Download as odt, pdf, or txt
Download as odt, pdf, or txt
You are on page 1of 4

Nabespreken Kennis Tentamen

Economie
Veel gemaakte fouten

2a) noem 2 onderdelen van de zvw die bijdragen aan toegankelijk maken en hoe draagt het bij.

- Verbod op premiedifferentatie
- Acceptatieplicht voor verzekeraars
- Verzekeringsplicht voor zorgverzekeraars
- Verzekeringsplicht voor standaard basispakket
- Zorgplicht voor zorgverzekeraars
- Risicoverevening tussen zorgverzekeraars
 2 punten noemen die over hetzelfde gaan
De volgende onderdelen kunnen hier worden genoemd:
o Verbod op premiedifferentiatie à zonder dit verbod zouden verzekeraars hun premie
zeer waarschijnlijk differentiëren naar gezondheid. Voor chronisch zieken zou de premie
hierdoor onbetaalbaar kunnen worden. En zonder zorgverzekering bestaat het risico dat deze
mensen de noodzakelijke zorg niet kunnen betalen.

o Acceptatieplicht voor zorgverzekeraars à zonder acceptieplicht zouden verzekeraars


hoge risico’s kunnen weigeren voor de Zorgverzekering. En zonder zorgverzekering bestaat
het risico dat deze mensen de noodzakelijke zorg niet kunnen betalen.

o Verzekeringsplicht voor een standaard basispakket à zonder deze verplichting zouden


mensen ervoor kunnen kiezen om zich niet te verzekeren. En zonder zorgverzekering bestaat
het risico dat deze mensen de noodzakelijke zorg niet kunnen betalen. Dat geldt in het
bijzonder voor mensen met een laag inkomen. Ook vermindert ‘standaardisatie’ van het
pakket de mogelijkheden voor verzekeraars om aan indirecte risicoselectie te doen.

o Zorgplicht voor zorgverzekeraars à deze verplichting zorgt ervoor dat alle


verzekerden toegang hebben tot zorg binnen een redelijke afstand/reistijd.

o Risicoverevening tussen zorgverzekeraars à dit vermindert de prikkels voor


verzekeraars om aan indirecte risicoselectie te doen (bijvoorbeeld door niet de beste zorg in te
kopen

2b) Noem 2 onderdelen van de zvw die bijdragen aan prikkels voor doelmatigheid voor verzekerden

- Vrije keuze van zorgpolis(Obv nominale premie en kwaliteit) : prikkelt verzekerden om een
polis te kiezen met een gunstige prijs/kwaliteit verhouding
- Eigen risico: prikkelt verzekerden om niet onnodig gebruik te maken van zorg
- Verplicht eigen bijdrage
- Lage vergoeding voor niet-gecontracteerde zorg: dit prikkelt verzekerden om gebruik te
maken van aanbieders waarmee verzekeraars een contract hebben afgesloten
De volgende onderdelen kunnen worden genoemd:
o Vrije keuze van zorgpolis (o.b.v. nominale premie en kwaliteit) à dit prikkelt
verzekerden om een polis te kiezen met een gunstige prijs/kwaliteitverhouding.

o Eigen risico à dit prikkelt verzekerden om niet onnodig gebruik te maken van zorg.
(NB: met het risico dat verzekerden ook minder gebruik maken van noodzakelijke zorg.)
o Verplichte eigen bijdragen à zie toelichting bij eigen risico.

o Vergoeding niet-gecontracteerde zorg à dit prikkelt verzekerden om gebruik te maken


van aanbieders waarmee verzekeraars een contract hebben afgesloten. (NB: onder de
veronderstelling dat deze aanbieders gemiddeld genomen doelmatiger zijn dan niet-
gecontracteerde aanbieders draagt deze prikkel bij aan de doelmatigheid van zorg.)

2c) noem 2 onderdelen van de zvw die zorgverzekeraars

- Keuzevrijheid voor verzekerden


- Financieel risico voor verzekeraars: dit prikkelt verzekraars om aan kostenbeheersing te doen
bijvoorbeeld, door de kosten van eigen bedrij
- Risicoverevening: bij een goede risicoverevening is het voor zorgverzekeraars niet
aantrekkelijk om aan risicoselectie te doen
De volgende onderdelen kunnen worden genoemd:
o Keuzevrijheid voor verzekerden à dit prikkelt verzekeraars om in te spelen op de
wensen van verzekerden. Onder de veronderstelling dat verzekerden geïnteresseerd zijn in een
gunstige prijs/kwaliteitsverhouding bevordert dit de doelmatigheid van zorg.

o Financieel risico voor verzekeraars à dit prikkels verzekeraars om aan


kostenbeheersing te doen, bijvoorbeeld door de kosten van de eigen bedrijfsvoering te
minimaliseren en door zorg in te kopen tegen een gunstige prijs.

o Risicoverevening à bij een goede risicoverevening is het voor verzekeraars niet


aantrekkelijk om aan risicoselectie te doen. Om de kosten te verlagen zullen verzekeraars zich
dan moeten wenden tot het verbeteren van doelmatigheid.

2d)
Een belangrijk ‘instrument’ voor zorgverzekeraars om doelmatigheid te bevorderen is het ‘selectief
contracteren’ van zorgaanbieders. Op dit moment zijn er echter verschillende knelpunten in het
Nederlandse zorgstelsel die een effectieve toepassing van dit instrument in de weg staan. Noem twee van
die knelpunten en geef nauwkeurig aan hoe die knelpunten een effectieve toepassing van ‘selectief
contracteren’ in de weg staan.

De volgende punten kunnen hier worden genoemd:


o Hinderpaalcriterium: de vergoeding voor niet-gecontracteerde zorg mag niet zodanig
laag zijn dat het verzekerden hindert naar niet-gecontracteerde aanbieders te gaan. Door deze
bepaling kunnen verzekeraars hun verzekerden minder goed sturen naar gecontracteerde
aanbieders. Dit verzwakt hun onderhandelingspositie ten opzichte van de zorgaanbieders.

o Onvoldoende inzicht in de kwaliteit van zorg: de kwaliteit van zorg is onvoldoende


transparant en inzichtelijk. Dit bemoeilijkt selectief contracteren op basis van kwaliteit (met
als mogelijk gevolg dat hoofdzakelijk wordt gekeken naar kosten, wat weer bijdraagt aan het
vertrouwensprobleem, zie het volgende punt).

o Vertrouwensprobleem: verzekerden en zorgaanbieders hebben onvoldoende


vertrouwen in de verzekeraar als inkoper van zorg. Het beeld bestaat dat verzekeraars vooral
kijken naar de kosten en niet naar de kwaliteit van zorg. Dit vermindert het draagvlak voor
zorgpolissen waarbij gebruik wordt gemaakt van selectief contracteren.
o Imperfecte risicoverevening: ondanks dat het Nederlandse risicovereveningsysteem
zeer geavanceerd is, zijn chronisch zieken gemiddeld genomen verliesgevend voor
verzekeraars (terwijl gezonde mensen gemiddeld genomen winstgevend zijn voor
verzekeraars). Dit ontmoedigt verzekeraars om de beste zorg te contracteren voor chronisch
zieken.

Beleid
In het blok en in het boek van Hans Maarse (2018) worden 5 theoretische modellen van de benadering van
beleid beschreven. Noem er 3 en geef daarbij steeds kort aan welke focus en centrale begrippen in de
betreffende theoretische benadering centraal staan. (max 200 woorden)

o Doelrationele benadering: doelen en middelen hangen nauw met elkaar samen.

o Constructivistische benadering: beleid is niet neutraal maar wordt gevoed door


mensbeelden, het tijdsgewricht, en politieke overtuiging.

o Normatieve benadering: beleid hangt samen met normatieve keuzes en afwegingen.

o Politieke benadering: beleid is de uitkomst van overleg, onderhandelen,


compromisvorming en machtsprocessen tussen belanghebbenden.

o Institutionele benadering: beleid wordt gevormd door geïnstitutionaliseerde denk- en


handelingspatronen: padafhankelijkheid.
Leg in eigen woorden uit hoe theoretische modellen (zoals die van beleid) kunnen helpen om de praktijk te
onderzoeken en te begrijpen, en wat de beperkingen van het gebruik van theoretische modellen zijn. (max.
150 woorden)
- Theoretische modellen helpen om praktijken te begrijpen en daar betekenis aan te geven; je kunt
verklaren waarom iets een bepaalde wending krijgt of een bepaalde uitkomst heeft. Een beperking
van een theoretisch model is dat het versimpelt en je een deelverklaring hebt van hetgeen je wilt
verklaren: bv wel inzicht in de doelrationaliteit van beleid maar niet in de politieke verklaring
ervan
Kies een van de 5 theoretische modellen die je onder a) hebt genoemd uit, en pas die toe op de casus uit
Skipr: wat is hier het probleem, hoe kan het worden begrepen? Leg in je antwoord uit waarom je voor de
betreffende theoretische benadering hebt gekozen om het beschreven probleem van de aanpak van
wachtlijsten te onderzoeken en te begrijpen (max 250 woorden).
- Er zijn dus grote verschillen in wachttijden tussen zieknhuizen, umc's en zbc's, stel de oplossing is
dat wanneer er sprake is van zo'n lange wachttijd bij een patient, deze patient eerst goed wordt
duidelijk gemaakt wat de treeknorm is, en stel dit gebeurd bij elke patient. Dan moeten
zorgverzekeraars ziekenhuizen gaan dwingen sneller de ingrepen/operaties/de zorg te verlenen. Dit
kan gevolgen hebben voor bijvoorbeeld, hoe ziekenhuizen omgaan met mensen die langer in
ziekenhuizen liggen -> die worden weggestuurd omdat er ruimte gemaakt moet worden. Of
gevolgen hebben op de kwaliteit van zorg die ze leveren, omdat alles snel moet. Er kunnen dus
veel gevolgen zijn voor het willen oplossen van het probleem. Ik heb dus gekozen voor een
causale benadering van het beleid.

Rechten
Waar in de Nederlandse Grondwet is het recht op gezondheid opgenomen en beschrijf in eigen worden wat
daar staat. (gebruik maximaal 50 woorden)

- Artikel 22 lid 1 Grondwet (0.5 punt) De overheid treft maatregelen ter bevordering van de
volksgezondheid (0.5 punt)

Availability kent twee soorten van verplichtingen. Welke verplichtingen zijn dit? (gebruik maximaal 50
woorden per verplichting)
- Te verzekeren dat het functioneren van voorzieningen, goederen, diensten van gezondheidszorg en
volksgezondheidprogramma’s in voldoende mate beschikbaar zijn voor de gehele bevolking. (1
punt)

- Te verzekeren dat de ‘underlying determinants of health’, zoals veilig en drinkbaar water, adequate
sanitaire voorzieningen, veiligheid op de werkplek etc. in voldoende mate beschikbaar zijn. (1
punt)
Accessibility kent vier overlappende dimensies. Welke dimensies zijn dit en leg de dimensies uit. (gebruik
maximaal 75 woorden per dimensie)

- Toegankelijk zijn zonder discriminatie (0.5 punt): staten zijn verplicht om een eind te maken
aan de jure en de facto discriminatie in de toegang tot gezondheidszorg en de ‘underlying
determinants’. Op deze manier moet iedereen hiertoe toegang hebben, met inbegrip van kwetsbare
groepen als vrouwen, ouderen, gedetineerden, gehandicapten en mensen behorend tot etnische
minderheden. (0.75 punt)

- Geografisch toegankelijk zijn (0.5 punt): gezondheidsvoorzieningen en ‘underlying determinants


of health’ moeten fysiek binnen het bereik zijn voor alle lagen van de bevolking, ook voor
bewoners van het platteland, en vooral ook voor leden van kwetsbare groepen. (0.75 punt)

- Economisch toegankelijk zijn (betaalbaar) (0.5 punt): de betaling voor diensten van
gezondheidszorg en diensten gerelateerd aan ‘underlying determinants’ moet gebaseerd zijn op het
beginsel van rechtvaardigheid, zodat deze diensten, publiek of privaat gefinancierd, in de praktijk
voor iedereen betaalbaar zijn. (0.75 punt)

- Informationeel toegankelijk zijn (0.5 punt): gezondheidsinformatie moet toegankelijk zijn. Zoals
alle andere diensten van gezondheidszorg moet de toegankelijkheid van informatie consistent zijn
met andere mensenrechten, met inbegrip van het recht op privacy, beroepsgeheim, informed
consent en keuzevrijheid. (0.75 punt)

Quality gaat over een goede kwaliteit van voorzieningen van de gezondheidszorg. Waaraan moet de
voorziening van de gezondheidszorg voldoen om van goede kwaliteit te zijn? (gebruik maximaal 50
woorden)

- Voorzieningen van gezondheidszorg moeten wetenschappelijk onderbouwd zijn, medisch gepast


en van deugdelijke kwaliteit. Het verlangt ook minimumstandaarden voor veiligheid en kwaliteit,
professionele standaarden voor zorgpersoneel, kwaliteitseisen voor geneesmiddelen, hulpmiddelen,
apparatuur, etc. (2 punten

You might also like