Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 34

ROMEINSE ARCHEOLOGIE

Les 7: de studie van Romeinse kunst en architectuur


Romeinse beschaving: 8eE vC – 6eE nC
- Lange, complexe periode, heel groot gebied
- Veel waardevolle kunstproductie, beter bewaard dan grieken
- Vanaf renaissance heropleving interesse
Beschouwingen van ROM kunst
 catalogisering door Winckelmann
- Gezien als minderwaardig: vaak kopie van griekse werken
- 18eE – 20eE: inferioriteit centraal
 conservatisme van rom beeldentaal zorgde voor weinig innovatie
- Vanaf 20eE: beter historisch/cultureel/religieus onderzoek & context van rom werken: toont dat het
wel innovatieve periode is
= originaliteit op technologisch vlak

 expansie v rom rijk: rome als imperialistische macht

5eE/4eE: macht verspreid naar hele schiereiland


3eE/2eE: rome overwint buiten italie
Impalming griekenland, hellenistische wereld…
 Overwinning heel mediteraanse wereld
= homogeniteit nalaten + blijvende impact
2eE: hoogtepunt onder Trajanus

Invloed ontw “romeinse kunst


- Italische kunst: basis uit regio Latium, regio die later romeinse rijk wordt
- Etruskinsche kunst: heel belangrijke kunst in 1e millenium vC
- Grieks-hellenistische kunst: zie lessen Docter

1. Italische periode
Beetje onderontwikkeld ivglm griekse kunst
 Was op dat moment in hoogklassieke periode
Focus op krijgers, weinig overlevering
5eE vC: rome gaat in grenszone v Italische volkeren
= cultuur ontwikkelen beinvloed door Etrusken (italische roots met
toch eigen ontwikkelingen)
 rome kent culturele ontw

2. Etruskische periode
Grote invloed op romeinse kunst (zie deeltje Etrurië)

3. Grieks-Hellenistische periode
Dit soort tempelbouw zal blijvende invloed
hebben
Kunststromingen van Grieken worden mode
in Rome
Vb Attisch wordt Neo-attisch
Intaglio: handtekeningstempel, neo-attisch 
Kenmerken van Romeinse beeldende kunst en architectuur
1. Dualisme van stijlen
Rom kunst = fusiekunst: mengvormen beinvloed door versch invloeden
Oost-rom: beinvloed door oosten: syrië enzo  oosterse elementen in kunst 
2eE/1eE: laat-hellenisme: fusievormen hellenistische en romeinse kunst

2. Staatskunst vs volkskunst
Propagandakunst
Vaak afbeeldingen van keizers = roem en heldhaftigheid uitdrukken
 vanuit volk ontstaan: soms afkooksel of eigen expressies om keizers te eren

3. Centrum vs periferie
In rome en in rijke steden: kunst van hoge kwaliteit
In random steden: kunst van lage kwaliteit
Zie vb: op zelfde moment gemaakt maar totaal
andere kwaliteit

4. Minder oog voor kunst met menselijke


verhoudingen
Romeinse kunst moet imponeren en overdonderen
 veel grotere beelden maken + op sokkels plaatsen
= ook figuren frontaal tonen op voorgevels in reliefs

5. Horror vacui
Opkomende nadruk op interieur
 alles beschilderen
Ook op bv sarcofagen
Tempel van venus en roma
@rome

Grootste tempel ooit gebouwd @italie

Chronologie
8eE - 3eE/2eE vc vroeg romeinse kunst
- 753-509 koningstijd
- 509-146 vroege en midden-republiek

2eE vc – late 3eE nc klassieke romeinse kunst


- 146vC-27nC late republiek
- 27-284 hoge keizertijd

3eE-5eE laat romeinse kunst


- 284-476 late keizertijd
Griekse invloeden vanuit Magna Graecia
= de overwonnen griekse colonies
Veel kunst geinspireerd op deze gebieden: tempelbouw, vaaswerk, iconogrrafie, …

Etruskische beschaving + zie deel over etrusken


Typische etruskische kunst: dakdecoratie in terracotta: relief en beschilderd
 overgenomen door romeinen

Ontw naar een eigen romeinse cultuur


Weinig gekend over vroegste fase
Dorpjes met hutten (hout, leem, riet) => villanova
Fragmenten gekend door opgravingen

Reconstructie dorpscontext @palatinusheuvel


 eerste nederzettingen in het latere rome
Restanten van originele muur nog zichtbaar in rome
Toegeschreven aan Servius Tullius

Stedelijke ontwikkelingen
- Na defensief systeem: stad volwaardig ontwikkeld
- Vakwerkbouw opgevuld met steen ipv leem ofzo
=> steviger
- Rechthoekige huizen: w later typisch atriumhuis
Best bewaard = tempels => etruskisch beinvloed door
etruskische dominantie
- Stenen onderbouw, stevige muren
- Gebouwd op podium
- 3x6 zuilen
+ grote frontaliteit itt Griekse: 1 opening ipv langs overal
kunnen binnengaan

510: stichting romeinse republiek


= stichting tempel van Jupiter Optimus Maximus
 tempel voor 3 goden: opgedeeld in 3 delen
Terracotta dakversiering is goed bewaar

Tempel doet denken aan acropolis

Andere etruskische bewaarde tempel


Typische kenmerken
- Voorportaal
- Op podium

Veel fora overheen hele rijk


Innovaties in architectuur
Nieuwe technieken
- Elementen toevoegen om problemen op te lossen
 resulteert in monumentalere bruggen door innovatie in steenbouw
Nieuwe materialen
- Marmer importeren 2eE vc: wit en gekleur
- Gebruik van tufsteen
Nieuwe bouwtypes
- Vanaf 2eE vc meer griekse invloed
- Zoektocht naar andere bouwtypes, vooral tijdens massale opkomst stedenbouw

Innovaties in kunst
- Optimalisering van etruskische stijlen
- Bronskunst importeren (nooit lokaal gemaakt)

Typisch romeins beeldentype


 propaganda van elitefiguren
Stond in publieke ruimte zodat iedereen het zag

Portret van Lucius Iunius Brutus


Stichter vd Romeinse Republiek: 3eE vc
Kreeg veel bustes ter verering
 Verheerlijking heerseres

ROMA
Beschilderd graf op de Esquiliunus
(3eE-2eE)

Schilderkunst op houten panelen


 niet bewaard gebleven
Enkel grafkunst op steen soms wel overgeleverd

Toont verschillende taferelen


Romeinse architectuur
Veel invloed gehad op latere stromingen: renaissance, classicisme, …
 veel beter bewaard dan griekse

Kenmerken:
1. Grote technische evolutie
Vanaf 3eE/2eE: expansie van rome
= steden bouwen voor kolonisten
 creatief zoeken naar nieuwe vormentaal
Zie romaanse kunst: gebaseerd op laat-rom kunst
= grote ruimten: veel mensen huizen
 grote invloed op vroeg-christelijke kerken
+ nieuwe materialen: romeins beton
= snel & goedkoop bouwen  in sneltempo kunnen bouwen

2. Ontwikkelingen van nieuwe gebouwtypes


Fora met openlucht binnenkoer voor markten
Nieuwe huizenbouw: met tuinen en decoraties
Introductie van gebouwen voor spektakels: amfitheater ed
Appartementsgebouwen met 5-6 verdiepingen = veel mensen huizen

3. Uniformiteit vd architecturale productie


Theaters: ontw vanuit griekse traditie
Allemaal op dezelfde manier opgesteld

4. Monumentaliteit
Zeer grote gebouwen, vb thermen van caracalla => 20 voetbalvelden

5. Grote greep op natuurlijke omgeving


Geen losstaande gebouwen: vaak in natuurlijke omgeving inwerken
Vb amfitheater @tarragona: deels uitgehakt in rots
= gebruik maken van natuurlijke elementen
Praeneste: heiligdom voor fortuna
- Aaneenschakeling van terrassen
- Neemt omgeving en topologie mee in acht
Pergamon: heiligdom van trajanus
- Door ligging op kunstmatig terras
Straalt enorme monumentaliteit uit
= typisch voor romeinse kunst

6. Bijzondere aandacht voor interieur


Veel beschilderd

Grote tendenzen in de Romeinse architectuur


1. Classicisme
Keizer Augustus: beste elementen van Griekse stijl importeren in
Romeinse stijl
 zie monumentalisering
= hoog podium, 1 toegangsweg langs trap
2. Functionalisme
Porta Appia: functionalisme zichtbaar: nieuwe ommuring ter bescherming
(ook om prestige uit te stralen)
Colosseum: specifiek ontworpen met een doel
- Iedereen ziet altijd alles
- Iedereen samenbrengen
- Grootste amfitheater ooit gebouwd @rom rijk

3. Een ‘barokke’ uitwerking


Bogen introduceren in architectuur

Architectuur en architectuurtheorie
Keizer Hadrianus: persoonlijke interesse in architectuur
 naam veel gevonden op gebouwen
Severus en Celer
- Architecten voor Domus Aurea 
- Gemaakt voor keizer Nero
Rabirius
- 1vd eersten die werkte met beton
Apollodores van damascus
- Ontwierp markt van trajanus: innovatief gebouw
M. Vitruvius Pollio
- Architectuurtheorie vanaf Augustinus in boek
“de architectura”  principes van goede architectuur opschrijven,

Les 8: romeinse architectuur deel 2


Romijnse maatschappij = stedelijke maatschappij!
+ ruraal: veel landbouw maar ook steden waar veel mensen waren
Steden gebouwd op aandacht op comfort (watervoorziening ed)

2 types:
1. Spontaan gegroeide steden
Vb Rome
- Gedefinieerd door ligging: tiber, heuvels
- Geleidelijke opbouw, demografische groei
Begin 4eE: ommuring bouwen: 7km
- Omsluit bewoonde gebieden  stad al vrij uitgebreid
- Groeit verder op organische wijze geinspireerd door grote hoofdwegen (via’s)
2eEvC: grotere complexen determineren structuur
1eE: expansie gebonden aan wegennet zie foto
4eE: stad mega hard uitgebreid + nieuwe muur van Aurelialis
- Stad defensief versterken: beschermen tegen germanen
- Nieuwe grote instellingen vb thermen
+ gebouwen aan rand mee in muur opnemen
 heel wanordelijk, organisch gegroeid
1 miljoen inwoners
2. Nieuw gestichte of heringerichte steden
Herinrichten is tussenvorm
- Vooral in oosten: vroegere hellenistische rijk
 bij overname amper werk aan door bloeiende beschaving
- Impressionanter maken: zie propagandistische cultuur
Vb Delos: mecca van slavenhandel
- Gebouwen toevoegen en structureren maar geen structurele veranderingen
= typisch vb oosterse stad
Vb Palmyra
- 2eE vC wienig impressionant, vrij eenvoudig
- 2eE nC: tijdens Ceverische keizers veel aanpassingen
 monumentaal! Brede straten met zuilen en portieken

Nieuw gesticht = heel rationeel opgebouwd


Oorsprong bij egyptenaren  egeïsch gebied/ionisch gebied: griekse wereld
 voor het eerst steden met dambordpatroon
Vb Milette: 5eE vC
- Huizenblokken
- Centraal: grote publieke gebouwen
Vb Priene: 4eE vC
- Grote regelmaat
- Verschillende niveaus obv terrassen
Hippodamus: beroemde urbanist uit oosten

Paestum, 600vC
Dicht bij italische wereld

Regelmatige straten  typisch voor steden @zuid-it


Wnr romeinen overnemen: grote instituten in midden,
verder geen structurele veranderingen

Nieuwe veroverde gebieden = nieuwe steden bouwen


Vb Ostia: organische groei met startpunt in rood
vierkant

Gebouwd om territorium te marken & binnendringers


tegen te gaan

 Planning aan oorsprong, rationeel stadsplan

Ommuring geplaats
Heel rationele urbanisatie
Weinig poorten: defensief bedoeld
 Nieuwe kolonie beschermen
Heel systematisch centrale forum
= makrt, bestuursfunctie
Regelmatige woonblokken (afhv topografie)
Riolering aanwezig: goeie watervoorziening
 Beinvloed door etrusken
VANAF NU HEEL ACTIEF VEEL STEDEN BIJBOUWEN
Rationeel uitgedacht
Forum aan kruising vd hoofdwegen
- Cardo maximus: centrale noord-zuidstraat
- Decumanus maximus: centrale oost-weststraat
Ook politieke gebouwen aanwezig

Nieuwe steden stichten om bevolking te centraliseren


 niet zeker of het kolonisten, gekoloniseerden of
gwne burgers zijn
Grondplan teweten gekomen door geofysische
methoden

@portugal/spanje

Heel systematisch gridplan


Rond stad wat later extra complexen toegevoegd
 thermen, tempels, industriële wijken

Grote monumentale elementen: wijde straten

@algerije

Gedetermineerd door rivier


Badhuizen, amfitheaters
 vaak aan rand of buiten
Veel mensen komen hier naartoe
Riolering, watervoorziening aanwezig

@rijngebied

Pompeii
In oorsprong geen romeinse stad, was van osken:
italisch volk met griekse invloed
5eE vC: start ontw stedelijke kern
 Grieks beinvloed + romeins aangepast
3eE: politieke downfall
4eE/5eE: demografische afname, ontstedelijking
 steden kleiner, muur rond kleiner deel
= compacter, makkelijker verdedigbaar
Vb Sagalassos
- Werd door romeinen verder uitgebouwd: in totaal 30 hectare
- Na downfall terug naar oorspronkelijke stad: 20 hectare
Tetrarchie: 4 keizers: 2 hoofdkeizers met 2 onderkeizers
 hebben residentiestad
Deze steden floreren, voelen niet echt afname
 Milaan wordt belangrijker dan rome: geen inkrimping gebeurd
Behouwt imposante structuur
Vb Trier @moezel
- Keizer zal hier verblijven: kent nog steeds grote expansie en monumentaliteit

Onderdelen en sfeer van de Romeinse stad


Vb Herculaneum
- Fonteinen op hoeken van de straten: gratis water
voor hele stad
Soms ook wateraansluitingen in de huizen
- Portieken tegen de hitte
- Veel winkeltjes: commercie
Thermopolia: toonbanken
Collonadestraten: monumentale straten met aansluiting tot grote complexen
Imposante muren en poorten: defensieve functie maar ook status: propaganda
 showpoorten ipv verdediging
Funeraire landschappen buiten de stadsmuren: aan hoofdwegennet
De infrastructuur van het suburbium
- Aquaducten: waterleiding
- Ook bedoeld om met kar de vallei over te steken
Vb Carnuntum: gebouwd ifv militaire defensie aan grensgebied
- Ziet eruit als kamp + bwoond door militairen en veteranen

Ontwikkeling van ontwerp en constructie


Late republiek: de ontwikkeling van betonbouw en het geweld
- Mortel als basiselement op constructieve wijze
+ beton => nieuwe techniek
Vb @cosa: eerste stad met experimenten
 hier nog onregelmatig steen patroon in mortel
= experimenteren met snelbouw
- 2 parementen uit droog metselwerk naast elkaar + opvullen met losse aarde: techniek uit oudheid
Nieuw element: mortel: stukjes steen, zand, kalk, water
= stenen hierin plaatsen = soortvan beton
+ bekleden met natuursteen, later baksteen
Vanaf 3eEvC: techniek aanwezig overheen hele ROM rijk
 in combinatie met kruisgewelf & tongewelf
Gewelfbouw bestond al bij etrusken en occasioneel bij grieken
Rom: gewelfbouw op grote schaal
Hoek vd structuur = steen die regelmatig is gekapt, rest opgevuld met randoms
Augustus: openbare bouwprogramma’s in marmer
- Soepeler omgaan met structuren: ronden, koepels ed introduceren
Itt strakke grieken: hoeken, lijnen
- Liet steden monumentaliseren
Forum romanum
- Organisch gegroeid
- Tijdens republiek werd plein gecreërd met marktjes enzo
2eEvC: eind republiek: monumentaliseren
 vooral onder augustus met plannen van caesar
- Veel kunstenaars @rome: veel gebruik maken van hen
- Veel marmerontginning met augustus
 geimporteerd via zee: op grote schaal hiermee bouwen
Wit marmer maar vaak beschilderd
+ kleurmarmer: geimporteerd uit verschillende groeves
= propagandaredenen van augustus: macht tonen door monumentaliteit
+ tweede forumcomplex gebouwd: keizersforum
- Veel keizers werkte hieraan mee/deden dit ook
- Hall of fame: politiek beladen 

Nero en de flaviërs: het comfort van de leefruimte


Nero: veel vernieuwing in culturele wereld
- Brand gesticht om nieuwe stad te kunnen bouwen? Niet zeker hiervan
Veel gebouwen waren in hout => centraal deel van Rome werd helemaal herbouwd
 veel fontijnen enzo + nieuwe vormen van architectuur
o Monumentale toegang tot het paleis
Goudbekleden beeld vd keizer: ziet zichzelf als zonnegod
o Belvedere: helemaal beschilderd maar amper overlevering
Wel veel overgenomen door andere kunstenaars: we kunnen reconstrueren
- Uitbouw vh keizerlijk paleis op palatinusheuvel
o Marmerinlegvloer
o Binnentuin

Trajanus en hadrianus: naar volwaardige romeinse architectuur


Forum van trajanus: veel bestuurlijke functies
- + Restauranten, winkelstraten, … uitzonderlijk goed bewaard
Hadrianus: grote liefde voor griekse wereld
- Veel elementen hiervan invoegen
- Villa: zomerpaleis buiten de stad om warmte te ontlopen
o Inclusief maritiem theater, thermen met koepelarchitectuur en marmerplaten
o Canopus: buitenzwembad
- Landschapspark, goed bewaard
Pantheon: tempel voor alle goden
- Door augustus
- Rechthoekige tempel: afgebrand, hadrianus
heropgebouwd: gekke vorm
+ koepel
- Perfect bewaard
- Trome l’oeil: lijkt groter dan het is
- Binnenkant: nissen, decoratie: ook goed bewaard
Verdere ontw in koepelbouw: zonder dragende elementen
toch kunnen dragen
 Zadeldak makkelijker en prominenter aanwezig in latere
architectuur

Materialen en decoratiesystemen
Bouwmaterialen
 bouwen met lokale beschikbare materialen
- Klei, leem
- Terracotta voor bedaking: bescherming tegen regen
door bakken
+ decoratieve functie
Vaak fel beschilderd
- Baksteenarchitectuur: ruw zichtbaar, vb ostia
- Natuursteen
Vb opus quadratum: tempel van augsutinus en livia
= rechthoekige blokken zoals grieken
- Betonbouw: opus caementicium
- Marmer: duur om te importeren
o Marmerinlegvloeren
o Mozaïeken
o Zuilen en muurplaten

Bouworden

- Dorische en toscaanse orden


= weinig decoratief
tosc: zonder gravures
- Ionische orde: amper door romeinen gebruikt
Getorseerd: typisch rom
- Korinthische orde: wel door rom gebruikt
- Composiete orde
Vernieuwingen in het klassieke architectonisch decoratiesysteem
- Bogen in frontons
- Lijstwerk: diepe schaduws in reliefs
- Zuilen zonder dragende functie
= triomfbogen
Colosseum: superpositie van de orden
= alle stijlen samenbrengen

Les 9: romeinse architectuur + beeldhouwkunst


Typologie van gebouwen
1. Het burgerlijke stadscentrum
 forum romanum, basilica en portieken
Forum
- Gesloten, monumentaal, multifunctioneel
- Marktfuncties, juridisch etc
- @alle rom steden, in centrum, hoofdwegen komen hier toe
Basilica
- Geeft aanleiding tot kerkbouw tot lang na romeinse staat
Met juridische functie = kan grote menigten bevatten
Curia: gemeenteraad, stadhuis
Comitium: altijd aan curia, waar magistraten verzamelen
Forum piscarium: vismarkt

Hoe langer, hoe strakker


Geen woningen meer aan forum, enkel belangrijke gebouwen
Religieuze, economische, bestuurlijke functies

=> type heel bekend 2eE/3eE nc

2. Religieuze architectuur
Minder creatief dan grieken, wel monumentaler: terassen, portalen…
Veel heligdommen geweid aan verschillende goden
Vaak rechthoekig maar soms ook koepelbouw/cirkelvormig
= heel vernieuwend en invloedrijk

3. Architectuur voor ontspanning


Theater: voor grote toneelvoorstellingen en andere minder hoogstaande opvoeringen
= burgerlijke/volkse kunst: mime, pantomime  minder
literair hoogstaand
Kenmerken vh theatergebouw
- Scene langs verschillende kanten betreden
- Mogelijkeheid tot overdekken via zeil voor in de
zomer tegen de hitte
Odeon: voor zang, muziekconcerten, lezingen, kleine toneelstukken
= klein theater maar hoogstaander
- Gesloten gebouw: scenegebouw sluit alles af
= itt met griekse theatergebouwen NIET
gepositioneerd in landschap
Theatrum tectum: overdekt theater
= betere accoustiek

Amfitheater: gladiatorenspelen, venationes en naumachiae


= dubbeltheater: grieks woord en afkomst
= spectula (romeinse benaming)
Dierengevechten en zeegevechten: arena opvullen met water
Eerste stenen amfitheater @pompeii
Kenmerken
- Ovalen vorm = geschikt voor versch evenementen
- Heel groot en kostelijk
- Vooral te vinden in west-rom rijk, minder populair in
oost-romrijk
- Ommuring: vaak vochten krijgsgevangenen of dieren
ofzo die niet mochten ontsnappen
Grootste: colosseum @rome
- Gebouwd door Flavische keizers op meer van Nero
= goed proberen maken wat nero had foutgedaan
- Dieren vanuit kooien direct naar stage
- Velum: zeil over theater
Palen dienen om zeilen via katrolsysteem vast te
maken
Ludus magnus van het colosseum = gladiatorenschool
- Grote kazerne in de buurt van colosseum waar krijgers verbleven
- Vaak inclusief grafvelden

Circus: wagenrennen en soms andere massaspectakels


= ook clowns en jongleurs enzo: deze traditie nemen we over
Heel populair bij vroege rom & etrusken
Vb circus maximus
- Grootste circus van rom rijk
- Geleidelijk van meer infrastructuur voorzien
Zie spina: muur/vijver
- Halfgebogen lijn = startplaats

Stadion: atletiekwedstrijden naar grieks model


= verschillende soorten wedstrijden
Vooral @oost-romrijk
4. Thermen: openbare en private badhuizen
2 nieuwe technische ontwikkelingen
- Bouw van aquaduten: wateraanvoer, verspreiding, opslag
o Fonteinen, publieke baden, woningen
- Hypocaustum, 100vC: vloerverwarming (in thermen/rijke huizen)
Baden gescheiden obv gender, later ook obv tijdsindeling
Thermen van caracalla, rome
- Ontmoetingsplek + intellectueel punt: cultureem centrum
- Had tuinen, kleedkamers, bibs, ontmoetingsruimten, fitness, fonteinen, zweetruimtes, …

5. Woningbouw
Domus
= huis voor 1 gezin + slaven  10 inwonenden ongeveer
Eigen watervoorziening: gat in dak: regenwater opvangen en
ondergronds opslaan
Atrium = open ruimte in midden vh huis

Flatgebouwen
= insulae
Vanaf demografische groei is hierin opkomst
 meerdere gezinnen in 1 gebouw
5-6 verdiepingen
Vaak winkel op eerste verdieping, rijke op 1e met balkon

Villa’s
Villa urbana: huis buiten de stad
Villa rustica: hier gebeurde productie van wijn/voeding, werd naar stad geëxporteerd

6. Eremonumenten
Triomfbogen: vaak om iets te vieren = propagandafunctie
Erezuilen

7. Funeraire architectuur
Graven in vorm van huizen: vaak familiegraven met tuintjes
- Opgesteld zoals huizen in de straat
Gebouwtjes met sculpturen die meestal de overledene voorstellen, geplaatst op sokkel
Grafpijlers en graftorens versierd met sculptuur, pilasters, halfzuilen
Rotsgraven met monumentale gevels
Grote mausolea: meestal op rond of polygonaal grondplan
Romeinse beeldhouwkunst
Weinig eenheid door grootte vh rijk & invloeden v andere culturen
Etruskische/griekse makers naar rome => werken in hun stijl in rome
3eEvc: hellenistische stijl beinvloedt romeinse stijl
2eEvc: neo-attische kunst, sculptuur en geleidelijke verzelfstandiging
- Heropleving attische kunst
- Kopieerwerk: romeinse makers leren hierdoor de technieken
Vrouw met patera: romeinse handeling = verzelfstandiging 
Evoluties in keizertijd: loskomen van griekse kunst
- Zoeken naar optische effecten van licht en schaduw
- Creëren van nieuwe effecten van beweging
- Zoeken naar beter perspectief: nooit echt gelukt tem REN

Het belang van context


Veel overgeleverde beelden zijn romeinse kopies van griekse werken
 amper in context gekend + onbeschilderd in musea geplaatst
Reconstructie soms wel mogelijk @site
Vb relief met offerscène w pas relevant wnr we context kennen

Portretkunst
Heel omnipresente kunststijl: veel functies
Oorsprong portretkunst
- Vooroudercultus
Dodenmaskers maken: voorouders blijven voortleven
en bepalen geluk van kinderen
 verklaart naturalistische stijl
- Egyptisch naturalisme: indirecte invloed
- Hellenistische stijlen: iets idealiserender maar toch individualistischer dan klassiek grieks
- Italisch expressionisme: intensieve uitdrukkingskracht
- Individualisme: vanaf Aristoteles 4eEvC: promoot individueel denken/persoonlijke ervaringen
Trends in de portretkunst
- Idealiserende trend
Vooral bij leiders: heroïserende intonatie
Duidelijke hellenistische invloed
- Veristische trend
Overdreven realisme
Vooral bij privépersonen
Vaak bustes: typisch romeinse vernieuwing
Ouderdom benadrukken: rimpels, deformaties ed

Evolutie vd portretkunst in de keizertijd


- De regering van augustus
Griekse naaktheid is vervangen door harnas met mythologisch, religieuze, historische figuren/scènes
Academisch beeld, streeft idealen van 5eE-kunst na
Stilletjesaan meer psychologisch inzicht in gelaat
Van heel star naar levendiger en individualistsicher

- Eerste eeuw
Eerst heel academisch, typische kenmerken
Dezelfde haartooi, typische fysionomische familietrekken: driehoekig gezicht
Vrouwenportretten worden mode
Meer karakterisering en psychologische uitdrukking = terugkeer laat-republ realisme
- Tweede eeuw
Portret van trajanus: combinatie idealisering + realisme
= tendens tot vertrouwelijke goedmoedigheid
Introductie van de baard bij hadrianus
Plastische uitvoering van iris en pupil in oog!!!!
 vroeger enkel inkleuring, nu ingelegde materialen
om realistischer beeld te creëren
Barokke effecten: diepe krullen = schaduw en dramatiek
Obv manuele boor ipv bijtel

- Derde eeuw
Breuk met hellenistische en klassieke idealen
Meer abstraherende vormen
Karakterportretten: agressie in uitdrukkingen bij mannen
Haren worden simpeler weergegeven: kleine groeven
Vrouwenportretten blijven classicerend en rustig
Vaak met lange haren tot op schouders

- Laat-romeinse ontwikkelingen
Verval van keizerlijke portretkunst
Typologisch portret: keizers worden niet anders afgebeeld dan volk
= technische achteruitgang, idem bij privékunst

Les 10: romeinse beeldhouwkunst deel 2


Het historisch relief
Impactvolle en zichtbare kunstvorm: aanwezig op verschillende openbare werken
- Vaak realistisch en waargebeurd
= opkomst in keizertijd: als propaganda en connectie met volk
- Monumentaal
- In steen
- Niet beïnvloed door voorgaande stijlen: typisch romeinse kunstvorm

Inspiratiebronnen
- Griekse/hellenistische voorstellingen = mythologische scenes
≠ waargebeurd, ≠ echte personages, = altijd verheerlijking
o Gr: amper reliefs
o Hell: opkomst reliefs op sarcofagen maar nog steeds minieme productie
Alexander de grote tegen perzen
(op sarcofaag)
 realistisch
 privéstuk, ≠ monumentaal
 uitzonderlijk/uniek relief

- Italische en etruskische grafschilderingen


Ook mythologische scenes, ≠ realistisch zoals rom
Beschilderd graf op de Esquilinus, 3eE-2eE vC
Strijd tss romeinen en samnieten

@rom: al heel vroeg realistische taferelen afbeelden


= picturaal verslag
Vb grote panelen beschilderen vlak na overwinning om
deze te eren
- Publiek vertonen
- Soms meedragen in triomftochten
- Soms voor electorale doelen
= voorloper historisch relief

Ontwikkelingen en kenmerken
1. Late republiek, vroeg principaat
Voorloper vh historisch relief
Aemilius behaalt overwinning v Gr vasteland
Slag bij putna
= honoreren @delphi
Bovenop pilaar: relief: niet goed bewaard
 Afb historische scene + portret van generaal
 Stijl v uitwerking volledig grieks
o Evenwichtig, lineair

Voorloper historisch relief


= oudste relief @rome, gevonden 17eE
Heel grieks qua concept
- Evenwichtig, mythologisch
- ≠ romeinse stijl

 dichotomie tss 2 stijlen in hetzelfe monument

Heel andere stijl, andere kunstenaar?


 Historisch relief!!
 Waargebeurde scene, inschrijving v soldaten
Chaotischer, minder griekse stijl
Zie personificatie mars (met speer) = enige
mythologisch personage, rest allemaal gwne burgers
Suovetaurilia = offer
Sus + ovis + taurus: varken + schaap + stier
Rome: ara pacis augustae, 13-9vC
= voorloper historisch relief
Altaar voor vrede door augustus = propaganda
+ waarden benadrukken & laten vereeuwigen
- Moraal, traditie, cultuur
Vb paneel vd vruchtbaarheid + oosten/westenwind
 thellus: aardegodin
Doorlopend fries vd optocht
Ter gelegenheid voor inwijding vh altaar
Met historische, feitelijke personages
Heel herkenbaar
Natuurlijke houdingen
Perspectief zoeken: diepte-effect: 3d
≠ bij grieken!!

Rom reliefkunst = narratief !

Voorloper historisch relief


Minder hoge kwaliteit
Ook zoektocht naar diepte = brede stoet
- Voeten staan op hetzelfde niveau

Boog van titus, 71-81nc


Voorloper historisch relief
@via sacra, richting tempel v jupiter
Triomfboog ter ere v prestaties v keizer Titus
 w vaak aan rand vd stad geplaatst

Boodschap: tekst, decoratie, reliefs

Reliefs tonen evolutie vd reliefkunst


Veel kwaliteiten narratief, omgeven door soldaten met
faskes: strijdhamers
Ander relief: heel dynamisch
2. Hoogtepunten vd 2eE
Boog van beneventum, 114-117nc
Voorloper historisch relief
Trajanus aan macht: nog meer loskomen van griekse
tradities: autonome stijlkenmerken

Best bewaarde boog, mede door reliefs


Kant van rome: toont gebeurtenissen @rome
Andere kant toont gebeurtenissen @andere kant
 telkens ifv de keizer, keizer als centraal figuur

Vb trajanus deelt voedsel uit aan arme kinderen


- Levendig, realistisch, diepte, beweging
 Impressionistisch tafereel

Rome: zuil van trajanus, 110-113nc


Groot beeld vanbovenop: propagandistisch
Zuil = 30m, als basis voor keizerbeeld
(later vervangen door beeld vd paus)
+ urne: graftome @centrum vd stad = uniek
Je kan ook naar binnen: trap naar boven
Buitenkant: doorlopend omwentelend relief
- 55 scenes
- 2500 unieke figuren
- Veel diepte
- Heel stripverhaal: 2 grote veldslagen v Trajanus
- Alles was overschilderd = betere leesbaarheid
vanop afstand en gebouwen er rond
Heel goed bewaard: leert ons veel over cultuur en tijd

Tondo: rond relief


Originele positie weten we niet maar herbruikt in boog
van constantijn
Offerscene: vroomheid tonen, religieusheid bevestigen
Teruggrijpen naar griekse conventies
 Mythologische figuren integreren
Qua composities veel leesbaarder, classicistisch itt gr

≠ realisme
Aurelius draagt dit op aan voorgaande keizer

Obelisk ≠ fallussymbool = personificatie mars


& roma

Typerend historisch relief


Cavalcave: scene van optocht

= oudere beeldstijl
- Invloed oosterse kunst
- Minder materialisme: figuren zweven

L: keizer aurelius
- Toont zich als toegankelijk
= waarden en normen propageren

R: realisme
- Keizer als opperpriester
- Levendig
- Keizerlijke context
= waarden en normen propageren

Zuil als kopie naar Trajanus, door aurelius


Met beeld van keizer vanboven, later apostel paulus
Goed bewaard, hogere banden, veldslagen tonen
Minder kwalitatief
- Steeds dezelfde gezichten
- Minder detail
- Gelijkaardige scenes als bij trajanus
Onthoofding
Personificatie vd regen: hierdoor veldslag winnen
Triomfboog met 4 zijden
Typische afb vd keizer
Inspiratie: oosterse/laat antieke kunst
Frontaal, symmetries, ≠ realistisch
Ook hiëratisch

3. Terugval tijdens 3eE en 4eE


Zuilbasis ter ere v tetrarchie, forum romanum, 303nc
Keizers hadden minder tijd om grote reliefs te maken
door kortere regeerperiodes

Mindere kwaliteit, weinig detail


 gwn lijnwerk
Statisch, symmetrisch, stereotypes, anatomisch fout,
geen details
 Duidelijke neergang in reliefs
Wel nog steeds zelfde onderwerpen

Bronzen
 omnipresent aanwezig in rom rijk maar weinig overlevering door omsmelting
Openbaar of privé: thuis in kapel, zelfs armsten investeerden hierin

Funeraire sculptuur
= voortleven vd doden in wereld vd levenden
 vertelt veel over maatschappij: gewoontes etc
Want vaak realistische weergave
Context vd graftombes: belangrijk om beter hist/maatsch/sociaal te plaatsen

Grafmonument met nissen voor bustes


Grafvelden waren levendige sociale plaatsen
Men kwam hier samen eten en herdenken
Fysieke graven: inhumatie
Vanaf 2eE: omwenteling van crematieinhumatie

Duiventil: ook voorzien met bustes, reliefs, inscripties


Om doden te eren

1. Rondsculptuur: bustes en beelden


Afbeelding vd doden: zegt veel over tijd van toen
 massaproductie door grote vraag
= hoofd pas afwerken na de dood, al de rest op voorhand gemaakt
= togatus

2. Grafstenen, stèles
Numeriek grootste aantal: werd op elk soort graf geplaatst
+ herbruikte contexten: grafstenen gebruiken in stadsmuur ofzo
Funeraire altaren
- Om offers uit te voeren
- Afwerking en kwaliteit obv budget
- Vaak portret aangebracht

3. Sarcofagen, askisten
Invloeden en voorlopers
- Vanaf 2eE door revival van inhumatie
- Focus op pronk en praal: rijkversierde kisten
= historische reliefs
Belangrijk kunsthistorisch belang
Productiecentra: 2eE-5eE: continue productie: 1000den sarcofagen teruggevonden
= stijlen goed opvolgen, voorkeur voor (wit) marmer = importeren v carrara met boot
 herkomst marmer bepalen via onderzoek
- Attica
Wit/honingkleurig marmer
Lange sculpteertraditie

Naar griekse traditie: mythologische onderwerpen


Jachtscene: verwijst naar dood
Grote reliefs met hoge kwaliteit
Deksel in zadeldakvorm => typisch stijlkenmerk

Echtgenoten: zie etruskische kunst invloed


Ook halffabricaten: moet nog verder afgewerkt wdn
Mythologische scenes
- De proconnesus (marmara)
Mindere kwaliteit: grofkorreliger
Maar door goeie liggen werd marmer wel veel
verhandeld

- Frygië: docimeum
Inlands maar heel hoge kwaliteit
3D, grote figuraties, nissen en zuilen, volle uitgewerkte
beelden
 Typerende kenmerken
 Hoge kwaliteit

- Rome
Sarcofagen tegen muur: achterkant niet afgewerkt
Enkel voorkant + deksel met opstaande vorm
 Typisch kenmerk
Mythologische scenes
Heel hoge kwaliteit

Aanloop 3eE: realistischere scenes


= narratief, vb leven vd dode
+ horror vacui
3eE: andere vormen van sarcofagen
 Lenos-type
Eigenlijk imitatie van druivenpletkuip voor wein
Soms doorlopende fries
Representeert onomkeerbaarheid vd dood

Eind 3eE: meer filosofischere thema’s


4eE: vroeg-christelijke thema’s
= scenes uit leven v christus
Les 11: Etruskische archeologie en kunst
 gebied omlijnd door natuurlijke grenzen
@Populonia: enige stad rechtstreeks aan water
@Elba: veel metaal
etruskische beschaving bestond 900j
geleidelijk proces tot romeinen geworden
veel steden werden terug bewoond vanaf ME
= slechte bewaren
Necropolen buiten de stad = beter bewaard

Amper bronnen over de beschaving


Soms beschreven door grieken
Ze schreven zelf ook maar veel is verloren
@zijwand beschilderd graf
- Realistische, levendige weergave
= itt doffere stijl vd grieken

Etruskische man (rode huidskleur)


Vogelei: representeert heropleving
Kylix
Symposium @gr: enkel met mannen
Symposium @etr: iedereen welkom
- Vrouwen hoger aanzien, grotere rol
- Afgebeeld als gelijke aan man

Villanova periode: 900-720vC


Onderscheid zich door afwezigheid vh schrift = proto-etruskisch

 villanova di castenaso: voorstad van bologna


= eerste dorp van etrusken
 Complexe, versterkte nederzettingen
 Graven met typische urnen
Rode zone: enkel crematie
Andere zones: inhumatie

Dorpen
- Typisch villanova = kleine dorpen
- Weinig bewaard door gebruik van vergankelijke materialen

Graven
- Huturne: dode gecremeerd, crematieresten in urne
vb @vulci: villanova tem rom periode
- Brons maar ook vaak terracotta
- Zie hieronder hoe necropool er uit zag: crematie primeert
Inhoud graf @tarquinia, 1e helft 8eEvC
Biconische urne
- 1 handvat
- Altijd in pasto aardewerk gebakken
= aarde + veel andere dingen oa gras enzo
- Gebakken in oven zonder zuurstof = zwarte
kleur
- Geometrische motieven toevoegen
- Beendergruis gebruiken om witte figuren te
maken
- Omgekeerde helm/drinkbeker als delksel
Vrouwengraf: zie juwelen etc
Mannengraf: vaak helm/vechtreferenties om als krijger
afgebeeld te worden
Urne met benendans, geen crematieresten gevonden
 was bedoeld voor inhumatie!
= uitzonderlijk voor villanovaperiode
Geen vrouwenfiguur afgebeeld maar toch vrouwelijk
graf: juwelen gevonden,
Deksel: centraal: groot dier/monster/…
= symbool voor dood maar niet duidelijk
Mannetjes: bekogelen dier + erectie = vruchtbaarheid
Pas vanaf komst v grieken bewust de dood afbeelden
700vC
Einde villanovaperiode
Dankzij invloed grieken beginnen pottenbakken
 voor het eerst op wiel
Olla = voorraadpot
- Gemaakt op wiel
- Gezuiverde klei + beschilderd
Figuren: rood/zwart/rood/zwart/…
= afwisselend man/vrouw
 dans ter ere vd doden?

= start orientaliserende periode

Orientaliserende periode: 720-580vC


= opkomen van enorme welvaart dankzij metaalgroeven + grieken voeren alfabet in
 villanovadorpen worden steden
Ivoren schrijftablet met alfabet,
670vC
Sommige letters vallen weg,
sommigen voegen ze toe

“8”: f-klank

Tempel b: 510vC
Tempel a: 470-460vC
- Griekse invloed: zie zuilen
- Etruskische twist: zuilen enkel vanvoor
 nemen romeinen over
- Op verhoogje: dominantie
- Cellen: tempelprostitutie?
Terracottarelief: toont griekse mythe
 etrusken zijn hier grote fan van
Nemen goden over van grieken + iconografie
Zeus = tin/tinia
Tempels geweid aan 2 godinnen
Gebouwen altijd stenen fundering maar rest in
natuurlijke materialen  nu verdwenen
Opgerolde gouden plaatjes
- Thefarie: was tyran: weidde 2 tempels aan 2
godinnen
- Plaatjes hingen in tempel B
(zie gaatjes om vast te maken)

Geen doorlopende tekst


- Godennamen, offers
- Langste tekst die we hebben op linnen doek

Etrusken waren extreem gelovig


Vb kijken naar levers van schapen
 bevatten boodschappen van goden

Inscriptie op spiegel + afb van iemand die


schapenlever bestudeert
 vaak afgebeeld onderwerp
Romeinse maker
Maar typisch etruskisch werk
- Etruskische tekens
- Bronzen prototype van schapenlever
 voor priesters in opleiding

Veel grafmarkeringen gevonden


- Kegel: man
- Huisje: vrouw

1vd vroegste kamergraven


Oudste tumulus
Graf van de hut
- 2 kamers: heeft structuur van hut

1e super rijk graf


5 kleine grafkamers + 1 centrale
Centrale: super rijke vrouw begraven
 veel schatten gevonden + hoge kwaliteit
Met oosterse motieven: griffioenen, leeuwen
+ fabelwezens

2e super rijk graf


Graf van de 5 stoelen
- 5 stoeltjes in zijkamer: hier zaten beschilderde
beeldjes + voedseloffers
= ceremonieel banket
= mannen/vrouwen nemen als gelijke deel
Veel info over vooroudercultus
Random graf
“brullende leeuwen”
Kei slecht getekend maar wel dynamisch enzo
Beperkt kleurgebruik

Sottile: dun: heel fragiel


- Geometrische figuren
Pesante: dikker maar ook lomper
- In speciale vormen
- In relief versieringen aanbrengen
Qua productie heel etruskisch maar vormen door
grieken geintroduceerd
Imitatie van metaal: aardewerk opblinken
Put in kin
Adamsappel
Haardetail

Portret van dode? Of generiek model?

Gevonden @paleis, tempelachtige structuur

L: het aankomen vd familie


R: afgebeeld al dinerend
 Oosters gevoel

+ veel beeldjes gevonden op dak

Archaische periode: 580-480vC


= hoogtepunt in kunstproductie, bruusk einde door conflict met grieken
Huis in dorp, al de andere nederzettingen zijn
romeinse, latere toevoegingen

 hoe het er uit zag


Zie atrium
Impluvium: regenwater opvangen
 beinvloed door pompeii
Typisch etruskisch qua ligging
3eEvC verwoest door Romeinen
 sticht nieuwe Orvieto enkele km verder
Sporen van rijkdom: necropool buiten de stad
- Namen van overledenen
- Veel diversiteit: versch volkeren begraven
Opkomst vd middenklasse
Beeldhouwwerken in terracotta, steen, brons
 nooit marmer!!
= amper verfijning, behalve bij terracotta
Oorspronkelijke positie op het dak vd tempel
Gemaakt door Vulca
Etruskische interpretatie van griekse archaische kunst
- Griekse mythe
Apollo: had wsl boog vast
- Haar gevlochten
- Amandelvormige ogen
- Fijne wenkbrouwen, lichte glimlach
= zie gr ionische beeldhouwkunst
Bedoeld voor crematieresten
Vrouw draagt chiton, mantel, laarsjes
- Hoofd bedekt door ronde hoed
- Lichte huid
- Donkere haren
Man giet olie in linkerpalm
- Blonde lange haren
- Zwarte baard
- Donkere huidskleur
Beide amandelvormige ogen, zachte glimlach
Werk benadrukt belang van vrouwen in Etrurie

Klassieke periode: 480-320vC


= opkomen van andere manier van weergeven: ook personen uit onderwereld tonen
Mythologisch griekse figuur
Getoond op moment voor dood
Gewijd aan etruskische god: Tin

Hellenistische periode: 320-7vC


= enorme druk v Rome, ze wdn stilaan romeinen vanaf 90vC, 27vC: eerste romeinse keizer
Niet besproken in de les
Les 12: romeinse schilderkunst
Privaat om vertrekken te decoreren: vaak zalen waar mensen werden ontvangen dus moest kwalitatief zijn

Romeinse schilderkunst
Pompeii: kunst in situ bewaren => in originele context
62nC: grote aardbeving
- Veel materiele schade
- Veel van teruggevonden: in algemeen goeie overlevering

1. Bronnen
Antieke literaire bronnen
- Plinius de oudere & vitruvius: vaak schilderijen ifv architectuur
Archeologie
- Wandschilderkunst: Laat-rep tot vroege keizertijd (79nC)
o Verschil afhv sociale functie
o Steeds te bekijken in totaliteit
o Romeinse wandschilderkunst
- Paneelschilderingen: amper overlevering door vergankelijkheid, was populair medium
- Huizen: schilderingen in rijkere huizen/paleizen
o Patriciërshuizen @palatinus, huis van de griffioen, domus v octavianus
@vesuvius-steden: uitbarsting ‘79
 schilderkunst in verschillende contexten teruggevonden: buitenmuren, interieurs

2. Invloeden
Griekse invloed
- Figuratieve scènes: mythologisch, episch
- Kopiëren  variëren: romeinse kunst wordt autonoom
- Griekse kunstenaars maken werken voor romeinen tijdens keizerrijk
Italische invloed
- Realistische aard
- Narratief, scènes uit dagelijkse leven
- Spontaan en expressief maar geen correct perspectief of samenhang
Etruskische invloed
- Vooral tijdens laat-republiek
- Levendigheid en beweging: zie kleurgebruik
- Thema’s: historische scenes en dagelijks leven
Hellenistisch-egypte
- 2eE-1eEse invloeden
- Weergave landschap

3. Technieken
Fresco’s
- Uitlijning in vochtige wandpleister getekend
- Opvulling, verfpediment w opgenomen in wand
- Blijft heel goed bewaard
- Ideaal bestaat dit uit 7 lagen: deklaag, 3x mortellaag, 3x marmerpoeder
Tempera
- Schilderen met bindmiddel: minder complex
- Vaak voor schilderen op doek
Encaustiek
- Pigmenten gemengd met het was
Kleuren
- Vooral aardkleuren
o Vaak regionaal gevonden
o Specifieke kleuren via internationale handel
Wanden en gewelven
- Onderaan vaak gekleude vlakken
- 1m hoogte: belangrijke delen
- Bovenaan: stucco
o Fijn pleister: kalk en marmerpoeder
o Volgde stijl vh schilderwerk
o Vaak is stucco niet echt maar ook geschilderd
 vaak ook bezet met mozaïek

4. Ontwikkeling vd decoratiesystemen
4 pompejaanse stijlen (eigenlijk ontstaan in rome)
Incrustatie stijl: 200-80vC
- Gebaseerd op hellenistische versiering met
verschillende kleuren van marmer
Rom: meer experimenteren met kleur
- Marmerimitatie (in stucco) in versch kleuren
- Geleidelijk aan niet meer in stucco maar met diepte-effect geschilderd
- Ook nepzuilen ed geimiteerd
- Driedelig
o Bovenaan: stucco kroonlijst
o Onderaan: monochroom beschilderde sokkel
o Middendeel: onderverdeeld in panelen: soms architectonische elementen

Architectuurstijl: 80-15vC
- Eerste volledig in italie ontwikkelde stijl
- Dieptesuggestie (niet geslaagd in perspectief)
= ruimte proberen vergroten: architecturale elementen toevoegen vb zuil
 hoofdpanelen wsl door andere kunstenaars gemaakt
- Latere fase: 3delig
o Centrum: figuratieve voorstelling onder tympanon
o Zijkanten: diepe doorzichten
o Architectuur minder realistisch
- Geinspireerd op romeins theater die tijd

Ornamentele stijl: 15vC-50nC


- Organische voortzetting vd 2eE, w steeds fijner naar eind toe
- Minder realistisch: zuilen louter decoratief ipv realisme: te fijn en licht
- Afsluiten vd wanden, kaders met geschilderde panelen in ipv ruimte
willen vergroten
- Architectuur wordt irreëel afgebeeld
- Rijk kleurgebruik: zwart, rood, geel
- Egyptische invloed en classicerende tendens

Theaterstijl: 50-100
- Versmelting voorgaande stijlen, minder homogeen/gedisciplineerd
- Complex architecturaal kader: doorzichten met diep perspectief
- Bovenkant: meer benadrukt door fijne architectuurstructuren
- Overdadige decoratie 3eE stijl doorgegeven: “barok”/”rococo”
- Nieuw: impressionistische schildertechniek: meer plastisch, minder lineair
Latere ontwikkelingen: decoratiestijlen van 2eE-4eE
- Na 100: hoogtepunt voorbij  versobering
o Meer marmerplaten en mozaiek
o Meer tempera
- Vooral mengeling 2e/3e stijl
- Kleine taferelen/sierelementjes  impressionistisch
- Schilderkunst in catacomben
4eE @rijke villa’s: terugkeer perspectiefillusie 1eE

5. Overzicht v figuratieve genres


Figurale fries, vooral 1eEvC
Grote friesen, doorlopend over de wanden
Scene over inwijdingsrituelen van dionysus cultus
- 20 levensgrote figuren bewegend voor
architecturale achtergrond
Model: neo-attische reliefs 100vC
Zeer hoge kwaliteit maar enkele mindere details

Panelen uit mythologie en epos


- Men had dit graag in hun woning
- Vaak geinspireerd of gekopieerd van klassieke griekse werken
o Meer lichteffecten en diepte

Voorstellingen uit het dagelijkse leven


- Zeer realistisch met reële mensen in realistische, volkse stijl
o Soms onbeholpen maar steeds levendig
- Eroten die realistische handelingen stellen: mooie kant vh dagelijkse leven
o Soms hoge kwaliteit, verfijnd, ironisch, geraffineerd (“rococo”)

Het portret
- Populair thema maar slecht bewaard
- Etnische diversiteit te zien + vrouwen
- @pompeii: typologisch portret: zelden individuele trekken
Fayoum-portret @egypte
= Houten panelen of doek, gewikkeld in
mummiewindsels ter hoogte van gezicht
- Romeinse interpretatie: echte fysionomische
trekken
- 1eE-5eE: dateren via kapsels
Het landschap
= volwaardig vanaf hellenistische tijd, voordien 2e pompejaanse stijl: figuratie, zelfstandig, doorzichtig
Alexandrijns of egyptianizerend landschap
- Invloed laat-hell egypte
 Constructies en cultusgebouwen + elementen nijl-landschap met felbewegende figuurtjes
Idyllisch-sacraal landschap
- Vooral 1eE
- Slanke, lichte constructies hell bouwkunst, huizen met tuinen, votiefzuilen met vazen, bomen, …
- Ontspannen sfeer
Realistisch landschap
- Invloed gehad op poussin etc
- Villa geplaatst in grootse landschappen: stadsgezichten, maritieme villa’s, tuinen, ..
Mythologisch landschap
- Mengvorm: figuratief en landschap => typisch periode augustus-nero
- Eenheid in figuratie en omgeving
- Figuratie personages < figuratie landschap

Stilleven
- Weinig courant
- Oorsprong: hellenisme
- Kleine panelen met architectonisch kader
- Inclusief levende wezentjes tss objecten
- Geen coherente compositie
- Correct licht en kleur  juiste observatie
- Verhoudingen/perspectief niet correct

You might also like