Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 2

Kijken naar Kinderen A: De leefwereld van het

kind

WERKSTUK DEEL 2: Verkenning van verschillende aspecten van de brede en diverse beginsituatie van het kind.

 Het kind op school


De waarden en normen van de twee belangrijkste opvoedingsmilieus namelijk het thuismilieu en het
schoolmilieu vormen een match. Zo vinden ze allebei eerlijkheid en verdraagzaamheid heel
belangrijk in deze maatschappij. Deze match zorgt ervoor dat X het makkelijker heeft het goed te
doen op school. Er is dus geen sprake van een grote kloof tussen de twee culturen. De school is een
grote gemeenschapsschool gelegen in een stedelijke context. Hierdoor bevat de speelplaats weinig
natuurlijke componenten. Dit wordt volgens mij gecompenseerd door middel van klim- en
speeltoestellen, dit zorgt voor een aantal natuurlijke componenten op de school. Op deze toestellen
kunnen de kinderen hun vaardigheden oefenen. De school heeft een grote diversiteit aan leerlingen
door de vele aangeboden levensbeschouwingen.

 Het kind en de leerkracht


X beschrijft haar leerkracht als een grappige man. Hij zorgt voor aansluiting bij de leefwereld van de
kinderen door voorbeelden te gebruiken met betrekking tot computers, games, telefoons,
sportclubs... Uit gesprekken met X en de website van haar school kan ik concluderen dat er geen
divers lerarenkorps aanwezig is. De overgrote meerderheid van de leerkrachten maakt deel uit van
de blanke, vrouwelijke middenklasse, het andere deel van het lerarenkorps zijn blanke, mannelijke
middenklassers.

 Het kind en de peers


Het kind kent heel wat peers. Ze heeft namelijk veel contacten op school ook buiten haar klas en ze
zit ook in een voetbalclub. Dankzij deze peers kan ze haar sociale vaardigheden oefenen en kan ze
leren functioneren in groep. Ik vermoed dit X niet het populaire meisje is, maar eerder het
gemiddelde kind is in de groep. Dit vermoeden komt doordat ze vaak spreekt over een meisje Y, wie
volgens mij het populaire meisje is, en doordat X op sociaal vlak goed mee kan met haar peers, ze
lijkt echter wel deel uit te maken van de zwijgende meerderheid.

 Het kind in de buurt


De buurt waar X woont, biedt mogelijkheden zoals speelpleinwerking in vakanties, een parkje,
wandelpaden… maar deze blijken moeilijk bereikbaar gezien ze daarvoor een aantal drukke,
gevaarlijke straten moet oversteken. Hierdoor is ze niet echt een buitenkind. Het kind is
vermoedelijk eerder een achterbankkind gezien ze vaak transport nodig heeft naar voetbaltrainingen
en -wedstrijden. Daar oefent ze echter wel haar motorische, fysieke, sociale, cognitieve en
emotionele vaardigheden. X speelt echter ook in de eigen tuin met haar honden, hier oefent ze
opnieuw haar fysieke en motorische vaardigheden.

 Het kind in de maatschappij


Ik zag bij X dat er een zekere secularisatie heeft plaatsgevonden in het gezin. Zo zijn X en haar
oudere broer beiden gedoopt en hebben ze hun eerste communie gedaan, maar gaat X haar vormsel
niet doen terwijl haar broer dit wel nog deed. Die geeft echter aan dat hij hier nu niet meer voor zou
kiezen. Je kan dus een afname zien van de invloed van religie in de thuiscontext, maar ook in de
maatschappij. Ze komt echter dankzij de pluralisering wel nog in contact met verschillende religies. X
gaf ook aan als ze iets wilt weten dat ze het opzoekt op het internet. Dit maakt dat de school in deze
informatiemaatschappij niet haar enige bron van kennis is.

1
Kijken naar Kinderen A: De leefwereld van het
kind

You might also like