Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 4

Pathways

Adrenaline/epinephrine
- Dit heeft veel verschillende mogelijkheden van wat het kan, afhankelijk van de plek in
het lichaam waar het zich bevindt.
In spieren/lever Zorgt het voor de glycogeenafbraak
In het hart Zorgt het voor versnelling van de hartslag en samentrekking
In vetweefsel Zorgt het voor vetafbraak (samen met glucagon en ACTH)
ACTH in bijnieren Zorgt voor cortisol secretie (cortisol stimuleert glucose-aanmaak)

1. Epinephrine bindt aan GCPR


2. GCPR alpha-subunit verzwakt de binding met GDP zodat GTP kan binden (twee
subunits raken los van elkaar)
3. Geactiveerde G-eiwit zorgt voor de productie van cyclisch AMP
4. Cyclisch AMP activeert inactief PKA tot actief PKA
5. Actief PKA zorgt voor de fosforylering van phosphorylase kinase (kost ATP, wordt
omgezet in ADP)
6. Dit zorgt voor de fosforylering van glycogeen forforylase (kost ATP, wordt omgezet in
ADP)
7. Dit zorgt voor de glycogeen afbraak

GCPRs kunnen zorgen voor de second messengers cyclisch AMP (zoals hierboven) en voor
phospholipase C
- Phospholipase C kan ook veel verschillende doeleinden hebben, horende bij het
weefsel waarin het zich bevindt.
In gladde spiercellen zorgt het de activatie van acetylcholine, wat zorgt voor de relaxatie van
spiercellen en dus vaatverwijding. In de lever zorgt het voor de activatie van vasopressin, wat
zorgt voor de glycogeenafbraak. In de pancreas stimuleert het ook weer acetylcholine, maar
tot de afgifte van een verteringsenzym. En in de bloedplaatjes stimuleert het de aggregatie
ervan door het signaalmolecuul thrombine.

1. Signaaleiwit bindt aan GCPR


2. G-eiwit wordt geactiveerd door loslaten van GDP en binding van GTP op de alpha-
subunit
3. G-eiwit (alpha + gamma units) zorgt voor de activatie van second messenger
phosphorylase C
4. Phosphorylase C activeert IP3 (via PIP2) en DAG
5. DAG blijft verbonden met het celmembraan en wacht bij de PKC-unit
6. IP3 zorgt voor de opening van Ca2+ kanalen op het membraan van het ER
7. Hierbij gaan de CA2+ kanalen open en Ca2+ stroomt het cytosol in
8. Ca2+ bindt met DAG aan de PKC-unit en zorgt voor de activatie ervan
Pathways

Insuline
- Insuline zorgt voor de stimulering van de glycolyse, glycogeensynthese, opbouw van
triglyceriden en de stimulering van de lipolyse.

1. Insuline bindt aan de receptor (RTK)


2. De twee delen van de RTK gaan samen en hierdoor vindt autofosforylering plaats
3. IRS wordt geactiveerd
4. IP3 wordt geactiveerd
5. IP3 zorgt voor de activatie van PIP2 en PIP3
6. Hierbij wordt Akt geactiveerd, die remt de GAP reactie (dus er is langer GTP ipv GDP)
7. GLUT4 vesicles worden geactiveerd
8. GLUT4 vesicles worden getriggerd om te verplaatsen naar het celmembraan, waar ze
glucose opnemen

Glucose gestimuleerde insuline secretie


- Bij een te hoog glucoselevel moet insuline weer worden vrijgegeven, deze twee
stoffen hangen erg met elkaar samen.

1. Glucose bindt aan de glucose receptor op het celmembraan


2. Glucokinase zet glucose om in glucose-6-fosfaat
3. Glycolyse vindt plaats in de mitochondriën
4. Zorgt voor de verhoging van ATP/ADP ratio
5. ATP bindt aan de ATP-gevoelige K+ kanalen op het celmembraan
6. K+ gaat naar buiten waardoor er depolarisatie plaatsvindt
7. Voltage-gated Ca2+ kanalen gaan open
8. Ca2+ stroomt de cel in
9. Ca2+ bindt aan de vesicles met insuline erin en zorgt voor de secretie van insuline

Viagra
- Dit zorgt voor de extra lange vaatverwijding, waardoor dus het bloed langer kan
blijven zitten.

1. Acetylcholine bindt aan de receptor


2. NO-synthase wordt geactiveerd en bindt aan arginine
3. NO-deeltjes komen vrij en bewegen zich uit de endotheelcel naar de spiercel
4. NO zorgt ervoor dat GTP wordt omgezet in cyclisch GMP
5. Cyclisch GMP zorgt voor de relaxatie van gladde spiercellen, en dus vaatverwijding
6. Normaal wordt cyclisch GMP weer omgezet in GTP door fosfodiesterase, en dan stopt
de reactie. Maar Viagra is een remmer van deze reactie en zorgt er dus voor dat de
vaatverwijding langer duurt.
Pathways

Ras-eiwit
- Dit eiwit is betrokken bij de celgroei, omdat het PDGFs bevat. Het wordt geactiveerd
door een RTK-eiwit, als er een mutatie optreedt waarbij het reas-eiwit niet meer via
een receptor geactiveerd hoeft te worden kan er ongeremdere celgroei plaatsvinden
wat zorgt voor tumorgroei.

1. RTK-eiwit wordt geactiveerd, door het binden van een dimeer signaalmolecuul wat
zorgt voor autofosforylering van de RTK.
2. Ras-GEF bindt aan de receptor
3. GDP wordt omgezet in GTP
4. Ras-eiwit is in de actieve stand
5. Ras activeert MAP kinase kinase kinase
6. Dit wordt MAP kinase kinase
7. Dit wordt MAP kinase
8. MAP kinase kan veel verschillende processen activeren, genexpressie en eiwit
activiteit.

Cortisol
- Cortisol is belangrijk bij de stimulatie van de glucose aanmaak en bij de afbraak van
eiwitten. Ook is het van belang bij de gen transcriptie.

1. Cortisol diffundeert spontaan door de celmembraan


2. Het bindt intracellulair aan de receptor middels een conformatieverandering
3. Dit complex gaat de celkern in
4. In de celkern gaat het op een gen zitten, op het regulator gedeelte van het gen en
zorgt hier voor de transcriptie start
Pathways

You might also like