Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 20

Naam: ______________________________

Klas: _______________ Nr.: ____________ Vak: wiskunde


Datum: _________/_________/__________ Leerkracht: E. Moons

Oefenbundel
GL3. Rekenen met algebraïsche vormen

Datum WB Gemaakt Verbeterd


GL 3 / R1A Eentermen en veeltermen
_____/_____

GL3 / R1B Getalwaarde berekenen


_____/_____

GL3 / R2 Som en verschil van eentermen


_____/_____ (met RR)

GL3 / R3 Som en verschil van veeltermen


_____/_____

GL3 / R4 Som en verschil van een- en


_____/_____ veeltermen: door elkaar

GL3 / R5 Product van eentermen (met


_____/_____ RR) Macht van eentermen (met RR)

GL3 / R6A Product van een


_____/_____ eenterm/veelterm met een veelterm

GL3 / R6B Product van een


_____/_____ eenterm/veelterm met een veelterm

GL3 / R7A Rekenen met veeltermen: alle


_____/_____ bewerkingen door elkaar

GL3 / R7B Rekenen met veeltermen: alle


_____/_____ bewerkingen door elkaar

Pagina 1 van 20
Pagina 2 van 20
WISKUNDE
GL 3 / R1A Eentermen en veeltermen
REMEDIERING

Datum: _________/_________/__________  Verbeterd

1) Vul de tabel aan.

Eenterm Coëfficiënt Letterdeel

a. −14𝑎

b. 1
𝑎²
2
c. −0,71𝑎³𝑏

d. −9

e. −12 𝑥7𝑦8

f. 5 𝑝4
7
g. −1 𝑛27

h. 𝑒2𝑡5

2) Verbind de gelijksoortige eentermen


𝑎𝑠𝑏 −3𝑎²𝑠𝑏 𝑎 1 5𝑎³𝑠𝑏² 35 −9𝑝4
𝑥²𝑦³
2
• • • • • • •

• • • • • • •
−25𝑎³𝑠𝑏² −117 9𝑎 −8 −27𝑎 𝑎 0
13𝑝3
𝑎𝑠𝑏
9

3) Bereken de getalwaarde van de volgende eentermen.


9𝑧² voor z = -3 −10𝑥³ voor x = -3

−3
6𝑥 5 𝑦 4 voor x = -1 en y = -2 𝑎³𝑏² voor a = -1 en b= 4
10

Pagina 3 van 20
4) Bereken de getalwaarde van de volgende veeltermen.

3𝑥 + 4 voor x= 4 3𝑥 + 4 voor x= -2

3𝑥² + 4 voor x= 0 3𝑥² + 4 voor x= -3

2𝑥 2 − 3𝑥 + 4 voor x=1 2𝑥 2 − 3𝑥 + 4 voor x=-2

−1 9 3 1
9𝑧 2 − 3𝑦𝑧 voor 𝑦 = 3
en 𝑧 = 3 2
𝑥 + 𝑥𝑦 − 𝑦 2 voor 𝑥 = 3 en 𝑦 = 0,25

4𝑥 2 − 𝑥𝑦 voor 𝑥 = 0,5 en 𝑦 = −5 4𝑥𝑦 −


3 5
+ 8 voor 𝑥 = 0,2 en 𝑦 = −2
𝑦2

Pagina 4 van 20
WISKUNDE
GL 3 / R1B Getalwaarde berekenen
REMEDIERING

Datum: _________/_________/__________  Verbeterd

1. Bereken de getalwaarde van de volgende veeltermen.

3𝑥𝑦 voor x= 7 en y=-10 −4𝑥𝑦² voor x= 2 en y=5

5(𝑥 − 𝑦 2 ) voor x= 2 en y= -3 𝑎3 + 𝑏³ voor a = -2 en b = -1

1 3 −1 −2 1 −2 −25
2
(𝑎 + 𝑏 2 ) voor 𝑎 = 2 en 𝑏 = 3
𝑥³𝑦²𝑧 voor 𝑥 = 2; 𝑦 = 𝑒𝑛 𝑧 =
5 5 3

3𝑎2 𝑏 3 − 2𝑐² voor a = 4, b = 1 en c = -3 𝑎4 𝑏 2 − 5𝑐 0 voor a = -1; b = 4 en c = -2

Pagina 5 van 20
2. Duid het juiste antwoord aan.

• De eenterm 3ab² betekent:

0 3 moet vermenigvuldigd worden met het product van a en b²


0 3 moet vermenigvuldigd worden met het kwadraat van ab
0 Het product van 3 en ab moet gekwadrateerd worden
0 De eenterm ab² moet driemaal met zichzelf vermenigvuldigd worden

• De eenvoudigste schrijfwijze van de eenterm (−𝑐). 𝑎. (−𝑏). 𝑎 is:

0 −𝑎2 (−𝑏)𝑐
0 2𝑎𝑏𝑐
0 −𝑎²𝑏𝑐
0 𝑎²𝑏𝑐

• Welk van de volgende producten is NIET gelijk aan −3𝑎𝑏³𝑐:

0 𝑎. 𝑐. 𝑏. (−3). 𝑏²
0 (−3𝑏)³𝑎𝑐
0 𝑎. 3. 𝑏³(−𝑐)
0 (−𝑏). (−𝑏). (−𝑏). 3𝑎𝑐

3. Zoek de regelmaat en vul de volgende reeksen aan.

Reeks 1 𝑎𝑏 2𝑎²𝑏² 3𝑎³𝑏³ _____ _____ _____

Reeks 2 𝑎𝑏²𝑐³ 𝑎²𝑏³𝑐 4 𝑎³𝑏 4 𝑐 5 _____ _____ _____

Pagina 6 van 20
WISKUNDE
GL 3 / R2 Som en verschil van eentermen (met RR)
REMEDIERING

Datum: _________/_________/__________  Verbeterd

1) Vul de rekenregel aan. (Lees WB p. 114)


Om gelijksoortige eentermen op te tellen of af te trekken (herleiden):

____________________________________________________________

____________________________________________________________

2) Herleid volgende veeltermen.

𝑎𝑏 + 𝑎𝑏 + 𝑎𝑏 + 𝑎𝑏 + 𝑎𝑏=

7𝑎 − 3𝑎 + 2𝑎 − 𝑎 =

1 3
2
𝑥𝑦 + 4
𝑥𝑦 − 0,5𝑥𝑦 =

2 3 1
3
𝑎 + 6
𝑎³ =

1
−25𝑎2 𝑏2 + 10𝑎𝑏 − 5𝑎2 𝑏 2 − 2
𝑎𝑏=

𝑥 3 − 4𝑥 3 + 5𝑥 3=

1 3
5𝑥 2 𝑦 + 4 𝑥 2 𝑦 − 2 𝑥²𝑦=

10𝑝3 − 7𝑝³=

𝑎 + 𝑎 + 3𝑎 + 𝑎𝑑 − 4𝑎=

3 1
7
𝑝𝑚4 − 3 𝑚4 𝑝=

−5𝑥𝑦 3 − 𝑥 3 𝑦 + 4𝑥𝑦 3 − 𝑥³𝑦=

Pagina 7 van 20
WISKUNDE
GL 3 / R3 Som en verschil van veeltermen
REMEDIERING

Datum: _________/_________/__________  Verbeterd

1) Bereken de volgende veeltermen.

(2𝑥 + 5𝑦) + (3𝑥 − 2𝑦)=

(5𝑎 − 2𝑏) + (3𝑎 + 2𝑏)=

−3𝑥 4 − (−4𝑥 4 )=

2𝑥 + (8𝑥 − 7𝑥 3 ) + 8𝑥³=

−2𝑥 − 3 − (7𝑥 − 1)=

(3𝑥 + 1) + (𝑥 − 5)=

1 −1 2
𝑎𝑏 2 +( 𝑎 𝑏 − 𝑎𝑏 2 + 5𝑎²𝑏)=
3 3

−(3𝑥 2 + 4𝑥 − 2) − (−𝑥 2 − 3𝑥 + 5)=

(3𝑥 + 1) − (𝑥 − 5)=

−3
−𝑥 2 𝑦 3 − ( 4 𝑥 2 𝑦 3 + 3𝑥 2 𝑦 3 )=

4𝑎𝑑2 − (𝑎𝑑2 + 2𝑎𝑑2 − 4𝑎2 𝑑)=

Pagina 8 van 20
WISKUNDE
GL 3 / R4 Som en verschil van een- en veeltermen: door elkaar
REMEDIERING

Datum: _________/_________/__________  Verbeterd

1) Herleid

3𝑥 2 + 6𝑥 2 =

−2𝑥 3 + 5𝑥 3 =

𝑎4 + 𝑎4 =

𝑦 2 + 3𝑦 2 − 7𝑦 2 =

0,3𝑥 2 − 0,5𝑥 2 + 1,7𝑥 2 =

1 3 2
𝑎+ 𝑎+ 𝑎=
2 4 3

𝑚5 − 3𝑚5 + 7𝑚5 =

1 7
𝑝 − 0,2𝑝7 =
4

(3𝑥 + 1) + (𝑥 − 5)

(−𝑥 + 1) − (8𝑥 + 4)

−(3𝑥 + 1) + (−𝑥 + 5)

(𝑎2 + 𝑎) − (𝑎3 + 𝑎2 + 𝑎)

Pagina 9 van 20
2) Herleid

(2𝑝 + 5) + (3𝑝 − 4)

(2𝑏 2 − 𝑏 + 3) + (𝑏 2 + 3𝑏 + 4)

(−𝑥 2 + 5) − (3𝑥 2 + 5𝑥 − 4)

−3𝑚3 + 2𝑚2 − 4 − (𝑚3 + 2𝑚2 ) + (4𝑚2 − 17)

Pagina 10 van 20
Product van eentermen (met RR) WISKUNDE
GL 3 / R5
Macht van eentermen (met RR) REMEDIERING

Datum: _________/_________/__________  Verbeterd

1. Vul de rekenregel aan. (Lees WB p. 128)


Om eentermen te vermenigvuldigen:

• ______________________________________________________

• _______________________________________________________

Denk aan het product van gelijksoortige machten: 𝑎𝑛 . 𝑎𝑝 = 𝑎𝑛+𝑝

2. Bereken

3𝑥 . (−5𝑥) =

−5𝑎. (−2𝑎2 ) =

2𝑎𝑏 2 . 7𝑎2 𝑏 3 =

−3
4𝑥𝑦 . 𝑥=
4

−1 −7 5 7
𝑎𝑏. 𝑎 𝑏 =
4 12

0,1𝑎2 𝑏2 . (−25𝑎𝑏) =

2 2 −3
𝑎𝑏 . ( 𝑎²𝑏) =
5 7

4𝑥 . (−5𝑦). 0,5 =

1
−3𝑎𝑏 . 5𝑎3 𝑏 2 . 𝑎𝑏 9 =
10

Pagina 11 van 20
3. Vul de rekenregel aan. (Lees WB p. 129)
Om een macht van een eenterm te berekenen:

• ______________________________________________________

• _______________________________________________________

Denk aan het product van gelijksoortige machten: (𝑎𝑛 )𝑝 = 𝑎𝑛.𝑝

(2𝑥)2 = (−5𝑥)3 =

(−3𝑥²)2 = (−7𝑎5 )2 =

−(3𝑏 4 )3 = (−0,1𝑐 7 )5 =

(−𝑥 4 𝑦 2 )4 =
−(−2𝑘 4 )4 =

−(7𝑎3 𝑏)2 =
(−2𝑥𝑦 5 )3 =

(−3𝑥²𝑦 4 )2 =
(−𝑥 8 𝑦 3 )4 =

−(5𝑥 7 𝑦10 )3 =
1 2 5
− (− 𝑎 𝑏³) =
2

4
−𝑥²𝑦 4
( ) =
2 3
2
(− 𝑎𝑏²) =
3

3
1 8 4 3
(− 𝑎𝑏 ) = ( 𝑚6 𝑝7 ) =
3 5

Pagina 12 van 20
WISKUNDE
GL 3 / R6A
Product van een eenterm/veelterm met een veelterm REMEDIERING

Datum: _________/_________/__________  Verbeterd

1) Vul de rekenregel aan. (Lees WB p. 130-131)


Om een eenterm met een veelterm te vermenigvuldigen:

• ______________________________________________________

• _______________________________________________________

Bereken de onderstaande producten.

3𝑥(2𝑥 − 4)

−6𝑎(𝑎 + 3)

(7𝑥³ − 4). (−2𝑥)


=

1 2
− 𝑎(1 − 𝑎²)
2 5
=

3𝑥²(0,4𝑥 2 − 8𝑥 − 2)
=

Pagina 13 van 20
2) Vul de rekenregel aan. (Lees WB p. 131)
Om 2 veeltermen te vermenigvuldigen:

• ______________________________________________________

• _______________________________________________________

Bereken de onderstaande producten.

(𝑥 + 2)(𝑥 − 5)

(4𝑎 − 1)(2 − 5𝑎)

1 2
( 𝑎2 − 3) ( 𝑎3 − 𝑎)
4 5

(7𝑥 2 − 5𝑥 − 3)(−2𝑥 + 3)

(−0,5𝑦 − 2𝑦 2 )(4𝑦 2 − 0,1)

(4𝑥 2 − 5𝑥 2 − 8)(2𝑥 − 1)

Pagina 14 van 20
WISKUNDE
GL 3 / R6B
Product van een eenterm/veelterm met een veelterm REMEDIERING

Datum: _________/_________/__________  Verbeterd

1) Bereken de producten en herleid indien mogelijk.

3(𝑎 + 5)

(𝑎 + 5)(2𝑎 + 7)

−2𝑥(𝑥 + 3)

(−3𝑥 + 5𝑥 3 )(2 − 𝑥 3 )

(8𝑏 2 + 9𝑎). 𝑎𝑏

(10𝑏 3 − 9𝑏 2 )(2𝑎 + 𝑏)

Pagina 15 van 20
2) Bereken de producten en herleid indien mogelijk.

1 1 4
𝑥² ( 𝑥 3 − 6𝑥 2 − )
2 4 7

(𝑎5 − 2𝑎 − 1)(−𝑎3 + 2)

−1
(40𝑎𝑏 − 12𝑎2 𝑏 − 4𝑏) ( 𝑎𝑏³)
4
=

(𝑎3 − 5)(𝑎3 − 1)

2 15
( 𝑥 3 − 2) (27𝑥 2 + )
3 16

−1 2 3
𝑎 𝑏 (27𝑎2 − 9𝑏 3 )
3

(0,2𝑥 + 7)(5𝑥 − 0,3)

Pagina 16 van 20
WISKUNDE
GL 3 / R7A Rekenen met veeltermen: alle bewerkingen door elkaar
REMEDIERING

Datum: _________/_________/__________  Verbeterd

1) Werk uit.

2𝑎2 . 5𝑎²𝑏=

−3𝑥 2 𝑦. (−2𝑥𝑦 2 )=

4𝑎2 𝑦 3 − 9𝑎2 𝑦 3=

2 3 5
3
𝑝 𝑞 . 6 𝑝𝑞 2=

3 1
𝑎𝑏 3 − 𝑎𝑏³=
7 2

−(−2𝑥²𝑦)5=

−3𝑎𝑥 . (−3𝑎𝑥)=

(−2𝑎𝑏)4=

(−2𝑥𝑦²)3 . (2𝑥²𝑦)2 =

(4𝑎2 + 5𝑎²)2 =

5𝑥 2 𝑦 − 15𝑥²𝑦=

−5𝑥𝑦 3 − 𝑥𝑦 3 + 4𝑥𝑦³=

(3𝑑𝑥 3 + 5𝑑𝑥 3 − 10𝑑𝑥³)3 =

Pagina 17 van 20
2) Werk uit.

5(3𝑥 + 10𝑦)=

1 2
2𝑎 + 3𝑏 − 4 𝑎 + 5 𝑏=

1
5𝑥 2 𝑦 3 − 5,5𝑥𝑦 3 + 5 𝑥 2 𝑦 3 − 4,5𝑥𝑦³=

(4𝑎𝑏 − 2𝑏𝑐). 2𝑎𝑏=

(2𝑥 + 5𝑦) − (−3𝑥 + 2𝑦)=

(2𝑥 + 5𝑦). (−3𝑥 2 𝑦)=

(𝑥² + 2)(𝑥² − 5)=

(5𝑎 − 2𝑏) − (3𝑎 + 2𝑏)=

1 2
− 2 𝑥³ (0,1𝑎𝑥 − 5 𝑥)=

2
(0,25𝑝7 − 𝑎²) ( 𝑝3 + 0,1𝑎)=
3

Pagina 18 van 20
WISKUNDE
GL 3 / R7B Rekenen met veeltermen: alle bewerkingen door elkaar
REMEDIERING

Datum: _________/_________/__________  Verbeterd

1) Werk uit

3𝑎𝑏 + 7𝑎𝑏 + 9𝑏𝑐 − 2𝑎𝑏 − 3𝑏𝑐 =

19𝑏 2 𝑐 + 3𝑏𝑐 + (𝑏 2 𝑐 − 3) =

(−3𝑥³)3 =

𝑥. (7𝑥 2 + 13𝑥 5 𝑦) =

13𝑦𝑧 (3𝑎 + 𝑏) =

(2𝑥 + 3𝑧)(2𝑎 + 7𝑏) =

3(𝑎2 + 𝑐 2 + 𝑑2 ) − (7𝑑2 + 9𝑎2 − 5𝑑2 ) =

2
−1
( 𝑎²) . (−7𝑏 3 )2 . (−5𝑎5 ) =
5

Pagina 19 van 20
2) Werk uit

−(14𝑎𝑚 + 17𝑎𝑚) − 3(𝑎 + 𝑚) =

−3𝑝2 (𝑚 − 7) =

(2𝑥 + 1)(3𝑎 + 7𝑏 + 𝑥) =

−3𝑎2 (2𝑚 − 7) + 13𝑎2 𝑚 =

−(−5𝑎2 𝑏 6 𝑡 8 )2 =

−9𝑐 2 + 13𝑐 (𝑐 + 1) =

3𝑦. (7𝑥)2 + 13𝑥 2 𝑦 =

−𝑦 2 (3𝑧 + 𝑐) + 3𝑦 2 𝑧 =

Pagina 20 van 20

You might also like