Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 44

site.

print_copyright
39e jaargang - maart 2024 | nr. 1

VERPLEEGKUNDE

VPK
Nederlands-Vlaams
wetenschappelijk
tijdschrift voor
verpleegkundigen
www.tijdschriftverpleegkunde.nl
site.print_copyright
INHOUD | 39e jaargang, nr. 1, maart 2024

VAN DE REDACTIE 3

EDITORIAL
Eva Goossens, Veerle Duprez 4
Functiedifferentiatie: een kader voor professionele groei of onbedoeld
hiërarchisch denken?

ACTUEEL
Marie Cerulus, Heidi Cosyns, Katleen Fagard, Marian Dejaeger, Johan Flamaing,
Sigrid Janssens, Mieke Deschodt, in naam van het G-COMAN-team
G-COMAN: de nurse-led implementatie van geriatrisch-chirurgisch
co-management in UZ Leuven 5

Karel Desmet, Piet Bracke, Eddy Deproost, Ann Van Hecke, Sofie Verhaeghe
Meetbare uitkomsten van de verpleegkundige-patiëntrelatie door patiënten in
psychiatrische ziekenhuizen: gezonde ambities met een toegevoegde waarde
of eerder een hype? 9
Syb Kuijper, Iris Wallenburg, Martijn Felder, Roland Bal
Zorgen voor onontgonnen zorgterrein: leren van de verpleegkundige zorg
tijdens de COVID-crisis 14

PROEFSCHRIFT
Anita Ham
Who cares? Een etnografisch onderzoek naar de arbeidsmarktintegratie van
eerstegeneratie-immigranten in de geriatrische zorg, in Nederland en
Duitsland 18

Eva Pape
Overlevers van rectumkanker die geconfronteerd worden met het laag
anterieure resectiesyndroom. Kwaliteit van leven, ervaringen en behoeften van
patiënten, mantelzorgers en hulpverleners 24

INAUGURALE REDE
Robbert Gobbens
Professionalisering van de verpleging en verzorging in de ouderenzorg. Het uur
V is aangebroken! 30

LECTORALE REDE
Kim Verhaegh
De kunst van verpleegkundig leiderschap. Op weg naar een nieuw normaal in
de zorg voor mens en aarde 36
Verpleegkunde 1 - 39e jaargang - maart 2024 | 3

site.print_copyright
Van de redactie

Dit eerste nummer van Verpleegkunde van 2024 opent met OVER DE AUTEUR
een editorial van redactieleden Eva Goossens en Veerle Prof. dr. R.J.J. Gobbens (hoofdredacteur), Hogeschool
Duprez. In hun bijdrage werpen zij de vraag op of functiedif- Inholland, Amsterdam, Zonnehuisgroep Amstelland,
ferentiatie een kader biedt voor professionele groei of onbe- Amstelveen, Tilburg University, Nederland, en Universiteit
doeld hiërarchisch denken. Antwerpen, België.

Het eerste Actueel ‘G-COMAN: de nurse-led implementa- tiesyndroom (LARS). Daarnaast beoogde het proefschrift
tie van geriatrisch-chirurgisch co-management in UZ Leuven’ inzicht te krijgen in de ervaringen van de hulpverleners die
is geschreven door Marie Cerulus, Heidi Cosyns, Katleen zorgen voor patiënten met LARS en hun mantelzorger. Een
Fagard, Marian Dejaeger, Johan Flamaing, Sigrid Jans- van de bevindingen is dat patiënten en mantelzorgers aan-
sens en Mieke Deschodt, in naam van het G-COMAN-team. gaven dat de hulpverleners over te weinig kennis over LARS
G-COMAN heeft als voornaamste doel de geriatrische zorg beschikken.
te optimaliseren en postoperatieve complicaties te voorko-
men bij oudere chirurgische patiënten. Ondergetekende mocht op 29 september 2023 zijn rede
uitspreken bij de aanvaarding van het ambt van bijzonder
‘Meetbare uitkomsten van de verpleegkundige-patiëntrela- hoogleraar professionalisering van de verpleging en verzor-
tie door patiënten in psychiatrische ziekenhuizen: gezonde ging in de ouderenzorg aan Tilburg University. Een samen-
ambities met een toegevoegde waarde of eerder een hype?’ vatting van de rede treft u aan in dit nummer van Verpleeg-
is de titel van het Actueel van Karel Desmet, Piet Bracke, kunde.
Eddy Deproost, Ann Van Hecke en Sofie Verhaeghe. De
auteurs starten met een korte toelichting van de resultaten Het eerste nummer van 2024 sluit af met de lectorale rede
van onderzoeken waarin nurse-sensitive patient outcomes van Kim Verhaegh. Zij sprak haar rede ‘De kunst van ver-
centraal staan en delen vervolgens enkele kritische beden- pleegkundig leiderschap’ uit op 15 november 2023. Haar
kingen. lectoraat zal de komende jaren onderzoek doen naar de
kunst van verpleegkundig leiderschap in het veerkrachti-
Het Actueel van Syb Kuijper, Iris Wallenburg, Martijn Felder ger en duurzamer maken van ons zorgsysteem. Hierbij wordt
en Roland Bal richt zich op de sleutelrol die verpleegkun- planetary health als uitgangspunt genomen.
digen hebben vervuld tijdens de COVID-pandemie. Ten
eerste, stellen zij zich de vraag wat we kunnen leren van deze Namens de redactie wens ik u veel leesplezier toe met dit
periode over de verpleegkundige beroepsuitoefening. Ten nieuwe nummer van Verpleegkunde!
tweede, gaan zij in op de rol die zorgprofessionals ‘op de
werkvloer’ kunnen spelen in de aansturing, organisatie en
uitvoering van de zorg, zowel tijdens als buiten crisistijd.

Anita Ham schreef het short paper ‘Who cares?’ Het


beschrijft een etnografisch onderzoek naar de arbeids-
marktintegratie van eerstegeneratie-immigranten in de geri-
‘De kunst van verpleegkundig
atrische zorg in Nederland en Duitsland. Het proefschrift
leiderschap in het veerkrachtiger
waarop haar short paper is gebaseerd laat onder andere zien
hoe verschillende sociale processen, institutionele beperkin- en duurzamer maken van ons
gen en commodificatie in de zorg een impact hebben op de
arbeidsmarktintegratie van nieuwe immigranten en de kwali- zorgsysteem’
teit van zorg aan geriatrische patiënten.

Dit nummer bevat ook een short paper van Eva Pape. Het
eerste doel van haar proefschrift was het in kaart brengen
van de kwaliteit van leven, ervaringen en behoeften van pati-
enten en hun mantelzorger met het laag anterieure resec-
4 | Verpleegkunde 1 - 39e jaargang - maart 2024

site.print_copyright
EDITORIAL
Functiedifferentiatie: een kader voor professionele
groei of onbedoeld hiërarchisch denken?
Door: Eva Goossens, Professor Verplegingswetenschap, UAntwerpen, Wetenschappelijk stafmedewerker, UZA;
en Veerle Duprez, Universitair Ziekenhuis Gent, Diensthoofd Verpleegkundig Expertisecentrum (VEC)

De attractiviteit van het verpleegkundige beroep staat complementariteit en balans tussen de vijf verpleegkun-
reeds geruime tijd enorm onder druk en diverse strate- dige profielen, maar daar wringt het. Het lovenswaardige
gieën worden vanuit de literatuur voorgesteld ter bevorde- principe dat de juiste competenties worden ingezet voor
ring van deze attractiviteit1. Een van de voorgestelde stra- de juiste zorgvraag botst op talrijke onduidelijkheden en
tegieën in Vlaanderen is het implementeren van functiedif- inconsistenties in titels, functieomschrijvingen, bevoegdhe-
ferentiatie via een opleidings-, functie- of zorgladder voor den en juridische handvaten. Voor de dagelijkse zorgprak-
verpleegkundigen. tijk vormt het effectief realiseren van functiedifferentiatie
dan ook een uitdaging.
HET VERPLEEGKUNDIGE FUNCTIEMODEL IN VLAANDEREN
Om in Vlaanderen tot onderscheid te komen tussen diverse NOOD AAN REGELRUIMTE OM TE DURVEN
verpleegkundige profielen wordt gewerkt aan een func- DIFFERENTIËREN
tiemodel enerzijds bepaald door een opleidingsladder Het cruciale vraagstuk is hoe je als zorginstelling het best
van niveau 5 tot 8 , en anderzijds een functieladder met
2
functiedifferentiatie kan realiseren. Waar vind je organisatie
vijf beroepsprofielen: basisverpleegkundige; verpleeg- kaart en kompas en wat is hierbij de bestemming? Momen-
kundige, verantwoordelijk voor algemene zorgen (VVAZ); teel slaat het kompas alle richtingen uit, daar een duide-
gespecialiseerde verpleegkundige; verpleegkundig spe- lijk wetgevend kader slechts deels bestaat. Een wetge-
cialist; klinisch verpleegkundig onderzoeker. Deze ver- vend kader is noodzakelijk, echter dient als kompas gezien
pleegkundige profielen hebben ieder een volwaardig te worden, en niet als een keurslijf dat voornamelijk beper-
competentieprofiel met differentiërende rollen en activitei- kingen geeft. Zo niet, zou het vernieuwde wettelijk kader
ten, evenals opleidingsvoorwaarden en ontwikkeltrajecten. weleens verlammend kunnen werken en tot een status quo

DE DRIJFVEREN VOOR FUNCTIEDIFFERENTIATIE ‘Iedere schakel in de zorgketen is


Functiedifferentiatie wordt ingezet om instroom in het beroep
te verhogen en retentie veilig te stellen om continuïteit en van onschatbare waarde’
kwaliteit van zorg te waarborgen. Complexe zorgnoden
vragen de inzet van verpleegkundige expertise in een com- leiden waarbij er in realiteit niet gedifferentieerd wordt
plementair verhaal. Functiedifferentiatie kent de verpleegkun- tussen verschillende verpleegkundige profielen.
dige professie een centraal coördineerde rol in de zorg toe.
Echter, het aansturen en delegeren van zorg door verpleeg- ONBEDOELD HIËRARCHISCH DENKEN?
kundigen blijven lastig te verwerven competenties3. Functie- Het implementeren van een zorgladder is cruciaal om als
differentiatie vergt ook van verpleegkundigen een open en organisatie te evolueren en zorg te bieden afgestemd op
constructieve blik op taken en verantwoordelijkheden. elk beschikbaar profiel. Toch brengt het gebruik van ladder-
symboliek een potentieel risico tot elitair denken met zich
PROFESSIONELE GROEI mee en drukt het impliciet een waardeoordeel uit. Het is
Functiedifferentiatie biedt onmiskenbaar opportuniteiten belangrijk te benadrukken dat alle verpleegkundige profie-
voor professionele ontwikkeling. De verpleegkundige func- len gelijkwaardig zijn en dat iedere schakel in die zorgketen
ties geven vorm en inhoud aan een horizontale functiedif- van onschatbare waarde is.
ferentiatie waarbij verpleegkundige expertise dicht bij de
patiënt ingezet wordt. Het aanbieden van ontwikkelings- Literatuur
1. Brook J, Aitken L, Webb R, MacLaren J, Salmon D. (2019).
kansen is een belangrijk punt aan de horizon. Differentia- Characteristics of successful interventions to reduce turnover
tie mag weliswaar geen doorgeslagen principe zijn waarbij and increase retention of early career nurses: A systematic
review. Int J Nurs Stud., 91, 47-59.
enkel de meest geavanceerde rollen als streefdoel gezien 2. European qualification Framework (EFQ)
worden. Het succes van functiedifferentiatie in het leveren 3. Richards A. Leadership skills for the multi-tiered nursing
team. Nurs Stand. 2023 Dec 11;38(12):71-75.
van hoogkwalitatieve zorg ligt in het effectief realiseren van
Verpleegkunde 1 - 39e jaargang - maart 2024 | 5

site.print_copyright
ACTUEEL
G-COMAN: de nurse-led implementatie van
geriatrisch-chirurgisch co-management in
UZ Leuven
Marie Cerulus, Heidi Cosyns, Katleen Fagard, Marian Dejaeger, Johan Flamaing, Sigrid Janssens,
Mieke Deschodt, in naam van het G-COMAN-team

INLEIDING deling van geriatrische syndromen. Een systematische review


In onze ziekenhuizen worden we geconfronteerd met een uit 2017 toonde aan dat geriatrisch co-management een
snelle toename van het aantal kwetsbare oudere patiënten, positieve impact heeft op hospitalisatieduur, complicaties en
zowel binnen geriatrische als niet-geriatrische diensten. Kwets- functionaliteit7. Gegeven deze veelbelovende evidentie werd
bare oudere patiënten hebben vaak verschillende medische, besloten om een co-managementzorgmodel te ontwikke-
cognitieve, functionele en sociale noden. Daarnaast hebben zij len en te implementeren voor oudere cardiologische patiën-
een hoger risico op nadelige gevolgen van de hospitalisatie, ten in UZ Leuven onder de naam G-COACH8. Uit de evalua-
waaronder een hoger risico op cognitieve en functionele ach- tie van G-COACH bleken interventiepatiënten minder functi-
teruitgang, een hogere kans op verlengde hospitalisatie, her- onele achteruitgang, lagere delierincidentie, minder obstipa-
opname en mortaliteit . 1-3
tie en nosocomiale infecties te hebben dan patiënten die de
Het proces van ‘Comprehensief Geriatrisch Assessment’ (CGA) standaardzorg kregen. Daarnaast vertoonden de patiënten uit
wordt reeds decennialang als de gouden standaard gezien de interventiegroep zes maanden na opname een betere func-
in de zorg voor kwetsbare oudere patiënten. Dit multidiscipli- tionele status, hogere kwaliteit van leven en minder val-
nair proces heeft als doel medische, cognitieve, functionele en incidenten dan de patiënten uit de controlegroep9. Twee latere
sociale noden te identificeren, een geïndividualiseerd zorg- reviews onderzochten de impact van geriatrisch co-manage-
plan op te stellen om aan deze noden tegemoet te komen en ment specifiek bij chirurgische patiënten8,9. Daar werd een
opvolging op basis van dit zorgplan te voorzien . De interne
4
lagere mortaliteit, kortere hospitalisatieduur en minder herop-
liaison teams van geriatrie, die sinds 2007 verplicht zijn in elk names aangetoond10,11. Omwille van deze positieve resultaten,
Belgisch ziekenhuis met een erkende dienst geriatrie, geven zowel in de literatuur als in de eigen setting, werd er beslist het
advies voor de zorg van de kwetsbare oudere patiënt volgens G-COACH-programma aan te passen en op te schalen naar
de principes van dit CGA-proces5. Uit een systematische drie chirurgische afdelingen in UZ Leuven, zijnde traumatolo-
review naar het effect van de interne liaison geriatrie in acute gie, abdominale heelkunde en vaatheelkunde onder de naam
ziekenhuizen is echter gebleken dat de impact op klinische uit- G-COMAN.
komsten, zoals functionele status, heropname of hospitalisatie-
duur, beperkt is. De interne liaison geriatrie wordt vaak te laat G-COMAN: GERIATRISCH-CHIRURGISCH
ingeschakeld en de gegeven adviezen niet altijd toegepast . 6
CO-MANAGEMENTMODEL
Clinici en onderzoekers zijn daarom op zoek gegaan naar G-COMAN heeft als voornaamste doel de geriatrische zorg te
alternatieve vormen van op CGA-gebaseerde zorgverle- optimaliseren en postoperatieve complicaties te voorkomen
ning aan geriatrische patiënten op niet-geriatrische diensten. bij oudere chirurgische patiënten. Bij alle patiënten van 75 jaar
Geriatrisch co-management is een model dat op die manier of ouder wordt er ingezet op proactieve zorg met geriatrische
onder de aandacht is gekomen. In dit model deelt een geri- en chirurgische aandachtspunten door educatie en bedside
atrisch team de verantwoordelijkheid en besluitvorming met coaching. Wanneer de patiënt een kwetsbaar profiel heeft,
het team van een andere discipline in de preventie en behan- wordt een bijkomende multidimensionele evaluatie uitge-
6 | Verpleegkunde 1 - 39e jaargang - maart 2024

site.print_copyright
voerd gevolgd door een geïndividualiseerd
zorgplan en follow-up, overeenkomend met
de principes van het CGA (zie figuur 1).

De educatie en coaching om proactieve


geriatrisch-chirurgische zorg te implemen-
teren wordt door een chirurgische en een
geriatrische verpleegkundige uitgevoerd,
in samenwerking met het geriatrisch liaison-
team van het ziekenhuis. De geriatrische pro-
tocollen voor chirurgische patiënten werden
in samenwerking met de multidisciplinaire
teams van geriatrie en chirurgie opgesteld
en geoptimaliseerd. Op de afdeling trau- Figuur 1. G-COMAN interventie op traumatologie, abdominale heelkunde en
matologie bijvoorbeeld, werd er beslist om vaatheelkunde
bij elke patiënt van 75 jaar of ouder een slik-
screening bij opname uit te voeren om slikproblemen vroeg- tie, en zorgmodules uitgewerkt voor de automatisering van de
tijdig te detecteren. Daarnaast werd er ingezet op verbete- protocollen in het elektronische patiëntendossier. Met de auto-
ring van communicatie tussen het logopedisch en chirurgisch matisering van de protocollen worden ondersteuning, unifor-
team. De afspraken met de logopedisten werden opnieuw dui- miteit en tijdswinst beoogd voor de zorgverleners op de chi-
delijk vastgelegd, waardoor deze hierna automatisch verwit- rurgische afdeling. Een voorbeeld hiervan is de automatische
tigd werden bij een niet-geslaagde screening en dus sneller aanvraag van opvolging door een diëtist bij een verminderde
bij de patiënt kwam voor een logopedisch consult. Als laatste intake. Hierdoor dienen de zorgverleners de diëtist niet meer
werd er ook educatie gegeven om verslikken te voorkomen, zelf te contacteren, en kan de patiënt sneller geadviseerd en
en een toelichting over de beschikbare hulpmiddelen. opgevolgd worden. Ook werden er tijdens deze fase uitkomst-,
Om de kwetsbare patiënten te identificeren gebeurt er een proces- en financiële indicatoren opgesteld, waaronder hospi-
risicoscreening op basis van een elektronische vragenlijst die talisatieduur, mortaliteit, delierincidentie, heropnames, ambu-
de toestand van de patiënt voor opname in kaart brengt. Op lante oppuntstelling, heringrepen, fysieke fixatie, urinaire kathe-
basis van die informatie wordt een score gegenereerd op de terdagen, uitgestelde revalidatie en in hospitaalkosten.
Clinical Frailty Scale (CFS) . De CFS wordt via een gestan-
12-14
Per afdeling zijn er 24 maanden voorzien voor de pre-imple-
daardiseerd algoritme afgeleid uit de mate van afhankelijkheid mentatie, implementatie en terugkoppeling van indicatoren
voor activiteiten van het dagelijkse leven (ADL), instrumen- (zie figuur 2), met overlappende periodes tussen de verschil-
tele activiteiten van het dagelijkse leven (i-ADL), zelf gerappor- lende afdelingen. Bij de selectie van de implementatiestrate-
teerde gezondheid en het uitvoeren van sport of recreatieve gieën werden keuzes gemaakt, met als doel een duurzame
activiteiten13. Bij patiënten met een CFS-score van 5 of meer implementatie van het co-managementmodel te realiseren op
worden extra evaluaties en interventies opgestart volgens de chirurgische afdeling. Gebruikte implementatiestrategieën
de principes van het CGA-proces. Voor de geïdentificeerde kunnen hierdoor variëren tussen de verschillende afdelingen.
noden wordt een geïndividualiseerd zorgplan opgesteld met Voorbeelden van toegepaste strategieën per implementa-
focus op het voorkomen en behandelen van geriatrische syn- tiefase worden beschreven in figuur 214.
dromen. Dit zorgplan wordt vervolgens uitgevoerd en opge-
volgd door de zorgverleners van de chirurgische afdeling, met Pre-implementatie
ondersteuning van het geriatrisch team. Tijdens de zes maanden durende pre-implementatieperiode
is het voornaamste doel om bij alle stakeholders gedragen-
GEFASEERDE IMPLEMENTATIE heid en gedeeld eigenaarschap te bereiken ten opzichte van
De voorbereiding, de implementatie en het nazorgtraject op het G-COMAN-programma. Er werd ook een G-COMAN-refe-
de afdelingen traumatologie, abdominale heelkunde en vaat- rentieverpleegkundige aangesteld, die halftijds werkzaam blijft
heelkunde verlopen over een periode van vier jaar. Tijdens een binnen het chirurgisch team en die de andere helft van haar
voorbereidingsfase van zes maanden werden een projectco- mandaat als implementatieondersteuner werkt. De referentie-
ordinator en een geriatrische verpleegkundige aangesteld, verpleegkundige speelt een belangrijke rol in het aanpassen
beiden binnen een halftijds mandaat. Deel uitmakend van een en haalbaar maken van de protocollen op basis van de lokale
groter projectteam hebben zij de premorbide vragenlijst uitge- context, het opbouwen en bewaren van de relatie met de zorg-
werkt en geprogrammeerd, protocollen voorbereid, een uitge- verleners op de afdeling en het tijdig bijsturen van de imple-
breid handboek opgesteld als leidraad voor de implementa- mentatiestrategieën. Het G-COMAN-zorgmodel werd tijdens
Verpleegkunde 1 - 39e jaargang - maart 2024 | 7

site.print_copyright
Pre-implementaƟe ImplementaƟe Post-implementaƟe

Zes maanden Twaalf maanden Zes maanden


Gedragenheid en gedeeld Creëren intensieve betrokkenheid Waarborgen
eigenaarschap en ondersteuning bieden duurzaamheid
x Informeren van de x Bereiken lokale consensus over x Bedside coaching
stakeholders en lokale protocollen en implementaƟe door geriatrisch
leiders liaison team
x Voorzien nodige
x Assessment van de lokale hulpmiddelen x Her evalueren en bijstu-
noden door de G-COMAN re- ren implementaƟe door
x Stapsgewijze implementaƟe van
ferenƟe-verpleegkundige implementaƟeteam in sa-
protocollen en CGA menspraak met
x Inventaris van aanwezige
x Organiseren educaƟeve geriatrisch liaison en
hulpmiddelen bijeenkomsten over protocollen en chirurgisch team
x Interdisciplinaire CGA x Herinneren aan
focusgroepen x Ontwikkelen educaƟef materiaal geïmplementeerde
x IdenƟficeren van de personen afspraken
x Trainingsprogramma coaching voor
die openstaan voor geriatrisch liaison team x Evalueren en bijsturen
verandering (champions) professionele rollen en
x Bedside coaching door G-COMAN en samenwerking
geriatrisch liaison team
x Verantwoordelijkheid van
x IdenƟficeren en opleiden van opvolging doorgeven aan
‘champions’ bestaande funcƟes

Figuur 2. Overzicht implementatiestrategieën

de pre-implementatieperiode toegelicht aan de zorgverle- te waarborgen na de implementatiefase, zoals opvolgen van


ners van de afdeling, de dienstspecifieke protocollen werden indicatoren op langere termijn, aangeven van opleidingsno-
besproken en informatie voor de context-analyse werd verza- den en onderhouden van communicatie en samenwerking.
meld aan de hand van focusgroepen en individuele gesprek- Bij het bepalen van de verantwoordelijkheden werd er steeds
ken met stakeholders. Er vond ook steeds een voormeting van gezorgd dat deze werden opgenomen door bestaande en blij-
de indicatoren plaats tijdens deze fase. vende functies, zoals deze van de hoofdverpleegkundigen,
verpleegkundig specialisten of consulenten. De afspraken
Implementatie werden daarna ook gecommuniceerd naar alle leden van het
Gedurende de implementatieperiode ligt de focus op het chirurgisch en geriatrisch liaisonteam. Daarnaast blijft de refe-
creëren van intensieve betrokkenheid en het bieden van rentieverpleegkundige nog zes maanden na de implementatie
ondersteuning aan de zorgverleners op de implementatie- halftijds vrijgesteld om de duurzaamheid van de implementa-
afdeling. Indien aanpassingen nodig waren om de protocol- tie mee op te volgen.
len haalbaar en acceptabel te maken voor de zorgverleners,
werden deze doorgevoerd. Ook werden er hulpmiddelen en REFLECTIE
structurele aanpassingen voorzien naargelang de noden (bij- Het project kende een uitgebreide voorbereiding, wat cruciaal
voorbeeld: zitweegschalen, klokken en kalenders op de pati- was voor de implementatie van een dergelijke complexe inter-
entenkamers). Gedurende de gehele implementatieperiode ventie met heel veel betrokken actoren. De zorgvuldige plan-
werden educatieve sessies over geriatrische syndromen en ning van de implementatie was een belangrijke houvast, maar
specifieke geriatrische zorg gegeven. Daarnaast werden pati- monitoring en bijsturing bleven tijdens de hele implementa-
entencasussen besproken en ondersteuning en bedsidecoa- tieperiode nodig. Het leren kennen en betrekken van de stake-
ching gegeven door zowel de referentieverpleegkundige holders in een vroeg stadium creëerde gedragenheid en eige-
G-COMAN als het geriatrisch liaisonteam. Tijdens de imple- naarschap bij de verschillende betrokkenen. De evaluatie van
mentatiefase gebeurde er ook terugkoppeling van het effect het G-COMAN-programma op de dienst traumatologie is
op de opgestelde indicatoren. De implementatiestrategieën momenteel in uitvoering.
werden bijgestuurd naargelang de noden van de zorgverle- De sterkte van dit project schuilt in de gedragenheid door
ners, resultaten van tussentijdse evaluaties via vragenlijsten en teams van twee verschillende disciplines, zijnde geriatrie en
focusgroepen en het effect op de indicatoren, waardoor deze chirurgie. Sterke communicatie tussen de samenwerkende
varieerden tussen de verschillende implementatie-afdelingen. teams was erg belangrijk. Een open luisterende houding, het
leren kennen van elkaars context, continue communicatie,
Post-implementatie afstemming en begrip voor elkaar bleken cruciaal. Daarnaast
Het voornaamste doel tijdens deze fase is waarborgen van de was het noodzakelijk dat iedereen zich flexibel opstelde om
duurzaamheid van de implementatie van het nieuwe zorgmo- planning, prioriteiten en strategieën bij te stellen naargelang
del. Er werden tijdens meetings afspraken gemaakt wie welke de noden van de verschillende teams.
verantwoordelijkheden zou opnemen om de duurzaamheid
8 | Verpleegkunde 1 - 39e jaargang - maart 2024

site.print_copyright
Funding
Het G-COMAN-project 2020-2024 wordt gefinancierd met zorgstrategische middelen van UZ Leuven.

Het G-COMAN-team
Het G-COMAN-projectteam van de dienst Geriatrie bestaat uit Heidi Cosyns, Marie Cerulus, prof. Marian Dejaeger,
dr. Katleen Fagard, prof. Johan Flamaing, dr. Els Devriendt, Nadja Himschoot, prof. Mieke Deschodt, Sigrid Janssens en
dr. Lore Wellens. Daarnaast is er ondersteuning vanuit het leidinggevend verpleegkundig team van de implementatie-
diensten, alsook prof. Willem-Jan Metsemaekers, prof. An Sermon en prof. Michiel Herteleer van de dienst Traumatologie,
prof. André D’Hoore, prof. Albert Wolthuis en dr. Gabriele Bislenghi van de dienst Abdominale Heelkunde en prof. Inge
Fourneau van de dienst Vaatheelkunde.

LITERATUUR
1. Covinsky KE, Palmer RM, Fortinsky RH, Counsell SR, Stewart 14. Powell BJ, Waltz TJ, Chinman MJ, Damschroder LJ, Smith JL,
AL, Kresevic D, et al. Loss of independence in activities of Matthieu MM, et al. A refined compilation of implementation
daily living in older adults hospitalized with medical illnesses: strategies: Results from the Expert Recommendations for
Increased vulnerability with age. J Am Geriatr Soc. 2003 Apr Implementing Change (ERIC) project. Implementation
1;51(4):451-8. Science. 2015 Feb 12;10(1).
2. Khandelwal D., Goed A., Kumar U., Gulati V, Narang R,
Dey A.B. Frailty is associated with longer hospital stay and
increased mortality in hospitalized older patients. J Nutr
Health Aging. 2023;6(8).
3. Kahlon S, Pederson J, Majumdar SR, Belga S, Lau D,
Fradette M, et al. Association between frailty and 30-day
outcomes after discharge from hospital. CMAJ. 2015 Aug OVER DE AUTEURS
11;187(11):799-804. Marie Cerulus, Departement Maatschappelijke Gezond-
4. Parker SG, Mccue P, Phelps K, Mccleod A, Arora S, Nockels K,
heidszorg en Eerstelijn, Gerontologie en Geriatrie, KU
et al. What is Comprehensive Geriatric Assessment (CGA)? An
umbrella review. Vol. 47, Age and Ageing. Oxford University Leuven, Leuven, België; Departement Geriatrie, UZ
Press; 2018. p. 149-55. Leuven, Leuven, België; Competentiecentrum Verpleeg-
5. Agentschap Zorg & Gezondheid Vlaanderen. EISENKADER
ZORGPROGRAMMA GERIATRIE [Internet]. 2022 [cited 2023 kunde, UZ Leuven, Leuven, België.
Mar 23]. Geraadpleegd van www.zorg-en-gezondheid. Heidi Cosyns, Departement Geriatrie, UZ Leuven,
be/publicaties-en-documenten/eisenkader-voor-het-
Leuven, België.
zorgprogramma-geriatrie
6. Deschodt M, Flamaing J, Haentjens P, Boonen S, Milisen K. Katleen Fagard, Departement Maatschappelijke
Impact of geriatric consultation teams on clinical outcome in Gezondheidszorg en Eerstelijn, Gerontologie en Geri-
acute hospitals: A systematic review and meta-analysis. BMC
Med. 2013 Feb 22;11(1). atrie, KU Leuven, België; Departement Geriatrie, UZ
7. Van Grootven B V., Flamaing J, De Casterlé BD, Dubois C, Leuven, Leuven, België.
Fagard K, Herregods MC, et al. Effectiveness of in-hospital
Marian Dejaeger, Departement Maatschappelijke
geriatric co-management: A systematic review and meta-
analysis. Age Ageing. 2017 Nov 1;46(6):903-10. Gezondheidszorg en Eerstelijn, Gerontologie en Geri-
8. Deschodt M, Van Grootven B, Milisen K, Flamaing J. atrie, KU Leuven, België; Departement Geriatrie, UZ
G-COACH: geriatrisch comanagement voor cardiologische
patiënten in het ziekenhuis. Verpleegkunde. 2017 Dec;4:4-7. Leuven, Leuven, België.
9. Van Grootven B, Jeuris A, Jonckers M, Devriendt E, Dierckx Johan Flamaing, Departement Maatschappelijke
de Casterlé B, Dubois C, et al. Geriatric co-management for
Gezondheidszorg en Eerstelijn, Gerontologie en Geri-
cardiology patients in the hospital: A quasi-experimental
study. J Am Geriatr Soc. 2021 May 1;69(5):1377-87. atrie, KU Leuven, België; Departement Geriatrie, UZ
10. Van Grootven B, Mendeson DA, Deschodt M. Impact of Leuven, Leuven, België.
geriatric co-management programmes on outcomes in older
surgical patients: update of recent evidence. Curr Opin Sigrid Janssens, Departement Maatschappelijke
Anaesthesiol. 2020 Feb;33(1):114-21. Gezondheidszorg en Eerstelijn, Gerontologie en Geria-
11. Van Heghe A, Mordant G, Dupont J, Dejaeger M, Laurent MR,
trie, KU Leuven, België.
Gielen E. Effects of Orthogeriatric Care Models on Outcomes
of Hip Fracture Patients: A Systematic Review and Meta- Mieke Deschodt, Departement Maatschappelijke
Analysis. Vol. 110, Calcified Tissue International. Springer; Gezondheidszorg en Eerstelijn, Gerontologie en Geria-
2022. p. 162-84.
12. Janssens S, Deschodt M, Dejaeger M, Fagard K, Cerulus trie, KU Leuven, België; Competentiecentrum Verpleeg-
M, Cosyns H, et al. From research to daily clinical practice: kunde, UZ Leuven, Leuven, België.
implementation of orthogeriatric co-management in the
trauma ward. Frontiers in Health Services. 2023 Aug 30;3.
13. Theou O, Pérez-Zepeda MU, van der Valk AM, Searle SD, Correspondentie: Marie Cerulus, Departement Geriatrie,
Howlett SE, Rockwood K. A classification tree to assist with UZ Leuven, Herestraat 49, 3000 Leuven, België. E-mail:
routine scoring of the Clinical Frailty Scale. Age Ageing. 2021
Jul 1;50(4):1406-11. marie.cerulus@uzleuven.be
Verpleegkunde 1 - 39e jaargang - maart 2024 | 9

site.print_copyright
actueel

Meetbare uitkomsten van de verpleegkundige-patiëntrelatie


door patiënten in psychiatrische ziekenhuizen: gezonde
ambities met een toegevoegde waarde of eerder een hype?

Karel Desmet, Piet Bracke, Eddy Deproost, Ann Van Hecke, Sofie Verhaeghe

Meetbare zorguitkomsten zijn een belangrijk gegeven discipline verpleegkunde10.


in een evidencebased en data-driven (geestelijke) Het beoordelen van patient-reported outcomes (PROs)
gezondheidszorg voor beleidsmakers, management, via nurse-sensitive patient outcomes (NSPOs) als onder-
onderzoekers, verpleegkundigen en uiteraard voor de zoeksstrategie is een waardevolle benadering om
patiënten en hun context1. Uitkomsten zijn een belang- meetbare uitkomsten van de verpleegkundige-patiënt-
rijke bron voor de ontwikkeling, planning, uitvoe- relatie aan te tonen11. Het meten van NSPOs via geva-
ring en beoordeling van de kwaliteit van geestelijke lideerde schalen biedt empirisch bewijs dat verpleeg-
gezondheidszorg (ggz) . Meetbare uitkomsten over
2
kundige interventies koppelt aan PROs12. Deze uit-
professionals, en dus disciplines, worden beschouwd komsten vanuit het perspectief van de patiënt worden
als essentieel in het aantonen van effectiviteit in een zelden gemeten en de vragenlijsten zijn vaak gericht op
snel evoluerende geestelijke gezondheidszorg3. Er traditionele klinische uitkomsten of één specifieke ver-
wordt een opvallend gebrek gerapporteerd in de lite- pleegkundige interventie13,14.
ratuur over meetbare uitkomsten van de kern van ver- Dit hiaat in de wetenschappelijke kennis en literatuur
pleegkundige geestelijke gezondheidszorg, ondanks voedde de ambitie in het Universitair Centrum voor
een stevige bewijskracht van effecten in kwalitatief Verpleegkunde en Vroedkunde (Universiteit Gent) om
onderzoek . De verpleegkundige-patiëntrelatie, de
4
een doctoraat op te zetten met de focus op meetbare
kern van ggz-verpleegkunde, is zowel een oorzaak als uitkomsten van de verpleegkundige-patiëntrelatie in
een ‘instrument’ voor verandering in een persoonlijk- residentiële ggz. De tussentijdse resultaten werden
subjectief herstelproces5. bekroond als tweede laureaat in de prijs Magda Die-
In de verpleegkundige literatuur wordt gewaarschuwd rendonck editie 2022 (Universitair Ziekenhuis Gent).
voor het verdwijnen van de ggz-verpleegkunde, als dis- De nood aan kritische reflectie over het meten, begrij-
cipline en als beroepsgroep, en het gebrek aan bewijs pen en toepassen van meetbare uitkomsten in een
via meetbare uitkomsten speelt hierbij een rol6. De situ- snel evoluerende ggz is cruciaal, niet alleen in de klini-
atie in Australië, waar ggz-verpleegkundigen worden sche praktijk, maar ook in het onderwijs en het manage-
vervangen door andere zorgberoepen, en in het Ver- ment15. Met dit Actueel willen we een bijdrage leveren
enigd Koninkrijk, waar de opleiding van ggz-verpleeg- aan het debat over het meten van uitkomsten van de
kunde verdwijnt, onderstreept de ernst van deze situ- verpleegkundige-patiëntrelatie: is dit een gezonde
atie . In de Belgische shift naar polyvalente verpleeg-
7,8
ambitie met toegevoegde waarde of is het eerder
kundigen zijn de specifieke interventies, vaardigheden een zoveelste hype? We starten met een korte toelich-
en competenties van ggz-verpleegkundigen minder ting van de resultaten over de NSPO-onderzoeken om
zichtbaar9. De worsteling van ggz-verpleegkundigen daarna enkele kritische bedenkingen te delen.
om hun meetbare uitkomsten aan te tonen, draagt bij
tot de erosie van hun specialisme binnen de bredere
10 | Verpleegkunde 1 - 39e jaargang - maart 2024

site.print_copyright
RESULTATEN frequent contact met verpleegkundigen. De scores vari-
In een eerste studie werd de Mental Health Nurse-Sen- eerden significant tussen de psychiatrische ziekenhui-
sitive Patient Outcome-Scale (MH-NURSE-POS) ont- zen. Het aantal opnames voor psychiatrische proble-
wikkeld en psychometrisch geëvalueerd. Op basis van men en de duur van de huidige opname waren niet
literatuuronderzoek, focusgroepen met verschillende geassocieerd met de scores van de MH-NURSE-POS36.
actoren en een Delphi-procedure werden 21 items
geselecteerd die als NSPO geformuleerd werden om DISCUSSIE EN KRITISCHE REFLECTIES
uitkomsten te meten van de verpleegkundige-patiënt- Het meten, begrijpen en toepassen van meetbare uit-
relatie in psychiatrische ziekenhuizen. De 21 NSPOs komsten van de MH-NURSE-POS kan een toegevoegde
werden verdeeld in vier domeinen: ‘groei’, ‘expres- meerwaarde hebben voor de worstelende ggz-ver-
sie’, ‘controle’ en ‘motivatie’. Op een zespunts Likert- pleegkundigen, als discipline en als beroepsgroep,
schaal kunnen patiënten aangeven in welke mate zij de in het aantonen van hun effectiviteit via meetbare uit-
verpleegkundige-patiëntrelatie zien als basis voor de komsten. De MH-NURSE-POS heeft het potentieel om
gemeten uitkomst . 16
nieuwe inzichten te creëren over de meetbare uitkom-
In een tweede studie werd de MH-NURSE-POS gebruikt sten, facilitators en barrières over de verpleegkundige-
voor multicentrisch crosssectioneel onderzoek. Pati- patiëntrelatie vanuit het perspectief van de patiënt zelf.
enten werden gevraagd om de voor hen meest ‘bete- De drie studies verruimen de bestaande kennis over
kenisvolle’ verpleegkundige-patiëntrelatie tijdens hun de bijdrage van ggz-verpleegkundigen aan de uitkom-
opname voor ogen te houden bij het scoren van de sten van residentiële psychiatrische zorg18,19. Belang-
NSPOs. Van de 296 patiënten die de MH-NURSE-POS rijk hierbij te vermelden is dat de MH-NURSE-POS geen
invulden, had 81,4% (n = 241) een toegewezen ver- PROs van een residentiële behandeling meet, maar
pleegkundige tijdens zijn of haar behandeling. Voor ‘slechts’ van de verpleegkundige-patiëntrelatie. Het
83% (n = 200) van hen was de toegewezen verpleeg- meten van PROs van één discipline in een residentiële
kundige de meest betekenisvolle. De gemiddelde interprofessionele teamwerking is uitdagend3,20. Echter
totaalscores voor de MH-NURSE-POS waren matig tot de betrokkenheid van patiënten in de schaalontwikke-
goed (4,42; SD = 0,89). De domeinscores varieerden ling en psychometrische evaluatie van de MH-NURSE-
tussen 4,09; SD = 1,20 en 4,61; SD = 1,08). De hoogste POS was belangrijk om voldoende bewijskracht te ver-
score van alle beoordeelde NSPOs werd gevonden in zamelen dat ggz-verpleegkundigen een directe invloed
het domein ‘motivatie’ voor het item ‘dankzij de ver- hebben op deze 21 PROs en dus als NSPOs kunnen
pleegkundige blijf ik me inzetten voor mijn behande- gedefinieerd worden14.
ling’ (4,97; SD = 1,22). De laagste score was voor het De ambitie om de uitkomsten van de verpleegkundige-
item ‘dankzij de verpleegkundige bouw ik waarde- patiëntrelatie te meten, creëert opportuniteiten met
volle contacten op met anderen (3,71; SD = 1,14) in een concrete toegevoegde waarde voor de patiënten
het domein ‘controle’. Een algemene conclusie bij deze zelf. De meetbare studieresultaten van de MH-NURSE-
studie is dat patiënten aangeven dat de verpleegkun- POS kunnen een praktisch instrument zijn in het levens-
dige-patiëntrelatie een positieve bijdrage levert aan de lang leren als ggz-verpleegkundige in de praktijk en
uitkomsten van hun behandeling15. in het onderwijs, met de nadruk op de rol van klinisch
In een derde studie werd nagegaan welke facto- behandelaar. Via verpleegkundige intervisie kunnen de
ren samenhangen met de variatie in de NSPO-sco- kwantificeerbare uitkomsten en associaties van de MH-
res. Patiëntenkenmerken (zoals geslacht, leeftijd, aantal NURSE-POS dienen als gespreksonderwerp en hand-
opnames voor psychiatrische problemen, duur van vatten aanreiken voor zelfreflectie over de verpleegkun-
de huidige opname) en kenmerken van de verpleeg- dige interacties en de verpleegkundige-patiëntrelatie.
kundige-patiëntrelatie (bijvoorbeeld verpleegkun- Meer concreet, de associaties van behulpzame interac-
dige beschikbaarheid indien nodig, contact met de ver- ties en helende acties, gerelateerd aan verpleegkun-
pleegkundige en stimulatie van de verpleegkundige) dige beschikbaarheid indien nodig, contact met de ver-
werden bevraagd in combinatie met de MH-NURSE- pleegkundige en stimulatie door de verpleegkundige,
POS. Uit de antwoorden van 340 patiënten bleek dat kunnen het zelfbewustzijn van de ggz-verpleegkundi-
vrouwelijke patiënten en patiënten ouder dan 65 jaar gen over presentie en therapeutische gespreksvoering
de relatie met de verpleegkundige als meer relevant uitbreiden en leiden tot verbetering in de praktijk. De
en positief ervaarden. Deze hogere scores op de MH- meetbare uitkomsten via de MH-NURSE-POS kunnen
NURSE-POS vielen ook samen met de ervaring van management, onderwijs en onderzoek ondersteunen
een verpleegkundige die beschikbaarheid was indien in het bijzonder hoe verpleegkundigen denken, voelen
nodig, een verpleegkundige die stimuleert en bij meer en reageren in het toepassen van gestandaardiseerde
Verpleegkunde 1 - 39e jaargang - maart 2024 | 11

site.print_copyright
interventies en effectief inspelen op de unieke noden bron van effectiviteit in een evidencebased ggz redu-
van een persoon met ggz-problemen 21-23
. ceert de beleving van patiënten tot een puur objectieve
Echter een ambitie van meten, begrijpen en toepas- en kwantificeerbare werkelijkheid33. Om de cijfers en
sen van meetbare uitkomsten kan resulteren in een scores van zelfrapportagevragenlijsten naar waarde in
zoveelste hype. Belangrijk is om de sterktes en limie- te schatten en dieper te begrijpen, is er nood aan aan-
ten van het gebruik van meetinstrumenten in kwantita- vullende data vanuit kwalitatieve bronnen, zoals indivi-
tief onderzoek goed te begrijpen. De MH-NURSE-POS duele en focusgroepinterviews.
heeft het potentieel om via longitudinaal onderzoek te De voorzichtigheid in het hanteren van de MH-NURSE-
zoeken naar causale verbanden en andere beïnvloe- POS als kwaliteitsmeetinstrument voor uitkomsten van
dende factoren. Crosssectioneel onderzoek naar meet- individuele zorg mag niet leiden dat het kind met het
bare uitkomsten, waarbij metingen op één specifiek badwater wordt weggegooid. De toepassing van het
moment worden gedaan, is beperkt in het aantonen meten van uitkomsten via de MH-NURSE-POS, als geva-
van causale verbanden. Het kan wel waardevolle infor- lideerd en betrouwbaar onderzoeksinstrument, kan
matie bieden over belangrijke statistische significante verpleegkundigen en het verpleegkundig manage-
samenhangen tussen verschillende variabelen, zoals ment helpen in het operationaliseren van bestaande
kenmerken van de patiënt en de verpleegkundige, en van innovatieve verpleegkundige zorgmodellen.
eigenschappen van de verpleegkundige-patiëntrela- Meer specifiek, in de implementatie van hedendaagse
tie en de behandelcontext 24,25
. Co-design met patiënten concepten, zoals persoonsgerichte zorg en herstelge-
en/of ervaringsdeskundigen kan een meerwaarde zijn richt werken, kunnen de effecten van een verpleegkun-
in toekomstig verpleegkundig onderzoek naar associ- dig zorgmodel en/of interacties in de praktijk beoor-
aties tussen de resultaten van de MH-NURSE-POS en deeld worden door PROs via de NSPOs van de MH-
beïnvloedende factoren . 26
NURSE-POS. In het bijzonder kunnen de kerncompe-
Deze methodologische inzichten in uitkomstenonder- tenties als klinisch expert en behandelaar van verpleeg-
zoek zijn belangrijk in het identificeren en begrijpen kundig expertrollen, zoals verpleegkundig specialisten,
van de effectiviteit in een evidencebased en data-driven gemeten worden via de MH-NURSE-POS. Deze meet-
ggz. De toenemende interesse in het gebruik van kwa- bare uitkomsten kunnen bijdragen in de kennis over de
liteitsranglijsten en superieure uitkomsten om zorg te effectiviteit van ggz-verpleegkunde binnen de beroeps-
financieren of gezondheidsdiensten voor zorg te selec- groep verpleegkunde en de interprofessionele teams,
teren, impliceert een potentiële bedreiging voor juist maar in de maatschappelijke perceptie van de bijdrage
begrip en interpreteren van de meetbare resultaten verpleegkundigen in een evidencebased ggz34,35.
van de MH-NURSE-POS. De hervormingen in het ggz- Samenvattend, meetbare en zichtbare verpleegkundige
beleid zijn gebaseerd op een voorkeur voor model- uitkomsten zijn niet enkel belangrijk voor ggz-verpleeg-
len met een focus op externe accreditatie of certifice- kundigen als beroepsgroep en als discipline, maar ook
ring voor kwaliteit van zorg 27,28
. De nadruk op het aanto- voor patiënten, toekomstige ggz-verpleegkundigen,
nen van de kwaliteit van zorg door het identificeren van andere hulpverleners, management, en de beleidsma-
ziekenhuizen met kwaliteitsranglijsten leidt tot concur- kers van vandaag en in het bijzonder die van de toe-
rentie door het ziekenhuismanagement29,30. Net daarom komst. Het meten van NSPOs via de MH-NURSE-POS
is de nodige voorzichtigheid wenselijk in het hante- heeft het potentieel om een bijdrage te leveren in het
ren van de MH-NURSE-POS als kwaliteitsmeetinstru- identificeren van effectiviteit van de verpleegkundige-
ment voor uitkomsten van individuele zorg. Ondanks patiëntrelatie in een snel evoluerende ggz. Niet als
de sterke focus op uitkomsten in psychotherapeutisch enige bron van wetenschappelijke evidentie, maar als
onderzoek is er geen consensus wat kernuitkomsten aanvullend op de bestaande (ruime) kennis over effec-
van een behandeling zijn. Voor sommige patiënten kan ten van de verpleegkundige-patiëntrelatie in kwalita-
het verslechteren van symptomen beschouwd worden tief onderzoek. Belangrijk is dat ggz-verpleegkundigen
als een positieve uitkomst van therapie31,32. Meer con- zich blijven engageren om zich te verdiepen in de never
creet: betekenen hogere NSPO-scores van patiënten ending story van evoluerende kennis, competenties en
ouder dan 65 jaar betere zorg door de verpleegkun- inzichten over diverse methodologische, verpleegkun-
dige-patiëntrelatie? Of zijn ouderen met meer traditio- dige, (psycho-)therapeutische, sociologische en andere
nele waarden en verwachtingen meer sensitief voor tra- theoretische kaders.
ditionele/paternalistische verpleegkundige zorg dan Afsluitend, om het volledig psychotherapeutisch ver-
jongvolwassenen met significant lagere scores? Het mogen, gezag en status van ggz-verpleegkundigen
uitgangspunt dat scores van een vragenlijst de gou- te erkennen, is er dus nood aan kwalitatief én kwan-
denstandaardmethode zijn als valide en betrouwbare titatief onderzoek naar de bijdrage van de kern van
12 | Verpleegkunde 1 - 39e jaargang - maart 2024

site.print_copyright
ggz-verpleegkunde vanuit het perspectief van de statuut van cijfers in uitkomstenonderzoek. Deze exper-
patiënt 6,17,18,36
. Kwalitatieve data over de bijdrage van tise resulteert in een deskundigheid in het werken met
de verpleegkundige-patiëntrelatie vormen de funda- cijfers in kader van generaliseerbaarheid, interne rang-
menten in het ontwikkelen van een valide en betrouw- ordeningen en externe vergelijkbaarheid. Het impli-
baar instrument in kwantitatief onderzoek14,16. Multi- ceert dat elke ggz-verpleegkundige in de klinische
variate analyses en technieken voor statistische preci- praktijk, onderwijs, management en onderzoek ver-
sie van NSPOs zijn ‘slechts’ een van de vele opties om plicht is aan zichzelf, de patiënt en onze maatschappij
de uitkomsten van de verpleegkundige-patiëntrelatie, om zelf een keuze te maken. Is het meten van uitkom-
als de oorzaak en instrument van verandering van de sten van de verpleegkundige-patiëntrelatie daadwerke-
patiënt, in kaart te brengen 1,28,33
. Onze discussie en kri- lijk een gezonde ambitie met een toegevoegde waarde
tische reflecties doen een oproep naar een multifacto- of eerder een hype om te beantwoorden aan de evolu-
rieel denkkader van meetbare uitkomsten van de ver- erende noden van personen met geestelijke gezond-
pleegkundige-patiëntrelatie binnen een evidence- heidsproblemen? Zoals het Engelstalig spreekwoord
b(i)ased en data-(too) driven ggz. Het begrijpen van zegt ‘The proof of the pudding is in the eating’, waarbij
de sterktes én limieten van de deductieve logica van eenieders keuze pas van waarde zal blijken als persoon-
kwantitatief onderzoek is cruciaal om de subjectieve lijke inzichten vertaald worden in het dagelijks werk.
inschatting te begrijpen van het verblindend ‘objectief’

LITERATUUR
1. de Bienassis K, Kristensen S, Hewlett E, Roe D, Mainz J, 14. Boateng GO, Neilands TB, Frongillo EA, Melgar-Quiñonez HR,
Klazinga N. Patient-reported indicators in mental health care: Young SL. Best practices for developing and validating scales
towards international standards among members of the for health, social, and behavioral research: a primer. Frontiers
OECD. Int J Qual Health Care. 2021;33(1). in public health. 2018;6.
2. Oster C, Dawson S, Kernot J, Lawn S. Mental health outcome 15. Gallagher-Ford L, Melnyk BM. Evaluating outcomes of
measures in the Australian context: what is the problem evidence-based practice initiatives versus research: Clarifying
represented to be? BMC Psychiatry. 2023;23(1):24. the confusion with a call to action. Wiley Online Library; 2022.
3. Kilbourne AM, Beck K, Spaeth-Rublee B, Ramanuj P, O’Brien p. 258-9.
RW, Tomoyasu N, et al. Measuring and improving the quality 16. Desmet K, Duprez V, Deproost E, Beeckman D, Goossens
of mental health care: a global perspective. World psychiatry. PJJ, Vandewalle J, et al. The development and psychometric
2018;17(1):30-8. evaluation of the Mental Health Nurse-Sensitive Patient
4. Gabrielsson S, Tuvesson H, Wiklund Gustin L, Jormfeldt Outcome-Scale (MH-NURSE-POS) for inpatient psychiatric
H. Positioning psychiatric and mental health nursing as a hospital settings. Int J Ment Health Nurs. 2021;30(4):988-1000.
transformative force in health care. Issues Ment Health Nurs. 17. Desmet K, Bracke P, Deproost E, Goossens PJJ, Vandewalle
2020;41(11):976-84. J, Vercruysse L, et al. Associated factors of nurse-sensitive
5. Forchuk C. From Therapeutic Relationships to Transitional patient outcomes: A multicentred cross-sectional study in
Care: A Theoretical and Practical Roadmap: Routledge; 2021. psychiatric inpatient hospitals. J Psychiatr Ment Health Nurs.
6. Cutcliffe J, McKenna H. Psychiatric/Mental Health Nursing in 2023;06:06.
the 21st century: It’s’ Déjà vu’all over again! Int J Nurs Stud. 18. Johnson C, Delaney KR, Cirpili A, Marriott S, O’Connor J.
2018;81:A3. American Psychiatric Nurses Association Position: Staffing
7. Lakeman R, Molloy L. Rise of the zombie institution, the Inpatient Psychiatric Units. J Am Psychiatr Nurses Assoc.
failure of mental health nursing leadership, and mental 2023:10783903231198247.
health nursing as a zombie category. Int J Ment Health Nurs. 19. Deveau R. Everyday ordinariness, neglected but important
2018;27(3):1009-14. for mental health nurses’ therapeutic relationships: An initial
8. Connell C, Jones E, Haslam M, Firestone J, Pope G, Thompson exploration for applying Daniel Kahneman’s two systems of
C. Mental health nursing identity: a critical analysis of the UK’s thinking. Int J Ment Health Nurs.n/a(n/a).
Nursing and Midwifery Council’s pre-registration syllabus 20. Beck SL, Weiss ME, Ryan-Wenger N, Donaldson NE, Aydin C,
change and subsequent move towards genericism. Mental Towsley GL, et al. Measuring nurses’ impact on health care
Health Review Journal. 2022(ahead-of-print). quality: Progress, challenges, and future directions. Med Care.
9. Deproost E. Verpleegkunde in een nieuw geestelijke 2013:S15-S22.
gezondheidszorg: uitdagingen en een visie voor de toekomst. 21. Peplau HE. Interpersonal relations in nursing: A conceptual
Psychiatrie en Verpleging. 2018;1:24-51. frame of reference for psychodynamic nursing: Springer
10. Santos JC, Cutcliffe JR. European psychiatric/mental health Publishing Company; 1991.
nursing in the 21st century: a person-centred evidence-based 22. Matsuoka S. Recovery-oriented nursing care based on cultural
approach: Springer; 2018. sensitivity in community psychiatric nursing. Int J Ment Health
11. Moorhead S, Johnson M, Maas ML, Swanson E. Nursing Nurs. 2021;30(2):563-73.
Outcomes Classification (NOC)-E-Book: Measurement of 23. Chambers M. Psychiatric and mental health nursing: the craft
Health Outcomes: Elsevier Health Sciences; 2018. of caring: CRC Press; 2017.
12. Coster S, Watkins M, Norman IJ. What is the impact of 24. Johns RG, Barkham M, Kellett S, Saxon D. A systematic review
professional nursing on patients’ outcomes globally? An of therapist effects: A critical narrative update and refinement
overview of research evidence. Int J Nurs Stud. 2018;78:76-83. to Baldwin and Imel’s (2013) review. Clin Psychol Rev.
13. Dickens GL, Al Maqbali M, Blay N, Hallett N, Ion R, Lingwood 2019;67:78-93.
L, et al. Randomized controlled trials of mental health nurse- 25. McAllister S, Robert G, Tsianakas V, McCrae N.
delivered interventions: A systematic review. J Psychiatr Ment Conceptualising nurse-patient therapeutic engagement on
Health Nurs. 2023;30(3):341-60. acute mental health wards: An integrative review. Int J Nurs
Stud. 2019;93:106-18.
Verpleegkunde 1 - 39e jaargang - maart 2024 | 13

site.print_copyright
26. Slattery P, Saeri AK, Bragge P. Research co-design in
OVER DE AUTEURS
health: a rapid overview of reviews. Health Res Policy Syst.
2020;18(1):17. Karel Desmet, doctorandus Faculteit Geneeskunde en
27. Mistiaen P, Cornelis P, Detollenaere J, Devriese S, Farfan M, Gezondheidswetenschappen, vakgroep Volksgezond-
Ricour C, et al. ORGANISATION OF MENTAL HEALTH CARE
FOR ADULTS IN BELGIUM. 2019. heid en Eerstelijnszorg, Universitair Centrum voor Ver-
28. Shaw C, Groene O, Berger E. External institutional strategies: pleegkunde en Vroedkunde, Universiteit Gent; zorgma-
accreditation, certification, supervision. Improving healthcare
nager AZ Oostende, België.
quality in Europe: Characteristics, effectiveness and
implementation of different strategies [Internet]: European Piet Bracke, professor Faculteit Politieke en Sociale
Observatory on Health Systems and Policies; 2019. wetenschappen, Vakgroep Sociologie, Universiteit Gent,
29. Barnett P, Bagshaw P. Neoliberalism: what it is, how it affects
health and what to do about it. The New Zealand Medical België.
Journal (Online). 2020;133(1512):76-84. Eddy Deproost, gastprofessor Faculteit Geneeskunde
30. Friese CR, Xia R, Ghaferi A, Birkmeyer JD, Banerjee M.
en Gezondheidswetenschappen, vakgroep Volksgezond-
Hospitals in ‘Magnet’program show better patient outcomes
on mortality measures compared to non-‘Magnet’hospitals. heid en Eerstelijnszorg, Universitair Centrum voor Ver-
Health Aff (Millwood). 2015;34(6):986-92. pleegkunde en Vroedkunde, Universiteit Gent; Kliniek
31. Wheeler K. What do psychiatric nurse practitioners
need to know about trauma? Perspect Psychiatr Care. Sint-Jozef, Centrum voor Psychiatrie en Psychotherapie
2022;58(4):2562-9. Pittem, België.
32. Cuijpers P. Targets and outcomes of psychotherapies
Ann Van Hecke, professor Faculteit Geneeskunde en
for mental disorders: an overview. World Psychiatry.
2019;18(3):276-85. Gezondheidswetenschappen, vakgroep Volksgezond-
33. Stänicke E, McLeod J. Paradoxical outcomes in psychotherapy: heid en Eerstelijnszorg, Universitair Centrum voor Ver-
Theoretical perspectives, research agenda and practice
implications. European Journal of Psychotherapy & pleegkunde en Vroedkunde, Universiteit Gent; stafmede-
Counselling. 2021;23(2):115-38. werker Directie Verpleging, Universitair Ziekenhuis Gent,
34. Godsey JA, Houghton DM, Hayes T. Registered nurse
België.
perceptions of factors contributing to the inconsistent
brand image of the nursing profession. Nurs Outlook. Sofie Verhaeghe, professor Faculteit Geneeskunde
2020;68(6):808-21. en Gezondheidswetenschappen, vakgroep Volks-
35. Delaney KR. The Future of the Psychiatric Mental Health
Nursing Workforce: Using Our Skill Set to Address gezondheid en Eerstelijnszorg, Universitair Centrum
Incongruities in Mental Health Care Delivery. Issues Ment voor Verpleegkunde en Vroedkunde, Universiteit Gent,
Health Nurs. 2023:1-11.
verpleegkunde VIVES Roeselare, Faculteit Geneeskunde
36. Desmet K, Bracke P, Deproost E, Goossens PJJ, Vandewalle
J, Vercruysse L, et al. Patient-reported outcomes of the en Levenswetenschappen, vakgroep Zorg & Ethiek,
nurse–patient relationship in psychiatric inpatient hospitals: Universiteit Hasselt, België.
A multicentred descriptive cross-sectional study. J Psychiatr
Ment Health Nurs. 2023;30(3):568-79.
Correspondentie: Karel Desmet, Geneeskunde en
Gezondheidswetenschappen, vakgroep Volksgezond-
heid en Eerstelijnszorg, Universitair Centrum voor Ver-
pleegkunde en Vroedkunde, Universiteit Gent Corneel
Heymanslaan 10, 9000 Gent, België.
E-mail: Karel.Desmet@ugent.be
14 | Verpleegkunde 1 - 39e jaargang - maart 2024

site.print_copyright
ACTUEEL

Zorgen voor onontgonnen zorgterrein: leren van


de verpleegkundige zorg tijdens de COVID-crisis
Syb Kuijper, Iris Wallenburg, Martijn Felder, Roland Bal

INTRODUCTIE voering van zorg, zowel tijdens als buiten crisistijd2,3.


Tijdens de COVID-19-pandemie hebben verpleegkundi- Onze dataverzamelingsmethoden bestaat uit een ‘multi-sited’
gen een doorslaggevende rol gespeeld in de organisatie van etnografie6. In de eerste periode van de pandemie zijn we
zorg. Hun werk en kennis is van onschatbare waarde geble- op verscheidene plekken fysiek en digitaal aangehaakt bij de
ken bij het bepalen van de mogelijkheden voor flexibiliteit en dagelijkse praktijken van verpleegkundigen door middel van
het behouden van kwaliteit van zorg. Hoewel verpleegkun- een dagboek studie, formele diepte-interviews, en observaties.
digen veel aandacht kregen in de media als ‘helden’ aan het In het begin van de pandemie bemoeilijkten de beperkingen
bed, overheerste het publieke debat over overbelasting en van de COVID-maatregelen het ingaan van het veld. Om de
vermoeidheid, waardoor de actieve en cruciale bijdrage van ervaringen en het werk van verpleegkundigen in deze tijd vast
verpleegkundigen in de organisatie en het leveren van zorg te leggen, hebben we in april 2020 een kwalitatieve dagboek-
onderbelicht bleef. studie opgezet. De deelnemende verpleegkundigen werden
Tijdens de onzekere beginperiode van de pandemie maakten gevraagd om in geschreven vorm of via opgenomen audio- of
verpleegkundigen gebruik van hun kennis van de lokale zorg, videoclips te reflecteren op hun dagelijkse werk in de COVID-
creativiteit en aangeleerd en kennisintensief improvisatiever- zorg.
mogen (iets wat Davina Allen1 in het Engels heeft aangeduid Deelnemende verpleegkundigen zijn vervolgens uitgenodigd
als translational mobilisation) om de zorg op te tuigen en draai- voor (digitale) diepte-interviews (N = 30). Verpleegkundigen
ende te houden2-5. werkzaam in verschillende ziekenhuizen en functies namen
Later in de crisis, toen het ziekteverzuim onder zorgverleners deel aan deze interviews. Direct na de eerste golf van de pan-
steeds verder toenam door besmettingen, Long COVID, ver- demie hebben we ons onderzoek voortgezet door etnogra-
moeidheid en burn-out, verschoof de aandacht naar ‘het over- fisch veldwerk uit te voeren in drie Nederlandse ziekenhuizen
eind houden van de zorg’ en daarmee vooral naar het bescher- en bij het Landelijk Coördinatiecentrum Patiënten Spreiding
men van zorgverleners. Lockdownmaatregelen werden afge- (LCPS), waarbij we verpleegkundigen en verpleegkundig coör-
stemd op (gemodelleerde) besmettingscijfers én beschik- dinatoren hebben geschaduwd (> 72 uur). Hieronder bespre-
bare ziekenhuisbedden. Bedden gingen daarbij vooral om ken wij onze bevindingen en de implicaties van ons onder-
‘handen aan het bed’; bedden waren er nog wel, maar niet zoek.
(meer) de verpleegkundigen om voor alle (verwachte) patiën-
ten te zorgen. Verpleegkundigen waren tot nationale zorg ver- VERPLEEGKUNDIG ORGANISEREN: OVER IMPROVISEREN,
worden. OPLOSSEN EN INSPRAAK
Dit artikel richt zich op de sleutelrol van verpleegkundigen “Het was een woensdag, ik herinner me het nog goed.
tijdens de COVID-pandemie. We stellen de vraag wat we Plotseling kwamen de [COVID-] patiënten binnen op de SEH.
kunnen leren van deze periode over de verpleegkundige Ik heb geholpen de afdeling om te bouwen, van een gewone
beroepsuitoefening en welke rol zorgprofessionals ‘op de afdeling in een cohort.”
werkvloer’ kunnen spelen in de aansturing, organisatie en uit- (Verpleegkundige, juni 2020)
Verpleegkunde 1 - 39e jaargang - maart 2024 | 15

site.print_copyright
Verpleegkundigen speelden een belangrijke rol in de eerste op om zorgpersoneel in te kunnen zetten. Daarbij werden
fase van de COVID-19-pandemie waarin ziekenhuizen verpleegkundigen ‘gescoord’ op hun competenties. Zoals
werden overvallen door een plotselinge grote toestroom een verpleegkundige verwoordt:
van patiënten. Bestaande protocollen voor het isoleren van “We probeerden uit te vinden hoe we het beste konden
patiënten voldeden niet; er waren onvoldoende isolatieruim- werken met al die verpleegkundigen van verschillende afde-
ten en er ontstond al snel een internationale crisis rond het lingen. We hebben een classificatiesysteem ontwikkeld en
tekort aan beschermende middelen; door het grote verbruik stelden nieuwe typen van verpleegkundigen vast. Een ‘type
en doordat het internationale transport stagneerde. Ver- 1’-verpleegkundige kan coördineren; een type 2-verpleeg-
pleegkundigen stonden door hun langdurige contact met kundige kan zelfstandig COVID-zorg verlenen; een type
besmette, ernstig zieke patiënten in de frontlinie. Daarop 3-verpleegkundige moet worden ingewerkt of opgeleid; type
terugkijkend wordt vaak als eerste de saamhorigheid en 4 heeft nog nooit in de COVID-zorg gewerkt. We zijn hiermee
de ongekende steun benoemd die verpleegkundigen in gaan werken, omdat we erachter kwamen dat iedere afde-
die fase ervaarden. Dit was zowel ludieke steun (maaltij- ling zijn eigen werkmethoden en routines heeft. Bijvoorbeeld
den van plaatselijke restaurants, een gratis parkeerplek, een wanneer je een vochtbalans afsluit: om 8 uur ’s avonds of om
massagestoel) als directe materiële ondersteuning in het 12 uur ’s nachts.”
dagelijks werk. Voor een gevraagde aanpassing op de afde- (Verpleegkundige, november 2020)
ling waren plotseling geen procedures en formulieren meer
nodig; computerschermen, mobiele telefoons en zelfs een Het gelijkschakelen van zorgroutines en het indelen van ver-
kleine verbouwing werden direct uitgevoerd: pleegkundigen om zo efficiënt mogelijk gebruik te kunnen
“De deuren van de isolatiekamers waren gesloten. Dan kun maken van aanwezige expertise en om verpleegkundigen
je de patiënten die daar liggen dus niet zien. Maar patiënten tegelijkertijd te kunnen opleiden in de COVID-zorg – zeker
konden plotseling slecht worden; je moet ze de hele tijd in het toen duidelijk werd dat dit ‘nog wel even zou duren’ – waren
oog kunnen houden door een raam. Anders moet je steeds belangrijke mechanismen én verpleegkundige interventies
naar binnen en beschermende kleding aan doen. Die ramen om de COVID-zorg te verlenen. Voortdurend waren er zorgen
zijn toen meteen gemaakt.” over de kwaliteit van zorg, omdat verpleegkundigen werden
(Verpleegkundige, juni 2020) ingezet met onvoldoende kennis van complexe kritische zorg,
en omdat er geen ruimte en tijd meer was voor bestaande
Het aanbrengen van een raam in een deur is een in het oog kwaliteitsmaatregelen, zoals het dubbel controleren van medi-
springend voorbeeld van ‘wat plotseling mogelijk was’, en catie of het aanmaken van antibiotica. Ziekenhuisapothekers
van de inventiviteit van verpleegkundigen om de zorg in sprongen hierop in door bijvoorbeeld medicatietoediening
krapte te laten draaien. Tijdens interviews en observaties klaar te maken buiten de afdeling, met formele toestemming
hebben we talloze van dit soort voorbeelden opgehaald. van de IGJ die kwaliteitsregels tijdelijk aanpaste7.
Verpleegkundigen pasten de gebouwde werkomgeving
aan, of vonden inventieve manieren om met de omgeving Maar ook op andere plekken wrong het, bijvoorbeeld bij het
om te gaan, bijvoorbeeld door een cohortafdeling te ver- anticiperen op een mogelijke IC-opname, of juist het besluit
huizen naar een plek waar gemakkelijker een rustplek kon om iemand niet naar de IC te brengen, omdat de patiënt de
worden gecreëerd, omdat ze niet van de afdeling af konden. zware behandeling hoogstwaarschijnlijk niet zou overleven:
“Onze afdeling hadden we ingericht voor patiënten met een
Het voortdurend in de gaten houden van patiënten bleek ‘ICU-plus-beleid’ [patiënten die naar de IC gaan als ze ver-
aan het begin van de COVID-periode een belangrijke taak; slechteren]; patiënten die waarschijnlijk niet meer naar de IC
patiënten die klinisch verslechterden konden zich lang nog zouden gaan werden overgeplaatst. Dat werkte goed. Maar
vrij goed voelen, om dan heel ziek te worden en “dan moest soms moest je een patiënt plotseling verplaatsen. Een keer
je plotseling naar de IC rennen”. Verpleegkundigen speel- was dat een patiënt die aan het sterven was. Later vroeg ik
den een belangrijke rol in het leren voorspellen van een met toen wel af: hadden we dat moeten doen?”
omslag in de toestand van een patiënt, en trokken daarin op (Verpleegkundige, september 2020)
samen met de medisch specialisten die deels moesten varen
op het observatievermogen van de verpleegkundigen. Verpleegkundigen worstelen met de kwaliteit van de ver-
leende zorg, maar hebben tegelijkertijd het gevoel ‘te
Al snel werd de IC-capaciteit schaars; er waren te weinig hebben gedaan wat ze konden’. Er is in het publieke en in
bedden, er was onvoldoende beademingsapparatuur en het professionele debat eigenlijk weinig ruimte geweest om
expertise om die te bedienen. Operatiekamers en verkoe- het hierover te hebben: het ministerie, de IGJ, patiëntenor-
verkamers werden omgebouwd tot IC-ruimte, en OK-perso- ganisaties en beroepsverenigingen bewogen flexibel mee
neel werd ingezet op de IC. Ziekenhuizen zetten flexbureaus met de noodsituatie die was ontstaan, wat ervaren werd als
16 | Verpleegkunde 1 - 39e jaargang - maart 2024

site.print_copyright
een steun in de rug, maar dat doet weinig af aan de morele licht. Daar gaan we hier verder op in.
dilemma’s die verpleegkundigen (en artsen) ervoeren – en Binnen de ziekenhuizen hadden coördinerend verpleeg-
zeker niet alleen in de ziekenhuizen, maar ook op al die kundigen (teamleiders, verpleegkundig managers) een cen-
andere plaatsen waar zorg (niet) is verleend. trale rol in het ‘beddenmanagement’; dagelijks werden
Het is bijzonder te noemen dat dit debat ook na de acute beschikbare bedden doorgenomen en werd op gezette
fase van de pandemie niet heeft plaatsgevonden; we zijn tijden gecommuniceerd met regionale en landelijke part-
meteen doorgerold in problemen met de ‘inhaalzorg’ en ners over de overplaatsing van patiënten om zo de druk op
de krapte op de arbeidsmarkt. Hoewel verpleegkundigen de zorg te verdelen en bedden beschikbaar te houden voor
als beroepsgroep nu meer worden gezien, gebeurt dit vaak niet-COVID-patiënten. In de formele infrastructuur ging het
alleen in termen van capaciteitsproblematiek. Ondanks vooral over de cijfers en de logistiek: categorieën van patiën-
inspanningen van het ministerie van Volksgezondheid, ten, beschikbare bedden en geschikte ambulances om pati-
Welzijn en Sport (VWS) en ziekenhuizen om verpleegkundi- enten te vervoeren; in de dagelijkse praktijk van spreiden
gen meer te betrekken bij organisatievraagstukken, zien we ging het ook over de patiënt achter de cijfers:
dat dit nog moeilijk van de grond komt en hoe verpleegkun- Tim, verpleegkundige en sinds het begin van de crisis patiën-
digen weer naar de achtergrond verschuiven. tencoördinator, voert de patiënten in die zijn opgenomen en
volgens de afgesproken criteria (leeftijd, klinische status) in
Verpleegkundigen gaven in ons onderzoek aan zich in de aanmerking komen voor overplaatsing. Afgelopen nacht is de
eerste fase van de COVID-crisis gewaardeerd te voelen in SEH weer volgelopen en COVID-patiënten moeten worden
hun kennis en kunde – iets wat buiten crisistijd veelal niet het overgeplaatst om ruimte te houden voor nieuwe patiënten.
geval is. Verpleegkundig werk wordt in de literatuur omge- Hij beoordeelt de dossiers, en belt met de verpleegafdeling:
schreven als ‘onzichtbaar’ en hoewel onmisbaar (‘the glue in “Is dit niet een beetje triest? Heb je de patiënt bekeken? Een
the system’), ook ondergewaardeerd juist door die onzicht- familielid is ook opgenomen in het ziekenhuis.” Tim houdt ze
baarheid1,8. Het zichtbaar zijn en de bijbehorende waar- liever bij elkaar en overweegt een andere patiënt uit te plaat-
dering tijdens de eerste periode van de pandemie waren sen. Er volgt overleg. De patiënt geeft aan het geen pro-
ondersteunend aan het verpleegkundig werk en gaven ver- bleem te vinden, maar Tim houdt voet bij stuk: de zuurstof
pleegkundigen inzicht in ‘hoe het ook kon’. Toen deze steun is al afgebouwd en er is nazorg geregeld. De arts geeft toe;
wegviel na de eerste periode, het pionieren en improvise- deze patiënt kan blijven.
ren overging in geprotocolleerd werken (protocollen die (Observatie, november 2020; naam is fictief)
veelal werden opgesteld door terugkerende kwaliteitsme-
dewerkers die even ‘buitenspel’ hadden gestaan) en de zorg Het beoordelen van COVID-patiënten voor overplaatsing
voor COVID-patiënten steeds meer slepend werd, maar betrof niet alleen de klinische conditie, maar ook de sociale
onverminderd zwaar bleef, sloeg de werktevredenheid op omgeving van een patiënt. Het gebeurde regelmatig dat
veel plekken om. We komen hier straks op terug – voor nu echtgenoten of hele gezinnen gelijktijdig werden opgeno-
kijken we eerst nog wat er buiten de directe zorgverlening men. Geprobeerd werd deze zoveel mogelijk bij elkaar te
gebeurde, want ook daar speelden verpleegkundigen een houden, voor de familie, maar ook om afscheid van elkaar
belangrijke rol. te kunnen nemen als de patiënt verslechterde. Dit lukte niet
altijd, wat soms tot trieste taferelen leidde. Dit gebeurde
ZORGEN VOOR PATIËNTEN EN CIJFERS niet alleen binnen het ziekenhuis, maar ook bij het landelijke
Het waren vooral de artsen en zorgbestuurders die bijna coördinatiecentrum (LCPS) waar zorgverleners werkzaam
dagelijks aanschoven in de talkshows en een centrale rol waren. Ook hier probeerden verpleegkundigen het logis-
hadden in het landelijk beleid. Verpleegkundigen waren wel- tieke verzoek te koppelen aan de situatie van de patiënt:
iswaar veel in het nieuws (bijvoorbeeld portretten in lande- Stef laat een patiëntendossier zien. De patiënt heeft een her-
lijke dagbladen en op televisie ‘frontberichten’), en schoven senbloeding gehad en heeft COVID. Hij is opgegeven om
incidenteel aan bij de talkshows, maar het ging daarbij overgeplaatst te worden. Stef bekijkt de neurologische con-
vooral over ‘hoe zwaar het is’ en er werd opgeroepen dat ditie van de patiënt: kan hij bewegen en slikken, heeft hij een
‘mensen zich aan de maatregelen moesten houden om de spraakstoornis, wat is het gewicht? Stef zegt dat hij probeert
zorg niet nog zwaarder te belasten’. Mohammed et al.5 laten in te schatten welke ambulance voor deze patiënt besteld
zien dat verpleegkundigen hiermee een disciplinerende rol moet worden.
opgelegd hebben gekregen door de overheid en de media (Observatie LCPS, februari 2021, naam is fictief)
– om de bevolking op te roepen de maatregelen te volgen –
en dat deze rol ook is aanvaard. Daarmee blijft de coördine- Hoewel de spreiding van patiënten tijdens de COVID-cri-
rende rol die verpleegkundigen hadden binnen de zieken- sis werd gezien als een noodzakelijk kwaad dat niet strookt
huizen en in de landelijke spreiding van patiënten onderbe- bij het doel van patiëntgerichte zorg, laten deze observa-
Verpleegkunde 1 - 39e jaargang - maart 2024 | 17

site.print_copyright
ties zien hoe verpleegkundigen probeerden dit ‘met zorg’ ven ontbreken nagenoeg. De uitval en uitstroom van ver-
te doen. Dit was niet enkel een verpleegkundige taak; ook pleegkundigen maakt dat de werkdruk toeneemt. De pro-
artsen en medisch studenten en logistieke experts speel- blematiek is weerbarstig, en de politieke wil en macht om
den hierin een belangrijke rol. Het laat mooi zien hoe in dit hier structureel wat aan te doen lijkt te ontbreken, zowel in
samenspel kwaliteit van zorg opnieuw invulling kreeg, en Nederland als daarbuiten9.
hoe dit gebeurde door de inspanning van zorgverleners die Er is meer nodig, iets dat de Raad voor de Volksgezond-
daarbij verder gingen dan hun omschreven taken. Ook toont heid & Samenleving in haar advies ‘Applaus is niet genoeg’
het hoe verpleegkundigen een coördinerende en kwaliteits- eerder al concludeerde10. Ons onderzoek laat de kracht van
verbeterende rol hebben gehad in de COVID-zorg, zowel verpleegkundigen zien om de directe zorg voor patiënten te
op de afdeling, binnen de zorgorganisatie, in de coördina- organiseren en uit te voeren, en die te verbinden aan vraag-
tie tussen organisaties en bij de landelijke aansturing van de stukken en uitdagingen binnen de organisatie en beleid.
COVID-zorg. Hoewel we uit onderzoek weten dat niet alle verpleegkundi-
gen zich tot dit bredere plaatje voelen aangetrokken11, wordt
GELEERDE LESSEN EN HOE NU VERDER? deze expertise onvoldoende gezien, benut en zelfs onzicht-
De centrale rol van verpleegkundigen in de COVID-pan- baar gemaakt, doordat discussies zich verengen tot vraag-
demie is cruciaal gebleken en tegelijkertijd in het publieke stukken rondom ‘inspraak’ en ‘leiderschap’, die eigenlijk
domein vooral eenzijdig belicht: verpleegkundigen waren voorbijgaan aan het brede zorginhoudelijk coördinerende
eerst de helden van de zorg en later de beroepsgroep waar werk dat verpleegkundigen doen. Dat is een gemiste kans.
vooral grote zorgen over waren. Het is van belang om te Verpleegkundigen speelden een sleutelrol in de beginfase
erkennen dat de rol van verpleegkundigen ook niet zonder van de pandemie, juist toen zij hun kennis en ervaring volle-
kosten kwam; een grote groep verpleegkundigen werd zelf dig konden benutten. De kennis en ervaring van verpleegkun-
ziek en velen worstelen nog steeds met de nasleep van Long digen bleek – en blijkt – echter nog onvoldoende tot zijn recht
COVID. te komen in het beleid. Meer aandacht voor de beleidsmatige
Beleidsdiscussies concentreren zich momenteel vooral op en organisatorische kant van het verpleegkundig beroep is
het salarisniveau en de werkdruk. Salarissen, zeker in de mid- noodzakelijk, zowel in de praktijk als in het onderzoek.
dencategorie, zijn structureel te laag en carrièreperspectie-

LITERATUUR
1. Allen D. The invisible work of nurses: hospitals, organisation and OVER DE AUTEURS
healthcare. London: Routledge; 2014. Syb Kuijper, Erasmus School of Health Policy
2. Kuijper S, Felder M, Bal R, Wallenburg I. Assembling care: How
nurses organise care in uncharted territory and in times of pandemic.
and Management, Erasmus Universiteit
Sociology of Health & Illness. 2022;44(8):1305-23. Rotterdam, Burgemeester Oudlaan 50, 3062 PA,
3. Harrison M, Lancaster K, Rhodes T. The fluid hospital: On the making Rotterdam, Nederland. E-mailadres:
of care environments in COVID-19. Health & Place. 2023;83:103-7.
4. Wallenburg I, de Graaff B, Bal J, Felder M, Bal R. Dancing with a virus: kuijper@eshpm.eur.nl
finding new rhythms of organizing and caring in Dutch hospitals. Iris Wallenburg, Erasmus School of Health
Organising Care in a Time of Covid-19: Implications for Leadership,
Governance and Policy. 2021:121-38.
Policy and Management, Erasmus Universiteit
5. Mohammed S, Peter E, Killackey T, Maciver J. The “nurse as hero” Rotterdam, Burgemeester Oudlaan 50, 3062
discourse in the COVID-19 pandemic: A poststructural discourse PA, Rotterdam, Nederland. E-mailadres:
analysis. International Journal of Nursing Studies. 2021;117:103887.
6. Felder M, Wallenburg I, Kuijper S, Bal R. Etnografisch onderzoek. wallenburg@eshpm.eur.nl
TVZ-Verpleegkunde in praktijk en wetenschap. 2021:56-7. Martijn Felder, Erasmus School of Health
7. Burau V, Falkenbach M, Neri S, Peckham S, Wallenburg I, Kuhlmann E.
Health system resilience and health workforce capacities: Comparing
Policy and Management, Erasmus Universiteit
health system responses during the COVID-19 pandemic in six Rotterdam, Burgemeester Oudlaan 50, 3062 PA,
European countries. International Journal of Health Planning and Rotterdam, Nederland. E-mailadres:
Management. 2022:1-17.
8. Leigh Star S, Strauss A. Layers of silence, areas of voice: the ecology felder@eshpm.eur.nl
of visible and invisible work. Computer Supported Cooperative Roland Bal, Erasmus School of Health Policy and
Work. 1999;8:9-30.
9. Wallenburg I, Friebel R, Winblad U, Pujolras LM, Bal R. ‘Nurses
Management, Erasmus Universiteit Rotterdam,
are seen as general cargo, not the smart TVs you ship carefully’: Burgemeester Oudlaan 50, 3062 PA, Rotterdam,
the politics of nurse staffing in England, Spain, Sweden, and the Nederland. E-mailadres:
Netherlands. Health Economics, Policy and Law. 2023;18(4):411-25.
10. RVS. Applaus is niet genoeg. Den Haag; 2021. r.bal@eshpm.eur.nl
11. Felder M, Kuijper S, Lalleman P, Bal R, Wallenburg I. The rise of the
partisan nurse and the challenge of moving beyond an impasse in
the (re) organization of Dutch nursing work. Journal of Professions
and Organization. 2022;9(1):20-37.
18 | Verpleegkunde 1 - 39e jaargang - maart 2024

site.print_copyright
PROEFSCHRIFT
Who Cares?

Who Cares?
Who cares?
AN ETHNOGRAPHIC RESEARCH ON THE WORKFORCE
INTEGRATION OF FIRST-GENERATION IMMIGRANTS IN
GERIATRIC CARE IN THE NETHERLANDS AND GERMANY

Anita Ham
Een etnografisch onderzoek naar de
arbeidsmarktintegratie van eerstegeneratie-
immigranten in de geriatrische zorg, in Nederland en
Duitsland

Anita Ham

Anita Ham
INLEIDING staan in de weg. Ondanks bovenstaande problemen waarmee
In Nederland groeit de vraag naar (internationale) verpleeg- nieuwkomers en gevestigden worden geconfronteerd, is er
kundigen vanwege bevolkingsgroei, vergrijzing en een tekort nog weinig kennis en inzicht in de sociale processen die van
aan zorgpersoneel. Het land verwacht in 2060 18,4 miljoen invloed zijn op de arbeidsmarktintegratie van deze eerstege-
inwoners te hebben, en het huidige tekort van 120.000 vaca- neratie-immigranten in de gezondheidszorg. Arbeidsmarktin-
tures in de zorg zal stijgen naar 470.000 . De vluchtelin-
1,2
tegratie wordt in deze studie gedefinieerd als een wederzijds
gencrisis van 2015 bracht veel immigranten (uit landen als proces binnen zorgpraktijken waarbij zowel nieuwkomers als
Syrië, Eritrea, Irak en Afghanistan) naar Nederland en Duits- gevestigden hun professionele praktijken op elkaar afstem-
land. Onder hen waren gekwalificeerde verpleegkundigen en men8. Het meeste onderzoek naar de integratie van eerste-
mensen met interesse om te werken in de zorg. Deze toename generatie-immigranten is gebaseerd op interviews, waarbij de
van eerstegeneratie-immigranten (met diploma’s en kwalifica- focus ligt op de ervaringen en interpretaties van zowel geves-
ties) biedt kansen om het personeelstekort in de Nederlandse tigden als van nieuwkomers. Dit antropologisch onderzoek
en Duitse zorgsector aan te pakken. Eerstegeneratie-immi- onderscheidt zich door de context en de arbeidsomstandighe-
granten, in deze studie nieuwkomers genoemd, staan echter den mee te nemen. Daarom belicht dit proefschrift:
voor meerdere uitdagingen wanneer ze mee willen doen op Hoe sociale processen en waarden van zorg de interacties
de arbeidsmarkt. Toegang blijkt vaak moeilijk en vooroorde- tussen gevestigden en nieuwkomers én de uitvoering van de
len over eerder verworven vaardigheden bemoeilijken hun geriatrische zorg beïnvloeden in een verzorgingshuis in Neder-
plaatsing. Hun diploma’s en competenties worden veelal niet land en een verzorgingshuis in Duitsland.
erkend of lager ingeschat3. Nieuwkomers worden veelal gezien
als mensen met tekortkomingen die opnieuw moeten worden Als nationaal beleid resoneert in de percepties van mensen9
opgeleid en krijgen te maken met vooroordelen, discrimina- zullen werknemers in verschillende politieke en institutionele
tie en culturele conflicten . Bovendien worden ze op de werk-
4
omstandigheden waarschijnlijk de komst van nieuwkomers op
vloer sneller gediskwalificeerd, hun klachten over discriminatie verschillende manieren ervaren. Daarom zijn in dit onderzoeks-
als overdreven beschouwd en hun werkwijzen als onprofessio- project twee woonzorg-geriatrische instellingen onderzocht,
neel beoordeeld5. Hoewel er argumenten zijn dat gevestigden één in Nederland en één in Duitsland, om te zien of verschil-
(in deze studie het vaste personeel) kunnen leren van nieuwko- lende omstandigheden leiden tot verschillende sociale proces-
mers en dat diversiteit de talentbenutting, creativiteit en pro- sen en of en hoe dit de uitvoering van zorg beïnvloedt.
bleemoplossend vermogen van teams kunnen vergroten , zijn 6

de ervaringen van nieuwkomers in de gezondheidszorg tot nu THEORETISCH KADER


toe minder positief. Veel gevestigden zijn echter bereidwillig en De begrippen ‘gevestigden en buitenstaanders’ van socioloog
willen nieuwkomers ondersteunen, maar weten ook niet altijd Elias en Scotson10, ‘habitus’ en ‘feel for the game’ van socioloog
hoe ze de (culturele) verschillen kunnen overbruggen7. Cul- Bourdieu11-13, en ‘tinkering’ van filosoof Mol14-16 werden gebruikt
turele opvattingen, communicatieproblemen en taalbarrières als richtinggevende concepten om een algemeen idee te
Verpleegkunde 1 - 39e jaargang - maart 2024 | 19

site.print_copyright
krijgen van de data. Deze concepten geven inzicht in machts- kregen tien nieuwkomers (de meesten met een verpleegkun-
verhoudingen, individuele gewoonten en de relationele aard dige achtergrond) een erkend opleidingstraject aangeboden
van goede zorgpraktijken. Volgens Bourdieu11-13 ontwikkelen van achttien maanden (een VIG-opleiding; Verzorgende Indivi-
individuen gedurende hun leven een habitus, dat wil zeggen duele Gezondheidszorg), inclusief Nederlandse taallessen. Het
een reeks ingesleten gewoonten en vaardigheden gevormd Duitse verpleeghuis biedt zorg aan psychogeriatrische bewo-
door omgeving (sociale velden). Binnen velden, zoals de ners. Van 2017 tot 2019 opende deze instelling haar deuren
gezondheidszorg voor ouderen, vergaren individuen cultureel, voor 69 nieuwkomers; asielzoekers en vluchtelingen van buiten
symbolisch en sociaal kapitaal door interactie met anderen .11
de EU. Ze kregen allen (in groepen van zeventien participanten
Voortdurende onderhandelingen binnen dit veld beteke- per ronde) een driemaandse oriëntatie in de geriatrische zorg-
nen dat zorgverleners in de loop van de tijd praktische kennis praktijk; twee maanden theorie en één maand stage. Hierna
opdoen en een gevoel ontwikkelen voor hoe ze zich in verschil- konden de nieuwkomers desgewenst (niet iedereen had een
lende situaties ‘moeten’ gedragen, waarbij ze een ‘gevoel voor verpleegkundige achtergrond) worden opgeleid als helpende,
het spel’ ontwikkelen11. De dagelijkse routines van het verzor- assistent of verpleegkundige.
gingstehuis vormen de habitus van zorgverleners, en op hun
beurt vormen zij de routines. Deze studie exploreert ook hoe en NEDERLAND
welke waarden in zorgpraktijken evolueren. En hoe gevestigde Eerste deelstudie
zorgverleners en immigranten hun ‘spelgevoel’ afstemmen. Welke sociale processen zijn van invloed op de integratie
Om de focus op de habitus en het spelgevoel van gevestigde wanneer nieuwkomers gaan samenwerken met gevestigden in
zorgverleners en immigrant-nieuwkomers verder toe te lichten, de geriatrische zorg in Nederland?
is gebruikgemaakt van de inzichten gepresenteerd door Mol 14-
Gebaseerd op: Ham, A. (2020). Social processes affecting the
. Mol betoogt dat goede zorg zich vaak manifesteert door een
16
workforce integration of first-generation immigrant health care
proces dat ‘tinkering’ wordt genoemd. Hoewel het concept ‘tin- professionals in aging citizens in the Netherlands. Journal of
kering’, zoals gedefinieerd door Mol, niet algemeen erkend Transcultural Nursing. 31(5):460-7.
is, benadrukt dit concept dat goede zorg vorm krijgt binnen De heersende (personeels)cultuur in een Nederlands verpleeg-
nauwe interpersoonlijke relaties16. huis werd uitgedaagd door tien nieuwkomers doordat hun
komst institutionele veranderingen veroorzaakte.
METHODE
De PhD is gebaseerd op 305 uur aan medisch-antropolo- Normen van Professionaliteit
gisch-etnografische observaties, 44 diepte-interviews en vier Sommige gevestigde zorgprofessionals twijfelden aan de pro-
focusgroepen (met in totaal 26 participanten) en richtte zich fessionele vaardigheden van de immigranten en presenteer-
op de twee verschillende verpleeghuizen in twee verschil- den hun eigen normen als de enige norm. Ze beweerden dat
lende landen. In totaal werden 27 nieuwkomers gevolgd in het zorgpraktijken in niet-westerse landen inferieur waren. Deze
gehele integratietraject in de zorg. Tien nieuwkomers in Neder- veronderstellingen over vermeend onvoldoende professio-
land en zeventien nieuwkomers in een Duitse zorginstelling. naliteit hadden een negatieve invloed op de relatie tussen de
Om bovenstaande onderzoeksvraag te beantwoorden, zijn vier gevestigden en de nieuwkomers:
deelstudies uitgevoerd. Twee studies in een Nederlands ver- Collega’s (gevestigden) komen de personeelskamer binnen en
pleeghuis en twee studies in een Duits verpleeghuis. We staan nemen samen plaats aan een andere tafel dan Teklit (nieuwko-
eerst kort stil bij de oplossingen voor de tekorten aan verpleeg- mer). Teklit blijft alleen zitten, […] zegt niets. (veldnotitie)
kundigen in Europa en presenteren dan per deelstudie de
samenvattende argumentatie en resultaten. We sluiten af met Ressentiment (wrok) naar de Elite
een korte discussie en praktische aanbevelingen. Niet alleen werd de vertrouwde omgeving van de gevestigde
groep verstoord door de nieuwkomers, ze waren ook boos op
OPLOSSINGEN VOOR DE TEKORTEN AAN het management die dit had laten gebeuren. De pijn van het
VERPLEEGKUNDIGEN IN EUROPA niet ertoe doen intensiveerde gevoelens van wrok bij de geves-
Als reactie op de demografische ontwikkelingen, het tekort tigde zorgprofessionals, wat leidde tot het bijhouden van een
aan verpleegkundig personeel en de de zogenoemde ‘vluch- dagboek met vermeend ‘slecht’ gedrag van de immigrant-col-
telingencrisis’ van 2015, besloot een zorginstelling in Neder- lega’s, en uiteindelijk tot overplaatsing van een nieuwkomer
land (in 2016) en een zorginstelling in Duitsland (2018) nieuw- naar een andere afdeling. Het niet tegen elkaar spreken werd
komers met een vluchtelingenachtergrond te includeren in hun wederzijds geïnterpreteerd als desinteresse.
instellingen. Dit was voor beide instellingen een win-winsituatie. “Ik ging naar de manager en vroeg: ‘Waarom praten ze niet met
De nieuwkomers kregen opleidingsmogelijkheden en beide me?’” (nieuwkomer)
instellingen kregen nieuw arbeidspotentieel. Het Nederlandse De nieuwkomer kreeg geen vervolg op haar melding en con-
verpleeghuis biedt zorg aan geriatrische bewoners. In 2016 cludeerde dat de afdelingsmanager ook niet geïnteresseerd
20 | Verpleegkunde 1 - 39e jaargang - maart 2024

site.print_copyright
was. Voor haar betekende genegeerd worden dat sommige DUITSLAND
gevestigde professionals eenvoudig racistisch waren. Derde deelstudie
Welke sociale processen en waarden van goede zorg zijn van
Tweede deelstudie invloed op de interacties tussen gevestigden en nieuwkomers
Hoe wordt er tussen nieuwkomers en gevestigden afgestemd in een verzorgingshuis in Duitsland?
(getinkerd) in de uitvoering van de geriatrische zorg in een ver- Gebaseerd op: Ham, A. (2021). Social dynamics and concepts
pleeghuis in Nederland? of good care affecting the interaction between established
Gebaseerd op: Ham, A. (2021). First generation immigrant and employees and newcomers in a German nursing home. In V.
native nurses enacting good care in a nursing home. Nursing Horn, C. Schweppe, A. Böcker, & M. Bruquetas-Callejo (Eds.),
ethics, 28 , 402-413.
3
The Global Old Age Care Industry: Tapping into migrants for
Door de dagelijkse interacties tussen het vast personeel en de tackling the old age care crisis (pp. 193-215). Springer Nature.
nieuwkomers te observeren, werd duidelijk waar de zorg door Het gevestigd personeel kreeg de taak iedere drie maanden
werd beïnvloed. zeventien nieuwkomers met een vluchtverleden van buiten de
EU te begeleiden.
Kansen voor situationeel handelen
Nieuwkomers ondervonden moeilijkheden met de taal in het Organisatorische omstandigheden
Nederlandse verpleeghuis, wat communicatie bemoeilijkte. De structurele personeelstekorten, de werkomstandigheden
Samenwerking in de dagelijkse zorg met gevestigde zorgpro- en de driemaandelijkse wissel van nieuw personeel waren van
fessionals veranderde soms de onderlinge machtsverhoudin- invloed op de interacties tussen de gevestigden en de nieuw-
gen, rollen werden omgedraaid of er werd ruimte gemaakt komers. Belo, een Duits-Congolese man die al jaren in het
voor de nieuwkomer: verpleeghuis werkte, besefte dat er meer werknemers nodig
…de 86-jarige meneer Albers […]. Binyam (nieuwkomer) loopt waren, maar had gemengde gevoelens over deze komst:
naar meneer Albers […] ze praten over voetbal… Irma (geves- “Het kost zoveel energie [...] na drie maanden komt er een
tigde) onderbreekt niet. Binyam ondersteunt meneer Albers nieuwe groep, wat betekent dat je helemaal opnieuw moet
naar de badkamer voor de ochtendverzorging […]. (veldnotitie) beginnen.” (gevestigde met migratieachtergrond)
Ondanks gedeelde waarden, zoals geduld en respect voor
Organisatorische beperkingen ouderen, overheersten wederzijdse irritaties tussen gevestig-
Het verpleeghuis kampte met personeelstekort. Door tijds- den en nieuwkomers door werkdruk, onduidelijke verwach-
druk en registratiedruk was er volgens de gevestigde mede- tingen en verantwoordelijkheden. Gevestigden uitten klach-
werkers te weinig tijd voor de begeleiding. Bovendien hadden ten dat de onbekwaamheid van nieuwkomers alleen maar bij-
sommige gevestigden moeite met het overdragen van taken droeg aan hun zware werklast. Deze opmerkingen waren in
en raakten gefrustreerd wanneer opdrachten niet werden zekere zin tegenstrijdig, omdat de geriatrische zorg zowel
opgevolgd: ervaring en vaardigheden vereiste als werd gezien als een
“We vonden geen […] gebruikte handdoek in de badkamer van eenvoudige taak. Zoals een van de gevestigde medewerkers
mevrouw Westendorp […] hoe kunnen we ze [nieuwkomers] uitriep over de nieuwkomers:
vertrouwen [...]?” (gevestigde) “Sommigen zien het werk niet eens, zelfs niet als we ze vertel-
len wat ze moeten doen! Ik begrijp het echt niet, want het werk
OVEREENKOMSTEN EN VERSCHILLEN is hetzelfde als ze wakker worden en zich aankleden!” (geves-
De nieuwkomers waardeerden de gestandaardiseerde zorgor- tigde)
ganisatie, maar zagen daarin ook tekortkomingen: De nieuwkomers wisten niet altijd wat er precies van hen ver-
“Hier is alles gestandaardiseerd en toegewezen aan de verant- wacht werd, ze misten duidelijkheid en begeleiding. Neram,
woordelijke persoon: zij doen wat ze moeten doen... In ons land nieuwkomer uit Syrië, weigerde taken uit te voeren die buiten
doen we alles samen, dus lever je automatisch extra inspannin- zijn expertise vielen, zoals het assisteren bij het douchen van
gen voor de patiënten” (nieuwkomer). een bewoner in een gladde badkamer. In de praktijk leek
Institutionele structuren, zoals strikte tijdschema’s, de behoef- echter een ‘don’t ask, don’t tell’-benadering de overhand te
ten van de bewoners en de vereiste zorgnormen, maakten het hebben. Bovendien waren de werkzaamheden anders dan
uitdagend om nieuwkomers de ruimte te geven om hun eigen verwacht:
werkwijze te integreren. In deze complexe dynamiek probeer- “In Iraq, nurses measure blood pressure, give injections and
den zowel nieuwkomers als gevestigd personeel goede zorg te medicine, and they do not wash patients like they here in
bieden, maar uitdagingen met betrekking tot taal, machtsver- Germany.” (nieuwkomer)
houdingen en formele normen vereisten voortdurende afstem- Spanningen, frustraties en irritaties overheersten ondanks hun
ming (tinkering). gedeelde waarden ten aanzien van goede geriatrische zorg.
Verpleegkunde 1 - 39e jaargang - maart 2024 | 21

site.print_copyright
Vierde deelstudie gronden, het belangrijk is om aandacht te besteden aan de
Hoe en welke waarden worden afgestemd (tinkering) om zorg te bredere, institutionele en maatschappelijke context. De empi-
verlenen aan mensen met dementie in de geriatrische zorg door rische gegevens tonen aan dat de sociale dynamiek binnen
nieuwkomers en gevestigden in een Duits verpleeghuis? de verpleegteams in beide huizen gebaseerd zijn op institutio-
Gebaseerd op: Ham, A. (2023). Who cares? Tinkering with nele beperkingen, zoals schaarste, beperkte tijd en tekort aan
values in geriatric care by first-generation immigrant new- personeel en middelen. Bovendien zitten zowel de gevestigde
comers and established caregivers in a German residential medewerkers als de nieuwkomers in een specifieke configura-
home. Humanities and Social Sciences Communications, 10(1), tie, namelijk een web van onderlinge afhankelijkheidsrelaties.
1-10. De kern van deze configuratie, zoals Elias en Scotson11 hebben
Deze deelstudie exploreerde hoe en welke conflicterende betoogd, is een ongelijk evenwicht van macht tussen de twee
waarden werden afgestemd tussen nieuwe collega’s en geves- groepen en de inherente spanningen die daaruit voortkomen.
tigden. Conflicten zijn veelal gerelateerd aan collectieve beelden van
‘wij’ versus ‘zij’. Machtsverschillen, waarbij gevestigde zorg-
Efficiëntie professionals streven naar het behoud van controle over hun
Gevestigden en nieuwkomers improviseerden in verschillende positie van autoriteit en bang zijn hun positie/baan te verliezen
zorgsituaties. Soms moest de zorg aan veertig hulpbehoe- aan deze nieuwe (goedkopere) krachten. Bovendien hebben zij
vende bewoners verdeeld worden over twee mensen (door (gevestigden) al jaren netjes gewacht en staan ze in de rij voor
tekorten en ziekte-uitval): opleiding en promotie. Terwijl ze wachten, zien ze dat nieuw-
“We moeten opschieten,” zegt Asmat. Hij trekt mevr. Schwei- komers hen voorbijgaan in de rij (nieuwkomers krijgen aan-
gers pyjama uit, wast haar lichaam terwijl ze op het toilet zit en dacht en opleiding van MT). Maar zij die al jaren daar werken,
helpt haar snel in joggingbroek en T-shirt. […] Vervolgens opent worden vergeten, worden niet gezien door het management,
Asmat de deur naar de gang. “Oh,” zegt hij, “wacht even.” Hij het creëert een gevoel bij de gevestigden dat ze zelfs naar ach-
keert snel terug naar de badkamer en komt terug met een deo- teren worden geduwd. Deze ressentiment (wrok) vindt zijn
dorantspray: “Die waren we vergeten.” Met een glimlach spuit uitweg door het zoeken naar een zondebok (de nieuwkomers).
hij de deodorant over haar kleding: “Het is belangrijk dat je fris De resultaten laten echter ook zien dat, alhoewel gevestigden
ruikt.” Hij grijnst, begeleidt haar naar de ontbijttafel […] en haast meer macht hebben, zij zich ook machteloos voelen tegenover
zich naar de kamer van de volgende bewoner. (veldnotitie) het management. Roddel als ‘weapon of the weak’17 werd een
Alhoewel Asmat (nieuwkomer) gewaardeerd werd door zijn effectieve vorm van verzet van de gevestigden om hun domi-
collega’s vanwege zijn vermogen om efficiënt te werken, nante positie te bestendigen en de positie van de nieuwkomers
merkten ze door het gebrek aan toezicht niet op dat dit ten als buitenstaanders te bevestigen. Deze bevindingen illustreren
koste ging van zijn zorgvuldigheid. hoe machtsongelijkheid en intergroepsconflicten sociale pro-
cessen beïnvloeden en hoe gevestigde medewerkers controle
Waardigheid over hun situatie proberen te behouden om hun professionele
Mevrouw Doldermann, een bewoonster met krullend grijs haar, identiteit te behouden.
komt om de hoek de woonkamer in en schreeuwt. Haar gezicht Bij een brede contextanalyse van arbeidsmarktintegratie van
is rood, haar wangen ingevallen, en haar bovenlip trilt voordat eerstegeneratie-immigranten in twee verpleeghuizen wordt
ze opnieuw begint te schreeuwen. [...]. Plotseling trekt ze haar evident dat de institutionele en organisatorische omstandig-
joggingbroek en T-shirt uit […]. Ze staat nu volledig naakt, haar heden in beschouwing genomen moeten worden. Werk dat
armen in de lucht. zich opstapelt en nooit afkomt, is niet alleen zwaar werk, het is
Vera (gevestigde) en Brev (nieuwkomer) negeerden mevrouw ook emotioneel uitputtend. Hoge werkdruk maakt het moei-
Doldermann. Met een aanzienlijk personeelstekort en 39 lijk om af te stemmen (te tinkeren) of uit te wisselen hoe om
andere bewoners om te verzorgen, werd de beste zorg die ze te gaan met conflicterende waarden (zoals marktwaarden en
konden bieden simpelweg om mevrouw Doldermann met rust zorgwaarden), wat uiteindelijk de dagelijkse zorg kan beïnvloe-
te laten. Tegenstrijdige waarden kunnen samengaan, maar ook den en het welzijn van oudere bewoners kan verslechteren.
botsen. Een overmatige focus op marktwaarden, zoals efficiën- Zorgverleners die structureel niet in staat zijn om aan hun (zorg)
tie en productiviteit, ondermijnde zorgwaarden, zoals aandach- waarden te voldoen, lopen bovendien het risico om onverschil-
tigheid en zorgvuldigheid. Ze kunnen het personeel demotive- lig te worden en ondoordacht te handelen naar hun cliënten.
ren, onnadenkend laten handelen en daardoor patiëntenzorg Het verrichten van emotioneel werk, waarbij het zorgpersoneel
schaden. emoties moet reguleren in ruil voor loon, kan ook een aanzien-
lijke werkstressor zijn die tot burn-out kan leiden18.
CONCLUSIE EN DISCUSSIE
Dit proefschrift heeft aangetoond dat om de sociale proces- In plaats van de uitdagingen tussen gevestigden en nieuwko-
sen tussen gevestigden en nieuwkomers in de zorg te door- mers simplistisch toe te schrijven aan culturele of etnische ver-
22 | Verpleegkunde 1 - 39e jaargang - maart 2024

site.print_copyright
schillen, of aan gevestigden die niet willen en nieuwkomers die Praktische implicaties volgens de nieuwkomers en de
niet(s) kunnen, benadrukt dit onderzoek juist de rol van machts- gevestigden
en onderlinge afhankelijkheidsverhoudingen. Het onthult de Opleidingsmogelijkheden: zowel aan nieuwkomers,
sociale processen die worden geactiveerd in een context van alsook aan gevestigde medewerkers.
institutionele beperkingen, die op hun beurt een negatieve Ondersteuningsnetwerken: voor zowel nieuwkomers als
invloed hebben op de dynamiek tussen gevestigden en nieuw- gevestigden (leren hoe ze nieuwkomers moeten begelei-
komers. Dit proefschrift toont aan hoe verschillende sociale den). Faciliteer, dit zijn extra taken in werkuren.
processen, institutionele beperkingen en commodificatie in de Teamwerk en training: investeer in teamwerk, supervisie,
zorg niet alleen een serieuze impact hebben op het welzijn van extra taalcursussen voor nieuwkomers en culturele com-
individuele zorgverleners en hun oudere cliënten, maar ook petenties leren (voor zowel nieuwkomers als gevestigden)
een significante impact hebben op de arbeidsmarktintegratie Kwaliteit van leven en zorg: benut nieuw arbeidspoten-
van nieuwe immigranten en de kwaliteit van zorg aan geriatri- tieel, zoals vluchtelingen en asielzoekers, dit biedt kwali-
sche patiënten. teit van leven voor zowel vluchtelingen, ontheemden als
arbeidsmigranten, resulterend in waardigheid door werk
en kwaliteit van leven.
Onderzoek: begeleid integratieprocessen in de zorg
met etnografisch onderzoek (in combinatie met partici-
patief actieonderzoek). Betrek mensen bottom-up, zodat
van betrokkenen kan worden geleerd over wat er speelt
achter (gesloten) deuren.

ABSTRACT

TITLE: Who Cares? Ethnographic research on the workforce integration of first-generation immigrants (newcomers) in geri-
atric care in the Netherlands and Germany.

AIM: To investigate the social processes when newcomers start working with the established staff and how their interactions
and values of care influence the enactment of good care.
METHOD: Ethnographic observations (305 hours), in-depth interviews (44) and six focus groups (24) between 2015 and
2018 with 10 newcomers working in a Dutch residential home and 17 newcomers in a German home.
FINDINGS: Institutional constraints, such as staff shortage, the imposition of professional norms, gossip used as a weapon
of the weak, mutual suspicions of indifference, and collective images of ‘us versus them’ affected the enactment of care. The
habitus of both groups (newcomers and established) stimulated them to tinker among each other as well as with different,
sometimes conflicting, values of good care. However, both groups shared the feeling of ignorance by management, a pain
of not mattering.
DISCUSSION: Commodification and market-based values, such as productivity, efficiency and effectiveness can over-
shadow professional care values, like attentiveness and thoroughness.
CONCLUSION: Social processes and institutional constraints impact the well-being of care workers and their older resi-
dents, but also significantly impact workforce integration of newcomers and their enactment of care.

Keywords: established care workers; Germany, Netherlands; newcomers; workforce integration

Literatuur
1. CBS. Forecast population growth unabated in the next 3. Eijberts M. Migrant Women Shout it out Aloud: The
50 years. Centraal Bureau voor de Statistiek. 2021. Integration/Participation Strategies and Sense of Home
Geraadpleegd van: www.cbs.nl/en-gb/news/2020/51/ of First-and Second-Generation Women of Moroccan and
forecast-population-growth-unabated-in-the-next-50-years Turkish Descent. Amsterdam: VU University Press; 2013.
2. CBS. Bevolking 2050 in beeld, Drukker, diverser en 4. Xiao LD, Willis E, Jeffers L. Factors affecting the integration
dubbelgrijs. Deelrapport Verkenning Bevolking 2050. of immigrant nurses into the nursing workforce: A double
(Population 2050 in pictures, More crowded, more diverse hermeneutic study. Int J Nurs Stud. 2014;51(4):640-653.
and double gray. Sub-report Exploration Population 2050). 5. Cottingham MD, Andringa L. “My Color Doesn’t Lie”: Race,
Centraal Bureau voor de Statistiek. 2016. Geraadpleegd van: Gender, and Nativism among Nurses in the Netherlands.
www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2020/07/07/ Global qualitative nursing research. 2020;7:1-11.
bevolking-2050-in-beeld-drukker-diverser-en-dubbelgrijs
Verpleegkunde 1 - 39e jaargang - maart 2024 | 23

site.print_copyright
6. Schilgen B, Handtke O, Nienhaus A, Mösko M. Work-related 16. Mol A. Care and its values. Good food in the nursing home.
barriers and resources of migrant and autochthonous In: Mol A, Moser I, Pols J, eds. Care in practice: On tinkering in
homecare nurses in Germany: A qualitative comparative study. clinics, homes and farms. Bielefeld: transcript Verlag; 2010.
Applied Nursing Research. 2019;46:57-66. 17. Mol A, Moser I, Pols J. Care in practice: On tinkering in clinics,
7. Schaafma J. Interethnic relations at work: Examining homes and farms. Bielefeld: transcript Verlag; 2010.
ethnic minority and majority members’ experiences in The 18. Scott JC. Weapons of the weak: Everyday forms of peasant
Netherlands. International Journal of Intercultural Relations. resistance. Yale University Press; 1985.
2008;32(5):453-465. 19. Jeung DY, Kim C, Chang SJ. Emotional labor and burnout: a
8. Ramji Z, Etowa J. Workplace integration: Key considerations review of the literature. Yonsei Med J. 2018;59(2):187-193.
for internationally educated nurses and employers.
Administrative Sciences. 2018;8(1):2-18.
9. Schweiger P. “Wir haben zwar Geduld, aber keine
Zeit”: eine Ethnografie subjektivierter Alltagsstile in der OVER DE AUTEUR
ökonomisierten Altenpflege (We may have patience, but no Anita Ham, verpleegkundige, medisch antropoloog en
time: an ethnography of subjectified everyday styles in the
socioloog, is senior onderzoeker bij De Haagse Hoge-
economized care of older people) (Vol. 9). München: Herbert
Utz Verlag; 2011. school, Nederland. Anita onderzoekt de positie van
10. Bröer C. Beleid vormt overlast: hoe beleidsdiscoursen de Oekraïners, (arbeids)migranten en vrouwen met migratie
beleving van geluid bepalen (Policy constitutes nuisance:
how policy discourse determines the perception of sound). en lage SES in Den Haag en zet zich in om de positie van
Amsterdam: University of Amsterdam; 2006. vluchtelingen/migranten/vrouwen in de sectoren zorg,
11. Elias N, Scotson JL. The established and the outsiders.
arbeid en samenleving te verbeteren.
London, England: Sage; 1965.
12. Bourdieu P. Logic of Practice. Stanford: Stanford University
Press; 1980|1990. Correspondentie: Anita Ham, RN, PhD. De Haagse
13. Bourdieu P, Wacquant LJD. An invitation to reflexive sociology.
Cambridge: Polity Press; 1992. Hogeschool. Johanna Westerdijkplein 75, 2521 EN Den
14. Bourdieu P. Habitus. In: Hillier J, Rooksby E, eds. Habitus: A Haag. Nederland. E-mail: a.ham@hhs.nl LinkedIn: Anita
sense of place. London: Routledge; 2005. pp.44-53.
Ham | LinkedIn Link naar volledig proefschrift: Who
15. Mol A. The logic of care: Health and the problem of patient
choice. London and New York: Routledge; 2008. cares? | Scholarly Publications (universiteitleiden.nl)

Verpleegkunde wordt mede mogelijk


gemaakt door onze sponsoren:
Altrio Thuisverpleging, AZ Sint-Jan Brugge AV, AZ Sint-Lucas, UZ Gent, Universitair Ziekenhuis Antwerpen, UZ Brussel
24 | Verpleegkunde 1 - 39e jaargang - maart 2024

site.print_copyright
PROEFSCHRIFT RECTAL CANCER SURVIVORS CONFRONTED WITH
LOW ANTERIOR RESECTION SYNDROME (LARS)
Quality of life, experiences and needs of patients, informal caregivers and
healthcare professionals

Overlevers van rectumkanker Eva Pape

die geconfronteerd worden


met het laag anterieure
resectiesyndroom
Kwaliteit van leven, ervaringen en behoeften van patiënten, mantel-
zorgers en hulpverleners

Eva Pape

Prof. Dr. Yves Van Nieuwenhove


Prof. Dr. Ann Van Hecke
Prof. Dr. Piet Pattyn

INLEIDING AANLEIDING VOOR HET ONDERZOEK


Wanneer patiënten de diagnose rectumkanker krijgen, gaan zij De aanleiding voor dit onderzoek kwam voort uit zowel bevin-
een lang en vaak multimodaal behandeltraject tegemoet dat dingen in de literatuur als de praktijkervaring als verpleegkun-
zowel chemotherapie, radiotherapie als chirurgie kan omvatten . 1
dig specialist. Het viel het onderzoeksteam op dat patiënten na
Het vermijden van een permanent stoma is, naast het overleven de behandeling van endeldarmkanker verschillende problemen
van kanker en het goed doorstaan van de operatie, een van de ondervonden. Daarenboven konden de hulpverleners proble-
grootste wensen van patiënten2. Zij gaan er automatisch vanuit men niet adequaat aanpakken. Daarnaast heerst er een stigma
dat het leven zonder permanent stoma een betere kwaliteit van in de maatschappij rond stoelgangsproblemen. Het feit dat
leven zal bieden. Een Cochrane review van Pachler en Wille-Jør- deze problemen niet zichtbaar zijn voor anderen is extra moei-
gensen (2012) beschrijft echter geen verschil . Verbeterde chi-
3
lijk voor patiënten. Het was duidelijk dat de zorg voor deze pati-
rurgische technieken en chemo- en radiotherapie vooraf, resul- enten verbeterd moest worden om tegemoet te komen aan de
teren in meer sfinctersparende procedures en een betere over- specifieke uitdagingen waarmee zij werden geconfronteerd.
leving4-6. Na sfinctersparende chirurgie worden patiënten echter Daarom was het belangrijk om uitgebreid de ervaringen en
frequent geconfronteerd met darmklachten, het laag anteri- behoeften van de verschillende stakeholders (patiënten, man-
eure resectiesyndroom (LARS) genoemd7,8. LARS wordt geken- telzorgers en hulpverleners) in kaart te brengen om in een latere
merkt door verschillende individuele symptomen in combinatie fase de zorg te optimaliseren.
met een variabele en onvoorspelbare darmfunctie8,9. Als gevolg
hiervan ervaren patiënten en mantelzorgers een grote impact METHODOLOGIE
op hun levenskwaliteit. Ervaringen en behoeften van patiënten met ernstige LARS en
Er is meer diepgaande kennis nodig over de ervaringen van hun mantelzorger
patiënten en mantelzorgers met ernstige LARS en de impact Als eerste werd er een systematische review uitgevoerd om de
hiervan op de levenskwaliteit van patiënten, om een beter ervaringen en de behoeften van patiënten met rectumkanker
inzicht te krijgen in hun behoeften. Daarnaast is het van groot die geconfronteerd werden met darmproblemen na het sluiten
belang om meer diepgaande kennis te vergaren over hoe de van hun tijdelijke stoma, in kaart te brengen. In deze review
zorg voor LARS-patiënten georganiseerd moet worden, vanuit werden uitsluitend kwalitatieve studies geïncludeerd. Er werd
het perspectief van zowel hulpverleners, patiënten als man- een thematische synthese uitgevoerd.
telzorgers. Op deze manier kan de gepaste ondersteuning Als tweede werd een kwalitatief onderzoek opgezet volgens
worden gefaciliteerd. De eerste doelstelling van dit proefschrift de principes van de grounded theory, om de ervaringen en
was om de kwaliteit van leven, ervaringen en behoeften van behoeften van patiënten die geconfronteerd werden met ern-
patiënten met ernstige LARS en hun mantelzorger in kaart te stige LARS en hun mantelzorger te onderzoeken. Hiervoor
brengen. Een tweede doelstelling bestond eruit om inzicht te werden individuele semigestructureerde interviews uitgevoerd
krijgen in de ervaringen van de hulpverleners die zorgen voor met patiënten met ernstige LARS en hun mantelzorgers in de
patiënten met ernstige LARS en hun mantelzorger. periode 2017-2019. In een eerste fase werd er gebruikgemaakt
Verpleegkunde 1 - 39e jaargang - maart 2024 | 25

site.print_copyright
van ‘maximum variation sampling’, om in een volgende fase over gen, het gebruik van incontinentiemateriaal) toe om met deze
te gaan naar theoretische steekproeftrekking. Tijdens de data- symptomen om te gaan. Hierbij was de steun van lotgenoten en
analyse werd er gebruikgemaakt van de constant vergelijkende hulpverleners waardevol.
methode en onderzoekerstriangulatie. Er werden 28 semigestructureerde interviews afgenomen bij
patiënten met ernstige LARS, tot datasaturatie werd bereikt. Uit
Kwaliteit van leven van patiënten met ernstige LARS dit onderzoek bleek dat hoop belangrijk was in verschillende
Daarnaast werd er een crosssectionele studie opgezet om de stadia van het traject. Na de behandeling hoopten patiënten
relatie tussen LARS en kwaliteit van leven te onderzoeken. Pati- hun leven van voor de diagnose terug op te pikken. De confron-
enten die neoadjuvante chemoradiotherapie kregen, gevolgd tatie met LARS was onverwacht en patiënten probeerden dit
door sfinctersparende chirurgie, werden geïncludeerd. Deze te managen door trial and error. Zij verloren de hoop wanneer
patiënten werden tussen 2006 en 2016 behandeld in het Uni- verdere verbetering van de symptomen uitbleef. Op dat keer-
versitair Ziekenhuis Gent. De kwaliteit van leven werd geëvalu- punt probeerden sommigen hun nieuwe levensstijl met LARS
eerd met behulp van de EORTC QLQ-C3010 en de darmfunctie te aanvaarden terwijl anderen hun grenzen verlegden. Om een
met behulp van de gevalideerde LARS-score . Patiënten met
7,11
stoma tegen elke prijs te vermijden werden lagere grenzen van
ernstige LARS (LARS-score ≥ 30) werden gecontacteerd om hun wat aanvaardbaar was op het vlak van levenskwaliteit getole-
therapeutisch management verder te exploreren. reerd. Bijvoorbeeld, sommige patiënten beschreven dat ze een
bepaalde mate van incontinentie of de afwezigheid van een
Ervaringen van de hulpverleners die zorgen voor patiënten met sociaal leven tolereerden. Een laatste groep koos voor een per-
ernstige LARS en hun mantelzorger manent stoma. Daarnaast werden patiënten geconfronteerd
Het doel was om de perspectieven van de hulpverleners te ver- met eenzaamheid in verschillende lagen. Patiënten ervaarden
kennen omtrent de manier waarop zorgprocessen voor patiën- eenzaamheid doordat ze continu op het toilet zitten, door de
ten met LARS en hun mantelzorger georganiseerd en geopti- veranderingen in hun leven, de impact op hun gezinsleven en
maliseerd kunnen worden. Hiervoor werden via doelgerichte het gebrek aan activiteiten buitenshuis. Tot slot beschreven pati-
steekproeftrekking, 21 hulpverleners uit verschillende beroeps- enten ook verschillende behoeften. Vóór de operatie varieerde
groepen (artsen, psychologen, verpleegkundigen, diëtisten en de behoefte aan informatie van de patiënten naargelang hun
sociaal werkers), die zorgen voor patiënten met LARS, geïnclu- individuele copingmechanismen. Sommige patiënten hadden
deerd in drie focusgroepinterviews. Er werd gebruikgemaakt behoefte aan informatie vóór de operatie, terwijl anderen dit
van thematische analyse om de data te analyseren. té overweldigend vonden. Wanneer patiënten geconfron-
teerd werden met LARS, hadden ze nood aan erkenning van de
RESULTATEN impact van de symptomen door de hulpverlener. Daarnaast was
Ervaringen en behoeften van patiënten met ernstige LARS en het belangrijk dat de hulpverlener de te verwachten evolutie
hun mantelzorger duidelijker stelde. Een proactieve begeleiding door een laag-
Er werden tien studies geïncludeerd in de systematische review. drempelige en bereikbare hulpverlener was een meerwaarde,
Twee belangrijke thema’s werden geïdentificeerd: ‘ervaringen gezien het niet altijd gemakkelijk was om de symptomen open-
en behoeften vóór de operatie’ en ‘ervaringen en behoeften lijk te bespreken (figuur 1 & 2). Hierbij gaven patiënten ook aan
erna’. Vóór het sluiten van de tijdelijke stoma beschreven patiën- dat er een kennistekort was bij de hulpverlener en dat hun klach-
ten hoe ze omgingen met de tijdelijk stoma. Patiënten voelden ten dus niet optimaal aangepakt werden. Patiënten die begeleid
zich onzeker over wat ze na de behandeling konden verwach- werden door een verpleegkundig specialist/consulent vonden
ten. De timing van informatieverstrekking werd door patiën- dit een meerwaarde.
ten als cruciaal beschouwd, hoewel dit varieerde. De verwer- Er werden semigestructureerde interviews uitgevoerd met
king van informatie vóór de operatie bleek uitdagend voor som- twintig partners die fungeerden als mantelzorger tot er datasa-
migen, voornamelijk vanwege de overlevingsmodus. Hierdoor turatie werd bereikt. Ook voor de mantelzorgers was LARS over-
gaven sommigen de voorkeur aan ontvangen van informatie weldigend. Tijdens het interview konden ze een zeer gedetail-
tijdens de postoperatieve fase. Desondanks voelde men zich leerde beschrijving geven van de symptomen van de patiënt
niet adequaat voorbereid op de realiteit van darmproblemen, en vermeldden dat zij er niet in slaagden een normaal leven te
ondanks voorafgaande informatie. Voor sommigen kwam LARS leiden. Dit resulteerde in een constante alertheid voor LARS,
na de operatie als een shock. Na de operatie hadden darmpro- wat moeilijk was, omdat het hen elke dag confronteerde met
blemen zowel fysieke als emotionele gevolgen voor het (gezins) de gevolgen van de kankerbehandeling van hun partner. Part-
leven van de patiënten. Daarnaast werden ze geconfronteerd ners vonden het moeilijk om met LARS om te gaan vanwege het
met gevoelens van schaamte en stigmatisering. Hoewel pati- constante lijden van de patiënt. In een poging om controle te
enten opgelucht waren dat ze nog in leven waren en kankervrij, krijgen, scanden en controleerden zij voortdurend het gedrag
hoopten ze op verbetering van de darmproblemen. Ze pasten en de emotionele toestand van de patiënt. Partners verklaarden
verschillende strategieën (zoals medicatie, voedingsaanpassin- dat dit verhoogde niveau van alertheid na verloop van tijd ver-
26 | Verpleegkunde 1 - 39e jaargang - maart 2024

site.print_copyright
seling van patiënten wanneer zij geconfronteerd worden met
LARS en de organisatie van de zorg. Op vlak van organisatie van
zorg werden er verschillende hulpmiddelen (zoals het gebruik
van de LARS-score en de ontwikkeling van een zorgpad en the-
rapiealgoritme) gesuggereerd en er werd aangehaald dat de
verpleegkundig specialist geschikt zou zijn om deze zorg te
coördineren. Tot slot gaf men aan dat het belangrijk was om een
proactieve aanpak, waarbij LARS besproken werd op voorhand
en een counseling werd aangeboden nadien, te hanteren.

DISCUSSIE
Dit proefschrift toont aan dat de kwaliteit van leven van patiën-
ten met ernstige LARS en hun mantelzorger wordt aangetast
en dat ze beiden hierbij verschillende behoeften ervaren. Daar-
naast geven de hulpverleners aan dat er geen gestandaardi-
seerde aanpak is hoe de zorg georganiseerd kan worden in het
ziekenhuis.
Zowel in de interviews met patiënten als met mantelzorgers
komt naar voren dat beiden eenzaam zijn op verschillende
Figuur 1. Hoop en eenzaamheid bij patiënten met ernstige niveaus. Namelijk, op het individuele niveau, het niveau van de
LARS
familie en het maatschappelijke niveau. Daarnaast is het belang-
moeiend voor hen werd. Bovendien gaven zij aan dat zij aan de rijk om de coping van patiënten en deze van mantelzorgers niet
zijlijn stonden, terwijl de symptomen het leven van de patiënten als twee individuele gegevens te beschouwen, zoals beschre-
beheersten. LARS leidde ook voor hen tot eenzaamheid, door ven in de transactionele theorie van stress van Lazarus en
veranderingen op drie niveaus: hun veranderde eigen leven, Folkman12. De copingreactie van de patiënt en zijn partner kan
het veranderde leven met hun partner, en het veranderde leven als één geheel gezien worden tijdens de counseling.
in de omgeving.
Implicaties voor de praktijk
Kwaliteit van leven van patiënten met ernstige LARS In Europa zijn richtlijnen rond survivorship vooral gericht op
Uit ons onderzoek bleek dat 69% procent van de patiënten screening van herval. Er is weinig aandacht voor het beoordelen
werd geconfronteerd met de meest ernstige vorm van LARS en en managen van late effecten en psychologische problemen13.
hun kwaliteit van leven was hier ook nauw mee verbonden. Sig- Tijdens de interviews beschreven zowel patiënten als mantelzor-
nificante verschillen werden gevonden in de globale gezond- gers dat ze een kloof voelden tussen informatie en begeleiding
heidsstatus (p ≤ 0,001) en in de volgende functionele schalen: tijdens de actieve behandeling en de nazorg. Daarnaast gaven
fysiek (p ≤ 0,001), rol (p ≤ 0,001), cognitief (p = 0,04) en sociaal hulpverleners tijdens de focusgroepinterviews ook aan dat er
(p ≤ 0,001). Patiënten met ernstige LARS hadden meer last van geen gestandaardiseerde zorg is. Tijdens de consulten met de
diarree (p ≤ 0,001), vermoeidheid (p = 0,002), slapeloosheid arts ligt de eerste focus vaak op screening van herval, waardoor
(p ≤ 0,001) en pijn (p = 0,02), in vergelijking met patiënten die er weinig tijd en ruimte is om aandacht te besteden aan late
geen/minder ernstige LARS hadden. De meeste patiënten pro- effecten zoals LARS.
beerden hun voeding aan te passen (71%), namen medicatie Hulpverleners gaven aan dat verpleegkundige expertfunc-
(71%) en/of gebruikten incontinentiemateriaal (63,8%) in een ties, zoals de verpleegkundig specialist (VS) of de verpleegkun-
poging hun LARS onder controle te krijgen. De hoogte van de dig consulent (VC), een ideale persoon zou kunnen zijn om late
anastomose bleek een significante risicofactor voor het ontwik- effecten als LARS te screenen en te begeleiden. Sommige pati-
kelen van ernstige LARS. enten en mantelzorgers kwamen al in contact met een VS/VC en
vonden hen een toegevoegde waarde met wie ze soms meer
Ervaringen van de hulpverleners die zorgen voor patiënten met durfden te bespreken dan met de arts. Patiënten omschreven
ernstige LARS en hun mantelzorger de VS/VC als een coach in het traject waarbij zij terechtkonden
De hulpverleners gaven aan dat er weinig aandacht is voor pati- voor praktische en emotionele steun. Het opstarten van een ver-
enten die geconfronteerd worden met LARS en dat een gestan- pleegkundig spreekuur voor patiënten met LARS en hun man-
daardiseerde aanpak ontbreekt op gebied van organisatie van telzorger zou een meerwaarde zijn. Een verpleegkundig spreek-
de zorg in hun ziekenhuis. Daarnaast kwamen drie niveaus voor uur is een gestructureerd en georganiseerd model om zorgver-
zorgoptimalisatie uit de data naar voren: informatie vóór de lening te organiseren. Hierbij neemt de verpleegkundig speci-
operatie met sterke nadruk op de timing van informeren, coun- alist/consulent een coördinerende rol op met ondersteuning
Verpleegkunde 1 - 39e jaargang - maart 2024 | 27

site.print_copyright
herstellen patiënten eerder en is
de duur van het ziekenhuisver-
blijf korter16. Na ontslag krijgen
patiënten binnen enkele weken
een vervolgafspraak met de
chirurg. Vooral de eerste dagen
en weken zijn zwaar, dus een tus-
sentijdse (telefonische) follow-
up van de VS/VC zou kunnen
tegemoetkomen aan de behoef-
ten van patiënten en hun omge-
ving tijdens de eerste periode na
ontslag.
Verscheidene patiënten en man-
telzorgers verklaarden dat de
Figuur 2. Behoeften van patiënten met ernstige LARS kennis over LARS gering was bij
de hulpverleners. Ze hadden het
gevoel dat de hulpverleners niet
van het interprofessionele team. Tijdens het verpleegkundig wisten hoe ze met LARS moesten omgaan. Dit wordt ook beves-
spreekuur wordt er gebruikgemaakt van een holistische bena- tigd in internationaal onderzoek17. Het is van belang dat hulp-
dering om de behoeften van patiënten en hun familie aan te verleners meer inzicht moeten hebben in de impact van LARS
pakken . Hierbij is het van belang dat de zorg voor LARS-pati-
14,15
op het leven van patiënten en mantelzorgers en op de andere
enten en hun omgeving op vaste tijdstippen in het nazorgtra- rollen die de patiënt moet managen (bijvoorbeeld werk, huis-
ject wordt georganiseerd. Deze proactieve aanpak is nodig, houden, ouderschap). Onvoldoende kennis van de hulpverle-
omdat zowel patiënten, mantelzorgers als hulpverleners bar- ner impliceert ook dat zij de patiënten niet naar behoren kunnen
rières, zoals schaamte en taboe in de samenleving om LARS informeren en adviseren over LARS tijdens en na het behan-
openlijk te bespreken, beschreven. Daarnaast voelden patiën- delingstraject. Een opleiding van hulpverleners die patiënten
ten de hoge werkdruk van de arts. Bovendien worden patiën- met LARS en hun omgeving begeleiden zou een toegevoegde
ten na de operatie snel naar huis gestuurd. De meeste zieken- waarde zijn, aangezien kennis en attitude rond LARS nauw
huizen gebruiken een protocol om het herstel na de operatie te samenhangen met opleiding en ervaring17,18.
bevorderen (Enhanced recovery after surgery-ERAS) . Hierdoor
16

ABSTRACT
TITLE: Rectal cancer survivors facing low anterior resection syndrome (LARS)
Quality of life, experiences and needs of patients, informal caregivers and care providers

AIM: To identify the quality of life, experiences and needs of patients with major LARS and their informal caregiver. To
understand the experiences of involved healthcare professionals.
METHOD: First a systematic review was done. Later a grounded theory study was conducted to gain insight into the expe-
riences and needs of patients with major LARS and their informal caregiver. Also a cross sectional study was done to inves-
tigate the relationship between LARS and quality of life. Lastly an explorative study was performed to explore healthcare
professionals’ perspectives on how to organise and optimise care processes.
FINDINGS: Major LARS is correlated with a low quality of life. Both patients and informal caregivers described several
experiences and needs. Both experienced loneliness on several levels and patients experienced hope during their tra-
jectory with LARS. Healthcare professionals stated that care for patients with LARS is currently suboptimal and suggested
strategies to improve care.
DISCUSSION & CONCLUSION: Major LARS after treatment has a large impact on the lives of patients and their informal
caregivers. The standard of care is currently suboptimal and improvement is needed. A nurse-led clinic can be a good,
proactive solution to counsel patients with major LARS and their informal caregiver.

Keywords: low anterior resection syndrome; survivorship; rectal cancer; nursing; quality of life
28 | Verpleegkunde 1 - 39e jaargang - maart 2024

site.print_copyright
LITERATUUR
1. Glynne-Jones R, Wyrwicz L, Tiret E, Brown G, Rödel C, Cervantes 16. Gustafsson U, Scott M, Schwenk W, Demartines N, Roulin D,
A, Arnold D. Rectal cancer: ESMO Clinical Practice Guidelines Francis N, et al. Guidelines for perioperative care in elective
for diagnosis, treatment and follow-up. Annals of Oncology. colonic surgery: Enhanced Recovery After Surgery (ERAS®)
2017;28:iv22-iv40. Society recommendations. Clinical nutrition. 2012;31(6):783-800.
2. Wrenn SM, Cepeda-Benito A, Ramos-Valadez DI, Cataldo PA. 17. Hu J, Sun J, Wang Y, Sun X, Tong W, Hu H. Knowledge, attitudes,
Patient Perceptions and Quality of Life After Colon and Rectal practices, and related factors of low anterior resection syndrome
Surgery: What Do Patients Really Want? Diseases of the Colon & management among colorectal surgery nurses: a multicenter
Rectum. 2018;61(8):971-8. cross-sectional study. Supportive Care in Cancer. 2021:1-8.
3. Pachler J, Wille-Jørgensen P. Quality of life after rectal resection 18. Thomas G, van Heinsbergen M, van der Heijden J, Slooter G,
for cancer, with or without permanent colostomy. Cochrane Konsten J, Maaskant S. Awareness and management of low
database of systematic reviews. 2012(12). anterior resection syndrome: A Dutch national survey among
4. Heald R, Ryall R. Recurrence and survival after total mesorectal colorectal surgeons and specialized nurses. European Journal of
excision for rectal cancer. The Lancet. 1986;327(8496):1479-82. Surgical Oncology. 2019;45(2):174-9.
5. Mulsow J, Winter DC. Sphincter preservation for distal rectal
cancer-a goal worth achieving at all costs? World journal of
gastroenterology: WJG. 2011;17(7):855.
6. van Gijn W, Marijnen CA, Nagtegaal ID, Kranenbarg EM-K, Putter
H, Wiggers T, et al. Preoperative radiotherapy combined with
total mesorectal excision for resectable rectal cancer: 12-year
follow-up of the multicentre, randomised controlled TME trial.
The lancet oncology. 2011;12(6):575-82.
7. Emmertsen KJ, Laurberg S. Low anterior resection syndrome
score: development and validation of a symptom-based scoring
system for bowel dysfunction after low anterior resection for OVER DE AUTEUR
rectal cancer. Ann Surg. 2012;255(5):922-8. Eva Pape, RN, MSc, PhD, voltooide in 2022 haar docto-
8. Keane C, Fearnhead NS, Bordeianou L, Christensen P, Espin
Basany E, Laurberg S, et al. International consensus definition
raat over het lage anterieure resectiesyndroom bij overle-
of low anterior resection syndrome. Colorectal Disease. venden van rectumkanker. Het onderzoek richtte zich op
2020;22(3):331-41. de kwaliteit van leven, ervaringen en behoeften van pati-
9. Emmertsen KJ, Laurberg S. Impact of bowel dysfunction on
quality of life after sphincter-preserving resection for rectal enten, mantelzorgers en zorgverleners. Haar promoto-
cancer. Br J Surg. 2013;100(10):1377-87. ren waren prof. dr. Yves Van Nieuwenhove, prof. dr. Ann
10. Aaronson NK, Ahmedzai S, Bergman B, Bullinger M, Cull A,
Duez NJ, et al. The European Organization for Research and
Van Hecke en prof. dr. Piet Pattyn. Momenteel is ze werk-
Treatment of Cancer QLQ-C30: a quality-of-life instrument for zaam als verpleegkundig specialist digestieve oncolo-
use in international clinical trials in oncology. JNCI: Journal of the gie en onderzoeker bij Kankercentrum Universitair Zie-
National Cancer Institute. 1993;85(5):365-76.
11. Hupkens BJ, Breukink SO, Olde Reuver of Briel C, Tanis PJ, de kenhuis Gent, tevens als klinisch professor aan de Uni-
Noo ME, van Duijvendijk P, et al. Dutch validation of the low versiteit Gent, België. Ze begeleidt hoofdzakelijk patiën-
anterior resection syndrome score. Colorectal Disease. 2018.
12. Lazarus RS. Stress and emotion: A new synthesis: Springer
ten met rectumcarcinoom, patiënten perioperatief bij pel-
Publishing Company; 2006. viene exenteratie en patiënten met late effecten na de
13. Rauh S. Survivorship Care for Cancer Patients2021. behandeling. Daarnaast is ze betrokken bij verpleegwe-
14. Wong FK, Chung LC. Establishing a definition for a nurse-led
clinic: structure, process, and outcome. Journal of advanced tenschappelijk onderzoek, met een focus op survivorship
nursing. 2006;53(3):358-69. na kankerbehandeling.
15. Alessy SA, Lüchtenborg M, Rawlinson J, Baker M, Davies EA.
Being assigned a clinical nurse specialist is associated with better
experiences of cancer care: English population-based study Correspondentie: C. Heymanslaan 10, 9000 Gent,
using the linked National Cancer Patient Experience Survey and België; 09 332 19 33. E-mailadres: eva.pape@uzgent.be
Cancer Registration Dataset. European Journal of Cancer Care.
2021.
site.print_copyright
OPLEIDERS ORGANISEERT

HET OPLEIDERS
OPLAADSTATION
Congrestival

DONDERDAG 30 MEI 2024 TARIEVEN:


UP EVENTS AMSTERDAM LEDEN V&VN
OPLEIDERS 259 EUR
VAN 13.00 UUR TOT 20.00 UUR NIET LEDEN 299 EUR
SCHRIJF JE IN
VIA DE WEBSITE!

Scan de QR-code
en bezoek onze website!
Je wordt geïnspireerd om met de
uitdagingen van vandaag en de
toekomst aan de slag te gaan.
Laad je batterij op door zelf te
ervaren en actief te leren.
VENVNOPLEIDERS-CONGRES.NL
30 | Verpleegkunde 1 - 39e jaargang - maart 2024

site.print_copyright
inaugurale rede

Professionalisering van de verpleging en


verzorging in de ouderenzorg
Het uur V is aangebroken!

Robbert Gobbens

Prof. dr. Robbert Gobbens sprak bij de aanvaarding van het ambt van bijzonder hoogleraar Professionalisering van de ver-
pleging en verzorging in de ouderenzorg aan Tilburg University op 29 september 2023 zijn rede uit. Zijn bijzondere leerstoel
wordt gefinancierd door Hogeschool Inholland en Zonnehuisgroep Amstelland. Dit artikel is een samenvatting van de uitge-
schreven versie van de inaugurele rede.

KWETSBARE OUDEREN finieerd. Een voorbeeld van een dergelijke definitie is: kwets-
De Nederlandse bevolking is aan het vergrijzen. In 2015 was baarheid is een dynamische toestand waarin een indi-
24,5% van de Nederlanders 60 jaar of ouder. De verwach- vidu verkeert die tekorten heeft in een of meerdere domei-
ting is dat dit percentage stijgt naar 33,2% in 2050 . Naar-
1
nen van het menselijk functioneren (lichamelijk, psychisch,
mate mensen ouder worden, neemt hun veerkracht vaak sociaal), die onder invloed van een diversiteit aan variabelen
af en wordt hun kwetsbaarheid groter. Het Sociaal Cultu- wordt veroorzaakt en die de kans op het optreden van onge-
reel Planbureau heeft geprognosticeerd dat er in Nederland wenste uitkomsten vergroot8.
in 2030 meer dan een miljoen kwetsbare ouderen wonen2.
Het merendeel van de kwetsbare ouderen woont thuis; een De zorg voor kwetsbare ouderen is complex, omdat zij vaak
kleine groep verblijft in een verpleeghuis. Dit is mede inge- beperkingen ervaren in meerdere domeinen van het func-
geven door het beleid van de overheid dat inzet op aging tioneren (lichamelijk, psychisch, sociaal) en in het uitvoeren
in place , oftewel ‘thuis oud worden’. Dit wordt weerspie-
3
van algemene dagelijkse levensverrichtingen. Bovendien
geld door het programma WOZO, Wonen, Ondersteuning is er veelal sprake is van multimorbiditeit, dat wil zeggen
en Zorg voor Ouderen, dat in 2022 door het ministerie van het hebben van twee of meerdere chronische ziekten tege-
Volksgezondheid, Welzijn en Sport is uitgebracht en bena- lijkertijd10. Daardoor zijn verschillende disciplines bij de
drukt dat digitale technologieën ouderen kunnen helpen zorg betrokken en dat vereist een goede interprofessionele
hun zelfstandigheid te behouden en hun kwaliteit van leven samenwerking. Dit doet een sterk appel op de professio-
te bevorderen . Ook is het de wens van veel ouderen zelf om
4
naliteit van verpleegkundigen en verzorgenden. De bijzon-
in de eigen omgeving, omringd door familie en vrienden, dere leerstoel focust op hen, omdat zij de grootste beroeps-
oud te worden en zo lang mogelijk actief, autonoom en onaf- groepen vormen in de thuiszorg en het verpleeghuis, en dus
hankelijk te blijven5,6. heel bepalend zijn voor de kwaliteit van leven van kwetsbare
ouderen en de kwaliteit van zorg.
Kwetsbaarheid is van oorsprong een medisch concept. De
focus was vooral gericht op lichamelijke problemen die KWALITEIT VAN DE OUDERENZORG
ouderen kunnen hebben. In de visie van de Amerikaanse De kwaliteit van de ouderenzorg staat voortdurend in de
geriater Fried en collega’s is kwetsbaarheid een biologisch belangstelling. Zo vestigen de kwaliteitskaders Wijkverple-
syndroom van een verminderde reserve en weerstand tegen ging11 en Verpleeghuiszorg12 de aandacht op het verbete-
stressoren, wat het resultaat is van dalingen van diverse fysio- ren van de kwaliteit van de ouderenzorg. Het Kwaliteitskader
logische systemen en kan leiden tot ongewenste uitkom- Wijkverpleging11 dateert van 2018 en beschrijft wat goede
sten7. Omdat een dergelijke benadering van kwetsbaar- verpleging en verzorging van mensen thuis is en hoe zorg-
heid fragmentatie van de zorg in de hand werkt en daarmee aanbieders goed kunnen samenwerken. Het biedt zorgpro-
mogelijkerwijs leidt tot een lagere kwaliteit van leven ,
8,9
fessionals en zorgaanbieders handvatten om de zorgverle-
wordt kwetsbaarheid steeds vaker multidimensionaal gede- ning te verbeteren. Zo wordt aangegeven aan welke profes-
Verpleegkunde 1 - 39e jaargang - maart 2024 | 31

site.print_copyright
sionele kwaliteitseisen de wijkverpleging moet voldoen. Een lecturer practitioner: een docent die aan een hogeschool
van die eisen is dat de wijkverpleging moet werken volgens of roc is verbonden. In samenwerking met elkaar streven zij
het cyclisch verpleegkundig proces. Het kader vermeldt het doel na om de zorg voor ouderen naar een nog hoger
expliciet dat leren en verbeteren de sleutel is tot kwaliteit. plan te tillen. Dit vraagt van alle participanten dat zij bereid
zijn te reflecteren op hun eigen praktijkvoering, dat zij open-
Het Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg beschrijft wat cliën-
12
staan voor onderzoek en dat ze de zorgvraag van cliënten
ten en hun naasten mogen verwachten van de zorg in het en hun naasten willen expliciteren. Een LIN is een middel
verpleeghuis. Ook geeft dit in 2017 uitgebrachte kader ont- om praktijk, onderzoek en onderwijs aan elkaar te verbin-
wikkelopdrachten aan zorgprofessionals en zorgaanbie- den. Er wordt niet alleen kennis ontwikkeld, maar ook ver-
ders om samen de kwaliteit van de zorg te verbeteren en spreid, zodat er kenniscirculatie plaatsvindt in de driehoek
het lerend vermogen te versterken. Vier jaar later werd dit praktijk, onderzoek en onderwijs. Bovendien draagt het bij
kader geactualiseerd . Het motto werd: ‘Samen leren en
13
aan professionalisering van verpleegkundigen en verzorgen-
ontwikkelen’. Het kader wil systematisch leren en ontwikke- den. In een LIN wordt namelijk het ontwikkelen van aanpas-
len in organisaties die verpleeghuiszorg bieden stimuleren. singsvermogen gestimuleerd, doordat er systematisch en
Dat gebeurt zowel intern, met bewoners en hun naasten, als onderzoeksmatig wordt gewerkt, nieuwe methodes worden
extern met bijvoorbeeld ouderenbonden en andere zorg- toegepast en verschillende bronnen van evidence worden
organisaties. Het dienstrooster van de Nederlandse Zorg- gebruikt.
autoriteit is de bezettingsnorm die in het Kwaliteitskader
Verpleeghuiszorg van 2021 is opgenomen. Concreet bete- PROFESSIONALISERING VAN DE VERPLEGING EN
kent dit twee gekwalificeerde medewerkers op een groep VERZORGING: ENKELE BELANGRIJKE ONTWIKKELINGEN
van acht bewoners. In 2022 maakte minister Helder bekend Lang geleden werden mensen uit naastenliefde verpleegd.
dat dit kwaliteitskader door het personeelstekort in de oude- Om dit werk te kunnen doen, was geen opleiding nodig. Pas
renzorg onuitvoerbaar is geworden. Daarom werd in maart vanaf 1880 kan worden gesproken van een echt beroep met
2023 een generiek conceptkompas gepresenteerd met de een opleiding, salaris en een uniform. De professionalisering
titel Samen werken aan kwaliteit van bestaan14. Dit concept- van de verpleging begint dan op gang te komen. Tussen het
kompas zal het Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg, het Kwa- einde van de negentiende eeuw en 2023 zijn er veel ontwik-
liteitskader Wijkverpleging en het addendum over de zorg kelingen geweest die hebben bijgedragen aan de professio-
thuis conform de Wet langdurige zorg vervangen. Zorgaan- nalisering van de verpleging. Enkele belangrijke ontwikkelin-
bieders, beroepsgroepen, cliëntvertegenwoordigers, zorg- gen worden hier geschetst.
kantoren en zorgverzekeraars hebben van het Zorginsti-
tuut Nederland tot 1 december 2023 de tijd gekregen het De professionalisering van de verpleging is nauw verweven
kompas te concretiseren. met de ontwikkeling van de verpleegkundige theorievor-
ming, verpleegkundige praktijkvoering en verpleegkundig
Reflectie, leren en ontwikkelen in de ouderenzorg is niet onderzoek. Vanaf de jaren tachtig nam de verpleegkundige
alleen noodzakelijk voor het verbeteren van de zorg, maar theorievorming over de essentie van verplegen een enorme
dient ook om de kwaliteit van het werk in de ouderenzorg vlucht. Aan het begin van mijn oratie had ik het al over de
aantrekkelijker te maken. Een van de redenen voor het nij- theorieën van Orem18, King19, en het model van Neuman20.
pende personeelstekort in de ouderenzorg is immers dat Niet alleen in de Verenigde Staten werd aan verpleegkun-
verpleegkundigen en verzorgenden een cultuur waarin dige theorievorming gedaan, maar ook in Nederland, bij-
reflectie, leren en ontwikkelen gemeengoed is, nog onvol- voorbeeld door Van den Brink Tjebbes met de bestaansthe-
doende aantreffen op hun werkplek15. orie21 en verplegen volgens het Profiel, ontwikkeld door Bart
Daarom moet hiervoor binnen de verpleeghuizen en de van Bergen en Louk Hollands22. Ook werden classificatie-
thuiszorg meer ruimte komen om alle uitdagingen, zoals systemen ontwikkeld, zoals de gezondheidspatronen van
een toename van het aantal kwetsbare ouderen, een hogere Gordon23, die gebruikt konden worden om tot een goede
complexiteit van de zorg en personeelstekorten, het hoofd anamnese te komen, en de North American Nursing Diagno-
te kunnen bieden en de oplossingen die eruit voortkomen sis Association (NANDA)24 stelde verpleegkundige diagno-
toekomstbestendig te maken . 16
ses op. Daarnaast verschenen er classificatiesystemen voor
verpleegkundige interventies en verpleegkundige zorgresul-
Reflectie, leren en ontwikkelen van verpleegkundigen en taten, de Nursing Interventions Classification25 en de Nursing
verzorgenden wordt gestimuleerd in een Leer- en Innovatie- Outcomes Classification26.
Netwerk, afgekort een LIN . Het is een krachtige leeromge-
17

ving die vooral wordt gevormd door verzorgenden en ver- In 1988 werd het eerste beroepsprofiel van de verpleeg-
pleegkundigen, studenten vanuit het mbo en hbo en een kundige gepubliceerd door de Raad voor de Volksgezond-
32 | Verpleegkunde 1 - 39e jaargang - maart 2024

site.print_copyright
heid27. Het profiel kende twee niveaus van deskundigheid op verzorgenden35. Doelstellingen van het programma zijn: ver-
basis van verantwoordelijkheid en complexiteit van zorg: het sterking van de wetenschappelijke onderbouwing van de
mbo- en hbo-niveau. Dit beroepsprofiel werd vervolgens in praktijk, verbetering van de kennisbenutting en doorontwik-
1999 en 2012 herzien. Het actuele beroepsprofiel dateert
28 29
keling van goede praktijkvoorbeelden.
van 201530. Daarin wordt een onderscheid gemaakt in drie
beroepsprofielen; de hbo-opgeleide verpleegkundige, de ASPECTEN VAN PROFESSIONALISERING
mbo-opgeleide verpleegkundige en de verzorgende Indi- Professionalisering van de verpleging en verzorging bestaat
viduele Gezondheidszorg (IG). Naast het beroepsprofiel is uit vijf aspecten: toewijding, vakbekwaamheid, lerend ver-
ook het hebben van een beroepscode een teken van pro- mogen, samenwerkend vermogen en onderzoekend ver-
fessionalisering. Een beroepscode beschrijft de waarden en mogen.
normen van de beroepsgroep. Het is een document dat de
beroepsethische uitgangspunten bevat. Hoewel de taken en Volgens het woordenboek van Van Dale is toewijding een
verantwoordelijkheden tussen verpleegkundigen en verzor- synoniem voor ijver36. Het staat echter ook voor aandacht,
genden verschillen, is er voor beide beroepsgroepen één genegenheid, inzet, enthousiasme, loyaliteit, trouw en zorg-
beroepscode31. Belangrijke waarden die hierin zijn opgeno- zaamheid. Vakbekwaamheid verwijst naar het handelen van
men, zijn: respect, eerlijkheid, betrouwbaarheid, rechtvaar- verpleegkundigen en verzorgenden dat is gebaseerd op
digheid en respect voor de autonomie van de zorgvrager. evidence based practice (EBP). EBP wordt gedefinieerd als
het zorgvuldig, expliciet en oordeelkundig gebruik van het
Een volgende mijlpaal in de professionalisering van de ver- huidige, beste bewijsmateriaal om beslissingen te nemen
pleging en verzorging was de totstandkoming van de Wet met individuele cliënten en/of hun naasten over goede of
op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet gewenste zorg of behandeling37. EBP integreert verschil-
BIG) in 199332. De doelstelling van deze wet is tweeledig. lende vormen van (kennis)bronnen, zoals wetenschappe-
Ten eerste, het bevorderen en bewaken van de kwaliteit van lijke literatuur, wensen en voorkeuren van ouderen en hun
de beroepsuitoefening, en ten tweede, het beschermen van naasten, expertise van de professional en de lokale context.
patiënten tegen ondeskundig en onzorgvuldig handelen De kennis wordt steeds vaker vastgelegd in richtlijnen op
door zorgverleners. De Wet BIG bevat bepalingen over titel- basis waarvan verpleegkundigen en verzorgenden beslissin-
bescherming, registratie, herregistratie, voorbehouden han- gen nemen over de zorg voor ouderen. Richtlijnen moeten
delingen en tuchtrecht. voldoen aan de AQUA-leidraad, die betrekking heeft op een
zorgproces en vastlegt wat noodzakelijk is om vanuit het per-
Nosokómos was de eerste beroepsorganisatie voor de ver- spectief van de cliënt goede zorg te verlenen38. De imple-
pleging in Nederland. Bijna een eeuw later kwam Nieuwe mentatie van richtlijnen is complex39,40; zorgprofessionals
Unie 91 (NU’91) hieruit voort33. NU’91 wil dat in 2025 ver- in de ouderenzorg moeten verantwoordelijkheid op zich
pleegkundigen, verzorgenden en professionals met aan- nemen om barrières voor de implementatie van richtlijnen
verwante beroepen hun positie in alle sectoren hebben ver- te identificeren en te adresseren41. Voor kwetsbare ouderen
sterkt en ‘mooi werk’ ervaren in hun dagelijkse praktijk . Vijf
33
zullen multidisciplinaire richtlijnen ontwikkeld moeten
jaar na de oprichting van NU’91 was de oprichting van de worden; monodisciplinaire richtlijnen volstaan niet, omdat
Algemene Vereniging Verpleegkundigen en Verzorgenden, kwetsbaarheid zich manifesteert in meerdere domeinen van
afgekort de AVVV, een feit. De AVVV fungeerde als spreek- het menselijk functioneren.
buis en aanspreekpunt namens vakverenigingen die lid zijn.
In 2006 besloten deze vakverenigingen de Verpleegkun- Om uiteindelijk vakbekwaam te zijn, zijn lerend vermo-
digen & Verzorgenden Nederland (V&VN) op te richten34. gen, samenwerkend vermogen en onderzoekend vermo-
V&VN bestaat uit 41 afdelingen die elk een apart specialisme gen essentieel. Lerend vermogen is het vermogen om zich
vertegenwoordigen, bijvoorbeeld complementaire zorg of aan te passen en te innoveren, vorm te blijven geven aan
geriatrie en gerontologie. Ook zijn er afdelingen die de hele individueel en gezamenlijk leren, systemen aan te passen
beroepsgroep vertegenwoordigen: de verzorgenden en de wanneer die niet langer bijdragen aan goede zorg of aan
verpleegkundig specialisten. V&VN telt momenteel 105.000 goed werken, en voortdurend in beweging te zijn, omdat
leden en is hiermee de grootste beroepsvereniging van ver- elke cliënt uniek is en de wereld voortdurend verandert42.
pleegkundigen en verzorgenden in Nederland. Lerend vermogen van verpleegkundigen en verzorgenden is
van evident belang. Kennis veroudert snel. Permanent leren
Tot slot, draagt ZonMw in opdracht van het ministerie van in teams, organisaties en netwerken, zoals een LIN, draagt
Volksgezondheid, Welzijn en Sport, met haar programma bij aan goede zorg voor kwetsbare ouderen. Professionals
Verpleging en Verzorging bij aan het ondersteunen en ver- kunnen zelf stappen zetten om hun lerend vermogen te ver-
sterken van de professionaliteit van verpleegkundigen en groten. Dat kunnen zij doen door richting te geven aan wat
Verpleegkunde 1 - 39e jaargang - maart 2024 | 33

site.print_copyright
zij willen leren, door bijvoorbeeld concrete leerdoelen te een rebels karakter hebben. Rebelse verpleegkundigen ver-
stellen of te laten zien of te vertellen wat zij hebben bereikt. tonen onconventioneel en afwijkend gedrag dat varieert
Ook kunnen verpleegkundigen en verzorgenden hun lerend of verschilt van heersende normen, regels, gedragscodes,
vermogen vergroten door met regelmaat door te nemen wat werkpraktijken of strategieën om betere resultaten voor hun
zij hebben geleerd. Maar het is ook belangrijk dat verpleeg- patiënten en organisaties te behalen51. Leiderschap draagt
kundigen en verzorgenden de tijd nemen voor reflectie en bovendien bij aan zeggenschap. Vanaf 1 juli 2023 is zeggen-
openstaan om te leren van hun fouten43. Om hun lerend ver- schap van zorgprofessionals vastgelegd in de Wet kwaliteit,
mogen te vergroten, dient er wel een cultuur in de zorgorga- klachten en geschillen zorg; dit betekent dat zorgprofessio-
nisaties te zijn die stimulerend werkt. Een dergelijke cultuur nals invloed mogen uitoefenen op het beleid over het ver-
wordt gekenmerkt door veiligheid en openheid, het betrek- lenen van goede zorg en randvoorwaarden voor werk zoals
ken van iedereen in de organisatie bij nieuwe ontwikkelin- loopbaanmogelijkheden52. Voor verzorgenden Individuele
gen en kennis en het ter discussie durven stellen van aanna- Gezondheidszorg (IG), geldt dat zij zich nog onvoldoende
mes. Dit past bij een lerende organisatie43-45. gezien en gehoord voelen door management en leidingge-
venden53. Ambassadeurstrajecten die door V&VN worden
Professionals dienen ook over samenwerkend vermogen te aangeboden, beogen bij te dragen aan het versterken van
beschikken. Om kwetsbaarheid bij ouderen of nadelige con- de stem en beroepsidentiteit van verzorgenden IG54.
sequenties ervan te verminderen of te voorkomen, zoals een
lagere kwaliteit van leven, moeten verpleegkundigen en ver- LEEROPDRACHT EN UITGANGSPUNTEN
zorgenden samenwerken met andere zorgprofessionals, De leeropdracht van de bijzondere leerstoel is inzicht krijgen
met welzijnsprofessionals, en niet in de laatste plaats met in en bevordering van de professionalisering van de verple-
ouderen zelf en met hun naasten. Interprofessionele samen- ging en verzorging in de ouderenzorg en de samenhang
werking is belangrijk, omdat op deze wijze gebruikgemaakt ervan met de kwaliteit van zorg en de kwaliteit van leven van
kan worden van ieders kwaliteiten om mogelijke proble- ouderen. De focus is op de thuiszorg en het verpleeghuis.
men die ouderen kunnen hebben in kaart te brengen en die
samen op te lossen. Interprofessionele samenwerking moet De thema’s van het onderzoeksprogramma zijn:
uiteindelijk uitmonden in een zorg- en welzijnsarrangement, - de definiëring en operationalisering van professionalise-
passend bij de specifieke situatie van de kwetsbare oudere. ring van de verpleging en verzorging in de ouderenzorg;
De oudere moet daarbij de mogelijkheid krijgen zelf de - voorwaarden voor professionalisering van de verpleging
regie te voeren over het arrangement, eventueel met onder- en verzorging in de ouderenzorg;
steuning van naasten. - het huidige en wenselijke niveau van professionalisering
van de verpleging en verzorging in de ouderenzorg;
Naast lerend vermogen en samenwerkend vermogen is - de samenhang tussen enerzijds het niveau van professiona-
het beschikken over onderzoekend vermogen van belang lisering van de verpleging en verzorging in de ouderenzorg
om vakbekwaam te zijn. Onderzoekend vermogen is het en anderzijds de kwaliteit van zorg en de kwaliteit van leven
beschikken over een onderzoekende houding, onderzoeks- van ouderen.
resultaten van anderen weten toe te passen in het eigen pro-
fessionele handelen en het kunnen doen van onderzoek dat Binnen de bijzondere leerstoel staan twee uitgangspunten
innovatie van de beroepspraktijk ondersteunt . Een onder-
46
centraal. Het eerste uitgangspunt is mensgerichte zorg voor
zoekende houding wordt met name getypeerd door nieuws- ouderen55,56. Inherent aan mensgerichte ouderenzorg is dat
gierigheid, het willen begrijpen, kritisch zijn en een open de leefwereld van ouderen zelf centraal staat. Zij moeten,
houding. Deze houding mag je van elke verpleegkundige zoveel mogelijk, het leven kunnen leiden dat zij wensen.
en verzorgende eisen. Onderzoeksresultaten van anderen Ook moeten zij worden gezien als volwaardige partner in
kunnen toepassen en zelf onderzoek kunnen doen kan daar- de zorg, waarbij er primaire aandacht is voor hun behoef-
entegen niet worden verwacht van alle verpleegkundigen en ten, wensen en mogelijkheden. Dit betekent dat verpleeg-
verzorgenden; daaraan een bijdrage leveren echter wel. kundigen en verzorgenden zich ervan bewust moeten zijn
dat iedere oudere met een zorgbehoefte een uniek persoon
Om lerend, samenwerkend en onderzoekend vermogen te is, met een eigen geschiedenis, een eigen toekomst en met
vergroten, is persoonlijk leiderschap nodig. Het ontwikke- eigen doelen, die mogelijk afwijken van de doelen van de
len van leiderschapskwaliteiten verbetert empowerment, professionals.
de positie en de veerkracht van verpleegkundigen .
47-49
Dit uitgangspunt vormt ook de basis van de inbedding
Ook ondersteunen leiderschapskwaliteiten verpleegkundi- van de bijzondere leerstoel in de Academische Werkplaats
gen adequaat om goed om te gaan met de uitdaging die Ouderen van het Departement Tranzo, die ook mensgerichte
het gezondheidszorgsysteem biedt50. Dit leiderschap mag ouderenzorg als primair uitgangspunt heeft56.
34 | Verpleegkunde 1 - 39e jaargang - maart 2024

site.print_copyright
Het tweede uitgangspunt binnen de bijzondere leerstoel is denheid van verpleegkundigen en verzorgenden58. Cocre-
kennisontwikkeling via cocreatie. Steeds wordt de verbin- atie kan worden gerealiseerd in hybride leeromgevingen,
ding gemaakt tussen wetenschappelijk onderzoek, de prak- zoals LIN’s17.
tijk van de ouderenzorg en het onderwijs voor verpleegkun-
digen en verzorgenden. De leerstoel zorgt voor wetenschap- De verantwoordelijkheid voor professionalisering ligt in
pelijke impact in de vorm van publicaties in peer-reviewed eerste instantie bij verpleegkundigen en verzorgenden zelf.
journals, maar ook voor maatschappelijke impact in de vorm Zij moeten ervoor zorgen dat ze over up-to-date kennis en
van producten die bruikbaar zijn in de zorgpraktijk en het vaardigheden beschikken en moeten zelf werken aan het
onderwijs. Permanente kennisdeling via de driehoek prak- optimaliseren van het lerend, onderzoekend en samenwer-
tijk, onderzoek en onderwijs is noodzakelijk om de profes- kend vermogen. Werkgevers moeten verpleegkundigen en
sionalisering van verpleegkundigen en verzorgenden in de verzorgenden hierin faciliteren en hen letterlijk en figuur-
ouderenzorg te stimuleren en vernieuwingen te versnellen . 57
lijk ruimte geven zodat een verdere professionalisering van
Bovendien hangt cocreatie in combinatie met mensgerichte beide beroepsgroepen gestalte kan krijgen. Het uur V is aan-
zorg positief samen met het welbevinden en de werktevre- gebroken.

LITERATUUR
1. United Nations Department of Economic and Social Affairs. 16. ZonMw. Interviewreeks leren en verbeteren in de zorg.
Population Division. World Population Prospects. The 2015 Kwaliteit van zorg. Kwaliteit van zorg is samen leren.
Revision. Key Findings and Advance Tables. Working paper Beschikbaar via: https://publicaties.zonmw.nl/leren-en-
No. ESA/P/WP.241. New York. Beschikbaar via: http://esa. verbeteren/kwaliteit-van-zorg-is-samen-leren/. Geraadpleegd
un.org/unpd/wpp/publications/files/key_findings_wpp_2015. op 28 februari 2023.
pdf. Graadpleegd op 27 februari 2023. 17. Albers M, Gobbens RJJ, Reitsma M, Timmermans O, Nies
2. Van Campen C, Ras M, Den Draak M. Raming van het H. Learning and innovation network in nursing: A concept
aantal kwetsbare ouderen tot 2030. In: Van Campen C, analysis. Nurse Educ Today. 2021;104:104988.
editor. Kwetsbare ouderen. Den Haag: Sociaal en Cultureel 18. Orem DE. Nursing: concepts of practice. 3 ed. New York, U.S.:
Planbureau; 2011. McGraw-Hill Inc; 1971.
3. Wiles JL, Leibing A, Guberman N, Reeve J, Allen RE. The 19. King IM. A theory for nursing: systems, concepts, process.
meaning of “aging in place” to older people. Gerontologist. New York, U.S.: Delmar Publishers Inc.; 1981.
2012;52(3):357-66. 20. Neuman B. The Neuman Systems Model: application to
4. Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. WOZO. nursing education and practice. Norwalk, CT, U.S.: Appleton-
Programma Wonen, Ondersteuning en Zorg voor Ouderen. Century-Crofts; 1982.
Den Haag; 2022. 21. Tjebbes JA. De theorie van de verpleegkunde naar haar aard
5. Marek KD, Stetzer F, Adams SJ, Popejoy LL, Rantz M. Aging en functie gedacht. Lochem: De Tijdstroom; 1975.
in place versus nursing home care: comparison of costs to 22. Van Bergen B, Hollands L. Naar een profiel van de
Medicare and Medicaid. Res Gerontol Nurs. 2012;5(2):123-9. verpleegkundige: een gedragswetenschappelijke
6. McLaughlin P, Mills A. Where will we live when we get older? beschouwing over het beroep van de verpleegkundige.
Quality in Ageing: Policy, Practice and Research. 2008;9(3):15- Lochem: De Tijdstroom; 1975.
21. 23. Gordon M. Verpleegkudige diagnostiek: proces en
7. Fried LP, Tangen CM, Walston J, Newman AB, Hirsch C, toepassing. Utrecht: De Tijdstroom; 1996.
Gottdiener J, et al. Frailty in older adults: evidence for a 24. Hertman TH, Kamitsuru S. NANDA International Nursing
phenotype. The journals of gerontology Series A, Biological Diagnoses: Definitions & Classification, 2018-2020. New York,
sciences and medical sciences. 2001;56(3):M146-56. U.S.: Thieme Medical Publishers; 2017.
8. Gobbens RJ, Luijkx KG, Wijnen-Sponselee MT, Schols JM. 25. McCloskey JC, Bulechek GM. Nursing interventions
Toward a conceptual definition of frail community dwelling Classification (NIC), IOWA Intervention Project. 2nd ed. St.
older people. Nurs Outlook. 2010;58(2):76-86. Louis: Mosby; 1996.
9. Markle-Reid M, Browne G. Conceptualizations of frailty in 26. Johnson M, Maas M. Nursing Outcomes Classification (NOC).
relation to older adults. J Adv Nurs. 2003;44(1):58-68. St. Louis, U.S.: Mosby-Year Book, Inc.; 1997.
10. Espinoza SE, Quiben M, Hazuda HP. Distinguishing 27. Bakker JH, le Grand-van den Boogaard MJM. Beroepsprofiel
Comorbidity, Disability, and Frailty. Curr Geriatr Rep. verpleegkundige. Zoetermeer: Nationale Raad voor de
2018;7(4):201-9. Volksgezondheid; 1988.
11. Stuurgroep Kwaliteitskader Wijkverpleging. Kwaliteitskader 28. Leistra E, Liefhebber S, Geomini M, Hens H. Beroepsprofiel van
Wijkverpleging. 2018. de verpleegkundige. Maarssen: Elsevier/De Tijdstroom; 1999.
12. Zorginstituut Nederland. Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg. 29. Schuurmans M. Beroepsprofiel verpleegkundige. . In:
Samen leren en verbeteren. Diemen: Zorginstituut Nederland; Lambregts J, Grotendorst A, editors. Leren van de toekomst
2017. Verpleegkundigen en verzorgenden 2020. Houten: Bohn
13. Zorginstituut Nederland. Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg. Stafleu van Loghum; 2012.
Samen leren en ontwikkelen. Diemen: Zorginstituut 30. Stuurgroep. Toekomstbestendige beroepen in de verpleging
Nederland; 2021. en verzorging. Rapport stuurgroep over de beroepsprofielen
14. ActiZ ANBO, BPSW, KBO-PCOB, Koepel Gepensioneerden, en de overgangsregeling. 2015.
LOC waardevolle zorg, Sociaal werk Nederland, 31. CGMV vakorganisatie voor christenen, CNV Zorg & Welzijn,
MantelzorgNL, Nederlands Instituut van Psychologen, NOOM, FNV Zorg & Welzijn, HCF Nederland, NU’91, RMU Sector
Sociaal Werk Nederland, SPOT en Zorgthuisnl. Generiek Gezondheidszorg en Welzijn ‘Het richtsnoer’. Beroepscode
kompas. Samen werken aan kwaliteit van bestaan. Thuis, in de van Verpleegkundigen en Verzorgenden. Leidraad voor
wijk en in het verpleeghuis. 2023. je handelen als professional. Hilversum: Van der Weij
15. Van Lierop MEA, Meijers JMM, Van Rossum E, Rutten JER, Drukkerijen BV; 2015.
Thoma-Lürken T, Zwakhalen SMG. How to establish workplace 32. Overheid. Wet BIG. Beschikbaar via: https://wetten.overheid.
learning in long-term care: results from a World Café nl/BWBR0006251/2021-07-01. Geraadpleegd op 27 februari
dialogue. BMC Nurs. 2022;21(1):241. 2023.
Verpleegkunde 1 - 39e jaargang - maart 2024 | 35

site.print_copyright
33. NU’91. Beschikbaar via https://www.nu91.nl/. Geraadpleegd 50. Cummings GG, Lee S, Tate K, Penconek T, Micaroni SPM,
op 12 februari 2023. Paananen T, et al. The essentials of nursing leadership: A
34. V&VN. Beschikbaar via https://www.venvn.nl/. Geraadpleegd systematic review of factors and educational interventions
op 12 februari 2023. influencing nursing leadership. Int J Nurs Stud.
35. ZonMw. Verpleging en Verzorging. Beschikbaar via https:// 2021;115:103842.
www.zonmw.nl/nl/programma/verpleging-en-verzorging. 51. De Kok E, Weggelaar-Jansen AM, Schoonhoven L, Lalleman
Geraadpleegd op 16 juli 2023. P. A scoping review of rebel nurse leadership: Descriptions,
36. Van Dale. Beschikbaar via: https://www.vandale.nl/ competences and stimulating/hindering factors. J Clin Nurs.
gratis-woordenboek/nederlands/betekenis/toewijding. 2021;30(17-18):2563-83.
Geraadpleegd op 9 juli 2023. 52. Rijksoverheid. Zeggenschap van zorgmedewerkers wettelijk
37. Hoegen P, Verhoef J, Munten G, Kuiper C. Evidence- vastgelegd. Beschikbaar via: https://www.rijksoverheid.
based practice voor verpleegkundigen. Gezamenlijke nl/actueel/nieuws/2023/06/26/zeggenschap-van-
geïnformeerde besluitvorming. Amsterdam: Boom uitgevers; zorgmedewerkers-wettelijk-vastgelegd. Geraadpleegd op 17
2020. augustus 2023.
38. Zorginstituut Nederland. AQUA-Leidraad 2021. Beschikbaar 53. Van Wieringen M, Kee K, Nies H, Gobbens R, Groenewegen
via: https:// www.zorginzicht.nl/ontwikkeltools/ontwikkelen/ P, Beersma B. Verzorgenden IG in beeld. Samen werken aan
aqua-leidraad.nl. Geraadpleegd op 27 april 2023. een duidelijke stem en betere positie voor de beroepsgroep.
39. Rashidian A, Eccles MP, Russell I. Falling on stony ground? Amsterdam: Vrije Universiteit; 2021.
A qualitative study of implementation of clinical guidelines’ 54. Van Wieringen M, Kee K, Gobbens RJJ, Nies H, Beersma B,
prescribing recommendations in primary care. Health Policy. Groenewegen P. Exploring crucial programme characteristics
2008;85(2):148-61. and group mechanisms of an empowerment programme for
40. Shiffman RN, Michel G, Essaihi A, Thornquist E. Bridging the certified nursing assistants-A qualitative study. J Adv Nurs.
guideline implementation gap: a systematic, document- 2022;78(9):2949-59.
centered approach to guideline implementation. J Am Med 55. Coulter A, Oldham J. Person-centred care: what is it and how
Inform Assoc. 2004;11(5):418-26. do we get there? Future Hosp J. 2016;3(2):114-6.
41. Diehl H, Graverholt B, Espehaug B, Lund H. Implementing 56. Luijkx K, Van Boekel L, Janssen M, Verbiest M, Stoop A. The
guidelines in nursing homes: a systematic review. BMC Health Academic Collaborative Center Older Adults: A Description
Serv Res. 2016;16:298. of Co-Creation between Science, Care Practice and Education
42. Smits M-J. Zicht en grip op lerend vermogen. Methode voor with the Aim to Contribute to Person-Centered Care for Older
zelfevaluatie in organisaties voor verpleeghuiszorg. . 2017. Adults. Int J Environ Res Public Health. 2020;17(23).
43. Senge PM. De vijfde discipline. De kunst en praktijk van de 57. Zorginstituut Nederland. Anders leren, anders kijken en
lerende organisatie. Schiedam: Scriptum; 1992. anders doen. Diemen: Zorginstituut Nederland; 2016.
44. Garvin DA, Edmondson AC, Gino F. Is yours a learning 58. Den Boer J, Nieboer AP, Cramm JM. A cross-sectional study
organization? Harv Bus Rev. 2008;86(3):109-16, 34. investigating patient-centred care, co-creation of care, well-
45. Marsick VJ, Watkins KE. Facilitating learning organizations. being and job satisfaction among nurses. J Nurs Manag.
Making learning count. . Brookfield, Vermont, U.S. : Gower; 2017;25(7):577-84.
1999.
46. Andriessen D. Praktisch relevant én methodologisch grondig?
Dimensies van onderzoek in het HBO. Utrecht: Kenniscentrum
Innovatie & Business, Hogeschool Utrecht. ; 2014.
47. Fitzpatrick JJ, Modic MB, Van Dyk J, Hancock KK. A OVER DE AUTEUR
Leadership Education and Development Program for Clinical Robbert Gobbens, lector Gezondheid en welzijn van
Nurses. J Nurs Adm. 2016;46(11):561-5.
kwetsbare ouderen, Hogeschool Inholland en Zonne-
48. Heinen M, Van Oostveen C, Peters J, Vermeulen H, Huis A. An
integrative review of leadership competencies and attributes huisgroep Amstelland; visiting professor, vakgroep
in advanced nursing practice. J Adv Nurs. 2019;75(11):2378- Family Medicine and Population Health, Universiteit Ant-
92.
49. Ramseur P, Fuchs MA, Edwards P, Humphreys J. The werpen; bijzonder hoogleraar Professionalisering van
Implementation of a Structured Nursing Leadership de verpleging en verzorging in de ouderenzorg, Tranzo,
Development Program for Succession Planning in a Health
Tilburg University, Nederland.
System. J Nurs Adm. 2018;48(1):25-30.
36 | Verpleegkunde 1 - 39e jaargang - maart 2024

site.print_copyright
lectorale rede

De kunst van verpleegkundig leiderschap


Op weg naar een nieuw normaal in de zorg voor mens en aarde

Kim Verhaegh

Kim Verhaegh sprak op 15 november 2023 haar lectorale rede uit ter gelegenheid van haar installatie als lector Verpleeg-
kundig Leiderschap bij Hogeschool Leiden, Kenniscentrum Vitaliteit en Eigen Regie en Alrijne Zorggroep. Dit artikel is een
samenvatting van de lectorale rede.

INLEIDING En wat is mijn loon?


Verpleegkundig werk is de afgelopen jaren bijzonder veel in Ik dien noch voor loon,
beeld gekomen. We hebben kunnen zien dat verpleegkundi- noch voor dank,
gen in het begin van de coronapandemie werden onthaald maar uit dankbaarheid en liefde;
als helden van de zorg. Niemand wist toen nog wat ons alle- mijn loon is, dat ik mag.
maal te wachten stond en hoe de pandemie zich zou gaan En als ik daarbij omkom?
ontwikkelen. Verpleegkundigen beseften dat zij iets moesten Kom ik om, zoo kom ik om.
doen en heel Nederland keek mee. Verpleegkundigen
toonden en namen leiderschap in de zoektocht naar oplos- (Fragment uit Diakonessenspreuk1)
singen voor acute problemen waar ze nog nooit in deze
hevigheid mee te maken hadden gehad. Maar ze moesten Deze Diakonessenspreuk uit 1908 laat zien dat deze opoffe-
ook veel persoonlijke risico’s nemen, omdat er nog weinig ringsgezinde mentaliteit van verpleegkundigen niet nieuw
of geen beschermende middelen waren. Ze zagen de angst is, maar is gevoed door een rijke geschiedenis. Een geschie-
in de ogen van hun patiënten, de stress bij collega-zorgver- denis die doorwerkt in de huidige tijd. We deden namelijk
leners en voelden het verdriet en de onmacht bij familiele- datgene wat er van ons werd verwacht, wat we van onszelf
den. En eenmaal thuis na een lange werkdag, moesten ze verwachtten. We offerden ons op en werden opgeofferd
afstand houden van hun eigen familieleden, bang om ook voor het belang van onze patiënten en collega’s. Maar zorg
hen te besmetten. Verpleegkundigen deden dus alles om zo verlenen aan mensen in een kwetsbare positie, in crisistijd of
goed mogelijk voor hun patiënten te zorgen. Zelfs oud-ver- niet, mag nooit afgewenteld worden op enkel de verpleeg-
pleegkundigen voelden zich in deze periode in hun diepste kundigen.
binnenste aangesproken om hun witte uniform weer aan te Dat gezegd hebbende heeft de coronapandemie ook iets
trekken en te helpen waar de nood het hoogst was. Hierdoor opengebroken, iets losgemaakt in ons innerlijke zelf. Veel
werden verpleegkundigen gevierd als helden. Ze werden verpleegkundigen hebben namelijk ervaren hoe beteke-
overladen met cadeaus en dankbetuigingen. Alleen na een nisvol hun werk is en hoe het is om een stap naar voren te
tijd vervloog de heldendomverering van verpleegkundigen. zetten in een onzekere tijd. En verpleegkundigen hebben
Verpleegkundigen raakten doordrongen van een akelige ervaren hoe anderen een stap opzij zetten voor hen, hoe
realiteit. De verpleegkundige als held is vleiend, maar niet het is om te werken vanuit gelijkwaardigheid, gehoord te
het complete, niet het echte verhaal. worden en zeggenschap te hebben. Alleen, nu de pandemie
Achter de façade van het heldendom gebeurde er in de wer- aan haar einde is gekomen, is de vraag hoe we dit kunnen
kelijkheid iets heel anders. Verpleegkundigen werden inge- vasthouden en afscheid kunnen nemen van oude gewoontes
haald door hun verleden. Dat deed denken aan de Diako- en gebruiken die ons belemmeren om ons uit te spreken en
nessenspreuk die werd uitgesproken tijdens de inzegening het goede te doen voor onze patiënten en hun familie, onze
van de Diakonessen Leiden: collega’s en onszelf.
Verpleegkunde 1 - 39e jaargang - maart 2024 | 37

site.print_copyright
Het is zaak om nu het verpleegkundige vak (kunstenaar- voor hun succes en welbevinden, zonder daarbij de invloed
schap) te herdenken, robuuster te maken voor de schok- van de geschiedenis van het beroep, de sociale structuur en
ken die er nog aan zullen komen2. De coronaperiode heeft organisatiecultuur mee te wegen. Of dat wanneer zorgma-
ons duidelijk laten zien hoe kwetsbaar ons zorgsysteem is nagers het over verpleegkundig leiderschap hebben, ver-
en hoezeer de gezondheid van de mens verbonden is met pleegkundigen enkel worden aangesproken op hun ver-
de gezondheid van de aarde. Daarnaast zien we globaal een antwoordelijkheid om de zorg nog efficiënter te maken. Bij-
beweging dat mensen in groten getale ontslag nemen en voorbeeld door verpleegkundigen aan te moedigen om met
vaak ook niet meer aan het werk gaan in de gezondheids- minder collega’s twee keer zoveel patiënten te verzorgen
zorg (54% zoekt werk buiten de gezondheidszorg in 2020- met dezelfde kwaliteit en werkplezier.
2021) . In Nederland zien we een hoog ziekteverzuim (9,3%)
3 4
Verpleegkundige zorg is geen industrie, geen productie-
onder verpleegkundigen en een toenemende uitstroom van proces. Het gaat over mensen, over verbinding, over maat-
jonge verpleegkundigen (11%) . Het lectoraat Verpleeg-
5,6
schappelijke en verpleegkundige waarden die we moeten
kundig Leiderschap levert een bijdrage om meer inzicht te beschermen tegen hen die enkel en alleen op efficiency
geven in de huidige problemen en suggereert een weg uit sturen. Het is echter waar dat we te maken hebben met grote
deze problemen. Ten eerste, in het duiden van de rol van maatschappelijke transities en het is juist dat we moeten
verpleegkundig leiderschap bij het verbeteren en professi- onderzoeken welke zorg passend is om de gezondheidszorg
onaliseren van de verpleegkundige zorg. Ten tweede, in het financieel houdbaar te maken. Verpleegkundigen kunnen en
onderzoeken hoe met verpleegkundig leiderschap het zorg- willen een grote rol spelen in deze transities door in te zetten
systeem veerkrachtiger, duurzamer en minder kwetsbaar kan op gezondheid, sociale rechtvaardigheid en ecologische
worden gemaakt. duurzaamheid. Daarom is het belangrijk dat de verpleeg-
Met het onderzoek van het lectoraat willen we bijdragen aan kundige beroepsgroep zorgorganisaties er echt toe uitno-
het empowerment van (toekomstige) verpleegkundigen, digt om een stap vooruit te zetten, zodat verpleegkundigen
zodat zij invloed kunnen uitoefenen op de ontwikkeling van zelf een narratief kunnen ontwikkelen hoe ze invulling willen
hun vak en de organisatie waarin zij dit vak uitoefenen. Dit geven aan verpleegkundig leiderschap.
vanuit de overtuiging dat verpleegkundigen een sleutelrol
hebben in het verlenen van kwalitatief hoogwaardige zorg HUIDIGE STAAT VAN VERPLEEGKUNDIG LEIDERSCHAP
die past bij de zorgbehoeften en wensen van een patiënt en Zonder verpleegkundigen is er geen gezondheidszorg. Ver-
zijn naasten. De bijdrage van verpleegkundigen reikt daarbij pleegkundigen zijn veruit de grootste beroepsgroep in
verder dan alleen hun invloed op de persoonsgerichtheid de zorg (216.681 BIG-geregistreerd verpleegkundigen vs.
en effectiviteit van de zorg die zij zelf verlenen aan patiënten, 78.110 artsen8). Zij brengen de meeste tijd door met pati-
maar omvat ook hun rol als verpleegkundig leider binnen enten. Verpleegkundigen hebben daardoor waardevolle
een zorgorganisatie. Hierbij gaat het expliciet niet om een inzichten en vervullen een sleutelrol in het verlenen van kwa-
formele leiderschapspositie, zoals een managementposi- litatief hoogwaardige zorg die past bij de behoeften en
tie in de organisatie. Het gaat erom dat verpleegkundigen wensen van patiënten en hun naasten. Verpleegkunde is
in alle lagen van de organisatie ruimte krijgen en nemen een veelzijdig beroep en het werk vindt onder andere plaats
om mee te denken en te beslissen over beleid dat het ver- in ziekenhuizen, verpleeghuizen, psychiatrische instellin-
pleegkundig werk behelst of raakt. Om de complexere zorg- gen, bedrijven (arbo- of bedrijfsverpleegkundigen) of in de
vragen van patiënten en naasten te beantwoorden, is het wijk. Verpleegkundigen maken ook dagelijks het verschil in
daarom noodzakelijk om de verpleegkundige zorg te profes- de levens van patiënten en hun naasten en worden wereld-
sionaliseren en de positie van verpleegkundigen binnen het wijd gezien als de meest betrouwbare beroepsgroep9. Maar
systeem van de algemene gezondheidszorg te versterken. dan toch hebben verpleegkundigen nog steeds te maken
Verpleegkundig leiderschap is daarbij essentieel. met oude en nauwe beeldvormingen of stereotyperingen
De interesse in verpleegkundig leiderschap is binnen de over verpleegkundigen en verpleegkundig werk10. Ieder-
beroepsgroep erg groot en krijgt met het nieuwe oplei- een denkt namelijk te weten wat een verpleegkundige is: zij
dingsprofiel BN20307 een nog prominentere plek in het cur- is een jonge vrouw in een wit uniform en werkt in een zieken-
riculum van verpleegkundige opleidingen. Nadeel is dat huis waar zij zorgdraagt voor zieke mensen. Iedereen denkt
verpleegkundig leiderschap weleens als een containerbe- ook te weten wat een verpleegkundige doet: zij volgt orders
grip wordt geduid en soms verkeerd of te simplistisch wordt op van een arts, zodat een ziekte kan worden genezen en
geïnterpreteerd. Bijvoorbeeld door sommige politici en zij helpt de zieke door dit pijnlijke proces heen met com-
beleidsmakers om hun neoliberale discours van eigen kracht passie en gewoon handelen11. Mensen denken voorname-
en verantwoordelijkheid te verantwoorden. Hiermee wordt lijk aan een zij, omdat in hun ogen een verpleegkundige een
succes of status van het individu gebaseerd op de eigen ver- vrouw is in een vrouwenberoep, die werk uitvoert dat past
diensten en zijn verpleegkundigen dus zelf verantwoordelijk bij een vrouw12. En zij werkt vaak in deeltijd om het (onbe-
38 | Verpleegkunde 1 - 39e jaargang - maart 2024

site.print_copyright
taald) zorgen voor anderen thuis voort te zetten. Ook dichten initiatieven die er momenteel zijn om de beroepsgroep
mensen typische kwaliteiten toe aan verpleegkundigen, verder te helpen. In Niets over ons, zonder ons15 schrijft
zoals dat ze lief, zorgzaam, opofferingsgezind en (vooral in Bianca Buurman, destijds Chief Nursing Officer van het
de coronaperiode) heldhaftig zijn. ministerie van VWS, dat de arbeidsomstandigheden van ver-
pleegkundigen verbeterd moeten worden. Zij komt met con-
Verpleegkundige stereotyperingen crete adviezen om de vicieuze cirkel van een hoge werkdruk
Maar dan kun je denken: verpleegkundigen kunnen toch en hogere uitstroom te doorbreken. Zij pleit onder andere
ook goed zorgen en zich heldhaftig gedragen? En de voor meer tijd en ruimte, meer zeggenschap en betere scho-
meeste verpleegkundigen zijn toch ook vrouw (88% vrouw lings- en loopbaanmogelijkheden. Daadwerkelijke en duur-
vs. 12% man ). Uit onderzoek blijkt dat langdurige bloot-
8 13
zame verandering vergt dus een systematische aanpak en
stelling aan stereotypen ertoe leidt dat deze aannames diep- is afhankelijk van het creëren van een eerlijk en gedeeld
geworteld raken in onszelf. Hierdoor ervaren wij deze stereo- begrip van de werkelijkheid, van de onderliggende oorza-
typen niet alleen als een omschrijving van hoe verpleegkun- ken van de huidige organisatorische en maatschappelijke
digen zouden zijn, maar ook hoe ze zich dienen te gedragen. problemen die er zijn en de belemmerende factoren die ver-
Denkbeelden die ontstaan over verpleegkundigen gaan pleegkundigen beperken in het uitoefenen en verder vorm-
aanvoelen als natuurlijk en worden vanzelfsprekend, waar- geven van hun vak16. Verpleegkundigen hebben hierin een
door het simplistische denkbeeld realiteit wordt. Zo kan het onmisbare sleutelrol. Daarvoor moeten zij wel bereid zijn om
gebeuren dat verpleegkundigen een onderdanige rol tole- een stap naar voren te zetten om de status quo te doorbre-
reren en zich niet durven uit te spreken. Of dat verpleegkun- ken en af te rekenen met de heersende stereotiepe beeld-
digen het niet tolereren dat een collega het hoofd boven vormingen. Dat vraagt om durf en lef, kortom: de kunst van
het maaiveld uitsteekt en ze elkaars succes misgunnen, het verpleegkundig leiderschap.
zogenoemde krabbenmandeffect.
Volgens de auteur en feminist Chimamanda Ngozi Adichie14 Verpleegkundig leiderschap als kunst
is het probleem met stereotypen niet dat ze niet waar zijn, Het concept van verpleegkundig leiderschap vindt zijn oor-
maar dat ze onvolledig zijn. Ze maken een verhaal tot het sprong in de 19de eeuw met de pioniersrol van verpleeg-
enige verhaal. Bijvoorbeeld het heldendom-stereotype kundige Florence Nightingale. Haar werk tijdens de Krim-
wordt de norm en dat leidt tot vooroordelen en een eenzij- oorlog legde de basis voor de moderne verpleegkunde en
dige blik. Het zorgt ervoor dat we accepteren en het normaal benadrukte het belang van de toegewijde en bekwame ver-
vinden dat verpleegkundigen zichzelf opofferen voor een pleegkundigen. Hoewel haar leiderschap vooral op per-
ander, waardoor er minder ruimte is om je kwetsbaar op te soonlijk niveau was gericht, legde ze de basis voor een sys-
stellen en je daardoor het gevaar loopt om op te branden. tematische aanpak van verpleging en zette ze de toon voor
En het zorgt ervoor dat verpleegkunde als beroep niet kan toekomstige verpleegkundige leiders. Inmiddels is er een
floreren. Het voortdurend herhalen van het heldendom-ste- grote hoeveelheid aan definities van verpleegkundig lei-
reotype houdt dus normatieve en simplistische ideeën over derschap te vinden en zijn deze gebaseerd op allerlei ver-
verpleegkundigen in stand, waardoor het voor verpleeg- schillende leiderschapstheorieën en -stijlen. Zo is er trans-
kundigen moeilijker wordt om een leiderschapsrol uit te formationeel leiderschap17, transactioneel leiderschap17,
oefenen. Het beperkt de mogelijkheden om positie in te moreel leiderschap18 en klinisch leiderschap19. Dit zijn slechts
nemen en inspraak en invloed te hebben over de ontwikke- enkele voorbeelden van leiderschapsstijlen. In de praktijk
ling van het verpleegkundige vak en werk. In die zin func- kunnen verpleegkundige leiders elementen van verschil-
tioneert het heldendom-discours als een dekmantel voor lende stijlen combineren, afhankelijk van de situatie en de
bestaande problemen van verpleegkundigen, zoals een mensen waarmee ze werken. Verpleegkundig leiderschap is
hoge werkdruk, weinig zeggenschap, lage positionering en in deze zin dus niet zozeer ‘technisch’ maar eerder ‘adaptief’
onvoldoende waardering en salariëring. van aard.
Florence Nightingale zei ooit verplegen is een kunst. Volgens
Verpleegkundigen maken de weg vrij haar vergt verplegen namelijk net zoveel, zo niet meer
Het wordt de hoogste tijd dat verpleegkundigen en ver- devotie en oefening dan het werk van een kunstenaar20. Lei-
pleegkundig werk op waarde worden geschat. Dat verpleeg- derschap wordt ook vaak geassocieerd met kunst21. Kunst en
kundigen zichzelf op waarde schatten en zich losmaken van leiderschap worden beide ervaren of aanschouwd door het
de heersende stereotiepe beeldvorming. Dat zij zich niet proces waarmee ze worden gecreëerd, alsook de dingen of
door anderen laten beperken in hun professionele autono- artefacten die zij achterlaten en waarop gereflecteerd kan
mie en impact kunnen maken door mede de zorgagenda te worden22. Net zo kunnen we verpleegkundig leiderschap
bepalen. Om echte en duurzame verandering te bewerkstel- beschouwen als kunst. Kunst laat ons iedere keer zien wat
ligen is het nodig verder te kijken dan alle gefragmenteerde het is om mens te zijn in al zijn schoonheid en in al zijn lelijk-
Verpleegkunde 1 - 39e jaargang - maart 2024 | 39

site.print_copyright
heid. En iedere verpleegkundige die leidt, op welke manier nieuwe normaal hebben we nog niet gevonden. Het lijkt
dan ook, is in principe een kunstenaar. erop dat we momenteel in een tussenfase zitten. Antropo-
Verpleegkundig leiderschap als kunst ontstaat vanuit de logen noemen dit een ‘liminale fase’. Het is een overgangs-
waarden die je kiest en de kennis of bekwaamheid die fase of tussenstap: je bent ergens weggegaan, maar nog niet
wordt toegepast in de praktijk. Net als een kunstenaar wil ergens anders aangekomen. Voor verpleegkundigen biedt
een verpleegkundig leider op een bijzondere manier iets deze overgangsfase ruimte voor een nieuw socialisatiepro-
creëren of tot stand brengen. Daarvoor moet een verpleeg- ces en het verwerven van nieuwe status en macht. Laten we
kundig leider net als een kunstenaar zijn of haar ambacht daarom vooral de onzekerheid die de liminale fase met zich
goed beheersen en creatief zijn. Om een mooi kunstwerk meebrengt koesteren en blij zijn dat oude machtsstructuren
te creëren moet hij of zij beginnen met goed kijken en luis- langzaam worden losgeweekt. En deze bijzondere periode
teren. Hij of zij moet de wil hebben en in staat zijn om de gebruiken om ons te bezinnen over wat nou echt van waarde
wereld om zich heen te begrijpen in al zijn complexiteit en is voor de verpleegkundige beroepsgroep en de zorg die
het onbekende. Door goed gebruik te maken van alle zin- zij verleent. Laten we tijd en aandacht besteden aan rituelen
tuigen kan hij of zij optimaal betekenis geven aan de data om afscheid te nemen van het oude en herintrede van het
die de wereld om hem of haar heen biedt. Maar net als bij nieuwe te vieren.
kunst is alles wat je ziet, niet altijd wat het in eerste instan-
tie lijkt te zijn. Soms blijven de dingen vaag of moeilijk te Lijden of leiden: een kritisch realistische blik
begrijpen, omdat ze afwijken van wat je kent uit het verleden. Na de liminale fase treedt er een periode van re-integratie
Kunst dwingt je om op een andere manier naar een onder- aan. In deze fase wordt de verpleegkundige met een her-
werp te kijken. Een verpleegkundig leider doet dat ook nieuwde sociale positie of rol weer in de sociaal-culturele
door iets bloot te leggen, waardoor je anders gaat kijken of structuur ingebed24. Gelukkig zien we de eerste contou-
denken. Ook blijft een verpleegkundig leider luisteren naar ren verschijnen van het nieuwe normaal. Verpleegkundigen
zijn of haar innerlijke stem, ook al is deze niet altijd aange- spreken zich sinds COVID-19 steeds vaker uit en hun invloed
naam voor anderen. Tijdens het creatieve proces hebben is vergroot mede door de wet Zeggenschap in de Zorg25.
een kunstenaar en verpleegkundig leider beiden oog voor Tevens willen steeds meer verpleegkundigen investeren in
detail, maar kijken ook regelmatig van een afstand naar het hun persoonlijke leiderschapsontwikkeling en zeggenschap
kunstwerk in wording om het totaalplaatje te kunnen over- binnen de organisatie waarin zij werkzaam zijn en daarbui-
zien. Voor verpleegkundig leiders is het belangrijk om de ten. Er vindt daardoor langzaam een verschuiving plaats,
materialen te kennen en verschillende technieken en vaar- één waar verpleegkundigen voor zorgen. Verpleegkundigen
digheden te beheersen en deze op een creatieve manier te zorgen namelijk niet alleen voor mensen in een ziekenhuis-
gebruiken en combineren. Hij of zij weet de kleuren goed bed, maar verpleegkundigen die leiden, zorgen ook voor
op elkaar af te stemmen. Zo kun je bijvoorbeeld iedere lei- zichzelf en andere verpleegkundigen en de gezondheid
derschapstheorie of -stijl zien als een andere kleur en deze van onze planeet. Met ons onderzoek willen we leiderschap
gebruiken naargelang de situatie en context op dat moment. bestuderen in de werkelijke context van het alledaagse wer-
En om een mooi kunstwerk (goede zorg) te kunnen creëren kende leven van verpleegkundigen in plaats van op een
moet de verpleegkundig leider ook enige artistieke vrij- abstracte theoretische manier. Het onderzoek vindt daarom
heid krijgen. Hij of zij moet dus zelf kunnen beslissen hoe het plaats in cocreatie met de verpleegkundige beroepsprak-
kunstwerk er uiteindelijk uit komt te zien. tijk en -onderwijs vanuit een kritisch-realistische benadering
die aansluit bij de kernwaarden van verpleegkundige pro-
CULTUURVERANDERING IN DE VERPLEEGKUNDE fessionele kennis26. Hieronder volgt een aantal voorbeelden
Ondertussen in de wachtkamer van het onderzoek van het lectoraat Verpleegkundig Leider-
Tegenwoordig spreken we niet meer zo vaak over de coro- schap.
naperiode. Wellicht om de pijnlijke en verdrietige gebeur-
tenissen achter ons te laten en het leven er weer zo normaal VERPLEEGKUNDIG LEIDERSCHAP IN DE ZORG VOOR DE
mogelijk uit te laten zien. Maar terug naar het oude normaal MENS
lukt ons niet meer, omdat we hebben gezien en ervaren dat Zorg voor verpleegkundigen
het oude normaal niet meer werkt. We hebben sinds de Verpleegkundigen die goed voor zichzelf zorgen, kunnen
uitbraak van COVID-19 afscheid genomen van oude ver- ook goed voor anderen zorgen. Dat is het belangrijkste uit-
trouwde gebruiken en gewoontes. En langzaam zie je een gangspunt van de onderzoekslijn Zorg voor verpleegkundi-
beweging die groeit richting een nieuwe normaal, een maat- gen binnen het lectoraat. Verpleegkundigen zijn namelijk de
schappij waarin het welzijn van mensen meer centraal komt hoeksteen van de gezondheidszorg en spelen een cruciale
te staan in plaats van ongebreidelde groei, dus een econo- rol in het welzijn van mensen en de samenleving als geheel.
mie van welzijn, terug naar de menselijke maat23. Alleen het Door hun belang te erkennen en te ondersteunen, kunnen
40 | Verpleegkunde 1 - 39e jaargang - maart 2024

site.print_copyright
we zorgen voor een robuustere en mensgerichte gezond- en startende verpleegkundigen vitaal aan boord blijven.
heidszorg. In ons onderzoek hebben we bewust aandacht Door middel van een realist review hebben we al enkele
voor zelfzorg en de omgeving waarin verpleegkundigen belangrijke inzichten kunnen geven in de onderliggende
werkzaam zijn. Hierdoor zijn verschillende aanverwante con- mechanismen en contextuele factoren die bijdragen aan het
cepten, zoals zelfcompassie, vitaliteit, veerkracht en empo- succes van dergelijke TOP-programma’s. Zo zijn professio-
werment relevant in ons onderzoek naar de kunst van ver- nele, psychologische en sociale ontwikkeling drie belang-
pleegkundig leiderschap. rijke mechanismen die je als zorgorganisatie kunt active-
ren om de gewenste uitkomsten als werkplezier, vitaliteit en
Zelfleiderschap, zelfcompassie en veerkracht bij studenten behoud van verpleegkundigen voor het vak te realiseren. De
verpleegkunde motivatie van startende verpleegkundigen, voldoende tijd
Door middel van een exploratief mixed-methodsonder- en middelen en steun van een mentor op de werkvloer zijn
zoek gaat het lectoraat na hoe studenten Verpleegkunde contextuele factoren die de onderliggende mechanismen
zelfleiderschap en zelfcompassie toepassen om veerkrach- positief kunnen beïnvloeden. De komende twee jaar zullen
tig te worden en te blijven. De resultaten van dit onderzoek we het onderzoek vervolgen door deze inzichten uit de lite-
maken inzichtelijk wat de kracht is van zelfcompassie en zelf- ratuur te verweven met de bevindingen uit het onderwijs en
leiderschapsstrategieën bij het veerkrachtig doorlopen van de beroepspraktijk en door bouwstenen te vormen voor een
de hbo-opleiding Verpleegkunde. Daarnaast wordt duide- veilige landing in een gezond leer- en werkklimaat.
lijk wat de potentie kan zijn van een veerkrachttraining, met
daarin aandacht voor zelfcompassie en zelfleiderschap, en Verpleegkundigen aan zet: ontwikkeling van een veerkrach-
welke studenten hier specifiek van kunnen profiteren. Ook tig verpleegkundig netwerk
geven de resultaten praktische input voor het ontwikkelen Door middel van een responsieve evaluatie onderzoekt het
van een dergelijke veerkrachttraining. In het huidige onder- lectoraat hoe een verpleegkundig netwerk tot stand komt
zoek wordt er vooral gekeken hoe studenten en verpleeg- waarmee verpleegkundigen in het Alrijne Ziekenhuis meer
kundigen zelf veerkrachtiger kunnen worden en hoe zij beter zeggenschap en veerkracht realiseren. Het doel van het ver-
kunnen omgaan met tegenslagen. Door deze taal te gebrui- pleegkundig netwerk is dat verpleegkundigen, verpleegkun-
ken, wekken we wellicht de suggestie dat veerkracht puur op dig specialisten en leden van de VAR actief deelnemen aan
het individu is gericht, dat (toekomstige) verpleegkundigen en inspraak hebben op de besluitvorming die het verpleeg-
vaak niet kiezen wat hen overkomt, maar wel hoe zij ermee kundige werk raakt, zodat werkplezier en kwaliteit van zorg
omgaan. Hiermee zeggen we eigenlijk dat de grootste toeneemt en uitval afneemt. Het verpleegkundig netwerk
beroepsgroep in de zorg het heeft opgegeven om invloed stimuleert verpleegkundigen en verpleegkundig specialis-
uit te oefenen op wat hen overkomt27. Het getuigt wat te ten om in contact te komen en elkaar zo te inspireren en te
weinig van verandering en te veel van het bevestigen van de helpen bij het ontwikkelen en behouden van veerkracht en
status quo. In vervolgonderzoek willen we dan ook wegblij- zeggenschap. Door middel van dialoogsessies worden de
ven van deze taal door met een kritisch realistische lens de deelnemers gestimuleerd om kennis te vergaren over zeg-
veerkracht van studenten Verpleegkunde te onderzoeken genschap en veerkracht en deze nieuwe kennis in de praktijk
in relatie met zelfleiderschap, zelfcompassie en veerkracht. te brengen binnen het netwerk, maar ook binnen hun eigen
Dit doen we op zowel op micro- als op mesoniveau. Dat wil team.
zeggen dat we met ons onderzoek zowel de focus leggen op Professionele zeggenschap is een essentieel onderdeel van
interne factoren (zoals self-efficacy, optimisme, emotionele verpleegkundig leiderschap. Helaas is er geen duidelijke
intelligentie en zelfzorg) als externe factoren (veilige leer/ definitie van zeggenschap, waardoor de impact van zeggen-
werkomgeving, social support, gezonde werk-privébalans schap momenteel moeilijk is te meten. Met ons onderzoek
en sense of belonging) die passen bij een ecologisch model dragen we bij aan het verder ontwikkelen en onderbouwen
van veerkracht28,29. van het concept zeggenschap. We leggen de focus op de
relatie tussen de input (activiteiten van verpleegkundigen en
Vitale start van startende verpleegkundigen VAR) en het proces van zeggenschap (shared governance)
Het concept ‘vitaliteit’ staat centraal in het onderzoek naar dat relevant is voor de verpleegkundige beroepspraktijk, en
goede inwerkprogramma’s voor startende verpleegkundi- de verpleegsensitieve uitkomsten op individueel-, team- en
gen. Dit onderzoek richt zich op de vraag hoe opleiding en organisatieniveau (figuur 1).
zorgpraktijk samen met studenten en startende verpleeg-
kundigen een modulair Transitie-van-Opleiding-naar-Prak- Het lectoraat Verpleegkundig Leiderschap zal zich de
tijk (TOP-)programma samenstellen door te leren van goede komende jaren ook blijven inzetten om de positie van ver-
praktijken, zodat studenten beter zijn voorbereid op het pleegkundigen in het ziekenhuis te versterken. Dat zal het
mentaal en fysiek uitdagende beroep van verpleegkundige bijvoorbeeld doen door te lobbyen binnen de organisatie
Verpleegkunde 1 - 39e jaargang - maart 2024 | 41

site.print_copyright
stress33. Samen met verpleeg-
kundigen van Alrijne Zieken-
huis implementeren en evalu-
eren we een educatieve inter-
ventie, waarbij we student- en
beginnende verpleegkundi-
gen ondersteunen door hen
met het Education in Funda-
mentals of Palliative Care-pro-
gramma te trainen in prak-
tijkgerichte EBPZ-vaardighe-
den en om zelfleiderschap
effectief toe te passen in de
praktijk. Het doel is om de
haalbaarheid van de EBPZ-
interventie en de potentiële
impact op verpleegkundigen
te onderzoeken. We onder-
zoeken deze interventie door
middel van een procesevalu-
atie, een fenomenologische
en een mixed-methodsstu-
Figuur 1. Relatie tussen de input en het proces van zeggenschap, en de verpleegsensitieve
die. De resultaten monden uit-
uitkomsten (afgeleid van: A theory-based approach to nursing shared governance30)
eindelijk uit in een borgings-
voor meer verpleegkundige macht en invloed op datgene plan voor het effectieve en duurzame gebruik van Evidence
wat het verpleegkundig werk raakt en een daarbij passende Based Palliatieve Zorg.
organisatiestructuur die verpleegkundigen zeggenschap
ondersteunt en helpt bij het vormgeven en implementeren Verpleegkundige zorg voor de aarde
van een visie op verpleegkundige zorg in Alrijne Ziekenhuis. Gezonde mensen en een gezonde planeet gaan hand in
hand. Onze gezondheid is namelijk afhankelijk van het eco-
Zorg voor patiënten systeem waar wij deel van uitmaken. Het lectoraat Verpleeg-
In het ziekenhuis hebben verpleegkundigen het privilege kundig Leiderschap vindt daarom klimaatverandering een
om tijdelijk het leven van mensen in hun meest kwetsbare belangrijk onderwerp. Klimaatverandering of de klimaat-
uren mee te maken. Van de geboorte tot aan de dood zijn crisis is de grootste bedreiging van de volksgezondheid
verpleegkundigen betrokken en bieden zij hun helpende van deze eeuw34. De effecten van klimaatverandering ver-
hand en luisterend oor. Verpleegkundigen leveren essenti- oorzaken risico’s voor de gezondheid en het welzijn van
ele zorg, dat wil zeggen dat zij activiteiten uitvoeren die de mensen35. Gezondheidsrisico’s ontstaan onder andere door
essentiële behoeften van mensen behelzen en respecte- de toename van weersextremen, zoals hittegolven, over-
ren. Essentiële zorg behoort tot de kern van verpleegkun- stromingen, droogte, biodiversiteitsverlies en milieuver-
dige zorg en draagt bij aan het fysiek, psychisch en sociaal vuiling. De impact van klimaatverandering en milieuvervui-
welbevinden door het ontwikkelen van een positieve relatie ling treft iedereen op aarde, maar in het bijzonder mensen in
en vertrouwensband met patiënten en hun naasten . Acti-
30
een kwetsbare positie, zoals mensen die in armoede leven,
viteiten van essentiële zorg zijn bijvoorbeeld gericht op ouderen, chronisch zieken, zwangeren en pasgeborenen36.
ademhaling, communicatie, mobiliseren, eten en drinken Een duurzaamheidstransitie is nodig om de oorzaak van de
en slapen32. huidige problemen op te lossen37. Het is dan ook schijnbaar
tegenstrijdig dat we als zorgsector zelf bijdragen aan het
Evidencebased palliatieve zorg ziek maken van mensen door een substantiële CO2-uitstoot
Verpleegkundigen bieden ook essentiële zorg tijdens het en milieubelasting. In Nederland is de zorgsector verant-
naderende levenseinde, ook wel palliatieve zorg genoemd. woordelijk voor 7% van de CO2-voetafdruk, 4% van het afval
Echter, verschillende barrières belemmeren de implemen- en 13% van het grondstoffengebruik38.
tatie van evidencebased palliatieve zorg (EBPZ), zoals dat Verpleegkundigen hebben een maatschappelijke rol als
verpleegkundigen onbekend zijn met richtlijnen en deze gezondheidsbevorderaar. Zij beloven in hun beroepseed
weinig toepassen, verminderde eigen-effectiviteit en morele dat zij zorgvragers geen schade zullen toebrengen en dat zij
42 | Verpleegkunde 1 - 39e jaargang - maart 2024

site.print_copyright
teel nauwelijks opgenomen in het verpleegkundig onder-
wijs. En hoewel er al veel kennis bestaat over de grenzen van
de planeet, en hoewel het duidelijk is dat we deze grenzen
inmiddels ruimschoots overschrijden, blijft voor veel ver-
pleegkundigen de vraag hoe zij leiderschap kunnen nemen
in het omgaan met klimaatverandering en verduurzamingen
van de zorg40.
De komende jaren doen wij als onderzoekers van het lecto-
raat, de verpleegkundige opleidingen en beroepspraktijk
onderzoek naar de kunst van verpleegkundig leiderschap in
het veerkrachtiger en duurzamer maken van ons zorgsysteem.
We nemen hierbij planetary health als uitgangspunt, figuur 2.

Dit onderzoek bestaat uit twee lijnen, namelijk (1) hoe


verpleegkundigen leiderschap kunnen nemen in het
verminderen van de CO2-voetafdruk van de gezondheids-
zorg met oog voor circulariteit en (2) hoe verpleegkundigen
kunnen omgaan met de gevolgen van klimaatverandering
op gezondheid en het zorgsysteem en voorbereid zijn op

Figuur 2. Planetary health41 toekomstige klimaatrampen. Dat doen we door een focus
te leggen op het inbedden van planetary health in curricula
zich inzetten voor de bevordering van de volksgezondheid van de faculteit Gezondheidszorg. Momenteel onderzoeken
en het welzijn van de samenleving39. Zij kunnen leiderschap we samen met studenten verpleegkunde en fysiotherapie
tonen door klimaat gerelateerde gezondheidsproblemen, welke wensen, behoeften en uitdagingen studenten, docen-
zoals infectieziekten, hittestress, long- en cardiovasculaire ten en de beroepspraktijk hebben met betrekking tot het
aandoeningen en mentale problemen, te signaleren en deze implementeren van planetaire gezondheid en de doelstel-
preventief aan te pakken. lingen van de Green Deal 3.041 in de verschillende curricula.
Om de rol van gezondheidsbevorderaar te kunnen vervul- Daarnaast is het lectoraat Verpleegkundig Leiderschap lan-
len, moeten verpleegkundigen beschikken over voldoende delijk partner binnen het ESCH-R (Evidence-based Strate-
kennis, vaardigheden en handelingsperspectieven over hoe gies to create Circular Hospitals: Applying the 10-Rs frame-
zij moeten omgaan met de gevolgen van klimaatverande- work to healthcare)-project. Het doel van dit onderzoek is
ring en het duurzaam uitoefenen van hun vak. Echter, kli- om een circulair ziekenhuis te creëren en onderwijsmate-
maatverandering is lange tijd onderbelicht geweest binnen riaal te ontwikkelen voor de opleidingen geneeskunde en
de verpleegkunde. Klimaat gerelateerd onderwijs is momen- verpleegkunde.

LITERATUUR
1. Jubileumuitgave bij het 75-jarig bestaan van Diaconessenhuis 8. BIG-register. 2023 [updated 2 oktober; cited 10-10-2023].
Leiden. 26 februari; 1972. Geraadpleegd van: https://www.bigregister.nl/over-het-big-
2. de Graaff D, Rahmawan-Huizenga S, van de Bovenkamp register/cijfers
H, Kuijper S, Wallenburg I, Bal R. Naar een veerkrachtig 9. Hulst, F.J.P. van der, Brabers, A.E.M. en Jong, J.D. de.
zorgsysteem: lessen uit de pandemie. Rotterdam, Nederland: Barometer Vertrouwen in de Gezondheidszorg. 2023.
Erasmus School of Health Policy and Management; 2022. 10. Teresa-Morales C, Rodriguez-Perez M, Araujo-Hernandez M,
3. De Smet A, Dowling B, Hancock B, Schaninger B. The Great Feria-Ramirez C. Current Stereotypes Associated with Nursing
Attrition is making hiring harder. Are you searching the right and Nursing Professionals: An Integrative Review. Int J Environ
talent pools? McKinsey Quarterly. 2022. Res Public Health. 2022;19(13):7640.
4. Ziekteverzuimpercentage; AZW branches. [cited 15-10-2023]. 11. Salvage J. The politics of nursing. London: Butterworth-
Geraadpleegd van: https://azwstatline.cbs.nl/#/AZW/nl/ Heinemann Ltd; 1885.
dataset/24015NED/table?dl=79EA2 12. Porter S. Women in a women’s job: the gendered experience
5. Landelijk uitstroomonderzoek. 2021. Geraadpleegd of nurses. Sociology of Health & Illness. 1992;14(4):510-27.
van: regioplus.nl/arbeidsmarktinformatie/landelijk- 13. Eagly AH, Koenig AM. The Vicious Cycle Linking Stereotypes
uitstroomonderzoek and Social Roles. Current Directions in Psychological Science.
6. Auerbach AI, Beurhaus PI, Donelan K, Staiger DO. A 2021;30(4):343-50.
Worrisome Drop In The Number Of Young Nurses. Health 14. The Danger of a single story. Oxford, UK: TEDGlobal; 2009.
Affairs Forefront. 2022. 15. Buurman BM. Niets over ons, zonder ons: Investeringsagenda
7. Bouwes A, Broekman H, Dobber J, Eisenberg I, den Hertog R, zeggenschap en positionering verpleegkundigen &
Ruthers A. Opleidingsprofiel Bachelor Nursing. 2023. verzorgenden. 2020.
Verpleegkunde 1 - 39e jaargang - maart 2024 | 43

site.print_copyright
Colofon
16. Munich Declaration--nurses and midwives: a force for health. Intensive Crit Care Redactieadres BPM Medica
Nurs. 2000;16(4):207-8. Redactie Verpleegkunde
17. Burns JM. Leadership. New York, NY: Harper & Row; 1978. Funenpark 1E
18. Brown, M. E., Treviño, L. K., & Harrison, D. A. Ethical leadership: A social learning 1018 AK Amsterdam
perspective for construct development and testing. Organizational behavior and Redactiecoördinator Marjolijn Heemskerk
human decision processes. 2005;97(2):117-34. redactie@tijdschriftverpleegkunde.nl
19. Swanwick, T., & McKimm, J. What is clinical leadership… and why is it important? tel: zie colofon online
2011;8(1):22-6. Uitgever Wijnand van Dijk, BPM Medica
20. Nightingale F. As Miss Nightingale said--: Florence Nightingale through her Redactie Prof. dr. R.J.J. Gobbens (voorzitter),
sayings: a Victorian perspective. Second ed. London, UK: Bailliere Tindall; 1997. Hogeschool Inholland, Amsterdam,
21. De Pree M. Leadership is an art. New York, USA: Currency; 2004. Zonnehuisgroep Amstelland, Amstelveen,
22. Ladkin D, Taylor SS. Leadership as art: Variations on a theme. Leadership. Tilburg University en Universiteit Antwerpen,
2010;6(3):235–241. dr. P. Boersma, Hogeschool Inholland,
23. Bansal A. Planetary health underpins an economy of wellbeing. BMJ. Amsterdam, dr. V. Duprez, UZ Gent, prof. dr.
E. Goossens, Universiteit Antwerpen, dr. S.M.
2020;370:m3080.
van Hooft, Kenniscentrum Zorginnovatie,
24. Turner VW. Betwixt and between. The liminal period in the “Rites de Passage”.
Hogeschool Rotterdam, dr. P. Lalleman,
In: The Forest of Symbols. Aspects of Ndembu Ritual. Ithaca; London: Cornell Hogeschool Utrecht, dr. S. Malfait, UZ Gent,
University Press; 1967. p. 93-111. dr. J. Meijers, Universiteit Maastricht , prof. dr.
25. Zeggenschap van zorgmedewerkers, Artikel 3, Rijksoverheid, Wet kwaliteit, B. Van Rompaey, Universiteit Antwerpen, dr.
klachten en geschillen zorg Sess. (2023). E.M.L. Verschuur, Long Alliantie Nederland,
26. Clegg S. Evidence-based practice in educational research: A critical realist critique Amersfoort, dr. J.B.M. de Vos, Elisabeth-
of systematic review. British Journal of Sociology of Education. 2005;26(3):415-428. TweeSteden Ziekenhuis, Tilburg
27. Traynor M. Guest editorial: What’s wrong with resilience. J Res Nurs. 2018;23(1):5-8. Redactieadviesraad dr. M.J.M. Adriaansen,
28. Hughes V, Cologer S, Swoboda S, Rushton C. Strengthening internal resources Arnhem/Nijmegen, prof. dr. A.L. Francke,
to promote resilience among prelicensure nursing students. J Prof Nurs. Utrecht
2021;37(4):777-83. Eindredactie Engelstalige teksten dr. Claudia
29. Hughes V, Swoboda S, Taylor J, Hudson K, Rushton C. Strengthening external Gamel
protective resources to promote prelicensure nursing students’ resilience. J Prof Opmaak Hans Jansens (The Impaginator)
Nurs. 2022;39:10-8. Druk Veldhuis Media, Raalte
30. Joseph ML, Bogue RJ. A theory-based approach to nursing shared governance.
Advertentie-exploitatie Wijnand van Dijk,
Nurs Outlook. 2016;64(4):339-51. BPM Medica, wijnand.van.dijk@bpmmedica.nl
31. Feo R, Rasmussen P, Wiechula R, Conroy T, Kitson A. Developing effective and
Richtlijnen voor auteurs Richtlijnen voor het
caring nurse-patient relationships. Nurs Stand. 2017;31(28):54-63.
indienen van kopij, kunt u downloaden van:
32. Salvage J. Model thinking: nurse, author and journalist Jane Salvage describes how www.tijdschriftverpleegkunde.nl
Roper, Logan and Tierney’s model of nursing changed the world and stood the test
Overname van artikelen Overname
of time. Nursing Standard. 2006;20(17):24+.
van artikelen door derden is uitsluitend
33. De Brasi EL, Giannetta N, Ercolani S, Gandini ELM, Moranda D, Villa G, et al. Nurses’ toegestaan na schriftelijke toestemming
moral distress in end-of-life care: A qualitative study. Nurs Ethics. 2021;28(5):614- van auteur, redactie en uitgever en met
27. bronvermelding.
34. Health and climate change [Internet].; 2018 [cited 27-10-2023]. Beschikbaar van: Abonnementsprijzen Particulieren: € 55,00,
www.who.int/news-room/facts-in-pictures/detail/health-and-climate-change Instellingen: Middelgroot € 180,00 inclusief
35. van Daalen KR, Romanello M, Rocklöv J, Semenza JC, Tonne C, Markandya A, et al. IP-toegang. Groot € 812,00 inclusief IP-
The 2022 Europe report of the Lancet Countdown on health and climate change: toegang, Prijzen zijn inclusief 9% btw., Toeslag
Towards a climate resilient future. Lancet Public Health. 2022;7:e942-e965. abonnement buiten Nederland of België: €
36. Prüss-Üstün, Annette, Corvalán, Carlos F & World Health Organization. (2006). 7,50 binnen Europa / € 16,- buiten Europa
Preventing disease through healthy environments : towards an estimate of the Vragen over abonnementen
environmental burden of disease . Prüss-Üstün A, Corvalán C./World Health SP Abonneeservice
Organization; 2006. Postbus 105, 2400 AC Alphen aan den Rijn
37. Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra. Uitvoeringsplan Green verpleegkunde@spabonneeservice.nl
tel: (0031) 172 476 085. Opzeggingen
Deal Duurzame Zorg 3.0. 2023.
schriftelijk, uiterlijk twee maanden voor afloop
38. Lenzen M, Malik A, Li M, Fry J, Weisz H, Pichler P, et al. The environmental footprint van de abonnementsperiode. Bij niet tijdige
of health care: a global assessment. Lancet Planet Health. 2020;4(7):e271-9. opzegging wordt het abonnement automa-
39. V&VN. Eed van verpleegkundigen en verzorgenden. V&VN. Utrecht; 2009. tisch verlengd.
40. KNAW. Planetary Health. An emerging field to be developed. Amsterdam: KNAW; Wet Bescherming Persoonsgegevens Uw
2023. opgegeven gegevens kunnen worden
41. Guzman CAF, Aguirre AA, Astle B, Barros E, Bayles B, Chimbari M, et al. gebruikt voor het toezenden van informatie
A framework to guide planetary health education. Lancet Planet Health. en/of speciale aanbiedingen door BPM
2021;5(5):e253-5. Medica en speciaal geselecteerde bedrijven.
42. Green Deal Samen werken aan duurzame zorg (Green Deal 3.0), Rijksoverheid; Indien u hiertegen bezwaar heeft, stuurt u een
2022. brief naar BPM Medica, Funenpark 1E, 1018
AK Amsterdam.
Disclaimer Aan de totstandkoming van deze
OVER DE AUTEUR uitgave is de uiterste zorg besteed. Voor
informatie die nochtans onvolledig of onjuist
Kim Verhaegh is verpleegkundige en studeerde Culturele Antropologie in is opgenomen aanvaarden auteur(s), redactie
en uitgever geen aansprakelijkheid. Voor
Utrecht. In 2019 promoveerde zij op het proefschrift Sailing home: a better
eventuele verbeteringen van de opgenomen
journey for patients through transitions of care. Voordat zij lector Verpleeg- gegevens houden zij zich gaarne aanbevolen.
ISSN 0920-3273
kundig Leiderschap werd bij Hogeschool Leiden, Nederland en Alrijne
Zorggroep werkte ze onder meer als docent bij de Hogeschool van Amster-
dam en als onderzoeker bij het Nivel. Kim Verhaegh is daarnaast bestuurslid
van De Duurzame Verpleegkundige.
site.print_copyright
Goede zorg laat
niemand achter
Het AZ Sint-Jan Brugge AV
¬ is een open (zieken)huis waar elke patiënt, los van (sociale)
achtergrond, geloofsovertuiging en financiële draagkracht terecht
kan voor basiszorg tot zeer gespecialiseerde referentiezorg
¬ staat voor warme zorg en ethisch handelen dat de patiënt
centraal stelt.
¬ investeert doelbewust om in een aantal medische domeinen
top- en referentiezorg te bieden.

Bekijk
onze video

AZ Sint-Jan Brugge AV
Ruddershove 10, 8000 Brugge, 050 45 21 11
info@azsintjan.be – www.azsintjan.be

You might also like