E. Gnewoesjewa de Levensgeschiedenis Van W.P. Mamalyga (Malygin) - Rustverstoorder in Nederlands-Indië

You might also like

Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 48

E.

Gnewoesjewa
De levensgeschiedenis van W.P. Mamalyga (Malygin) - Rustverstoorder in Nederlands-Indië

In: Bijdragen tot de Taal-, Land- en Volkenkunde 121 (1965), no: 3, Leiden, 303-349

This PDF-file was downloaded from http://www.kitlv-journals.nl

Downloaded from Brill.com02/09/2020 08:41:32PM


via free access
DE LEVENSGESCHIEDENIS VAN
W. P. MAMALYGA (MALYGIN)

,,RUSTVERSTOORDER" IN NEDERLANDS-INDIE *

De schrijfster van onderstaande studie, Elizaweta Iwanowna Gnewoesjewa, is


docente aan de historische faculteit van de Moskouse Universiteit, in het bijzonder
belast met het onderwijs in de geschiedenis van Indonesia. Zij leest Nederlands
en Indonesisch, naast de bekende moderne talen. Van haar hand verscheen in
1962 een boekje, getiteld W strane trjoch tysiatsp ostrowow. — Roeskije
oetsjonyje w Indonezii (In het land der drieduizend eilanden — Russische ge-
leerden in Indonesie), een serie korte biografieen van Russische geleerden, groten-
deels biologen, die in het verleden Indonesie bezochten en hun indrukken van
het land op schrift stelden.
In bijgaand artikel tracht de schrijfster de levensgeschiedenis te reconstrueren
van de Moldavier W. P. Mamalyga (Malygin), die een belangrijke rol heeft
gespeeld in de Lombok-oorlog. Ondergetekende is de schrijfster, zoals ook uit
het stuk blijkt, behulpzaam geweest bij het bijeenzoeken van in Nederland aan-
wezig gepubliceerd materiaal, waarbij hij met name aanzienlijke hulp ontving van
Mevrouw Dr. C. Vreede-de Stuers en de heer A. van Marie, terwijl Mevrouw
H. van Weel-Frankenhuis de gevonden teksten ten behoeve van de schrijfster
heeft overgetypt. Voorts heeft ondergetekende zelf enig summier onderzoek
gedaan in het Hulpdepot van het Algemeen Rijksarchief te Schaarsbergen, dat
reeds belangwekkende resultaten opleverde, maar stellig bij grondiger studie nog
meer gegevens zou opleveren, evenals het Archief van het Ministerie van Buiten-
landse Zaken in Den Haag.
Een foto van Malygin die helaas ongeschikt bleek voor reproduktie kan worden
aangetroffen in een artikel van 'Pala' in Eigen Haard, 28 november 1896, p. 764
e.v. Uit dat artikel, dat ik aan de schrijfster in microfilm toezond, blijkt ook, dat
Malygin, wiens naam door de Indonesiers tot Maligan werd verbasterd, door de
Hollandse soldaten tot ,,Malle Jan" werd omgedoopt.
Tijdens mijn bezoek aan het Vllde Internationale Congres voor Ethnologie
en Antropologie te Moskou (augustus 1964) bleek mij, dat de schrijfster, met
wie ik het genoegen had gehad voor het eerst kennis te maken tijdens het 2Sste
Orientalistencongres, eveneens te Moskou (augustus 1960), intussen er in geslaagd
was een lang artikel te schrijven, dat totdusver alleen in Moldavische vertaling
was gepubliceerd, en wel in het tijdschrift ,,Nistrul", no. 11, 1963, te Kisjinew.
Op mijn verzoek gaf zij my het manuscript te lezen en ik vond het belangrijk

De redactie van de Bijdragen stelt het op prijs dit artikel als belangwekkend
staal van hedendaagse Sovjet historiografie met betrekking tot het vroegere
Nederlands-Indie aan de lezers te kunnen aanbieden in Nederlandse vertaling.
Zij betuigt haar erkentelijkheid jegens de auteur, alsmede aan het Nationale
Comite van Historici van de U.S.S.R. die hun welwillende toestemming tot
deze publikatie hebben gegeven.

Downloaded from Brill.com02/09/2020 08:41:32PM


via free access
304 E. I. GNEWOESJEWA.

en boeiend genoeg om de op het Congres eveneens aanwezige Prof. Dr. P. E.


de Josselin de Jong voor te stellen, het stuk in vertaling in de Bijdragen te
publiceren. Het Nationale Comite van Historici van de U.S.S.R. verklaarde zich,
evenals de schrijfster, met dit voorstel akkoord. De vertaling uit het Russisch
is van de hand van Dr. L. E. L. Sluimers. In overleg met de schrijfster zijn in
het stuk enige niet wezenlijke bekortingen aangebracht.
W. F. WERTHEIM

1. De Sasaks, de Baliers en de Hollanders.

H et eind van de 19de eeuw was voor het kleine Nederland een
periode van grote onrust. Het Koninkrijk ontleende zijn
kracht aan zijn koloniaal bezit. Van zijn kolonien begon het bijzonder
rijke Nederlands-Indie de aandacht van de machtigste staten dezer
aarde op zich te vestigen. Van een deel van Borneo (Kalimantan) had
Engeland, van een deel van Nieuw-Guinea (Irian) Duitsland zich
meester gemaakt.
De Hollandse diplomaten maakten zich vooral zorgen over Duitsland,
dat met volharding en planmatig bezig was zich ,,een plaatsje onder
de zon" te veroveren. In de laatste decennia van de 19e eeuw voerde
Nederland in de archipel koloniale oorlogen. Het was er daarbij op
uit de laatste onafhankelijke gebieden te onderwerpen en zijn positie
daar, waar deze niet al te zeker was, te versterken. Op verschillende
eilanden van de archipel deden zich in steeds toenemende mate anti-
Nederlandse acties voor. Relletjes, opstanden van stammen en natio-
nale bevrijdingsoorlogen deden het koloniale rijk van Nederland op
zijn grondvesten schudden.
In 1958 was ik in de Russische archieven van Buitenlandse Zaken
de rapporten van de Russische consul op Java, Modest Modestowitsj
Bakoenin uit de periode 1894—1899 aan het lezen.
Bij de gebeurtenissen rond de opstand op Lombok dook plotseling
de naam op van de Russische onderdaan Wasilij Malygin. Deze had
aan de opstand deelgenomen, werd na het neerslaan ervan door de
Hollanders gevangen genomen, door de Raad van Justitie te Surabaja
tot 20 jaar gevangenisstraf veroordeeld en tenslotte naar Rusland terug-
gezonden waar hij onder politietoezicht werd gesteld.
De rapporten van Bakoenin getuigen van de goede informaties
waarover hij beschikte met betrekking tot de inzichten en opvattingen
van hoge ambtenaren in Nederlands-Indie en tot de bedoelingen en
plannen der Nederlandse autoriteiten. Zowel in officiele rapporten als

Downloaded from Brill.com02/09/2020 08:41:32PM


via free access
DE LEVENSGESCHIEDENIS VAN W. P. MAMALYGA. 305

in meer persoonlijke brieven aan zijn chef, F. R. von der Osten-Sacken,


sprak Bakoenin bij herhaling van de welwillende houding, die de
Hollanders jegens hem aan de dag legden. Dit scheen ook werkelijk
het geval te zijn. De Hollanders zagen in het tsaristische Rusland, dat
door Bakoenin werd vertegenwoordigd, geen concurrent. Misschien
zagen zij een mogelijkheid om de per soon en de inzichten van de
Russische consul gunstig voor zich te stemmen. In ieder geval ver-
strekten de Hollanders graag informaties aan Bakoenin, welke zij niet
publiceerden of aan andere buitenlandse vertegenwoordigers meedeel-
den. Overigens waren de rapporten van de consul niet de enige bron,
waaruit het Ministerie van Buitenlandse Zaken van het Russische
imperium zich een beeld kon vormen van de gang van zaken in de
Hollandse kolonie. Waardevolle inlichtingen kwamen ook uit Den
Haag. Zo zond de gezant van Rusland in Nederland, K. W. de Stroewe,
een Historische Schets van de Opstand en Oorlog op het Eiland
Lombok in 1894. Het twee delen omvattende stuk was geschreven
door een ambtenaar van het Nederlandse Ministerie van Buitenlandse
Zaken. Deze historische schets gaf niet alleen een uiteenzetting van
de gebeurtenissen uit het verleden, maar had ook ten doel aan te tonen,
dat een Hollandse expeditie tegen Lombok niet kon worden vermeden
en noodzakelijk was.
De schrijver van de schets gaf te verstaan, dat de bevolking van
Lombok, de Sasaks, er reeds lang ellendig aan toe was. Hun stam-
verband was uiteengevallen en tegen de 18de eeuw waren er talrijke
minuscule staatjes, waarin zich feodale verhoudingen ontwikkelden.
Het staat buiten kijf, dat de interne twisten tussen deze dwergstaatjes
het vestigen van de heerschappij van de radja van het buureiland Bali
vergemakkelijkten. Een en ander speelde zich af in de eerste helft van
de 18de eeuw. De autochtone bevolking, de Sasaks, was Islamitisch
en zuchtte onder een dubbel juk, nl. dat van zijn eigen Lombokse
feodale adel en dat van de vreemde stam der Baliers, die bovendien
nog het Hinduisme beleden. De Hollanders schatten, dat er ten tijde
van de dramatische gebeurtenissen in het jaar 1894 in totaal 600.000
Sasaks en circa 75.000 Baliers op Lombok leefden.1
De auteur van de Historische Schets kan geen woorden genoeg
vinden om zijn erbarmen met de onderdrukte Sasaks tot uitdrukking
te brengen. Hij noemt hen voortdurend ,,de ongelukkigen". Al kan
1
Archiw Wnesjnej Politiki Rossii (Archief der Buitenlandse Politiek van
Rusland), inventaris der Kanselarij, acte no. I l l ,,Historische Schets van de
Opstand en Oorlog op het Eiland Lombok", 1894, dl. I, vel 9.

Downloaded from Brill.com02/09/2020 08:41:32PM


via free access
306 E. I. GNEWOESJEWA.

men de oprechtheid der gevoelens van de Hollandse ambtenaar be-


twijfelen, dit doet niets af aan de geloofwaardigheid van de door hem
aangevoerde feiten. De Balische groten waren inderdaad in staat om
in pracht en praal te leven dank zij belastingen en herendiensten van
de door hen onderdrukte Sasaks. De herendiensten namen tot vijf
dagen per week in beslag en de Baliers maakten zich op schaamteloze
wijze meester van de persoonlijke eigendommen der Sasaks. De wreed-
heid van de Balische aristocratie en de steeds toenemende heffingen
op de Sasaks brachten dezen herhaaldelijk in opstand. De Sasaks
rebelleerden in 1855, 1879 en 1882 ,,maar deze opstanden brachten
hen slechts in nog groter ellende. Telkenmale verzwaarden de Baliers
het juk." 2
Op Bali waren er een aantal vorstendommen. De meeste daarvan
erkenden tegen het einde van de 19de eeuw de opperheerschappij van
de Nederlandse kroon; zo ook het staatje Karangasem. Maar omdat
Lombok aan Karangasem onderhorig was konden de Hollanders hun
heerschappij ook tot Lombok uitbreiden. De permanente residentie
van de radja van Karangasem bevond zich op Lombok, maar zijn
stadhouder zetelde op Bali in Karangasem. De permanente Nederlandse
ambtenaar, de resident, vertoefde op Bali. Hij gold tevens als de
resident van Lombok, maar deze functie van hem was, zoals Bakoenin
terecht opmerkte, slechts een formele. Op Lombok kwam de resident
slechts zelden een kijkje nemen. Wanneer hij er echter kwam stuitte
hij op een uitermate vijandige houding van de radja.
Over de radja van Lombok waren de Hollanders ontevreden. Lange
tijd was hij niet bereid de acte van onderwerping aan de Nederlandse
kroon te ondertekenen. Hij kon hiertoe pas door een bijzondere samen-
loop van omstandigheden worden gedwongen. De radja van Lombok,
Anak Gde Ngurah, vulde — zoals de meeste heersers der eiland-
staatjes — zijn middelen van bestaan graag aan met het kapen van
koopvaardijschepen, die langs zijn kusten voeren. De zeeroverstraditie
maakte geen onderscheid tussen Chinese, Indonesische of Europese
schepen. Zijn nonchalance in dit opzicht zou hem duur te staan komen.
Op een goede dag overmeesterde hij een Hollands koopvaardijschip,
dat werd leeggeplunderd. De Hollandse matrozen, die bij dit gewapend
conflict er heelhuids afkwamen, raakten in gevangenschap. De eis van
de koloniale regering om de Hollandse onderdanen in vrijheid te stellen
stuitte bij de radja op dovemansoren. Totdat er een Hollands oorlogs-

2
Ibidem, vel 9 keerz.

Downloaded from Brill.com02/09/2020 08:41:32PM


via free access
DE LEVENSGESCHIEDENIS VAN W. P. MAMALYGA. 307

schip voor de kust van Lombok verscheen en de radja bereidheid tot


praten toonde.
In 1843 sloten de Hollanders met de radja van Lombok hun eerste
verdrag. Grondslag daarvan was de erkenning van het eiland als
behorende tot het gebied dat onder gezag stond van de regering van
Nederlands-Indie. De Hollanders eisten van de radja, dat hij geen
diplomatieke betrekkingen zou aanknopen met enige andere Europese
staat. Zijzelf verplichtten zich daartegenover ,,zich te zullen onthouden
van enigerlei inmenging in de interne aangelegenheden van het eiland." 3
De belangen van de Hollandse kooplui werden ook nooit vergeten. In
het verdrag werd aandacht besteed aan hun bescherming wanneer zij
zich op Lombok zouden willen vestigen.'
Zeer snel lieten de Hollanders duidelijk uitkomen, dat zij ten aan-
zien van de bevolking en van de radja zelf een bevoorrechte positie
innamen. Uit de documenten blijkt zonneklaar, dat de heerser van
Lombok niet het gezag bezat Nederlanders op enigerlei wijze te straffen
of te vervolgen, wanneer zij zich beledigend gedroegen of hun houding
de ontevredenheid der bevolking had opgewekt. In 1887 verplichtte hij
zich zelfs schriftelijk om alle aanklachten van Lombokkers tegen
Hollanders te onderwerpen aan de jurisdictie van de gouvernements-
rechter. De Nederlanders hadden te Buleleng op Bali een landraad
in het leven geroepen.
Maar ook na de ondertekening van dit verdrag lieten de betrekkingen
tussen de Hollanders en de radja van Lombok te wensen over. De
Hollanders hadden gegronde reden om hem van onoprechtheid te
verdenken. Ofschoon hij het verdrag had ondertekend, dacht de radja
er niet aan het na te komen. Het vreemde gedrag van de heerser bleef
voor de Hollanders niet verborgen. „. . . . Hij probeert steeds zich te
onttrekken aan de verplichtingen, die het politieke tractaat hem oplegt" 4
schreef de auteur van het Overzicht. De radja en zijn raadgevers
begonnen het verzet tegen de Hollanders voor te bereiden. Ze voelden
zich door het door hen ondertekende verdrag bezwaard en namen,
vermoedelijk terecht, aan dat dit slechts het begin was van een ernstiger
en erger onderwerping.
Aan het eind van de 19de eeuw was Ratu Agung Gde Ngurah
Karangasem radja van Karangasem. Hij was al erg oud en liep naar
de mening van de Hollanders geheel en al aan de leiband van zijn

3
Ibidem, vel 7.
4
Ibidem, vel 7 keerz.

Downloaded from Brill.com02/09/2020 08:41:32PM


via free access
308 E. I. GNEWOESJEWA.

zoon Anak Agung Made. 5 De oude radja had bij een aantal vrouwen
verschillende zonen. Vermoedelijk bij zijn eerste vrouw had Agung
Gde Ngurah een zoon Anak Agung Ktut, die door de Hollanders als
,,wettig" werd beschouwd. Maar de lievelingszoon van de radja was
Anak Agung Made. Deze was energiek, dapper en onvervaard. Hij
bezat ridderlijke deugden en ridderlijke ondeugden, met name zijn
tomeloosheid, arrogantie en onvermogen om af te wachten of te wijken.
Zijn vader stelde volledig vertrouwen in hem en zolang de heerser
nog leefde was Made de feitelijke regent. Hij had de Hollanders door
en haatte hen. Deze koesterden jegens hem dezelfde gevoelens. Op
iedere denkbare manier chicaneerden zij Made als zijnde een ,,onwettige"
zoon en in officiele documeflten — memoranda en ultimata — ver-
heelden zij hun gevoelens jegens hem niet.
Stadhouder van de radja van Lombok op Bali was vanaf 1891 de
aanzienlijke Balische aristocraat Gusti Djelantik. Deze wilde voor geen
geld ter wereld in een persoonlijk conflict met de Hollanders geraken.
Maar dit belette hem niet om met de Balische radja's tegen radja
Karangasem te intrigeren en de laatste ertoe op te stoken om beslis-
sende stappen tegen de Hollanders te ondernemen.
Zoals gezegd hadden de Hollanders op Lombok geen resident, laat
staan een garnizoen. Ofschoon voorshands niemand Agung Gde Ngurah
een strobreed in de weg legde bij het onderdrukken en plunderen
zijner onderdanen, bezwaarde de illusoire onderhorigheid aan de Hol-
landers hem en droomde hij ervan zich daarvan te kunnen ontdoen.
Bakoenin beschrijft de radja als een ,,rusteloze en eerzuchtige oude
heer" die bovendien de illusie koesterde een eind te kunnen maken
aan ieder uiterlijk teketi van onderhorigheid aan de Hollanders. De
radja bouwde in allerijl een oorlogsvloot op, kocht tegen zeer hoge
prijs drie of vier vervallen schepen en begon wapens uit Singapore
te betrekken. Eveneens in Singapore ving hij aan met het voeren van
diplomatieke onderhandelingen — via zijn vertrouwensman — met
vertegenwoordigers van andere staten, blijkbaar consuls van Europese
landen. Hij beklaagde zich over de Hollanders en had er niets tegen
om —•• natuurlijk als tijdelijke stap — de souvereiniteit van onver-
schillig welke andere Europese staat dan ook te erkennen, ,,wanneer
de door hem verfoeide Hollanders maar zouden worden verdreven."

5
Deze naam kan men als volgt ontcijferen:
,,Anak" = ,,Zoon"
,,Made" = ,,Tweede"
,,Agung" = een titel, die ,,Groot" betekent.

Downloaded from Brill.com02/09/2020 08:41:32PM


via free access
DE LEVENSGESCHIEDENIS VAN W. P. MAMALYGA. 309

2. De onderhandelingen en het ultimatum.

Teneinde de toestand op Lombok in het reine te brengen werd de


Nederlandse resident derwaarts gezonden. Maar de radja weigerde
hem te ontvangen en gedurende zijn verblijf op Lombok kreeg de
resident de Lombokse heerser dan ook niet te zien. Maar in plaats
daarvan deed de resident hier een ontstellende ontdekking. Hij kwam
erachter, dat Agung Gde Ngurah een Engels schip had gecharterd
om wapens uit Singapore te vervoeren. De Hollanders hadden reeds
in 1876 bij speciale verordening de invoer van wapens naar de archipel
zonder voorafgaande toestemming uit Batavia verboden. En het was
wel wat boud te veronderstellen, dat de Lombokse heerser geen weet
van deze verordening had. Maar de heerser van Karangasem trok zich
van het protest van de resident niets aan en de benodigde wapens
werden verder op Maleise schepen aangevoerd. De Hollandse ambte-
naar slaagde er ook in te weten te komen, dat de een of andere Arabier
uit Lombok naar Singapore was gezonden met een speciale missie om
hulp te vragen. In Singapore werden twee schepen aangekocht. De
regering in Batavia, die op haar hoede was, gaf de radja onmiddellijk
te verstaan, dat zij niet kon toestaan, dat deze twee schepen als oorlogs-
schepen zouden worden uitgerust. Toen deze twee schepen voor de kust
van Lombok aankwamen, lag daar dan ook een Nederlands schip. De
kapitein van dit schip wenste de gearriveerde vaartuigen te door-
zoeken. Hij kreeg een weigerend antwoord, hetgeen als een ongehoorde
brutaliteit werd opgevat.
Op dat ogenblik, in februari 1892, eiste de resident dan ook een
nadere verklaring van de Lombokse heerser. Er volgden nu onder-
handelingen waarbij de oude sultan zich niet vertoonde. Zij werden
door Anak Agung Made gevoerd. Alle toelichtingen werden door de
resident als onvoldoende beschouwd. De resident, die kennelijk een
document in handen wilde hebben, bracht nu al zijn klachten en eisen
schriftelijk bij de radja naar voren. Er volgde een antwoord ,,dat nog
ontwijkender was" en ,,in zeer hooghartige termen" was gesteld. Er
was op Lombok nauwelijks iemand die — tenminste op dat ogenblik —
een gewapend conflict met de Hollanders wenste. Daarom verwittigde
de radja van Lombok de Hollanders van zijn voornemen om een
gezantschap naar Batavia te zenden om daar te onderhandelen. De
Hollanders weigerden echter dit voorstel te aanvaarden ,,zowel van-
wege het gedrag van de radja jegens de resident als vanwege de
onvoldoende opheldering die hij ons in antwoord op onze klachten had
Dl. 121 21

Downloaded from Brill.com02/09/2020 08:41:32PM


via free access
310 E. I. GNEWOESJEWA.

verstrekt". Het relaas van een Hollandse ambtenaar over het verdere
verloop van de gebeurtenissen doet denken aan de oude fabel van de
ooievaar en de vos, die elkaar te eten uitnodigden.
In juli 1893 zond Batavia een ambtenaar naar de radja van Lombok
met een schrijven van de koloniale regering. Onder het een of andere
nietige voorwendsel Het men de ambtenaar echter vijf dagen wachten.
Het eind van het lied was, dat noch de ambtenaar, noch de brief
werden binnengelaten.
In januari 1894 Het de radja de resident van Bali en Lombok weten,
dat hij bereid was het schrijven, dat de regering te Batavia hem zeven
maanden tevoren had doen toekomen, in ontvangst te nemen. Maar
nu weigerden de gekrenkte Hollanders — stel U voor, de Lombokse
radja had niet eens verontschuldigingen aangeboden — hem de brief
te overhandigen. Het was duidelijk, dat de Hollanders in 1894 tot het
besluit waren gekomen tussenbeide te komen ter bescherming van de
Sasaks, ,,de onderdrukte en mateloos getergde bevolkingsgroep".
De gouverneur-generaal deed de radja via de resident een ultimatum
toekomen, waarin de volgende eisen waren vervat:
1. Verontschuldiging voor het krenkende gedrag.
2. De belofte zich te onderwerpen aan de bevelen van de gouverneur-
generaal met betrekking tot de wapeninvoer en de uitrusting van
oorlogsschepen.
3. De bereidheid om bemiddeling van de resident te aanvaarden en
zich aan diens beslissing te onderwerpen.
4. Uitlevering van Anak Agung Made, die als de aanstoker van alle
onrust werd beschouwd.6

Op 14 juni 1894 meldt Bakoenin, dat de Hollanders omstreeks de


eerste juli een militaire expeditie tegen Lombok voorbereiden. De
Hollanders maakten van deze gebeurtenis geen geheim en Bakoenin
gaf een nauwkeurig overzicht van de omvang der expeditie: 3200 man
met artillerie, J4 eskadron cavalerie en 1900 koelies voor het dragen
van lasten, proviand enz. Dit detachement zou nog worden versterkt
met landingstroepen. Echter zou ook in dit geval de totale sterkte het
getal van 3800—4000 man niet overschrijden. Bakoenin was van oor-
deel, dat de onderneming ,,ietwat riskant" 7 was. Het enige dat de
Hollanders van Lombok wisten was, dat het een bergachtig land was.
6
Ibidem, vel 11 keerz., vel 12.
T
AWPR inventaris II Departement, no. 1-5, categorie II, 1894, acte 1 t/m 7,
vel 37-vel 37 keerz., Rapport uit Batavia van de consul M. Bakoenin.

Downloaded from Brill.com02/09/2020 08:41:32PM


via free access
DE LEVENSGESCHIEDENIS VAN W. P. MAMALYGA. 311

Het terrein hadden zij slecht verkend. Van de eigenschappen van hun
tegenstanders waren zij echter goed op de hoogte. ,,Volgens de ge-
tuigenis van de Hollanders zelve" — zo schreef Bakoenin — ,,munt
de vijand uit door voortreffelijke militaire eigenschappen. Hij zal dan
ook naar alle waarschijnlijkheid heftige tegenstand bieden." Verder
schreef de consul: ,,De vijand beschikt over een aanzienlijke strijdmacht
van ongeveer 1800 man bewapend met magazijngeweren en circa 60
kanonnen, waarvan echter het merendeel van verouderde makelij is." 8
Maar deze laatste omstandigheid zou, naar de mening van Bakoenin,
toch geen gemakkelijke overwinning verzekeren, daar hij van oordeel
was, dat het Nederlandse detachement dat ter onderwerping van
Lombok zou worden uitgezonden uiterst gering in mankracht was.
Bij de beschrijving van de grootste stad op Lombok, Mataram, liet
Bakoenin duidelijk uitkomen, dat haar verovering de Hollanders moeite
zou kosten. ,,In Mataram is ieder afzonderlijk huis omgeven met hoge
muren. Bovendien ligt in het centrum van de stad de ,,kraton" oftewel
het binnenhof met het paleis van de sultan, dat door muren en ver-
schillende concentrische hoge wallen van leem wordt omgeven." 9 De
Hollanders koesterden de verwachting, dat de Sasaks, misnoegd over
de Baliers als zij waren, hun bij de verovering van Lombok aanzienlijke
hulp zouden bieden. Bakoenin was hiervan echter niet overtuigd. ,,Over
de Sasaks. . . . is slechts heel weinig bekend", zo schreef hij.
De termijn waarna het ultimatum zou aflopen was drie dagen. Maar
na drie dagen had de resident geen enkel antwoord ontvangen. Toen
verliet hij het eiland, en de gouverneur-generaal gaf bevel een militaire
expeditie naar Lombok voor te bereiden.
Omstreeks dat ogenblik werd de voorzichtige gouverneur-generaal,
Pijnacker Hordijk, vervangen door de energieke Van der Wijck. Deze
voerde de onderwerping van Lombok in zijn schild als een middel tot
versterking van het Nederlandse gezag. Zulks werd door Bakoenin
gerapporteerd, waarbij hij zich beriep op een uitermate goed ingelicht
persoon, namelijk de adjudant van de gouverneur-generaal, Kroll. Met
een openhartigheid die Bakoenin verbijsterd deed staan vertelde Kroll
hem over de expeditie, die tegen Lombok werd voorbereid. ,,Onderwijl
is de expeditie tegen Lombok noodzakelijk geworden omdat de kwade
trouw van de sultan en zijn totdusver straffeloos gebleven brutale

8
Ibidem, vel 37 keerz.
9
Ibidem. Bakoenin noemt de radja van Lombok ten onrechte een sultan.
Sultans werden slechts die heersers genoemd, die de Islam beleden. De Balische
radja's waren Hindus.

Downloaded from Brill.com02/09/2020 08:41:32PM


via free access
312 E. I. GNEWOESJEWA.

houding jegens de Nederlanders niet langer kunnen worden getolereerd


zonder dat het prestige van het Nederlandse gezag ernstige schade
zou lijden, een prestige, dat in het oostelijke deel van Nederlands-Indie
reeds een aanzienlijke knauw heeft gekregen. Dit gaf de adjudant van
de gouverneur-generaal kapitein Kroll mij in een gesprek te kennen." 1 0
Teneinde de bereidheid tot het sluiten van een compromis bij de
Lombokkers bij voorbaat uit te sluiten had men de bewoordingen,
waarin de artikelen van het ultimatum waren gesteld, van te voren
zorgvuldig overwogen, zodat de radja het niet zou kunnen aanvaarden.
De pagina's van de koloniale Hollandse kranten wijdden steeds
meer aandacht aan de stand van zaken op Lombok. De Hollanders
met wie Bakoenin in gesprek kwam hidden zich slechts met een aan-
gelegenheid bezig, namelijk de militaire expeditie tegen Lombok.
Allen begrepen, aldus schreef Bakoenin, dat een overwinning op
deze kleine eilandstaat het prestige van Holland zou doen toenemen.
Maar men had een overwinning in gedachten door middel van een
direct toe te brengen krachtige beslissende slag. De Hollanders wensten
geen langdurige oorlog. Bakoenin duidde vrij nauwkeurig aan, waar-
over zij zich zorgen maakten. Afgezien van de aanzienlijke financiele
offers, die een zich voortslepende oorlog zou eisen, zou deze op een
volledige mislukking kunnen uitlopen. En in dat geval zou Lombok
een tweede Atjeh kunnen worden, 11 d.w.z. de haard van een per-
manente oorlog. 12

3. Wie was Malygin? Een paket uit Amsterdam. Een tovenaar uit
Bessarabi'e wordt adviseur van de ,,sultan" van Lombok.

In zijn rapport noemt Bakoenin voor het eerst de naam Malygin.


Hij schrijft, dat er zich aan het hof van de Lombokse ,,sultan" een Rus
bevindt, ,,een zekere Malygin of Mamalygin" die verschillende op-
drachten voor de sultan uitvoert, zelfs van diplomatieke aard. In 1892
vervoegde hij zich namelijk met een brief van de sultan bij de resident
van Bali, maar de Nederlandse ambtenaar had hem toen niet willen
ontvangen en de brief evenmin aanvaard. Bakoenin hoorde het een
en ander over deze Rus van de Belgische consul en van een Hollander,

10
Ibidem, vel 42.
11
Atjeh was een staat op Noord-Sumatra waarmede de Hollanders sinds 1873
in oorlog waren.
12 AWPR inventaris II Departement, no. 1-5, categorie III, 1894, acte 1 t/m 7
vel 40 keerz.

Downloaded from Brill.com02/09/2020 08:41:32PM


via free access
DE LEVENSGESCHIEDENIS VAN W. P. MAMALYGA. 313

het lid van de Raad van Indie Van Riewerts.* Zij kenden echter de
achternaam van deze Rus niet.
Een derde per soon, kennelijk een Hollander, die Malygin ongeveer
een maand tevoren, d.w.z. in mei 1894 in Singapore had gezien, waar
hij kruit en paarden voor de sultan kocht, deelde Bakoenin diens naam
mede. En toen schoot het Bakoenin te binnen, dat enige jaren tevoren
een Rus van dezelfde naam dienst had gedaan bij de Chinese douane
te Kanton. De consul nam aan, dat het hier om een en dezelfde persoon
ging. Wie was dan toch deze raadselachtige Rus?
De rapporten van Bakoenin waren belangwekkend en gedetailleerd,
maar desondanks bleef mij nog heel wat onduidelijk. Bakoenin verwees
in zijn latere rapporten meermalen naar een artikel in een te Surabaja
uitgegeven Hollandse krant. Het was namelijk zo, dat dat hoofdartikel
het hem — zo meende hij — moeilijk maakte om voor Malygin, die
toen was gearresteerd, in de bres te springen. Natuurlijk zou het
kunnen zijn, dat die krant, die aan het eind van de vorige eeuw in
Surabaja werd uitgegeven, in onze boekerijen als een min of meer
gelukkig toeval te vinden was. Maar mijn zoeken had geen resultaat.
Op het 2Sste Internationale Orientalistencongres, dat in 1960 te
Moskou werd gehouden, maakte ik kennis met de hoogleraar Wertheim
van de Amsterdamse universiteit. Ik vroeg hem mij behulpzaam te zijn
bij het zoeken naar het artikel in het ,,Soerabaiasch Handelsblad".
Zoals ik wel had kunnen veronderstellen had professor Wertheim tot-
dusver nog niets over Mamalyga-Malygin gelezen of gehoord. In de
tijd dat de dramatische gebeurtenissen op Lombok zich afspeelden
puilden de Hollandse dagbladen en tijdschriften letterlijk uit van
artikelen over Malygin en zijn aandeel in de opstand. In het boek van
Cool De Lombok Expeditie 13 dat heet van de naald was geschreven,
wordt Malygin eenmaal genoemd. Maar de tijd verstreek en deze
Russische naam geraakte bij de Nederlandse historici in vergetelheid.
Ik schreef professor Wertheim alles wat ik van Malygin wist en
op zijn beurt stelde hij zijn medewerkers in kennis met mijn brief en
mijn moeilijkheden. In Nederland begon men in oude kranten en tijd-
schriften te zoeken en reeds in januari 1961 ontving ik een pakket uit
Amsterdam. Daarin vond ik de op een schrijfmachine getypte uitspraken

* [Deze naam klopt waarschijnlijk niet; wij zijn er niet in geslaagd hem in de
Regeringsalmanak te traceren. W. F. W.]
13
W. Cool, De Lombok Expeditie, Den Haag, 1896, biz. 292.

Downloaded from Brill.com02/09/2020 08:41:32PM


via free access
314 E. I. GNEWOESJEWA.

van het Hooggerechtshof van Nederlandsch-Indie in de zaak Malygin,*


fotokopieen van artikelen in het ,,Soerabaiasch Handelsblad" en in het
in Nederland uitgegeven weekblad ,,Eigen Haard".
Enige tijd later toen hij in de Nederlandse regeringsarchieven werkte,
vond professor Wertheim in het koloniaal archief te Schaarsbergen
(hulpdepot van het Algemeen Rijksarchief) rapporten van de Neder-
landse consul-generaal in Singapore aan zijn regering over wapen-
aankopen door Malygin, een brief van Malygin aan Bakoenin uit de
gevangenis in Surabaja en andere documenten. In zijn brief gaf profes-
sor Wertheim nog een serie interessante aanvullende inlichtingen.
Al dit materiaal droeg ertoe bij, dat ik mij een beeld kon vormen
van het proces en de uitspraak tegen Malygin en de algemene gesteld-
heid van de openbare mening in Batavia en Den Haag ten opzichte
van de ,,arglistige Rus". Veel van het karakter, het optreden en zelfs
van de geestesgesteldheid van Wasilij Malygin werd mij duidelijk.
Wasilij Pantelejmonowitsj Mamalyga werd op 20 mei 1865 in het
dorp Pasjkany in Bessarabie, thans Moldavische Sowjet-republiek,
geboren. 14 Zijn achternaam russificeerde hij tot ,,Malygin". Zo noemde
hij zich altijd en ondertekende hij. De Indonesiers en Hollanders
verbasterden deze naam tot ,,Maligan" of ,,Malingan". In zijn boek x 5
voorziet Bakoenin hem, wanneer hij de gebeurtenissen op Lombok
beschrijft, van een andere voor- en achternaam zonder echter zijn
vadersnaam te wijzigen. ,,Laten wij hem maar Wissarion Pantelejmono-
witsj Paparyga noemen", zo schrijft hij. Hij noemt hem ook wel
,,Parygin". Bakoenin schrijft niet dat dit de naam van de persoon in
kwestie is maar zegt slechts dat hij, Bakoenin, hem aldus noemt. 16
* [Hooggerechtshof, arrest van 22 nov. 1895, Indisch Weekblad van het Recht,
no. 1695; Hooggerechtshof, arrest van 26 mei 1897, Het Recht in Ned. Indie,
dl. 68 (1897), p. 378-385. W. F.W.]
14
In de documenten van de politie wordt als geboortedatum van Wasilij
Pantelejmonowitsj Mamalyga aangegeven 20 maart 1865. Maar de medewerkers
aan het Historisch Staatsarchief van de Moldavische Socialistische Sowjet-
Republiek hebben vastgesteld dat ,,20 maart" een verschrijving is. Het is deze
medewerkers gelukt het doopboek (,,kondika metritsjej") van de Kerk der
Verheerlijking (Preobrazjenskaja Tserkowj) der dorpen Perena en Pasjkany
op te sporen. Hierin bevindt zich een aantekening over de geboorte van de
held van ons verhaal op 20 mei 1865.
15
M. M. Bakoenin, Tropitsjeskaja Gollandija-Pjatj let na ostrowe lave (Tropisch
Nederland — vijf jaren op Java), St. Petersburg, 1902.
18
Ondanks de vrij doorzichtige verbastering van naam en achternaam namen
sommige journalisten Bakoenins publicatie voor zoete koek en verschenen er
van tijd tot tijd artikelen in onze pers over ,,ir. Parygin" of ,,Parygan". Het
gaat hier o.m. om het geschiedverhaal van Ws. Arend, ,,De opstand op
Lombok" in het tijdschrift Wsemirnyj Slcdopyt (Wereld-spoorzoeker), 1930,

Downloaded from Brill.com02/09/2020 08:41:32PM


via free access
DE LEVENSGESCHIEDENIS VAN W. P. MAMALYGA. 31S

De vader van Wasilij, Pantelejmon Konstantinowitsj Mamalyga, was


koster van de dorpskerk. Zijn moeder heette Jekaterina Georgiewna.17
Wasilij Mamalyga had een broer, Dmitrij.
Het leven van de lagere geestelijkheid in een afgelegen negorij
verschilde maar weinig van dat van een boer. Maar uiteraard genoot
de familie een zekere welstand.
Het staat wel vast, dat Wasilij Mamalyga lager onderwijs genoot
in Pasjkany, waar een school was van het type als in die tijd op zulke
plaatsjes gebruikelijk. Wat Wasilij ertoe dreef zijn geboortedorp te
verlaten en hoe hij in China terecht was gekomen is voorshands moeilijk
te zeggen. In tegenstelling tot zijn aan huis en haard verknochte broer
wilde Wasilij niets liever dan verre landen bezoeken. Kennelijk werd
hij verteerd door het vuur dat in alle wereldreizigers, grote en kleine,
brandt. Hij werd in militaire dienst opgeroepen en studeerde na afloop
daarvan mijnbouw. Maar wij weten niet waar en hoe. Volgens Hol-
landse bronnen (de stukken uit het proces tegen Malygin) hield hij
zich enige tijd enthousiast met de mijnbouw bezig. Mineral en en hun
eigenschappen waren hem, zoals we straks zullen kunnen constateren,
goed bekend. Later zullen wij hem aantreffen in China, eerst in
Sjanghai, dan in Kanton, waar hij een functie bij de douane bekleedde.
In zijn boek schrijft Bakoenin, dat Malygin ook in Japan heeft ver-
toefd, maar in zijn rapporten aan zijn regering noemt Bakoenin zulk
een verblijf van Malygin in Japan met geen woord. Ook de Hollandse
bronnen maken hiervan in het geheel geen melding. Een reis van hem
naar Japan zou op zichzelf niets onwaarschijnlijks hebben, maar dat
hij een dergelijke reis inderdaad zou hebben gemaakt mag men nauwe-
lijks aannemen op grond van een terloopse mededeling in het boek van
Bakoenin, waarin men veel onnauwkeurigheden kan aantreffen.

no. 8 en het artikel van Wl. Maksimow, ,,Parygan" in Ogonjok (Vuurtje),


1960, no. 8.
Te midden van een zee van onnauwkeurigheden en bedenksels der auteurs
vindt men in deze publicaties hier en daar een greititje waarheid. In 1961
kwam archivaris W. I. Tsjernych op grond van de acten over de uitwijzing
van de Russische onderdaan W. P. Mamalyga uit Nederlands-Indie, die in
het centrale historische archief in Moskou worden bewaard, tot de conclusie
dat Wissarion Pantelejmonowitsj Paparyga (Paparygin-Parygin) uit het boek
van M. M. Bakoenin en Wasilij Pantelejmonowitsj Mamalyga (Malygin) 6en
en dezelfde persoon waren. Daarover zijn mededelingen van zijn hand ver-
schenen in Woprosy Archiwowedenija (Vraagstukken der Archiefwetenschap),
1961, no. 1 en in het tijdschrift Nedelja (Week), 1961, no. 23.
17
De namen van de vader en moeder van Wasilij Pantelejmonowitsj Mamalyga
zijn vastgesteld door de medewerkers van het Historisch Staatsarchief van de
Moldavische Socialistische Sowjet-Republiek.

Downloaded from Brill.com02/09/2020 08:41:32PM


via free access
316 E. I. GNEWOESJEWA.

Toen hij China vaarwel had gezegd begaf Malygin zich naar Singa-
pore om vervolgens naar Nederlands-Indie over te steken. Het is
mogelijk, dat de drijfveer van deze reizen een verlangen was om een
vermogen te vergaren. Waarschijnlijk met dat doel voor ogen trad hij
in dienst van de een of andere in Surabaja gevestigde firma die zich
met de exploratie naar olie bezighield. Reeds in Singapore had Malygin
kennis gemaakt met Cragley, een ,,Eurasier", d.w.z. gesproten uit een
gemengd huwelijk van een Europeaan met een Aziatische vrouw, in
dit geval blijkbaar een Indonesische. Cragley woonde op Lombok, Hep
in Indonesische kleren rond en voerde opdrachten uit voor de Balische
radja tevens ,,sultan" van Lombok. Het is mogelijk, dat Cragley ook
degeen is geweest, die ertoe heeft meegewerkt dat Malygin naar
Lombok kwam. Deze kwam voor het eerst naar Lombok in 1892 in
de hoop er een mijnbouwconcessie te kunnen bemachtigen. Hij was
toen 27 jaar. Hij maakte zich snel vertrouwd met de toestand op het
eiland en voerde meermalen gesprekken met de radja, diens zoons,
met vorst Djelantik en andere invloedrijke personen op Lombok.
Voor de radja en zijn hovelingen werd Wasilij Malygin zeer snel
een man van groot gezag. Hij slaagde erin alien te overtuigen dat hij
in het bezit was van bovennatuurlijke krachten. Natuurlijk betekende
de bewering dat hij alles kon doen waartoe anderen niet in staat waren
en zelfs water kon laten branden op zichzelf niet veel. Zelfs aan een-
voudigen van geest als de Baliers en Lombokkers uit die dagen waren
moest men dat kunnen bewijzen. Maar dat was een kleinigheid, waartoe
hij bereid was. Men kwam met een vat vol water aandragen. Wasilij
Malygin boog zich over dat vat heen onder het brabbelen van woorden,
die de aanwezigen niet konden verstaan, naar alle waarschijnlijkheid
uit een Moldavisch gezegde of lied. Men had die scene moeten zien.
De hele schare hovelingen verdrong zich rondom het vat. Op hun
gezicht kon men een hele scala van gevoelens waarnemen: wantrouwen,
angst maar vooral nieuwsgierigheid. Maar Malygin slaagde er onder-
tussen in ongemerkt een stukje natrium in het water te gooien en een fel
licht vlamde uit het vat op. Het valt ons moeilijk ons het enthousiasme,
dat zich van deze Balische groten meester maakte voor te stellen. Er
was een wonder gebeurd! En nadat hij zijn kunsten ook met fosfor
had voortgezet werd Malygin benoemd tot raadgever en naaste mede-
werker van de radja. Men vertrouwde hem de meest verantwoordelijke
opdrachten toe.
Ook ernstiger lieden hadden wel eens hun toevlucht tot dergelijke
hocuspocus genomen als middel om hun leven te beschermen of hun

Downloaded from Brill.com02/09/2020 08:41:32PM


via free access
DE LEVENSGESCHIEDENIS VAN W. P. MAMALYGA. 317

orders snel uitgevoerd te krijgen. Wij noemen hier slechts een man
van de wetenschap als Mikloecho-Maklaj.* Wij kunnen Malygin dan
ook niet wegens dit onschuldig bedrog veroordelen, te minder omdat
hij het vertrouwen dat de Indonesiers in hem stelden nooit te hunnen
nadele heeft misbruikt.
Het duurde niet lang of Anak Gde Ngurah zond zijn nieuwe raad-
gever met een diplomatieke missie naar de Hollandse resident op Bali.
Ook op Bali kreeg hij vrienden. Men kon Malygin nu eens op Bali,
dan weer op Lombok aantreffen. Zijn oorspronkelijke plannen om een
mijnconcessie te bemachtigen of wel om in snuisterijen te handelen,
Het hij varen ten gunste van een activiteit, die slechts weinig met handel
van doen had, ofschoon Malygin ook aankopen deed. In opdracht van
de heersers van Lombok reisde hij blijkbaar herhaaldelijk naar Singa-
pore, waar hij paarden, wapens en munitie kocht. Van zijn laatste
operatie kunnen wij ons een vrij gedetailleerd beeld vormen omdat die
haar uitdrukking heeft gevonden in het arrest van een Nederlands
gerechtshof.

4. De geheimsinnige reis van de schoener ,,The Pride of the Ocean".


We kunnen de door Malygin voor de rechtbank afgelegde ver-
klaringen niet geheel en al vertrouwen. Hij probeerde de rechters zijn
onschuld voor te houden, liet vaak een bepaalde versie varen om
schielijk met een ander bedenksel voor de dag te komen. Zijn ver-
klaringen waren verward en op zijn zachtst gezegd naief. Voor dit
alles kan men slechts een uitleg vinden: hij wenste een strenge straf
te ontgaan. Meer waarschijnlijk en logisch is de analyse, die de Neder-
landse justitiele organen van het optreden van Malygin geven. Derhalve
kunnen wij op grond van de door de Nederlandse juristen opgestelde
documenten en van de verwarde verklaringen van Malygin zelf vast-
stellen hoe de gebeurtenissen in de zomer van 1894 zich hebben
afgespeeld.
In april 1894 arriveerde Malygin in Singapore. Hier kocht hij een
grote partij wapens. Om deze naar Lombok te vervoeren richtte hij
met een Noor, Danielzen, en drie Engelsen, Holmes, Paige en nog
iemand, wiens naam nergens werd genoemd omdat hij tijdens de reis

[N. N. Mikloecho-Maklaj (1846-1888) was een beroerad Russisch natuur-


onderzoeker, de eerste geleerde die een studie maakte van de levenswijze der
Papoeas. Een biografische schets verscheen van de hand van Margaretha
Ferguson, 'Tamo Russ, de gast uit Rusland', in De Nieuwe Stem, Jrg. 16
(1961), p. 391 e.v. W. F.W.]

Downloaded from Brill.com02/09/2020 08:41:32PM


via free access
318 E. I. GNEWOESJEWA.

verdronk, een maatschappij op. Men laadde het schip met kisten vol
geweren en patronen (niet minder dan 103 geweren en 10980 scherpe
patronen). 18 Aan nieuwsgierigen vertelde men, dat het schip ter parel-
visserij naar Nieuw-Guinea koers zou zetten. Om de mensen een rad
voor ogen te draaien stelden zij voor deze. zaak zelfs een notariele
acte op. Deze voorzichtigheid was wel gewenst gezien het feit, dat de
Hollandse consul de verdachte schoener letterlijk geen ogenblik uit
het oog verloor. 19
De schoener stelde niet veel meer voor dan een erbarmelijk schuitje.
Ze heette ,,The Pride of the Ocean", maar dit was, zoals Malygin
ironisch voor de rechtbank opmerkte, niet in overeenstemming met
de feiten. Hij omschreef het type van het schip (een Chinese jonk, een
zg. tongkang) en noemde zelfs de prijs (niet meer dan 500 dollar).
De missie van Malygin was weliswaar geheim, maar zijn verdachte
activiteiten bleven voor de Hollandse consul niet verborgen. Op 27 april
1894 schreef deze in een geheime missive naar Batavia, dat het individu,
dat zojuist in Singapore was gearriveerd, vroeger ook opdrachten voor
de Lombokse vorst had uitgevoerd. Thans echter noemde hij zich bij
verschillende namen en gaf hij er de voorkeur aan geen twee nachten
op een en dezelfde plaats door te brengen. Bovendien had Malygin
ditmaal de beschikking over grote sommen gelds. De consul nam aan,
dat de schoener werd volgeladen met kanonnen en munitie. Derhalve
wisten de Hollanders, dat een schoener vol oorlogsmateriaal de haven
van Singapore was uitgevaren.
Het vaartuig zette koers naar Lombok, maar behalve Malygin was
er niemand op het schip, die daar ooit was geweest. Reeds dit feit
stempelde hem tot de hoofdpersoon van de expeditie. Voor de rechtbank
verheelde Malygin niet, dat hij enige malen (volgens zijn zeggen twee
keer) op Lombok was geweest. Maar dit zou verband hebben gehouden
met zijn commerciele projecten. Beide malen zou hij een onderhoud
hebben gehad met Anak Agung Ktut en Gusti Djelantik. Deze bekend-
heid met de regeerders en met de toedracht van zaken op Lombok
bracht de Hollanders tot de gerechtvaardigde conclusie, dat de aankoop
van wapens in Singapore en hun vervoer naar Lombok niet tot een
initiatief van Malygin waren terug te voeren, maar door hem ten
uitvoer werden gebracht op wens van de radja van Lombok.
18
Arrest van het Hooggerechtshof van 22 november 1895, Indisch Weekblad van
het Recht, 33ste jrg., no. 1695, 23 december 1895.
18
Volgens de gegevens in het Nederlands Algemeen Rijksarchief, Hulpdepot
Schaarsbergen, medegedeeld aan de auteur door Prof. Wertheim in een
schrijven dd. 28 januari 1962.

Downloaded from Brill.com02/09/2020 08:41:32PM


via free access
DE LEVENSGESCHIEDENIS VAN W. P. MAMALYGA. 319

De zeereis bleek moeilijk. Een der leden van de expeditie liet onder-
weg het leven. Men deed Sampit aan, waar Mohammad Pandi aan
boord werd genomen, en ging ook in Bawean en Sumenep voor anker.
In Sumenep, waar men op 10 juni aankwam, kreeg Malygin het
kersverse nieuws te horen, dat de Hollanders een expeditie tegen
Lombok voorbereidden. De havenmeester, de Hollander de Vassy,
trachtte uit te vinden of er geen smokkelwaar aan boord van de
schoener was te vinden. Malygin, die de besprekingen met De Vassy
voerde, ontkende dit uiteraard maar beging daarbij een onvoorzichtig-
heid. ,,Mijnheer de Vassy, komt U als het U belieft aan boord. U kunt
er zich dan van overtuigen, dat er zich niets aan boord van de schoener
bevindt, dat door de bepalingen niet is toegestaan." Mogelijk heeft
deze bereidheid om de schoener aan een onderzoek te doen onderwerpen
De Vassy ook wel overtuigd, want hij vertoonde zich niet aan boord
van de schoener. Maar het onvoorzichtige zinnetje van Malygin prik-
kelde zijn reisgenoten zeer en bracht hen tot woede. Er ontstond een
woordenwisseling waarbij Holmes zelfs een theepot naar het hoofd van
Malygin smeet. Nadat de schoener Sumenep had verlaten werd de
vracht uit grote kisten in kleine verladen, die geschikt voor transport
war en. De reis bleef moeilijk en de zee was voortdurend stormachtig.
De schoener begon te lekken en bij het eiland Kangean liep de ,,Pride
of the Ocean" op een rif en kreeg zij averij.
Na de twist werden de verhoudingen er niet beter op. Van tijd tot
tijd waren er scheldpartijen, die vrij vaak in een handgemeen eindigden.
Ofschoon men probeerde bij de Hollanders niet op te vallen, was men
genoodzaakt een keer of twee drie langs Hollandse schepen te varen.
Tenslotte bereikte men midden juli de noordkust van Bali. Hier werd
de schoener door de golven op het strand geworpen bij Tedja Kula
in het gebied van Buleleng. De kisten werden direct van boord gehaald
en bijeengebracht in een tuin Taoeke genaamd. Het aan land brengen
en het transport van de vracht gebeurde onder leiding van Malygin.
In de dichtstbijzijnde desa duikelde hij een aantal paarden op waarop
de kisten werden geladen. Malygin vervoerde vervolgens samen met
Paige de vracht naar het landschap Karangasem. Toen zij bij de desa
Kianger * waren aangeland maakten zij halt om uit te rusten. Zodra
Paige in slaap was gevallen liet Malygin hem achter en reed hij
spoorslags naar Karangasem om vervolgens naar Lombok over te
varen. Ik heb de indruk, dat het optreden van Malygin is te verklaren

[Tianjar? W. F.W.]

Downloaded from Brill.com02/09/2020 08:41:32PM


via free access
320 E. I. GNEWOESJEWA.

uit het feit, dat hij erachter was gekomen of het vage gevoel had, dat
de Hollanders hen al maar door op de hielen zaten. De verhouding
met zijn Engelse compagnons was reeds van dien aard, dat het moeilijk
was om tot een gemeenschappelijke beslissing te komen. Hij haastte
zich derhalve naar Karangasem, hoorde daar van de dramatische ge-
beurtenissen op Lombok en begreep, dat deze zijn onverwijlde aan-
wezigheid daar nodig maakten. Inderdaad slaagden de Hollanders er
al heel gauw in de aangekomen vracht te ontdekken en hierop evenals
op Danielzen de hand te leggen. Hun vreugde toen het hun gelukt
was het grootste deel van de voor Lombok bestemde wapens in te
pikken en in beslag te nemen kende geen grenzen. Zij slaagden er niet
in de Britten te arresteren, maar wel werd een woedend memorandum
naar Singapore gezonden.

5. Triomfen zander verliesen. De dood van prins Made. Over het lot
van Malygin wordt beslist op een bal bij de Gouverneur-Generaat.
Terwijl Malygin zijn moeilijke reis op de golven van de Indische
Oceaan met de voor Lombok aangekochte wapens volbracht, behaalden
de Hollanders bij de verovering van Lombok belangrijke successen.
Op 30 juni 1894 ging de 9 schepen tellende Hollandse vloot voor
anker voor Ampenan, de haven van de Lombokse hoofdstad. Onmid-
dellijk deed men de ,,sultan" een ultimatum toekonien, waarin de
Hollanders eisten, dat Anak Agung Made zou worden uitgeleverd,
dat de radja afstand van de troon zou doen ten gunste van zijn
,,wettige" zoon Ktut, dat hij voorts alle kosten van de militaire expeditie
zou betalen, dat een nieuw verdrag zou worden gesloten en dat de
bemiddeling van de resident van Bali en Lombok bij de regeling van
de kwesties met de Sasaks onvoorwaardelijk zou worden aanvaard.
Er kwam geen antwoord. Toen gingen de Hollanders over tot het
landen van troepen. Op 6 juli waren 9 bataljons infanterie en een half
eskadron cavalerie en artillerie aan land gegaan. Nu schrok Agung
Gde Ngurah toch en zond op dezelfde dag zijn vertegenwoordiger met
het verzoek om de troepen opnieuw in te schepen. Nu stemde hij ook
toe in besprekingen met de resident in Mataram. Generaal Vetter, die
heel goed besefte, dat hij alle troeven in handen had, nam geen notitie
van het verzoek met betrekking tot de troepen. Wel stemde hij toe
in onderhandelingen, echter niet in Mataram, maar in zijn bivak. Op
8 juli had Gusti Djelantik een ontmoeting met generaal Van Ham.
De geslepen Balier stemde erin toe zich volledig aan de Hollanders
te onderwerpen en maakte zich op om samen met zijn troepen naar

Downloaded from Brill.com02/09/2020 08:41:32PM


via free access
DE LEVENSGESCHIEDENIS VAN W. P. MAMALYGA. 321

Bali terug te keren. Hij voorzag kennelijk, dat er wel eens complicaties
zouden kunnen komen.
Eindelijk ontving het Nederlandse commando op 10 juli de toezeg-
ging van Agung Gde Ngurah, dat hij aan alle voorwaarden zou voldoen
met een uitzondering: de radja weigerde Made uit te leveren. Maar
de Hollanders eisten, dat aan alle voorwaarden van het ultimatum zou
worden voldaan en verheelden hun plan niet om Mataram met geweld
te nemen.
De stad Mataram was 5—6 kilometer van zee verwijderd. De Hol-
landers beschikten niet over wapens, waarmee men de stad vanuit zee
kon bombarderen. De Hollanders die al hadden verwacht, dat het
ultimatum zou worden verworpen, rukten snel in de richting van
Mataram op en namen de stad in. De verdedigers met prins Made
aan het hoofd werden in het versterkte centrum van de hoofdstad, de
kraton, omsingeld. In zijn beschrijving van de gebeurtenissen liggen
de sympathieen van Bakoenin aan de kant van de kolonialisten, en is
hij het eens met hun verklaringen en karakteriseringen. Maar hij
bepaalde zich er niet toe de zelfmoord van Made zonder meer te melden.
Onder de indruk van de dapperheid en de ridderlijke waardigheid van
de prins, die in de laatste ogenblikken van zijn leven duidelijk aan de
dag traden, verhaalde Bakoenin van deze tragische gebeurtenis tot in
details. Hij schrijft aldus: ,,In de steek gelaten door zijn aanhangers
sloot Anak Made zich in de kraton op alwaar hij tenslotte gedwongen
werd de Nederlandse control eur te ontvangen. Deze eiste zijn onvoor-
waardelijke overgave. In het tegenovergestelde geval dreigde de con-
troleur tot wapengeweld zijn toevlucht te nemen. Anak Made, die
gedurende lange jar en het geduld van de koloniale regering op een
zware proef had gesteld, had inderdaad alle reden om de Hollanders
niet te vertrouwen. Daar hij enerzijds niet levend in hun handen wilde
vallen om naar het een of andere afgelegen eiland te worden verbannen
en anderzijds ervan overtuigd was, dat iedere tegenstand zinloos was,
gaf Made er de voorkeur aan door zelfmoord een einde aan zijn leven
te maken. Niet zonder waardigheid en trots antwoordde hij de con-
troleur: 'In mijn huis heb slechts ikzelf het recht om over een wapen
te beschikken'. Toen hij was uitgesproken greep Made naar de kris
in zijn gordel, stootte deze in zijn borst en viel dood neer voor de
voeten van de verbijsterde en verschrikte controleur." 20

20
AWPR, inventaris II Departement, no. 1-5, categorie III, 1894, acten 1 t/m 7,
vel 43 keerz., vel 44.

Downloaded from Brill.com02/09/2020 08:41:32PM


via free access
322 E. I. GNEVVOESJEWA.

Als troonopvolger installeerden de Hollanders ij lings Ktut, die


onmiddellijk verklaarde een toegewijd vazal van de gouverneur-generaal
te zullen zijn. In Lombok kwam er een aparte resident. In Ampenan
en Mataram moesten Hollandse garnizoenen worden onderhouden.
Zelfs de regering in Batavia had zo'n snel en spectaculair einde van
de campagne niet verwacht. Het bal, dat door de gouverneur-generaal
ter gelegenheid van de verjaardag van de koningin-regentes werd
gegeven betekende tegelijkertijd het zegevierend einde van de expeditie
tegen Lombok. Van der Wijck nam de gelukwensen in ontvangst. Ook
de Russische consul feliciteerde de gouverneur-generaal met de over-
winning. Het onderhoud tussen Bakoenin en Van der Wijck is voor
ons van belang. Ook in de ogen van Bakoenin was het gesprek belang-
wekkend. Het onderhoud vond plaats in het Frans. Zijn desbetreffend
rapport schreef Bakoenin in het Russisch, maar daar, waar het van
belang was om de woorden van de gouverneur-generaal nauwkeurig
weer te geven, vertaalde hij deze niet.
In de roes van het succes Het Van der Wijck niet na op te merken,
dat het belang van de recente gebeurtenissen het kader van Lombok
te boven ging. Hij zei, dat het pas nu gelukt was het noodzakelijke
verdrag met een radja op Celebes te sluiten, waarvan deze voor de
Lombokse expeditie niets had willen horen. In het onderhoud raakte
Bakoenin het ,,delicate vraagstuk" van Malygin aan. En precies op
dit punt gaat hij over in het Frans. Voor alles haastte hij zich om zich
van deze man te distancieren. ,,Ik gaf hem te verstaan, dat noch de
keizerlijke regering, noch ikzelf als haar vertegenwoordiger iets van deze
avonturier wist. Derhalve laat zijn lot ons volkomen onverschillig." 2 1
Bovendien trok Bakoenin zelfs de landaard en de nationaliteit van
Malygin in twijfel. Hij als consul beschikte over geen enkel document
of enig ander bewijs daarover en wist zelfs zijn naam niet precies.
Maar zelfs indien hij een Rus zou zijn veranderde dat niets aan de
situatie, die was ontstaan. Van der Wijck keek op. Zou dit betekenen,
dat de Russische regering niet voor Malygin zou opkomen, indien men
hem aan een Nederlandse rechtbank zou overleveren ? Maar ook
Bakoenin bezon zich. Hij begreep, dat hij in zijn onverschilligheid voor
het lot van Malygin te ver was gegaan en vroeg derhalve zijn land-
genoot niet op te hangen of te fusilleren. ,,Dat is volkomen uitgesloten"
verzekerde de gouverneur-generaal Bakoenin.
De Hollanders hadden Malygin nog niet gepakt maar waren al aan

21
Ibidem, vel 45 keerz.

Downloaded from Brill.com02/09/2020 08:41:32PM


via free access

IkL.
DE LEVENSGESCHIEDENIS VAN W. P. MAMALYGA. 323

het plannen maken, wat ze met hem zouden doen, wanneer hij in hun
handen zou vallen. Daarin stelde ook de Russische consul belang. Hij
deed moeite om de adjudant van de gouverneur-generaal, blijkbaar dus
kapitein Kroll, te ontmoeten en kwam van hem te weten wat de
Nederlands-Indische regering met Malygin voorhad. Men was van
plan hem enige tijd in de gevangenis op te sluiten en hem daarna naar
het een of andere afgelegen eiland te verbannen. Bakoenin haalde
opgelucht adem.
Toen Holmes en Paige in Singapore opdoken werden zij door de
Britse autoriteiten ervan beschuldigd zonder toestemming wapens te
hebben uitgevoerd. Paige werd tot gevangenisstraf veroordeeld, Holmes
slaagde erin naar China te ontsnappen.

6. Malygin keert naar Lombok terug. Het Nederlandse detachement


lijdt een ongehoorde nederlaag.

De expeditionaire macht ontving van de radja van Lombok de


verzekering van zijn volkomen onderwerping, en een deel van de schat-
ting, blijkbaar kostbaarheden ter waarde van 2S0.000 gulden, werd
aan boord van een schip geladen. De gehoorzaamheid van de Lombokse
heersers werd nog eens onderstreept door nieuwe bezoeken van deze
Balische groten aan het Hollandse bivak, waarbij zij het tweede kwart
van de schatting in contanten, 250.000 gulden, overhandigden. Het
totaal van de schatting was door de Hollanders bepaald op 1 miljoen
gulden.
De militaire campagne Week een gemakkelijke zaak. Het nagenoeg
ontbreken van iedere tegenstand en de grote buit leidden reeds snel
tot hebzucht en losbandigheid. Men kon ook moeilijk anders verwachten
van de soldaten van een koloniaal leger toen zij erachter kwamen
(daarover schreef later een Hollandse krant), dat voor daden waarvoor
een korporaal elders zou worden gedegradeerd, hij hier zou worden
bevorderd en een onderscheiding zou krijgen. Toen het ,,Soerabaiasch
Handelsblad" later de balans van de ,,zaak Malygin" zou opmaken
schreef het blad, dat de stafofficieren naar Lombok waren gegaan met
het schandelijke doel van persoonlijk voordeel voor ogen (,,om van hun
buik een afgod te maken"). Hetzelfde blad noemde de foto's, die de
trotse overwinnaars op Lombok van zich hadden laten maken ,,een
monument van schande". 22
22
Soerabaiasch Handelsblad, jrg. 44, no. 265, 14 november 1896.

Downloaded from Brill.com02/09/2020 08:41:32PM


via free access
324 E. I. GNEWOESJEWA.

Hieruit kunnen wij concluderen, dat de Nederlandse soldaten hun


missie van ,,bevrijders" waren vergeten, zodra zij op Lombok voet
aan wal hadden gezet. Van welke gevoelens de Sasaks waren bezield
laat zich denken! Het gedrag van de Lombokse heersers bracht de
Hollanders tot de overtuiging, dat de campagne zou eindigen zonder
dat er een schot gelost was, dat alle schattingen vlot zouden worden
betaald en dat zijzelf met een bevordering en onderscheidingen in hun
zak naar huis zouden worden gestuurd, zoals men dat kon verwachten
wanneer men zijn plicht had gedaan. Maar het was hun niet beschoren,
dat deze hoop in vervulling zou gaan.
De oude ,,sultan" was verbitterd, woedend en zon op wraak. Toen
de ,,met bovennatuurlijke krachten begiftigde" Wasilij Malygin opnieuw
in Tjakra Negara even buiten Mataram aankwam, smeekte men hem
en poogde men hem te overreden om de situatie weer in het reine te
brengen. Inderdaad overreden. De Nederlandse rechtbank stelde vast,
dat de Lombokse heersers Malygin niet met het een of andere voordeel
hoefden te verleiden, maar hem slechts de rechtvaardigheid van hun
strijd tegen de Hollanders hoefden aan te tonen. In het paleis van de
,,sultan" vonden gedurende enige dagen besprekingen plaats. Op elk
daarvan waren ook leiders van de Sasaks aanwezig. De nieuwe over-
heerser deed de oude twisten en gekrenkte gevoelens vergeten. Blijkbaar
verwachtte men wonder en van Malygin. Maar hij gaf enkel en alleen
nadrukkelijk de raad, dat men het voorbeeld van de Atjehers moest
volgen, die nu al 21 jaar gewapenderhand hun onafhankelijkheid ver-
dedigden en de Hollanders geen gelegenheid gaven hen te overwinnen.
Malygin stelde een plan op om het Hollandse detachement te ver-
nietigen door middel van een nachtelijke aanval, waartoe Indonesiers
totdusverre nooit waren overgegaan en die de Hollanders uiteraard
dan ook niet konden verwachten. Dat plan werd aanvaard en Malygin
begon nu met grote energie aan de verwezenlijking ervan te werken.
Gekleed in een Balisch costuum gaf Malygin in de landstaal der Baliers
en Sasaks zijn orders. Hij verdeelde de taken, repareerde een uit zijn
voegen geraakt kanon en leerde zijn mannen met wapens om te gaan
en in het bij zonder een kanon te bedienen.
Tjakra Negara werd snel versterkt en er werden schietgaten ge-
maakt. Ofschoon het gemakkelijk genoeg was om al deze voorbereidingen
op te merken evenals de in Balische kledij uitgedoste Europeaan, die
in Tjakra Negara was opgedoken, hadden de Hollanders in de roes
van hun overwinning nergens erg in.
De Hollanders hadden hun bivak opgeslagen buiten Mataram. In

Downloaded from Brill.com02/09/2020 08:41:32PM


via free access
DE LEVENSGESCHIEDENIS VAN W. P. MAMALYGA. 325

het schilderachtige plaatsje Tjakra Negara verhieven zich de puri's


(versterkte verblijven) van de radja's. Achter hoge stenen muren
temidden van het dichtbegroeide tropische groen waren de huizen van
de plaatselijke groten verscholen. De niets vermoedende soldaten
sliepen. Er waren geen schildwachten uitgezet. Plotseling vielen in de
nacht van 25 op 26 augustus 1894 de Lombokkers het Hollandse
bivak aan. Onverwacht klonken schoten vanuit verschillende richtingen
vergezeld van een afgrijselijk lawaai en geschreeuw. De staf was
inderdaad wel wakker. Maar hoe? De generaal en zijn officieren zaten
aan het avondmaal. Zij waren goeddeels ontkleed omdat ze het warm
hadden, met alleen vanwege de tropische lucht, maar ook wegens de
drank. De wijn vloeide rijkelijk en de sigarenrook bleef in de on-
bewegelijke lucht hangen. ,,Het was moeilijk in deze feestvierende en
opgewonden heren mensen te herkennen, die tot de militaire stand
behoorden en zich bovendien nog in een vijandelijk land bevonden",
zo schreef Bakoenin.23 Slechts 2 of 3 officieren slaagden erin te ont-
komen en er het leven af te brengen. Generaal Van Ham en 12 offi-
cieren werden gedood. Het alarm, dat de ontkomen officieren sloegen,
kon de situatie niet meer redden. Het onverwachte van de aanval
maakte de paniek nog erger. Van een terugtocht der Hollandse soldaten
was er in feite geen sprake. Zij vluchtten in wanorde (,,retireerden
haastig", zoals de Russische consul in zijn missive schreef). Voor de
in wanorde vluchtende soldaten veranderden al deze overdag zo schil-
derachtige puri's der prinsen, woningen van plaatselijke groten, de
lange stenen muren waardoor de tuinen en woningen werden omgeven
in een chaotische opeenhoping van gebouwen en wallen, waarachter
evengoed de dood loerde. De achter deze stenen muren verborgen
Lombokkers schoten bijna a bout portant op de zich terugtrekkende
Hollanders. Onder onophoudelijk vuur trokken de Hollandse troepen
terug van Tjakra Negara naar Mataram. In Mataram zocht het restant
van het detachement zijn toevlucht in een Hindu-tempel waarvandaan
generaal Vetter deze eenheid naar Ampenan bracht.
In Ampenan kon men het schieten horen. Omdat men vermoedde,
dat er iets niet in de haak was werd een aan de kust gestationeerde
eenheid in de richting van de zich terugtrekkende troepen gestuurd.
Op de een of andere manier werd er in de gelederen van de Hollanders
orde geschapen, maar de terugtocht bleef voortduren. Tenslotte bereik-
ten tegen de avond van de 27ste augustus twee bataljons Ampenan
na de helft van hun manschappen te hebben verloren.
23
M. M. Bakoenin, Tropitsjeskaja Gollandia . . ., biz. 374.
Dl. 121 22

Downloaded from Brill.com02/09/2020 08:41:32PM


via free access
326 E. I. GNEWOESJEWA.

iillur '
In Batavia had men zich nauwelijks verlustigd in het blijde nieuws
van de overwinning op de Lombokkers, of het nieuwe bericht over
de nederlaag van de expeditionaire macht bracht de Hollanders bijna
tot vertwijfeling. Nog afgezien van de verliezen aan manschappen was
de gehele bagage van het detachement, de tros en de schatting verloren
gegaan en waren vier stukken geschut door de opstandelingen bemach-
tigd. De Russische consul schreef: ,,Dit nieuws is vanwege het onver-
wachte een enorme klap voor de gouverneur-generaal en de regering".24
Aan het prestige van de kolonisatoren was een gevoelige slag
toegebracht. Deze was des te harder aangekomen omdat er voor de
kolonisatoren moeilijke tijden aanbraken. Zij voerden immers reeds
21 jaar oorlog om het onafhankelijke vorstendom Atjeh te onder-
werpen. Deze oorlog verslond schatten en kostte talrijke mensenlevens.
Ook op andere eilanden, zelfs op Java, de burcht van de Nederlandse
heerschappij, was het onrustig. De Hollandse autoriteiten konden er
er niet toe besluiten hun garnizoen op Java te verzwakken om aldus
een nieuwe expeditionaire macht tegen Lombok te formeren. Zij waren
bevreesd, dat het nieuws over hun nederlaag het ontstaan van nieuwe
woelingen en opstanden in andere gebieden zou kunnen bevorderen
en de oorlog in Atjeh zou doen opleven. Hun bezorgdheid was niet
zonder reden. ,,Van overal, uit het gebied van Bantam en Krawang,
uit de onafhankelijke vorstendommen op Java, Solo en Jogja, kwamen
er onrustbarende berichten binnen over een gisting onder de bevol-
king",25 schreef Bakoenin. In zijn rapport was hij aan het uitrekenen,
waarvandaan de Hollanders troepen naar Lombok zouden kunnen
zenden. Aan Atjeh viel niet te denken en Bogor (Buitenzofg) was
gevaarlijk. Nog pas kort geleden was er onrust onder de bevolking
geweest, zo maar in Batavia — er zou opstand van kunnen komen.
Het garnizoen van de hoofdstad te verzwakken was riskant. Uit
Surabaja troepen te sturen was eveneens onmogelijk omdat dicht bij
deze stad zich een aantal gebieden bevonden ,,die in politiek opzicht
twijfelachtig" waren. Er was geen mouw aan te passen.
In deze tijd kwamen Bakoenin ook geruchten ter ore over de
oprichting van een nationale garde op Java en over een mobilisatie
van de Nederlanders. De oude bezorgdheid stak weer de kop op. Het
was immers mogelijk, dat Engeland en Duitsland op elk gewenst
ogenblik het een of andere eiland zouden bezetten onder het voor-
wendsel van de noodzaak ,,hun belangen te beschermen, die door de
24 AWPR, inventaris van de Pacific-,,desk", acte 1517, vel 11.
23
Ibidem, vel 28.

Downloaded from Brill.com02/09/2020 08:41:32PM


via free access
DE LEVENSGESCHIEDENIS VAN W. P. MAMALYGA. 327

onrust en anarchie in Nederlands-Indie in gevaar werden gebracht."


Overigens, om een voorwendsel zou men niet verlegen zijn.
. Na de nachtelijke aanval begon de werkelijke oorlog. De verster-
kingen, die de Hollanders in Karang Djangkong en Arung-Arung
hadden gebouwd vielen zonder moeite in handen van de Sasaks. De
wapens, die de Hollanders hadden achtergelaten werden door Malygin
nagekeken en in orde gebracht. Vervolgens leerde hij de Lombokkers
uit kanonnen en repeteergeweren schieten. Op advies van Malygin
werden in Karang Djangkong en Karang Lebak nieuwe versterkingen
gebouwd, die een verder oprukken van de koloniale troepen zouden
moeten tegenhouden. Blijkbaar twijfelden noch Malygin noch de
Lombokse heersers aan het opnieuw verschijnen van Hollandse troepen.

7. Van der Wijck redt het prestige der kolonisatoren. Spectaculair


succes van de tweede militaire expeditie tegen Lombok.
Nadat hij het nieuws over de nederlaag had ontvangen riep de
gouvemeur-generaal de Raad van Indie onmiddellijk in bijzondere
vergadering te Batavia bijeen. Op deze zitting werd besloten een
tweede militaire expeditie naar Lombok te zenden. Deze werd zeer
zorgvuldig voorbereid. Pas nadat versterkingen uit Nederland waren
ontvangen en hun strijdkrachten waren gereorganiseerd, gingen de
Nederlanders in September 1894 op Lombok aan wal. Ditmaal maakten
van de Lombokse expeditie deel uit ,,4 bataljons, een half eskadron,
4 batterijen artillerie (veld- en bergartillerie), het commando vesting-
artillerie en vier mortieren, in totaal 108 officieren, 2270 minderen....
en 1800 inheemse kettingberen". 26
Terwijl zij op weg waren naar Mataram stonden de dorpen in
lichtelaaie. Op 4 September begonnen de Hollanders de militaire
operaties ter verovering van Mataram. Eerst werd de stad aan een
bombardement vanuit zee onderworpen. De tegenstand was zeer hevig
en in de bewoordingen van de auteur van de Historische Schets van
de Opstand en Oorlog op het Eiland Lombok ,,hadden de Hollanders
drie weken nodig om Mataram van de aardbodem weg te vagen". 27
Desondanks gaf Mataram zich niet over. Op 28 September werd de
stad door de Hollanders ingenomen na een krachtige artilleriebeschieting
28
AWPR, inventaris der Kanselarij, acte 65, vel 3 keerz. (Rapport uit Den Haag
van K. W. de Stroewe aan de minister van Buitenlandse Zaken N[ikolaj]
Kfarlowitsj] Giers).
27
AWPR, inventaris der Kanselarij, acte 65 (Historische Schets van de Opstand
en Oorlog op het Einland Lombok in 1894, dl. 11).

Downloaded from Brill.com02/09/2020 08:41:32PM


via free access
328 E. I. GNEWOESJEWA.

en verbitterde gevechten. In de strijd werd ook de troonopvolger Anak


Agung Ktut gedood. Daarna concentreerden de oorlogshandelingen zich
op de krachtig versterkte residentie van de ,,sultan", Tjakra Negara.
Dat was een vierkant terrein met een omtrek van 2 km. Het was
omheind door een aantal rijen hoge en dikke muren. Twee maanden
lang belegerden de Hollanders Tjakra Negara. Zij werden getroffen
door de bekwame artilleristische verdediging van het fort. Het feit,
dat de Lombokkers hadden geleerd een lang beleg te doorstaan en
met een vesting als steunpunt verdedigende gevechten te voeren, werd
door de Hollandse officieren en soldaten toegeschreven aan een
Europeaan, die ze zo nu en dan onder de strijdenden opmerkten, ge-
kleed in Indonesisch costuum en zelfs met een Indonesisch wapen,
de klewang, in zijn hand. Soms bediende hij zelf een kanon en schoot
het op de Hollandse soldaten af. De felle tegenstand, die men had
verwacht, werd bewaarheid. De geruchten als zouden de belegerden
,,hebben gezworen tot het uiterste te vechten en reeds de brandstapels
hebben opgericht om er hun vrouwen en kinderen te verbranden opdat
deze maar niet levend in handen der Hollanders zouden vallen" 28
klonken niet onwaarschijnlijk.
Zelfs de Hollanders erkenden, dat de strijd om de inname van Tjakra
Negara ,,vreselijk" was. Tjakra Negara werd zowel van land als van
zee uit gebombardeerd. Maar lange tijd zonder resultaat. Ook de
natuur had, als het ware, partij gekozen voor de verdedigers van
Tjakra Negara. Er viel bijna onophoudelijk regen, die koortsen met
zich meevoerde en meer dan de helft der belegeraars kreeg te lijden
onder verschillende ziekten. (,,Het percentage zieken ber'eikte het
enorme cijfer van 60", schreef Bakoenin). En op dat ogenblik nam
de commandant van het detachement, generaal Vetter, een zeer groot
risico. Hij gaf bevel Tjakra Negara te bestormen,
Nadat zij de enorme en wanhopige tegenstand der belegerden had-
den overwonnen namen de Hollanders het fort op 20 november door
een stormaanval. De Russische consul deelde feiten mede, waaruit de
ongekende heldhaftigheid bleek, welke de bevolking gedurende de
stormloop aan de dag had gelegd. Allen vochten. De vrouwen had men
met speren bewapend. Omdat men niet in gevangenschap wilde geraken
doodde men elkaar. De bejaarde sultan stak zijn kleinzoons met een
kris neer, toen de val van de vesting zeker was, maar haastte zich niet
om zelf een einde aan zijn leven te maken. ,,De Hollanders bemachtig-
2S AWPR, inventaris van de Pacific-,.desk", acte 1517, vel 20 keerz. (Rapport
van M. M. Bakoenin dd. 20 September 1894 ,,De gebeurtenissen op Lombok").

Downloaded from Brill.com02/09/2020 08:41:32PM


via free access
DE LEVENSGESCHIEDENIS VAN W. P. MAMALYGA. 329

den de onder de aarde begraven schatten van de sultan, waarvan deel


uitrnaakten 400 kilo goud en 4,200 kilo zilver. Kortom het succes was
daverend en volledig" 29 rapporteerde Bakoenin zonder emotie.
De gedurende vele eeuwen opgestapelde schatten van de ,,sultan",
onschatbare voortbrengselen van handwerk en kunst, monumenten van
de geschiedenis van het volk, kronieken en boeken geschreven op
lontarbladen, waarvan slechts een enkel exemplaar bestond, kortom
alles wat gedurende de gevechten niet was vemietigd viel in handen
van de zegevierende Nederlanders.30 Maar het resultaat van de cam-
pagne werd, aldus de consul, niet slechts bepaald door de veroverde
buit, de inname van de vesting en de gevangenname van de radja.
,,Het gaat om meer dan een simpele militaire overwinning", aldus de
balans die Bakoenin in zijn rapport opmaakte. ,,Deze overwinning
betekent ook een breideling van het inheemse fanatisme. Dit zou
ingeval de expeditie was mislukt niet slechts het leven en de bezittingen
der Europeanen ernstig in gevaar hebben gebracht, maar bovendien
een bedreiging hebben gevormd voor het voortbestaan van het Neder-
landse gezag in haar Indonesische kolonien. Zulks werd door de
openbare mening volkomen beseft." 31
De gevangen genomen ,,sultan" werd met zijn gespaard gebleven
zoon en kleinzoon naar Batavia overgebracht. Hiermee eindigde zijn
politieke bestaan en de geschiedenis van de dynastie van de radja's
van Lombok.
Op 24 november gaf de gouverneur-generaal een galadiner ter ere
van de inname van Tjakra Negara. Ook Bakoenin zat aan dit diner
aan. Hij vermoedde toen nog niet, dat de Hollandse autoriteiten ijverig
zochten naar de raadgever van de radja van Lombok, om zo te zeggen
diens rechterhand, de bevelhebber der artillerie Wasilij Malygin. In
een vertrouwelijk schrijven aan zijn superieuren beval Bakoenin de
Russische regering aan om gouverneur-generaal Van der Wijck de
een of andere Russische onderscheiding te verlenen als huldeblijk voor
de onderwerping van Lombok onder zijn leiding. Een dergelijke stap,
zo nam Bakoenin aan, zou in de toekomst wel eens bevorderlijk
kunnen zijn voor de Russische belangen.

29 A W P R , inventaris van de Pacific-,.desk", acte 1517, vel 32 (Vertrouwelijk


rapport van M. M. Bakoenin dd. 18-20 november 1896 ,,De verovering van
Tjakra Negara en het eind van de expeditie tegen Lombok").
30
Onder de door de Hollanders veroverde buit was ook de vermaarde bron uit
het middeleeuwse Indonesie, het gedicht ,,Nagarakartagama" dat in de X l V e
eeuw was vervaardigd door de Buddhistische geleerde en dichter Prapantja.
31
A W P R , inventaris van de Pacific-,,desk", acte 1517, vel 30 keerz.

Downloaded from Brill.com02/09/2020 08:41:32PM


via free access
330 E. I. GNEWOESJEWA.

Niet alleen van haar consul op Java, maar ook uit Den Haag ontving
het Ministerie van Buitenlandse Zaken van het Russische rijk in-
lichtingen over de gebeurtenissen op Lombok. Hiervandaan schreef
men, dat de Nederlandse regering bij de onderwerping van een klein
eiland onherstelbare verliezen aan mensen had geleden: ,,Gedood:
1 generaal, 14 officieren en 165 minderen. Gewond: 480 man, waar-
onder 23 officieren". Wat betreft de kosten nam de RuSsische diplomaat
aan, dat deze ,,meer dan goedgemaakt werden door de rijke buit, welke
de overwinnaar in handen was gevallen bij de inname van het fort
en het paleis Tjakra Negara, het laatste toevluchtsoord van de laatste
Lombokse sultan." 32

8. In de ketenen der Hollanders.


Tenslotte namen Nederlandse soldaten Malygin in januari 1895
gevangen. Geboeid werd hij naar Surabaja overgebracht, waar een
rechtbank uitspraak tegen hem zou moeten doen. Nauwelijks was
Malygin in handen der koloniale autoriteiten gevallen, of de Hollandse
pers op Java en in Nederland zelf puilde uit van artikelen over de
arglistige Rus op wie de gehele verantwoordelijkheid voor de organi-
satie van de opstand op Lombok werd afgewenteld.33 De eis, dat de
strengste straf zou warden uitgesproken schalde van de pagina's der
Hollandse pers.
De Russische regering stond erop, dat de consul zich met deze hele
affaire zou bemoeien en niet zou toestaan, dat de doodstraf over een
Russisch onderdaan zou worden uitgesproken. Voorts moest hij nu
eens duidelijk maken, wie deze Wasilij Malygin eigenlijk was. De
tsaristische regering was niet zozeer bezorgd over het lot van een
Russisch onderdaan, die in zorgwekkende omstandigheden was komen
te verkeren als wel om het staatsprestige. Het executeren van een
onderdaan van het Russische imperium was niet een recht, dat aan
de regering van een ander land toekwam. Wanneer men hem toch zou
willen executeren, zou men dat wel zelf doen. De directe superieur
van Bakoenin, baron F. R. von der Osten-Sacken, schreef deze de
ene brief na de andere, waarin werd geeist, dat de vertegenwoordiger
van Rusland ,,zich zou inlaten met het lot van een Rus van geboorte,
wie dat ook mocht zijn." 34
32
AWPR, inventaris der Kanselarij, 1895, acte 65, vel 3-vel 3 keerz.
83
Vide o.m. De Indische Gids, 17de jrg., II, 1895, biz. 1415, noot 1.
3* AWPR, inventaris Archief F. R. von der Osten-Sacken, 1894, acte 81, vel 43
keerz. (Persoonlijke brieven van de Russische consul in Batavia M. Bakoenin).

Downloaded from Brill.com02/09/2020 08:41:32PM


via free access
DE LEVENSGESCHIEDENIS VAN W. P. MAMALYGA. 331

Omstreeks deze tijd vroeg Malygin in afwachting van zijn proces


Bakoenin volgens diens zeggen ,,met aandrang en herhaaldelijk" om
naar Surabaja te komen, om, zo schreef Bakoenin, ,,met mij te praten
over zijn zaak, die een zeer ernstige wending begon te nemen." 3 5
En dus reisde Modest Modestowitsj naar Surabaja waar hij, na
daartoe van de Hollandse autoriteiten toestemming te hebben ont-
vangen, een onderhoud met Malygin had. De aantekening over zijn
gesprek met Malygin is voorlopig nog niet opgedoken uit de archieven.
Maar later beschouwde Bakoenin zijn bezoek aan Surabaja en in het
algemeen zijn bemoeienis met deze sensationele aangelegenheid als
beslissend voor het lot van Malygin. ,,Mogelijkerwijs is mijn reis al
met al toch niet geheel vergeefs geweest. Malygin ontsnapte aan de
doodstraf en kreeg 20 jaar gevangenisstraf, vermoedelijk omdat de
Hollandse autoriteiten tot de slotsom waren gekomen, . . . . dat wanneer
men de doodstraf tegen hem zou uitspreken dit in Rusland een te
ongunstige indruk zou wekken." 3 6
Het vooronderzoek duurde lang. In overeenstemming met de in-
structie moest dit op Lombok plaatsvinden, maar daar was de grond
nog wat heet onder de voeten. Men moest dus wachten. Toen vertrok
de rechter-commissaris voor strafzaken, die het onderzoek had geleid,
plotseling naar Holland en werd het onderzoek afgerond door zijn
opvolger, die ,,door de uitgebreidheid zijner taak en de verschillende
moeilijkheden waarmede hij had te kampen, geruimen tijd nodig [had]
voor het onderzoek was beeindigd."
Toen hij in voorarrest zat poogde Mamalyga te ontsnappen. Hij
meldde zich ziek en werd uit de eel naar het hospitaal overgebracht.
Zonder twijfel genoot hij hulp van vrienden. Op een ochtend ontdekte
de wacht van het hospitaal, dat het traliewerk van de lokaliteit waar
Mamalyga zich bevond was vernield. Hijzelf was via een touwladder
ontkomen en daarna gevlucht. Maar hij werd snel weer ontdekt. Deze
vluchtpoging en het gedrag van Mamalyga gedurende het onderzoek
was er de oorzaak van, dat de Hollanders tot de erkenning kwamen:
,,Tijdens zijne preventieve hechtenis toonde Maligin zich een lastig
en listig sujet, dat de geneeskundige en rechterlijke autoriteiten veel
hoofdbrekens kostte". 37
En zo zit ik te kijken naar het portret van Wasilij Mamalyga in een

36
Ibidem, vel 44 keerz.
36
Ibidem, vel 45.
37
Pala, ..Malygin". Artikel in het tijdschrift Eigen Haard, 28 nov. 1896, biz. 765.

Downloaded from Brill.com02/09/2020 08:41:32PM


via free access
332 E. I. GNEWOESJEWA.

tijdschrift en poog me voor te stellen wat hij in werkelijkheid voor


een man was. In losse houding zit hij in een gemakkelijke rieten stoel.
Hij is gekleed in Europees costuum. Aan zijn voeten draagt hij Javaans
schoeisel van het soort van onze sandaletten. Ik zie een typische
Moldavier voor me. Zijn gezicht wordt door een klein baardje omringd
en hij draagt een snor. Zijn haren en ogen zijn zonder twijfel donker
van kleur. Zijn blik is aandachtig en ernstig. Maar tegelijkertijd straalt
zijn gezicht zoveel vriendelijkheid en rust uit, dat een Hollands jour-
nalist, die er kennelijk op uit was om Wasilij Mamalyga in de zwartste
kleuren af te schilderen, gedwongen was om hem zijn lezers in de
volgende bewoordingen te presenteren: ,,Weinig zou men bij het
beschouwen van bovenstaand portret vermoeden, dat de man die daar
zoo vredig en gemoedelijk zit een voorname rol heeft gespeeld in de
bloedige dagen toen het verraad van Lombok voor een oogenblik
de moedigsten in den lande den schrik om het harte sloeg en de meest
versteende gemoederen deed huiveren van wee." 38

9. Het proces.
Tweemaal behandelde de Raad van Justitie te Surabaja de zaak
tegen W. P. Mamalyga (Malygin). De eerste maal in augustus 1895
van wege de invoer van vuurwapenen in de kolonie. Danielzen was
gedurende het voorarrest in de gevangenis gestorven. Paige en Holmes
verschenen natuurlijk niet voor het gerecht en op hun aanwezigheid
rekenden de Hollanders dan ook niet. Er werd dus alleen tegen Malygin
geprocedeerd.
Voor de rechtbank poogden de Hollanders erachter te komen hoe
Malygin aan zulke grote sommen gelds was gekomen. ,,Ik heb het
niet gestolen", antwoordde de beklaagde met luide stem.39
De Nederlandse autoriteiten en de Nederlandse koloniale justitie
hadden vrij vaak te maken met dergelijke overtreders der Nederlandse
wetgeving, die zich onledig hidden met het langs smokkelwegen in-
voeren van wapens. Dit onderdeel van de affaire-Malygin trok dan
ook geen bijzondere aandacht. Het Hooggerechtshof * bevond hem
schuldig aan het invoeren ,,anders dan ten behoeve van den lande
zonder daartoe vergunning van het hoofd van gewestelijk bestuur te
hebben bekomen, van vuurwapenen en ander oorlogsmaterieel binnen
«* Ibidem, biz. 764.
38
Soerabaiasch Handelsblad, jrg. 44, no. 222, 24 September 1896.
* [Met vernietiging van het vonnis van de Raad van Justitie te Soerabaja
waarbij hij van alle rechtsvervolging was ontslagen. W. F. W.]

Downloaded from Brill.com02/09/2020 08:41:32PM


via free access
DE LEVENSGESCHIEDENIS VAN W. P. MAMALYGA. 333

het gebied van Nederlands-Indie".40 Malygin werd veroordeeld tot


een geldboete van 1000 gulden subsidiair 5 maanden gijzeling, benevens
tot betaling van de kosten van het geding.
Evenwel was de deelname van een buitenlander aan de strijd van
Indonesiers tegen de Nederlandse overheersing al op zichzelf iets
bijzonders, ook indien men afziet van het feit, dat iets dergelijks vanuit
het standpunt van de kolonisatoren de hoogste straf verdiende. De
openbare rechtszitting van het geding ten principale inzake Malygin
nu werd geopend op 24 September 1896.
Op die dag publiceerde het ,,Soerabaiasch Handelsblad" een omvang-
rijk artikel, ,,De zaak Malygin", waarin de schuld van onze landgenoot
haarfijn werd uiteengezet. Hij had de nachtelijke overval op het
Hollandse detachement in de nacht van 26 augustus 1894 georganiseerd
en was derhalve verantwoordelijk voor de dood van een Nederlands
generaal, Nederlandse officieren en Nederlandse soldaten. Voorts had
hij de Indonesiers geleerd met moderne vuurwapenen om te gaan en
had hij zelf met een kanon op Nederlandse troepen geschoten. Zelfs
het feit, dat Malygin Indonesische kledij droeg werd als een crimineel
feit beschouwd.* Kortom, Wasilij Pantelejmonowitsj Mamalyga werd
aangemerkt als de initiatiefnemer, de organisator en de leider van de
anti-Nederlandse strijd op Lombok. De auteur van het artikel stelde
het dan ook zo, dat de enige straf, die tegen hem kon worden uit-
gesproken, de doodstraf was.
De correspondent van het ,,Soerabaiasc.h Handelsblad" volgde het
verloop van het proces met aahdacht. Door zijn toedoen zijn we op
de hoogte van zulke details als het feit, dat Malygin een grijs costuum
droeg, er netjes uitzag, zich zeer correct gedroeg en uitnemend Engels
sprak. Al met al waren er voor het proces een viertal tolken nodig
namelijk voor het Engels, het Maleis (zoals het Indonesisch vroeger
werd genoemd), het Balisch en het Sasaks. Malygin was erg mager
geworden. In een brief uit de gevangenis van Surabaja beklaagde hij
zich bij Bakoenin erover, dat hij slecht werd behandeld. Tot het begin
van het proces werd hij steeds in boeien geketend.
De aanklacht tegen Malygin kwam neer op twee punten: het or-
ganiseren van een samenzwering tegen de Nederlandse koloniale over-

40
Indisch Weekblad van het Recht, no. 1695, 32 dec. 1895.
* [Dit was inderdaad een strafbaar feit! Zie Art. 2 no. 6 van het Alg. Politie-
strafreglement voor de Inlanders (S. 1872 no. I l l ) , waarin, ,,ter voorkoming
van verwarring", strafbaar werd gesteld het zich anders kleden dan ge-
bruikelijk voor de bevolkingsgroep, waartoe men behoorde. W. F. W.]

Downloaded from Brill.com02/09/2020 08:41:32PM


via free access
334 E. I. GNEWOESJEWA.

heersing en het persoonlijk deelnemen aan een opstand van een vazal
van de Nederlandse kroon, de ,,sultan" van Lombok, tegen het souve-
reine gezag der Nederlanden, hetgeen als verraad werd beschouwd.
Een belangrijke verzachtende omstandigheid voor Malygin was, dat
hij niet ten tijde en op de plaats der bloedige gebeurtenissen met de
wapens in de hand werd gearresteerd. Ik beschik niet over het pleidooi
van de advocaat. Dat was een Hollander, die Bakoenin om slechts aan
hemzelf bekende redenen niet bij zijn achtemaam noemt, maar alleen
aanduidt met zijn initialen, ,,Van G.".*
Ofschoon, zoals uit zijn boek en zijn rapporten blijkt, Bakoenin de
persoon van Malygin onsympathiek vond, had hij geen belang bij een
streng vonnis. Dit was de reden, waarom hij de verdediger prees
(,,energiek en capabel") en de hoofdinhoitd van het pleidooi weergaf.41
De advocaat wees erop, dat Mamalyga een buitenlander was, en wel
een Russisch onderdaan. Derhalve was het onmogelijk hem wegens
hoogverraad te veroordelen. Bovendien kon hij als buitenlander geen
weet hebben van de wederzijdse betrekkingen tussen de Lombokse
radja en de gouverneur-generaal. Deze werden door de verdediger
als onbestemd gequalificeerd. Immers de Hollanders pretendeerden
souvereiniteit over Lombok uit te oefenen, terwijl de Lombokse radja
die juist niet erkende en steeds opnieuw op zijn onafhankelijkheid
hamerde.
De scherpzinnige constructies van de pleiter (niet voor niets bestetn-
pelde Bakoenin de verdediging als ,,handig") kwamen erop neer, dat
zelfs ieder actief optreden van Malygin tegen de Hollandse koloniale
overheersing in twijfel getrokken werd. Hij zou als het ware onbewust
hebben gehandeld. De advocaat gaf toe, dat Malygin schuldig was aan
wapenleveranties aan de Lombokkers, maar stelde zulks voor als een
gewone handelstransactie met als enig doel er iets aan te verdienen.
Waarschijnlijk niet zonder vooropgezette bedoeling legde de pleiter de
nadruk op deze schuld. Volgens de Nederlandse wetten stond namelijk
op een dergelijk vergrijp een geldboete subsidiair een gevangenisstraf
van een jaar.

* [Waarschijnlijk Mr. A. van Gennep. W. F. W.]


41
Het feit dat de advocaat van Malygin zeer goed was werd ook door de
Hollanders toegegeven. Het Soerabaiasch Handelsblad noemde het pleidooi
van de advocaat ,,schitterend" (jrg. 44, no. 222, 24 sept. 1896). [Kennelijl:
gaat het hier om een pleidooi waarbij de advocaat, bij de aanvang van de
terechtzitting, ontslag van rechtsvervolging dan wel onbevoegdverklaring van
de rechter eiste. W.F.W.].

Downloaded from Brill.com02/09/2020 08:41:32PM


via free access
DE LEVENSGESCHIEDENIS VAN W. P. MAMALYGA. 335

De raad van justitie riep alleen getuigen a charge op. Dat waren
Hollandse officieren en soldaten, die ook wanneer ze indertijd onder
de belegerden slechts een Europeaan met een klewang in de hand
hadden waargenomen, nu eenstemmig verklaarden, dat zij Malygin
herkenden als degeen, die een kanon op de Hollanders had gericht.
Ook de getuigenverklaringen der Balische feodalen werden tegen
Malygin gebruikt.
De bejaarde radja en zijn verwanten vertelden, dat ongeveer drie
dagen voor de 25ste augustus in het paleis een geheime vergadering
was bijeengeroepen, waarin Mamalyga voorstelde het Hollandse bivak
's nachts te overvallen. Hij gaf de verzekering, dat de hele operatic,
juist vanwege haar onverwacht karakter, onherroepelijk tot een volledig
succes zou leiden en dat men erin zou slagen de Hollanders in zee te
drijven. De Lombokse feodalen bevestigden niet slechts de verklaringen
der Hollandse soldaten volgens welke Malygin met een kanon op de
Hollanders zou hebben geschoten, maar voegden er nog belangrijke
informatics aan toe door te getuigen, dat Mamalyga hen ook had
geleerd met kanonnen om te gaan.
Wat zei Mamalyga nu te zijner rechtvaardiging ? Natuurlijk ont-
kende hij alles. Hij zou bij toeval op Lombok zijn terechtgekomen
en bevond zich gedurende het beleg van Tjakra Negara niet in de
vesting. Hij had zich namelijk bij prins Djelantik verborgen gehouden,
hetgeen de prins en zijn echtgenote zouden kunnen bevestigen. Maar
het gerecht dacht er niet over om Djelantik dan wel diens echtgenote
te dagvaarden. Terecht verklaarde Bakoenin deze weigering van de
Hollandse rechtbank uit het feit, dat Djelantik zelf een zeer actieve
rol in de gebeurtenissen had gespeeld. Indien hij als getuige zou
worden gedagvaard zou hij gemakkelijk tot beklaagde kunnen wor-
den, hetgeen woelingen op Bali tot gevolg zou kunnen hebben, waar
Djelantik een gezaghebbend personage was. De Hollanders wilden
geen conflict. Nieuwe verwikkelingen zouden de situatie in de archipel,
die toch al niet rustig genoemd kon worden, misschien nog verslechte-
ren. Niet alleen Djelantik, maar ook de andere getuigen a decharge
op wier oproep Mamalyga aandrong, werden niet door het gerecht
gedagvaard. Hieruit blijkt duidelijk, dat de Hollandse rechtbank par-
tijdig was en een volslagen gemis aan objectiviteit ten toon spreidde.
Vanuit onze gezichtshoek was het streven van de Lombokse ,,sultan"
om zijn onafhankelijkheid te verdedigen in het geheel geen misdaad.
Wel echter vanuit het standpunt der Hollanders. De stokoude radja
en alien uit zijn omgeving, die op de getuigenbank van het Hollandse

Downloaded from Brill.com02/09/2020 08:41:32PM


via free access
336 E. I. GNEWOESJEWA.

gerecht plaatsnamen, poogden zich van de verantwoordelijkheid voor


het organiseren van een anti-Nederlandse actie volledig vrij te pleiten
en wentelden in ieder geval het initiatief voor de nachtelijke overval
geheel en al af op de schouders van Malygin. De ,,handige" en
,,moedige" verdediging van de advocaat vermocht Wasilij Pantelej-
monowitsj niet voor een strenge straf te behoeden. Waarschijnlijk had
de officier van justitie de doodstraf tegen Mamalyga geeist, maar in
het vonnis wordt dat woord nergens genoemd. Toch schrijft Bakoenin
in zijn boek, dat ,,Paparyga" tot de doodstraf werd veroordeeld. Drie
jaar na het veil en van dit vonnis zou het oordeel zijn gewijzigd in
20 jaar gevangenisstraf.42 Waarom hij zo iets neerschrijft weet ik niet.
Op 19 november 1896 deed de raad van justitie uitspraak in de
zaak Malygin. Hij werd tot 20 jaar gevangenisstraf veroordeeld. De
dag daarop deed het ,,Soerabaiasch Handelsblad" zijn lezers van dit
nieuws kond. Het door Mamalyga aangetekende beroep in revisie
bracht in het vonnis geen wijziging.*
Bakoenin was er duidelijk op uit de rol, die Malygin in de gebeurte-
nissen op Lombok had gespeeld, te verkleinen. Voortdurend bestempelt
hij hem als avonturier en fortuinzoeker. Toen het nieuws van de
veroordeling van W. Malygin bekend werd begon de Russische consul
met af te wachten hoe de Hollandse openbare mening op het vonnis
van de rechtbank zou reageren.
Op 14 november was er in het ,,Soerabaiasch Handelsblad" een
hoofdartikel verschenen, dat Bakoenin met stomheid sloeg. ,,De hele
procedure in de zaak Malygin kwam in een nieuw en — men moest
toegeven — verrassend licht te staan", 43 zo schreef Bakoenin.
Dit artikel was geschreven door de hoofdredacteur van het blad

42
M. M. Bakoenin, Tropitsjeskaja Gollandija . . ., St. Petersburg, 1902, biz. 378.
* [De advocaat-generaal had intussen tot vrijspraak van Malygin geconcludeerd.
Het Hooggerechtshof verklaarde hem echter schuldig aan ,,het smeden van
een aanslag en het inverstandhoudingtreden met een Indisch Vorst, ten einde
hem eerst tot het plegen van sedert gevolgde vijandelijkheden en het onder -
netnen van den oorlog tegen Ned.-Indie aan te sporen en vervolgens tot den
voortgang der wapenen van dien vijand tegen Ned.-Indie en de daar dienende
landmacht mede te werken, onder meer door hem aan te raden de door die
krijgsmacht bezette versterkingen bij nacht te overvallen, en aanwijzingen te
geven, hoe versperringen en verschansingen aan te leggen, een en ander onder
verzachtende omstandigheden". In verband met door hem reeds ondergane
hechtenis werd de gevangenisstraf verminderd tot 17 jaar en 11 maanden.
Zie Het Recht in Ned.-Indie, dl. 68, p. 378, e.v. W. F. W.]
43 A W P R , inventaris van de Pacific-,,desk", acte 1517, vel 22.

Downloaded from Brill.com02/09/2020 08:41:32PM


via free access
DE LEVENSGESCHIEDENIS VAN W. P. MAMALYGA. 337

Bartelds. Deze was geneigd niet Malygin, doch de bevelhebber van de


militaire expeditie, generaal Vetter, en resident Dannenbargh aan te
merken als schuldigen voor de oorspronkelijke mislukking van de veld-
tocht en het verlies aan materiaal en mensenlevens. Naar het oordeel
van de redacteur waren zij verantwoordelijk voor de slechte voor-
bereiding van de expeditie, het slecht functioneren van de inlichtingen-
dienst en zelfs voor het gebrek aan durf. Bartelds was het eens met
de advocaat van Malygin, die hem in zijn pleidooi een zondebok had
genoemd. De redacteur van het ,,Soerabaiasch Handelsblad" stelde dat,
indien de leiders van de expeditie minder verblind en bekwamer waren
geweest, er tegen Malygin geen proces had hoeven te worden gevoerd.
Niet Malygin, maar iemand anders — hier doelde de auteur op generaal
Vetter en zijn staf — zouden voor de nederlaag en de verliezen
verantwoordelijk moeten worden gesteld.
Bakoenin betuigde gaarne zijn instemming met deze mening. Hij
voegde eraan toe, dat ook de gesneuvelde generaal Van Ham en zijn
staf verantwoordelijk waren. Alvorens zij zich met de expeditie naar
het eiland begaven, hadden zij zich niet van de situatie op Lombok
op de hoogte gesteld. Gedurende de veldtocht hadden zij lichtzinnigheid
en zorgeloosheid aan de dag gelegd.
Maar Bakoenin begreep, dat het niet gemakkelijk was hooggeplaatste
personen ter verantwoording te roepen. Met instemming beriep hij
zich op het ,,Soerabaiasch Handelsblad" dat scherpe critiek op generaal
Vetter en zijn staf uitoefende. Dezen hadden een opvallend ,,gebrek
aan doorzicht, kunde en beleid" aan de dag gelegd. Naar de mening
van het blad zouden deze heren overal elders ,,terecht hebben gestaan
voor een krijgsraad", en hadden zij niet ,,met eer en roem bekroond"
moeten worden, zoals na de campagne was geschied.44
Het feit, dat de volkomen burgerlijke pers de militaire autoriteiten
op een dergelijke manier kon aanpakken, schreef Bakoenin toe aan
meningsverschillen tussen de gouverneur-generaal en de legercomman-
dant. Deze werd door Van der Wijck behandeld als een uiterst gebor-
neerd personage. Bovendien was de gouverneur-generaal op Vetter
gebeten omdat deze had geweigerd zijn adviezen op te volgen. Dat
was de reden waarom de teugels van de aan de gouverneur-generaal
onderdanige pers wat werden gevierd.

44
M. M. Bakoenin, Tropitsjeskaja Gollandija . . ., St. Petersburg, 1902, biz. 380.

Downloaded from Brill.com02/09/2020 08:41:32PM


via free access
338 E. I. GNEWOESJEWA.

10. De amnestie. Bezorgdheid onder Russische en Hollandse gen-


darmes. Waarheen verdween Wasilij Mamalygaf In Wasilij
Mamalyga's geboorteland.

In augustus 1898 kwam er een amnestie ter gelegenheid van de


meerderjarigheid van de Koningin der Nederlanden Wilhelmina. Maar
de Hollanders stemden niet toe in een amnestie van Malygin in verband
met zijn ,,zeer ernstig misdrijf". Naar de woorden van prof. Wertheim
zagen zij in Malygin ,,de oorzaak van alles wat er op Lombok was
gebeurd". Maar toen diende Bakoenin in 1898 een speciaal verzoek
tot gratie voor Malygin in. De minister van kolonien werd ertoe
overgehaald om aan Malygin amnestie te verlenen, echter onder voor-
waarde, dat hij onmiddellijk en voor goed de Maleise arehipel zou
verlaten. Bovendien ,,eischte men van de Russische regering . . . . dat
aan Malygin zou worden verboden zich met de aangelegenheden van
Nederlandsch-Indie te bemoeien." 4 5
De Hollanders waren bang, dat hij ergens in Singapore zou blijven
hangen of, wat nog erger was, naar Sumatra zou oversteken. En
algemeen verdachten zij hem ervan ,,een verstoorder van rust en orde"
te zijn, die er slechts op uit zou zijn de Nederlandse belangen te
schaden. Zij namen verder aan, dat de Engelsen Malygin in hun
eeuwige intriges tegen de Hollanders zouden kunnen gebruiken. Een
dergelijke veronderstelling miste volgens de Russische consul alle
grond en was weinig waarschijnlijk. Om deze redenen verleenden de
Hollanders Malygin wel amnestie, waarbij zij echter van de Russische
consul eisten, dat hij onmiddellijk naar Rusland zou worden ge-
transporteerd.
Voor de hoge autoriteiten van het Russische imperium was dat
geen eenvoudige zaak. Er kwam een zeer dringende navraag van het
Ministerie van Buitenlandse Zaken bij het departement van politie
waar, d.w.z. in welke haven, Malygin zou moeten worden afgeleverd.
Eerst wilde men tot Libau besluiten, maar later veranderde men om
de een of andere reden van gedachten en besloot men hem in Odessa
af te leveren. Pas in 1899 kon Malygin zich als vrij man beschouwen.
Vanuit de gevangenis bracht men hem op een Hollandse boot. In Port
Said stapte Malygin op een Russisch schip over, dat hem dan ook
naar Odessa bracht. Daarvandaan werd hij per trein naar Kisjinew
45
Volgens de gegevens uit het Nederlandse Algemene Rijksarchief, Hulpdepot
Schaarsbergen, medegedeeld door Prof. Wertheim in een schrijven van 28
januari 1962.

Downloaded from Brill.com02/09/2020 08:41:32PM


via free access
DE LEVENSGESCHIEDENIS VAN W. P. MAMALYGA. 339

getransporteerd en vanuit Kisjinew ging hij naar zijn geboortedorp


Pasjkany, dat hij of te voet, of, zeer waarschijnlijk, met een plaatselijk
transportmiddel zal hebben bereikt, dat hem vol bezorgdheid ter
beschikking was gesteld door een wachtmeester der politie of een
veldwachter.
Zijn gehele reis naar zijn geboorteland ging gepaard met geheime
en dringende informaties en verzoeken om inlichtingen. Over hem
schreven de directeur van het tweede departement van het Ministerie
van Buitenlandse Zaken, de commandant van het departement van
politie, de commandant van het politie-directoraat van Odessa, de
plaatselijk militair commandant van Odessa en de commandant van
het politie-directoraat in Bessarabie. En al deze staatspapieren ver-
zonken in de archieven.
De correspondentie over de uitwijzing van Wasilij Pantelejmono-
witsj Mamalyga uit de Nederlandse kolonie naar zijn vaderland is
opgeslagen in het centrale historische staatsarchief in Moskou. Uit deze
correspondentie weten wij, dat W. P. Mamalyga onmiddellijk na zijn
aankomst in het dorp Pasjkany onder geheim toezicht werd gesteld.
De commandant van de gendarmerie in het Bessarabische gouvernement
zond jaarlijks een formulier betreffende dit geheime toezicht naar het
departement van de politie. Gedurende drie jaren, 1899, 1900 en 1901
bevatte dit formulier steeds dezelfde inlichtingen: Wasilij Pantelej-
monowitsj Mamalyga woonde bij zijn broer in, was zoals vroeger
vrijgezel, stond te boek als koopman maar dreef geen handel en had
trouwens in het algemeen geen duidelijk omschreven bezigheden.
Een voor de Nederlandse regering zo gevaarlijk persoon hield zich
nu dus in streken op, die mijlenver van Nederlands-Oost-Indie waren
verwijderd. Maar de zo vurig begeerde rust kregen de Hollandse
autoriteiten niet. Begin 1900 ontving de Russische gezant in Den Haag
van het Ministerie van Buitenlandse Zaken aldaar een verzoek om
inlichtingen over de door de Russische regering getroffen maatregelen
om te beletten, dat Wasilij Mamalyga naar Nederlands-Indie zou
terugkeren. In dit verzoek was een toelichting opgenomen waarin werd
uiteengezet waarom deze Moldavier voor de Hollandse autoriteiten
zo ongewenst was. Zijn actieve deelname aan de anti-Nederlandse
opstand op Lombok kon namelijk niet in twijfel worden getrokken.
De Russische gezant stuurde dit verzoek naar het Ministerie van
Buitenlandse Zaken in Petersburg dat het op zijn beurt aan het
departement van politie adresseerde. Maar daar geraakte men in woede.
Inderdaad, men kon Wasilij Mamalyga van niets betichten, dat schade-

Downloaded from Brill.com02/09/2020 08:41:32PM


via free access
340 E. I. GNEWOESJEWA.

lijk was voor de Russische openbare orde en de Russische wetten.


Waarom zou men hem dan geen uitreisvergunning kunnen verlenen?
En waarom zou de Russische regering in de bres moeten staan voor
de belangen van Nederland? Wanneer de Nederlandse regering er
geen prijs op stelde dat Mamalyga zich in haar koloniale bezittingen
vertoonde, moest ze maar zelf de daartoe geeigende maatregelen tref-
fen. Dus werd dan ook een antwoord in deze toon geconcipieerd. De
zinsnede afkomstig van het Russische departement van politic dat
,,Wasilij Mamalyga, . . . . ofschoon onder geheim toezicht gesteld niet
in zijn bewegingsvrijheid en wat betreft de mogelijkheid om opnieuw
naar het buitenland te gaan is beperkt",46 kon de Hollanders dan ook
nauwelijks hoop inboezemen.
Op 1 januari 1901 berichtte het directoraat der gendarmerie in het
Bessarabische gouvernement, dat W. P. Mamalyga zoals vanouds zijn
dagen rustig en kalm doorbracht bij zijn broer in het dorp Pasjkany
in het district Kisjinew. Vier maanden later echter ontving de bijzon-
dere afdeling van het departement van politie van het keizerrijk de
mededeling, dat op 24 april jl., dus van 1901, Wasilij Mamalyga uit
Pasjkany was verdwenen. Naspeuringen ter plaatse werden niet met
succes bekroond. Verdere naspeuringen vonden nu plaats op landelijk
niveau, eveneens zonder resultaat. De naam Wasilij Pantelejmonowitsj
Mamalyga verdween uit de officiele archieven en verzoeken om in-
lichtingen. Waar was hij terechtgekomen ? Wat was er verder met
hem gebeurd?
Zou ik niet in de geboortestreek van Mamalyga naar verdere inlich-
tingen kunnen zoeken? Zijn geboorteplaats was me precies bekend.
Dat was het dorp Pasjkany, onderdistrict Boezjor, district Kisjinew,
gouvernement Bessarabie. Een gouvernement Bessarabie bestaat
momenteel niet. Wei bestaat Moldavie, d.w.z. de Moldavische Socialis-
tische Republiek met Kisjinew als hoofdplaats. Zoals Pasjkany vroeger
een gehucht was geweest, zo was het dat ook nu nog. Maar ik kon
het noch op de kaarten van het tegenwoordige Moldavie, noch op die
van het in de geschiedenis verzonken gouvernement Bessarabie vinden.
Daarvoor in de plaats kreeg ik met in totaal drie Boezjors te maken.
Ik koos dat Boezjor, dat het dichtst bij Kisjinew lag en kwam tot de
conclusie, dat Pasjkany zich daar ergens in de buurt zou bevinden.
Aan de hand van een kaart poogde ik me een voorstelling te maken
van de geboortestreek van de held van mijn verhaal. Heuvels en zelfs
48
Centraal Historisch Staatsarchief in Moskou (TsGIAM), inventaris, D II.
actenafdeling, no. 3-r, 1899, acte 402, vel 18.

Downloaded from Brill.com02/09/2020 08:41:32PM


via free access
DE LEVENSGESCHIEDENIS VAN W. P. MAMALYGA. 341

uitlopers van bergen. Het groen overheerste. Er zouden wel met bos
bedekte hellingen zijn.
In het historisch staatsarchief van de Moldavische Republiek in
Kisjinew zocht ik naarstig naar stukken, waaruit de naam van Wasilij
Mamalyga zou kunnen opklinken. Maar de vellen der archiefstukken
zwegen. Nergens was er ook maar iets te vinden.
In Kisjinew ontmoette ik mijn gewezen student W(ilen). W(ladi-
mirowitsj). Sikorskij. Ik had van mijn naspeuringen geen geheim
gemaakt en vertelde mijn vrienden van mijn onderzoek, vondsten en
tegenslagen. Toen was Wilja in vuur en vlam geraakt en wilde hij ook
naar Moldavie om me te helpen bij het zoeken naar sporen van Wasilij
Mamalyga. Hij bracht zijn vacantie door in de buurt van Odessa.
Daarvandaan was het naar zijn zeggen slechts een klein eindje naar
Pasjkany. Tegen de tijd, dat ik aankwam was hij al overal geweest
zonder echter iets te hebben gevonden. Zou ik misschien meer geluk
hebben ?
En daar was ik dus in de geboortestreek van Wasilij Mamalyga.
Pasjkany ligt in die streek, die onder de naam ,,Kodry" bekend staat.
Dat is het kerngebied van Moldavie, een wat hoger gelegen streek,
sterk geleed door valleien en dicht bebost. De Moldavische term
,,kodry" betekent in vertaling ,,kreupelhout". Het dorp Pasjkany ligt
eveneens in een vallei, verzonken onder boomgaarden. Op een steile
terrasgewijze bewerkte helling groeien druiven. Pasjkany is een oud
dorp. Reeds in de 15de eeuw werd het door de Turken verwoest en
geplunderd. Bij mijn onderzoek werd ik geholpen door het plaatselijke
schoolhoofd W(asilij). K(onstantinowitsj). Kozjokar. Men wist hier
reeds van de dorpsgenoot, die in verre streken had vertoefd. Kort voor
mijn aankomst was Wilja Sikorskij er al geweest, maar reeds eerder
hadden de inwoners van het dorp in een Moldavische krant een entre-
filet gelezen, dat op basis van een mededeling van de archivaris W. A.
Tsjernych was opgesteld door de medewerkster aan het Moldavische
archief I. I. Terjochina.
We besloten de oudjes te ondervragen. In totaal waren er drie
dorpsgenoten van Wasilij Mamalyga, die van zijn leeftijd waren, d.w.z.
tegen de 90 jaar oud. Een van hen herinnerde zich slechts, dat die
Mamalygas bestonden. Maar hij wist niets van hen. Ze woonden nl.
aan het andere eind van het dorp! En ik dacht: door wat een grote
hartstocht moet deze man, Wasilij Mamalyga, zijn gedreven dat hij
de gehechtheid aan zijn geboortestreek, waar hij zich had thuis gevoeld
en waarvan hij zonder twijfel hield, had kunnen overwinnen, om er
Dl. 121 23

Downloaded from Brill.com02/09/2020 08:41:32PM


via free access
342 E. I. GNEWOESJEWA.

zich vervolgens aan te ontrukken en langs nieuwe wegen naar nieuwe


landen weg te trekken. Waarheen ? Wat wist hij dan van al die verre
landen ? Waar was hij het eerst terechtgekomen ?
Zinaida Pantelejmonowna Donitsj was 90 jaar. Zij was een mager
oud vrouwtje dat nog recht van leden was. Ze Hep niet gebogen en
kon alleen, zonder hulp van anderen, een draad in de naald steken.
Daarover sprak zij met enige trots. Ja, ze herinnerde zich Wasilij
Mamalyga en diens broer Dmitrij. Ze wist ook nog van hun vader,
die psalmvoorlezer in Pasjkany was. Dmitrij had Pasjkany nooit
verlaten. Wasilij wel. Ze was nog een heel jonge vrouw toen hij terug-
kwam, naar men zei uit China. Ze herinnerde zich niet, dat hij iets
van zijn reizen vertelde. Na zijn terugkeer uit China woonde Wasilij
nog een tijdje, een jaar of drie, in Pasjkany. Daarna vertrok hij
opnieuw en keerde niet terug.
Het is vreemd, waarom vertelde hij niet, wat hij in de wijde wereld
had gezien ? Wasilij Mamalyga maakte niet de indruk van een gesloten
figuur. En misschien had hij wel iets verteld, maar was er intussen
zoveel tijd verstreken, dat al zijn intieme vrienden zoals men pleegt
te zeggen het tijdelijke met het eeuwige hidden verwisseld.
Het derde oudje troffen wij niet thuis aan. Hij was paddestoelen
gaan zoeken. Maar later had Wasilij Konstantinowitsj een gesprek
met hem en zond me vervolgens diens ,,informatie" toe. Ziehier wat
Georgij Aleksandrowitsj Florja, geboren in 1895, zich herinnerde. Hij
was nog wel een klein joch, maar kon zich Wasilij Mamalyga wel
voor de geest halen. ,,Hij droeg lange haren en een blauwe mantel".
Kennelijk onderscheidde hij zich hierin van zijn dorpsgenoten. Wasilij
Mamalyga sprak vaak met de vader van Georgij Aleksandrowitsj. Het
is mogelijk, dat de laatste dan ook meer de herinneringen van zijn
vader ophaalde dan zijn eigen. Wasilij Mamalyga vertelde aan de
vader van Georgij Aleksandrowitsj, dat hij uit China was teruggekeerd,
waar hij op een theefabriek had gewerkt. Aan zijn dorpsgenoten zei
hij, dat hij vanwege zijn doopbewijs en de benodigde paperassen voor
zijn paspoort was teruggekeerd en dat hij daarna weer naar China
zou terugkeren. Het was ook de vader van Georgij Aleksandrowitsj
geweest, die hem naar Kisjinew had gebracht. Tot Kisjinew was ook
zijn broer Dmitrij met Wasilij Pantelejmonowitsj meegegaan. G. A.
Florja gaf bij benadering de datum aan, waarop dat was gebeurd. Hij
meende in november 1904. In werkelijkheid had Wasilij Mamalyga
Pasjkany in april 1901 verlaten, zoals dat uit de documenten vaststaat.
Voorzover hem bekend schreef Wasilij Mamalyga geen brieven naar

Downloaded from Brill.com02/09/2020 08:41:32PM


via free access
DE LEVENSGESCHIEDENIS VAN W. P. MAMALYGA. 343

Pasjkany. ,,En verder hoorde men niets van hem." Aldus de laatste
woorden van Georgij Aleksandrowitsj Florja.
Hoewel dat niet veel nieuws is kunnen wij er toch enige conclusies
uit trekken. Het staat als een paal boven water, dat Wasilij Mamalyga
zijn dorpsgenoten weinig over zijn verblijf in Nederlands-Indie ver-
telde en daarover min of meer stommetje speelde. Wanneer hij over
zijn leven in verre streken verhaalde, dan had hij het vaker over China.
Kennelijk konden zijn activiteiten in China bij geen enkele partij
aanstoot verwekken. Immers, wanneer hij over hetgeen hij in Neder-
lands-Indie had gezien en vooral gedaan aan de praat zou slaan, kon
hij zich wel eens vergalopperen. Wasilij Pantelejmonowitsj was nu
eenmaal een voorzichtig man.
Het geheime toezicht in het tsaristische Rusland vond plaats met
aanwending van zodanige middelen, dat het wel zeker is, dat Wasilij
Pantelejmonowitsj er weet van heeft gehad. Maar hij wijdde zijn
dorpsgenoten hierover kennelijk niet in. En er is nog een feit waardoor
een tipje van de sluier wordt opgelicht van het gedrag van de inwoners
van het dorp Pasjkany jegens enerzijds Wasilij Mamalyga en ander-
zijds de autoriteiten. Velen in het dorp wisten, dat Wasilij Pantelej-
monowitsj naar Kisjinew was vertrokken. De politie en de gendarmes
konden daar evenwel niet achter komen. ,,Hij is met de noorderzon
vertrokken", zo stand in de rapporten geschreven. Kennelijk hadden
de dorpsbewoners door, dat ze hun dorpsgenoot moesten dekken. Op
vragen antwoordden zij dus met ,,ik weet het niet".
Ik was blij in het geboortedorp van Wasilij Mamalyga te hebben
vertoefd. Wilja Sikorskij was vroeger in Indonesie geweest en Pasjkany
deed hem op de een of andere manier aan een Indonesisch dorp denken.
Ook daar vindt men glooiende heuvels, die eveneens terrasgewijze
worden bewerkt. AUeen groeit er in Indonesie op zulke terrassen rijst
en worden er hier druiven verbouwd.
,,En is het u soms niet opgevallen", zo zei Wilja, ,,dat voor sommige
huizen wat stenen op elkaar zijn gestapeld in plaats van de treden
van een drempel ? Ook dat kan men in een Indonesisch dorp vaak zien."
Verder begreep ik uit zijn woorden, dat er iets in het uiterlijk van
Pasjkany is, dat het verwant maakt aan het tropische eilandenrijk. Dit
kan men echter niet met een preciese term omschrijven.
Bij mijn terugkeer in Kisjinew viel ik meteen in de begerige handen
van de journalist R(oefin). R(oefinowitsj). Gordin. Hij raakte sterk
geinteresseerd in Wasilij Mamalyga, began in Bakoenin te lezen, nam
voorts het artikel van Tsjernych in ,,Nedelja" door en eveneens het

Downloaded from Brill.com02/09/2020 08:41:32PM


via free access
344 E. I. GNEWOESJEWA.

materiaal op grond waarvan dat artikel was geschreven. Roefin Roefino-


witsj trachtte alles uit me te krijgen wat ik wist en zelfs wat ik niet
wist. Wij wisselden onze adressen uit en beloofden elkaar op de hoogte
te houden van onze nasporingen en ontdekkingen.

11. Niewwe nasporingen en vondsten. In 1901 duikt Wasilij Mamalyga


in het Maleise schiereiland op en treft voorbereidingen om deel te
nemen aan de onajhankelijkheidsstrijd van de sultan van Kelantan.
Hoe ontwikkelden zich de verdere lotgevallen van de rusteloze Mol-
davier? Sinds de bloedige gebeurtenissen op Lombok waren er zeven
jaar verstreken, maar in het land onder de evenaar was de naam van
Wasilij Malygin niet vergeten. De jonge Russische geleerde en bioloog
K. N. Dawydow die in 1901 met een wetenschappelijke opdracht op
Java was aangekomen, had van Malygin gehoord als deelnemer aan
de strijd van de bevolking van Lombok tegen de Hollanders. Maar
waarheen was onze held verdwenen ?
Zoals vanouds werkte ik weer in de archieven maar allengs ver-
vaagde de hoop om nog enige sporen van Wasilij Mamalyga te vinden.
In de archieven werkte ik al sinds lange jaren en dat werd tot op zekere
hoogte een behoefte van me. Ik kwam achter vele belangwekkende
feiten hetgeen mij in staat stelde mijn colleges met nieuw materiaal
te verrijken. Maar betekent het in handen hebben van een archief-
document dan ook niet, dat men met een getuige van een tijdperk in
aanraking komt? Het is niet mogelijk zijn ontroering in te houden,
wanneer men zich bewust is, dat die paperassen, waarin verzoeken,
klachten, zakelijke en persoonlijke correspondence zijn vervat, nu eens
met haastige, dan weer met rustige hand geschreven, allemaal een
levend spoor zijn van reeds lang geleden gestorven mensen. Dat is niet
slechts een ,,bron" op grond waarvan we de geschiedenis reconstrueren.
Neen, dat is de geschiedenis zelve. Opnieuw ontvouwt zich de ge-
schiedenis voor me van het land dat mijn studieveld vormt en dat me
meer dan wat ook belang inboezemt. Dat land is Indonesie.
De rapporten van de ambassadeurs uit Nederland, Belgie, Engeland
en andere Europese landen uit de door mij bestudeerde periode had
ik reeds doorgenomen. Zou ik misschien niet moeten proberen de
consulaire rapporten uit de landen in de buurt van Nederlands-Indie
door te lezen ? Ik bladerde in de rapporten uit China. Daarin was veel
belangwekkends te vinden, maar alleen voor sinologen. Verder de
rapporten uit Singapore. In januari 1891 deed de consul Wywodtsew

Downloaded from Brill.com02/09/2020 08:41:32PM


via free access
DE LEVENSGESCHIEDENIS VAN W. P. MAMALYGA. 345

de directeur van het Aziatische departement een brief toekomen waarin


hij Singapore beschreef en van haar geschiedenis verhaalde. Hij gaf
voorts een duidelijke analyse van het Engelse bestuur over de kolonie.
In 1892 deed hij mededelingen over de opstand in Pahang, een niet
ver van Singapore gelegen sultanaat. De jaren verstreken en de consuls
kwamen en gingen. Ondertussen kwamen er bij het Aziatische departe-
ment berichten binnen, zowel over vreedzame handelsaangelegenheden
als over opwindende zaken, hetzij werkelijke, hetzij vermoede, die
echter vooral betrekking hadden op opstandige inheemsen en weer-
spannige matrozen. En plotseling las ik iets waarbij ik mijn ogen
haast niet kon geloven. In zijn rapport van 1/14 augustus 1901 schreef
de Russische consul Baron Kister: ,,Twee maanden geleden arriveerde
in Singapore uit Odessa de Russische onderdaan Wasilij Malygin op
het schip ,,Diana" van de Russische maatschappij voor industrie en
handel. Hij had als kok gemonsterd". 47 En zo ontmoeten wij zeven
jaren na de dramatische gebeurtenissen op Lombok Wasilij Pantelej-
monowitsj opnieuw in het voorportaal van het rijk der drieduizend
eilanden.
Uit dit consulaire rapport bleek duidelijk, dat Wasilij Mamalyga
zich van Kisjinew naar Odessa had begeven, waar hij als kok op de
koopvaarder ,,Diana" werd aangenomen. In juni 1901 had hij in
Singapore voet aan wal gezet met het vaste voornemen de zeereis niet
verder voort te zetten. Onmiddellijk kwam hij in het gezichtsveld van
de Nederlandse consul-generaal, die verontrust zijn collega, de Rus-
sische consul Baron Kister van zijn bezorgdheid op de hoogte stelde.
Nadat hij de correspondentie met de gewezen consul op Java, M. M.
Bakoenin, die in de archieven van het consulaat bewaard was gebleven,
had doorgewerkt wist Kister, dat Wasilij Mamalyga gedurende de
opstand op Lombok de organisator van de artilleristische verdediging
der opstandelingen was geweest. (Zoals dat in het document heette:
,,Gedurende de opstand van de Lombokse sultan tegen de Nederlandse
regering bekleedde hij bij voomoemde sultan de functie van voornaamste
raadgever en opperbevelhebber der artillerie"). 48
Voorts was Kister nu bekend, dat Malygin daarop door de Hollan-
ders tot langdurige gevangenisstraf was veroordeeld, maar weldra
amnestie had gekregen en naar Rusland was teruggestuurd met het
strenge verbod zich ooit weer in Nederlands-Indie te vertonen. Men

47
43
AWPR, inventaris van de Pacific-,,desk", 1891-1911, acte 13SS, vel 96.
Ibidem, vel 96 keerz.

Downloaded from Brill.com02/09/2020 08:41:32PM


via free access
346 E. I. GNEWOESJEWA.

kan. zich de schrik van de Hollandse consul-generaal in Singapore


gemakkelijk voorstellen. Een voor de Hollandse kolonisatoren uiter-
mate ongewenst en gevaarlijk man was in de directe omgeving van de
Nederlandse bezittingen opgedoken.
De Russische consul deed moeite om Wasilij Mamalyga te ontmoeten
en kwam in een onderhoud met hem te weten, dat deze inderdaad het
plan koesterde om zich naar Java te begeven, daar hij een aantal claims
op de koloniale regering had. Men had hem enige documenten niet
teruggegeven en was hem wat geld schuldig. . . . De consul gaf hem
de raad ten spoedigste naar Rusland terug te keren en zijn claims
langs de officiele weg kenbaar te maken. De verdere gebeurtenissen
toonden aan, dat Wasilij Mamalyga geen acht sloeg op het advies van
de consul. Trouwens, had hij inderdaad dergelijke claims?
Op het Maleise schiereiland, waar Mamalyga ditmaal was terecht-
gekomen was de toestand als volgt: Een aantal sultanaten was tot de
Maleise Federatie verenigd en volkomen aan de Engelsen onderworpen.
Andere sultanaten waren echter nog onafhankelijk gebleven. Zo ook
Kelantan aan de grens met Siam. Siam bracht Kelantan echter in het
nauw. Het sultanaat had dus hulp nodig. Dit kon het gemakkelijk
genoeg van de Engelsen krijgen, maar op voorwaarde, dat het zich
bij de Maleise Federatie zou aansluiten, hetgeen voor Kelantan zou
neerkomen op een volkomen verlies van zijn onafhankelijkheid. Dat
was ook de Russische consul volmaakt duidelijk. Hij schreef: ,,De
gouverneur (van Singapore, E.G.) was bereid met Kelantan samen te
werken maar eiste in ruil daarvoor, dat Kelantan zich bij de Federatie
der Maleise staten zou aansluiten, dat wil zeggen zich volledig aan
Engeland zou onderwerpen." 49
Een vriend van de Sultan van Kelantan, radja Ismail, die aan het
hoofd van het sultanaat Selangor stond, dat kort tevoren tot de Maleise
Federatie was toegetreden, waarschuwde voor zulk een stap. Hij zond
Kelantan hulp in de vorm van 100 man troepen en Wasilij Mamalyga
die de verdediging van het sultanaat zou moeten organiseren. Wasilij
Mamalyga begaf zich met een aanbevelingsbrief van radja Ismail naar
Selangor ,,onder het mom van een man, die van plan was concessies
te verkrijgen voor het exploreren van erts etc.".50 De tsaristische
ambtenaar Baron Kister geneerde zich niet om Wasilij Mamalyga in
een onderhoud met de sultan van Selangor in zwarte kleuren af te
schilderen. Hij ontving echter een veelbetekenend antwoord. De sultan
Ibidem, vel 125.
Ibidem, vel 125 keerz.

Downloaded from Brill.com02/09/2020 08:41:32PM


via free access
DE LEVENSGESCHIEDENIS VAN W. P. MAMALYGA. 347

antwoordde, dat alle Maleiers Malygin kenden en volledig vertrouwen


in hem stelden.
Over zijn gesprekken met Wasilij Mamalyga en de sultan van
Selangor schreef de consul in October 1902 persoonlijk een vertrouwelijk
rapport aan de Russische zaakgelastigde in Londen, die zich om de
een of andere reden voor Wasilij Mamalyga ging interesseren. De
mogelijkheid was niet uitgesloten, dat de Hollanders, die aan alle deuren
plachten aan te kloppen zich tot Baron de Stael, indertijd Russisch
ambassadeur in Londen, zouden wenden. In de archiefstukken bevindt
zich een klad van dat rapport, geschreven in het handschrift van de
consul. Het zijn haastig volgeschreven vellen papier met witte plekken
en afkortingen. Midden in een zin wordt het handschrift afgebroken.
Blijkbaar zette de auteur verder zijn gedachten uiteen zonder daarbij
het klad nodig te hebben. Het origineel dezer missive bevindt zich
in het archief van de Russische ambassade te Londen, maar dat archief
geraakte na de revolutie in handen van emigranten en is totdusverre
nog niet naar het vaderland teruggezonden.

12. De geschiedenis van Wasilij Mamalyga is nog niet afgesloten.


Het zoeken naar inlichtingen gaat echter voort.
Het verdere lot van Wasilij Pan telej mono witsj Mamalyga kan noch
op grond van archief-, noch van enigerlei ander bronnenmateriaal wor-
den vastgesteld. Maar in verschillende uithoeken der aarde worden de
nasporingen voortgezet. In de Moskouse en Hollandse archieven, door
streekgenoten van Wasilij Mamalyga, m.a.w. in Moldavie en Indonesia,
waar de herinnering aan Wasilij ,,Maligan" voortleeft, men meer over
hem wil weten en beter wenst te worden ingelicht. Tegen het eind van
1961 kwam er bij het genootschap voor de Sowjet-Indonesische vriend-
schap te Moskou een brief binnen van de Indonesische journalist
Bambang Sumantri. Daar hij belang stelde in de Russisch-Indonesische
betrekkingen besteedde Bambang Sumantri in zijn schrijven grote
aandacht aan Wasilij Malygin. Hij vroeg of deze nog leefde en — indien
hij gestorven was — naar de plaats van zijn graf. Ik heb de Indonesiers
op de hoogte gebracht van hetgeen ik reeds over Wasilij Pantelejmono-
witsj Mamalyga wist. Kort nadat mijn artikel over Malygin in het
tijdschrift ,,Negri Sowjet" no. 2/1962 was gepubliceerd ontving ik
een brief van een onderwijzer op Bali, de heer Manafe. Hijzelf was
op Lombok geboren. Hij was blij me te kunnen vertellen dat men de
naam van de Rus ,,Wasilij Maligan" ook nu nog op Lombok kende.

Downloaded from Brill.com02/09/2020 08:41:32PM


via free access
348 E. I. GNEWOESJEWA.

Van generatie op generatie leeft de herinnering aan hem voort als die
van iemand, die voor de Indonesische onafhankelijkheid had gestreden.
De geschiedenis van Wasilij Pantelejmonowitsj Mamalyga (Malygin)
is niet afgesloten. Maar al datgene dat over hem bekend is, rechtvaar-
digt de conclusie, dat hij een ongewoon mens was. De vooringenomen
Nederlandse rechtbank stelde vast, dat W. P. Mamalyga de Engelse
taal goed beheerste; uiteraard kende hij Indonesisch en mogelijkerwijs
sprak hij ook nog enige andere in de archipel gangbare talen. Voordat
hij in Indonesie terechtkwam had hij enige tijd in China gewoond.
Men kan zich moeilijk voorstellen, dat hij met de Chinezen conver-
seerde in de een of andere hun vreemde taal. En dus was hij in
linguistisch opzicht zonder twijfel begaafd. Ook de jegens hem van
haat vervulde Hollandse journalisten konden niet loochenen, dat
Mamalyga een bijzonder organisatorisch talent bezat en in staat was
de mensen voor zich in te nemen door zijn vlug verstand, zijn goed-
hartigheid, zijn vindingrijkheid en zijn vastbeslotenheid. Maar de
meest kenmerkende trek van zijn karakter was zijn gevoel voor
rechtvaardigheid.
Ten onrechte meende Bakoenin, dat Wasilij Mamalyga een avon-
turier van het zuiverste water was, die alles aanpakte dat voordeel
beloofde op te brengen. Het is mogelijk, dat bij Wasilij Mamalyga de
wens om wat van de wereld te zien gepaard ging met het idee zich
een bestaan op te bouwen. Die hoop koesterden vele wereldreizigers,
maar zeer weinigen konden die verwezenlijken. De werkelijkheid in
de archipel veranderde de richting waarin zijn gedachten zich bewogen
snel. Zo hij zich aangetrokken zou voelen tot geld verdienen of tot
het risico van het avontuur, was niets eenvoudiger dan om bij de
Hollanders in dienst te treden. Te meer omdat er vele buitenlanders
in het Nederlands-Indische leger dienden. Maar toen de Lombokse
heersers Wasilij Mamalyga aan hun kant wensten te krijgen, beloofden
zij hem geen geldelijke beloningen. Ze toonden hem uitgebreid en tot
in details aan, dat de strijd van het Lombokse volk tegen de Hollanders
een rechtvaardige strijd was. Cortez, Pizarro en alle ons bekende echte
avonturiers konden slechts door de verblindende glans van het goud
worden overtuigd. Maar in de thans bewaard gebleven officiele docu-
menten, opgeborgen in de archieven in Nederland en Sowjet-Rusland,
wordt daarvan met geen woord gerept. Ook in de rapporten van
Bakoenin vindt men niets over vermeende hebzucht van Mamalyga.
In zijn bock echter maakt hij hem zwart. In zijn rapporten was hij
wel gehouden om de waarheid neer te schrijven zoals die was of zoals

Downloaded from Brill.com02/09/2020 08:41:32PM


via free access
DE LEVENSGESCHIEDENIS VAN W. P. MAMALYGA. 349

hij die zich verbeeldde. In zijn werk evenwel, dat voor een breder
publiek bestemd was, kon hij zich verzinsels permitteren. Misschien
werd hij daar niet alleen door zijn reactionaire geestesgesteldheid, maar
ook door overwegingen van zuiver diplomatieke aard toe gedreven.
Slechts nadat hij van de rechtvaardigheid van de zaak der Lombok-
kers overtuigd was wijdde Wasilij Mamalyga zich met al zijn energie
aan hun zaak en stond hij in de bres voor hun onafhankelijkheid. De
tegen de kolonisatoren strijdende Atjehers stelde hij de andere volkeren
in de archipel ten voorbeeld. Wasilij Pantelejmonowitsj stond altijd
aan de kant van de verdrukten. Indien dat niet het geval was geweest,
zou hij het vertrouwen en de goede herinnering, die hij bij de Indo-
nesiers en Maleiers achterliet niet hebben verworven. Zonder aarzelen
stelde hij zijn leven in de waagschaal ten bate van de bevolking van
Lombok. Hij was ook bereid te vechten voor de onafhankelijkheid van
de kleine en zwakke volken op het schiereiland van Malakka. Bij al
zijn handelingen werd hij geleid door het bewustzijn, dat de mens
recht heeft op vrijheid.

E. I. GNEWOESJEWA

Downloaded from Brill.com02/09/2020 08:41:32PM


via free access

You might also like