in de Arbowet.
Je kent het verschil tussen het bruto- en het nettoloon.
Je weet wat er wordt bedoeld met de begrippen: sollicitatieplicht, en minimumloon.

6.3 Je kunt 5 manieren noemen om een baan te vinden.


Je kent het verschil tussen een sollicitatiebrief en een curriculum vitae.
Je weet wat er wordt geregeld in een arbeidscontract en in een CAO.
Je kent het verschil tussen wit werken en zwart werken.

6.4 Je weet welke drie dingen jouw plek op de maatschappelijke ladder bepalen.
Je weet hoe mensen kunnen klimmen op dalen op de maatschappelijke ladder:
sociale mobiliteit.
Je weet wat er wordt bedoeld met sociale ongelijkheid en wat de overheid hieraan
probeert te doen.

6.5 Je weet welke verschillende vormen van discriminatie bestaan.


Je weet wat er wordt bedoeld met positieve discriminatie.
Je weet wat je kunt doen als je het niet eens bent met je baas.
Je weet dat zowel werkgever als werknemer een opzegtermijn heeft.
Je weet wat er wordt bedoeld met de begrippen: ontslag op staande voet, staking
en vakbond
6.6 Je kunt uitleggen dat Nederland een verzorgingsstaat is.
Je weet welke rechten je hebt wanneer je werkloos, ziek of arbeidsongeschikt
raakt.
Je weet wat de WW, WIA, AOW en Bijstand zijn.
Je weet welke maatregelen de overheid kan nemen om de verzorgingsstaat
betaalbaar te houden.
Je weet hoe de drie belangrijkste politieke stromingen denken over de
verzorgingsstaat.
Begrippen definitie
Hoofdstuk 5.1
communicatie het zenden en ontvangen van informatie
medium een middel om te communiceren
verbale communicatie communicatie via woorden
non-verbale communicatie communicatie zonder woorden
persoonlijke communicatie communicatie tussen een beperkt aantal mensen, bijv. een (telefoon)gesprek of
appje

massacommunicatie communicatie waarbij een zender naar een groot en onbekend publiek
communiceert, bijv. een concert, een film of een krantenartikel

massamedia media die een groot publiek bereiken


functies van de media informatie, ontspanning, contact, expressie
Hoofdstuk 5.2
betrouwbaarheid de informatie klopt
bron waar komt de informatie vandaan
populaire kranten kranten die veel aandacht aan criminaliteit, sport en roddels besteden, bijv. AD en
Telegraaf
kwaliteitskranten kranten die veel aandacht aan politiek, economie en buitenland besteden, zoals
NRC en Volkskrant
doelgroep een groep mensen met een gezamenlijk kenmerk of gezamenlijke belangstelling,
op wie een medium zich richt

tijdschriften magazines die meestal over één onderwerp gaan en (meestal) wekelijks of
maandelijks verschijnen, bijv.de Autoweek, VI of de Libelle
commerciële omroepen zenders die winst proberen te maken
publieke omroepen zenders die worden betaald door de overheid
kijk- en luistercijfers hoeveel mensen er worden bereikt door een zender
Mediawet wet waarin de regels staan waar omroepen zich aan moeten houden
pluriformiteit “Veelvormigheid”: er bestaan veel verschillende soorten media: kranten, Tv-
zenders, websites, bladen, etc. Is vastgelegd in de Mediawet.
Hoofdstuk 5.3
selectiecriteria Hoe de media kiezen wat ze wel of niet in het nieuws laten zien wordt bepaald door
hoe actueel iets is, hoe bijzonder, hoe dichtbij het gebeurd is en of het past bij de
doelgroep van het medium.
actueel recent, nieuw, kortgeleden
persbureaus bedrijven die nieuws van over de hele wereld verzamelen en verkopen aan
journalisten
journalistieke regels journalisten moeten zich aan drie regels houden om objectief nieuws te kunnen
brengen:
• Hoor en wederhoor toepassen
• Het controleren van de feiten via andere bron
• Scheiding van feiten en mening

hoor en wederhoor het nieuws moet van beide kanten worden bekeken
objectief op feiten gebaseerd, betrouwbaar, controleerbaar, na te meten (te checken)
subjectief op iemands mening gebaseerd, niet feitelijk
Hoofdstuk 5.4
beeldvorming hoe ideeën bij mensen ontstaan
censuur het expres weglaten of veranderen van bepaalde informatie
referentiekader De bril waarmee iemand de wereld om zich heen waarneemt wordt bepaald door
iemands kennis, waarden, normen en door de dingen die hij heeft meegemaakt.

selectieve waarneming Je referentiekader bepaalt wat je waarneemt: je kiest onbewust wat je wilt horen,
zien en geloven.
maatschappelijke functies de redenen waarom de media in een democratie zo belangrijk zijn.
van de media
informatieve functie De media geven ons informatie.
controlefunctie (ook wel waakhondfunctie) De media controleren politici en waarschuwen ons
wanneer politici fouten maken.

socialiserende functie De media voeden ons op, ze dragen normen en waarden over.
sociale cohesie of mensen zich met elkaar verbonden voelen
persvrijheid Grondrecht dat bepaalt dat media mogen zeggen en schrijven wat zij willen, zolang
zij hiermee geen andere wetten overtreden. De overheid mag niet vooraf
censureren.

indoctrinatie Hersenspoelen: er wordt de hele tijd maar een kant getoond, waardoor mensen
een verkeerd beeld van de werkelijkheid krijgen.

Hoofdstuk 5.5
slogans een pakkende zin waarmee bedrijven adverteren: bijv. Nike, just do it
ideaalbeelden een geromantiseerd beeld dat in reclame wordt gebruikt om een product aan te
prijzen
manipulatie de waarheid wordt verdraaid, feiten worden expres weggelaten of aangepast
reclame hoe bedrijven mensen proberen te beïnvloeden om hun spullen te kopen
Hoofdstuk 5.6
mediawijs als je op een verstandige en goede manier omgaat met (social) media
belang iets dat in je voordeel is
privacy het recht op een privéleven
doelgroep de mensen op wie een bedrijf zich richt
online profilering bedrijven verzamelen informatie over jou, zodat ze nog beter reclame naar je
kunnen sturen
Hoofdstuk 8.1
werk als je iets doet waar anderen behoefte aan hebben
basisbehoeften waarom mensen werken
status hoe de samenleving jouw positie beoordeelt
belasting geld dat burgers en bedrijven betalen aan de overheid
premie geld dat werknemers betalen aan de overheid, zodat uitkeringen kunnen worden
gefinancierd
verzorgingsstaat een land waarin de overheid zich verantwoordelijk voelt voor het welzijn en de
bestaanszekerheid van de burgers

Hoofdstuk 8.2
Arbowet ARBeidsOmstandighedenwet. Hierin staat hoe werkgevers moeten zorgen voor
veilige en gezonde werkplekken
werkgever baas
werknemer iemand die werkt voor een werkgever
minimumloon hoeveel een werkgever jou tenminste moet betalen
recht op arbeid de overheid moet z'n best doen om ervoor te zorgen dat zoveel mogelijk mensen
een baan kunnen vinden
sollicitatieplicht wanneer je een uitkering hebt kan de overheid je dwingen om werk te zoeken
Hoofdstuk 8.3
vacatures een baan waarvoor mensen worden gezocht
open sollicitatie een algemene brief waarin je jezelf aanbiedt als werknemer
uitzendbureau een bedrijf dat bemiddelt tussen andere bedrijven en werknemers
netwerk de mensen die je kent
UWV-WERK bedrijf organisatie van de overheid die werkzoekenden helpt
sollicitatiebrief brief waarmee je reageert op een vacature
CV curriculum vitae, je levensloop. Hierin noteer je je persoonlijke gegevens, je
opleidingen, je werkervaring en evt. bijzonderheden of hobby's
arbeidscontract een overeenkomst tussen werknemer en werkgever waarin de arbeidsvoorwaarden
zijn geregeld
brutoloon het totale loon voordat hier premies en belastingen van af zijn getrokken
nettoloon brutoloon - belastingen en premies = wat je uiteindelijk uitbetaald krijgt
proeftijd wanneer je ergens begint als werknemer krijg je meestal een maand om jezelf te
bewijzen

zwart werk wanneer je werkt zonder contract en jij en je werkgever geen premies en
belastingen betalen

CAO Collectieve ArbeidsOvereenkomst, een contract waarin de arbeidsvoorwaarden


staan geregeld voor een hele sector of bedrijfstak
Hoofdstuk 8.4
maatschappelijke ladder alle maatschappelijke posities binnen een samenleving, gerangschikt van laag naar
hoog

sociale ongelijkheid binnen een samenleving is de kans op macht, geld en kennis niet eerlijk verdeeld

startkwalificatie alle jongeren tot 23 jaar zijn verplicht minimaal een diploma havo, vwo, mbo niveau
2 of hoger te behalen
sociale mobiliteit de mogelijkheid om te stijgen op de maatschappelijke ladder
Hoofdstuk 8.5
discriminatie wanneer iemand anders wordt behandeld om iets dat er niet toe doet
vooroordelen een mening over iemand die niet op feiten is gebaseerd
vakbond een vereniging van werknemers
staking wanneer werknemers stoppen met werken omdat ze iets willen bereiken
opzegtermijn zowel werknemers als werkgevers moeten ontslag een periode van tevoren melden

ontslag op staande voet wanneer je iets heel ergs hebt gedaan kun je per direct worden ontslagen, je hebt
dan geen recht op een opzegtermijn of een uitkering

positieve discriminatie werkgevers trekken bij het solliciteren bepaalde minderheidsgroepen voor
kinderopvangtoeslag de overheid betaalt mee aan de kosten voor het opvangen van kinderen van
werkende ouders
ouderschapsverlof ouders krijgen (deels) betaald vrijaf om voor hun kleine kinderen te zorgen
Hoofdstuk 8.6
verzorgingsstaat een land waarin de overheid zich verantwoordelijk voelt voor het welzijn en de
bestaanszekerheid van de burgers
WW WerkloosheidsWet, voor deze uitkering sparen werknemers zelf, je hebt hier recht
op wanneer je langer dan zes maanden ergens hebt gewerkt en wordt ontslagen

ziektewet je werkgever moet je de eerste twee jaar doorbetalen wanneer je ziek wordt
WIA uitkering die mensen beschermt bij arbeidsongeschiktheid
AOW Algemene Ouderdomswet, alle Nederlanders die 67 worden krijgen dit pensioen

kinderbijslag de overheid betaalt ouders eens per drie maanden een tegemoetkoming voor de
kosten van het onderhoud van hun kinderen
Bijstand wanneer je geen inkomsten hebt en geen recht op andere uitkeringen, kom je in
aanmerking voor deze uitkering

eigen verantwoordelijkheid iedereen moet voor zichzelf kunnen zorgen


liberalen politieke stroming die vooral vrijheid, veiligheid en eigen verantwoordelijk heel
belangrijk vindt

gezamenlijke mensen moeten samen zorgen dat het goed gaat met onze samenleving
verantwoordelijkheid
christendemocraten politieke stroming die vooral geloof, gezamenlijke verantwoordelijkheid en
naastenliefde belangrijk vindt
sociaaldemocraten politieke stroming die vooral gelijke kansen voor iedereen heel belangrijk vindt
AOW
arbeidscontract
Arbowet
basisbehoeften
belasting
Bijstand
brutoloon
CAO
christendemocraten
CV
discriminatie
eigen verantwoordelijkheid
gezamenlijke verantwoordelijkheid

kinderbijslag
kinderopvangtoeslag
liberalen
maatschappelijke ladder
minimumloon
nettoloon
netwerk
ontslag op staande voet
open sollicitatie
opzegtermijn
ouderschapsverlof
positieve discriminatie
premie
proeftijd
recht op arbeid
sociaaldemocraten
sociale mobiliteit
sociale ongelijkheid
sollicitatiebrief
sollicitatieplicht
staking
startkwalificatie
status
uitzendbureau
UWV-WERK bedrijf
vacatures
vakbond
verzorgingsstaat
verzorgingsstaat
vooroordelen
werk
werkgever
werknemer
WIA
WW
ziektewet
zwart werk
Hoofdstuk 6.1
actueel
beeldvorming
belang
betrouwbaarheid
bron
commerciële omroepen
communicatie
controlefunctie
doelgroep
functies van de media

hoor en wederhoor
ideaalbeelden
indoctrinatie
informatieve functie
journalistieke regels
kijk- en luistercijfers
kwaliteitskranten
maatschappelijke functies van de media
manipulatie
massacommunicatie
massamedia
Mediawet
mediawijs
medium
non-verbale communicatie
objectief
online profilering
persbureaus
persoonlijke communicatie
persvrijheid
pluriformiteit
populaire kranten
privacy
publieke omroepen
reclame
referentiekader
selectiecriteria
selectieve waarneming
slogans
sociale cohesie
socialiserende functie
subjectief
tijdschriften
verbale communicatie

You might also like