Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 36

PERSOONLIJKHEIDSPSYCHOLOGIE

Persoonlijkheidsstoornissen

Mieke Decuyper

Decuyper, M. (2020). Persoonlijkheidspsychologie.


1
LESOVERZICHT

1. Persoonlijkheidsstoornissen in DSM-5

2. Prevalentie

3. Etiologie

4. Dimensionale benadering van persoonlijkheidspathologie

Decuyper, M. (2020). Persoonlijkheidspsychologie.


2
1. PERSOONLIJKHEIDSSTOORNISSEN IN DSM-5

 Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM) van de


American Psychiatric Association

 De DSM is het meest aanvaarde en gebruikte classificatie-


stysteem in de VS en Europa

 Ander classificatiesysteem: International Classification of


Diseases (ICD-11) van de Wereldgezondheidsorganisatie

Decuyper, M. (2020). Persoonlijkheidspsychologie.


3
DSM-5: DRIE SECTIES

 Sectie 1: uitgangspunten
- o.a. indeling, gebruik, wijzigingen t.o.v. DSM-IV-TR,…

 Sectie 2: diagnostische criteria voor 19 hoofdcategorieën van mentale


stoornissen
- o.a. depressieve stoornissen, persoonlijkheidsstoornissen,…

 Sectie 3: opkomende meetinstrumenten en theoretische modellen


- o.a. nader te onderzoeken aandoeningen, alternatief hybride dimensionaal-categoriaal model
voor persoonlijkheidsstoornissen

Decuyper, M. (2020). Persoonlijkheidspsychologie.


4
ALGEMENE CRITERIA PS VOLGENS DSM-5*

A. Een duurzaam patroon van innerlijke ervaringen en gedragingen die duidelijk


binnen de cultuur van betrokkene afwijken van de verwachtingen.
Dit patroon wordt zichtbaar op twee of meer van de volgende terreinen:
- cognities
- affecten
- functioneren in het contact met anderen
- beheersing van de impulsen

* SECTIE 2
Decuyper, M. (2020). Persoonlijkheidspsychologie.
5
B. Het duurzaam patroon is star en uit zich op een breed terrein van persoonlijke en sociale
situaties

C. Het veroorzaakt in significante mate lijden of beperkingen in het sociaal en beroepsmatig


functioneren of het functioneren op andere belangrijke terreinen

D. Het is stabiel en van lange duur en het begin kan worden teruggevoerd naar ten minste de
adolescentie of vroege volwassenheid

E. Het is niet eerder toe te schrijven aan een uiting of de consequentie van een andere
psychische stoornis

F. Het is niet het gevolg van de directe fysiologische effecten van een middel (bv. drug,
geneesmiddel) of een somatische aandoening (bv. schedeltrauma)

Decuyper, M. (2020). Persoonlijkheidspsychologie.


6
DRIE CLUSTERS

Cluster A Cluster B Cluster C


vreemd, excentriek, zonderling dramatische, emotioneel, angstig, vreesachtig
wispelturig

• Paranoïde • Antisociale • Vermijdende


• Schizoïde • Borderline • Afhankelijke
• Schizotypische • Histrionische • Dwangmatige
• Narcistische

gestoorde ‘ik’ klemtoon op


interpersoonlijke centraal beleefd negatieve
beleving impulscontrole emotionaliteit

Decuyper, M. (2020). Persoonlijkheidspsychologie.


7
SPECIFIEKE PS-DIAGNOSE

Een diepgaand patroon van ……………… (centrale kenmerken van de PS) beginnend
in de vroege volwassenheid en tot uiting komend in uiteenlopende situaties zoals
blijkt uit … (minimumaantal vereiste criteria) of meer van de volgende:
• …
• …
• …
7 à 9 criteria
• …
(specifiekere uitingen van de centrale kenmerken
• …
aangegeven in de basisomschrijving van de PS)
• …
• …

Decuyper, M. (2020). Persoonlijkheidspsychologie.


8
CLUSTER A (VREEMD, EXCENTRIEK, ZONDERLING)

 Paranoïde PS

Een diepgaand wantrouwen en achterdocht t.o.v. anderen waardoor hun


beweegredenen worden geïnterpreteerd als kwaadwillig
- extreem wantrouwig, achterdochtig en overgevoelig voor beweegreden van anderen
- voelen zich snel bedreigd en zetten dreiging om in woede en agressie

- foutieve inschatting en wantrouwige interpretatie binnen sociaal verkeer


- testen anderen steeds opnieuw op betrouwbaarheid

- rigiditeit in deze visie

Decuyper, M. (2020). Persoonlijkheidspsychologie.


9
 Schizoïde PS:

Een diepgaand patroon van afstandelijkheid in sociale relaties, en


beperkingen in het uiten van emoties in intermenselijke relaties

- geen nood/behoefte aaan sociale/intieme relaties; onverschilligheid

- legt moeilijk contact, leeft vaak alleen

- beperkte uiting van emoties in interpersoonlijke situaties

- monotone, emotie-arme spraak, korte/afstandelijke antwoorden

- seksualiteit vaak enkel in fantasie

Decuyper, M. (2020). Persoonlijkheidspsychologie.


10
 Schizotypische PS:

Een diepgaand patroon van sociale en intermenselijke beperkingen gekenmerkt


door een acuut gevoel van ongemak bij en een verminderd vermogen tot het
aangaan van intieme relaties, en ook door cognitieve en perceptuele
vervormingen en eigenaardigheden in het gedrag

- angstig en ongemakkelijk in sociale relaties (vreemden), weinig vrienden, partnerrelaties


moeilijk

- eigenaardig en excentriek gedrag, vreemde overtuigingen (o.a. magisch denken)

- moeilijke communicatie en vreemde spraak (vaag, metaforisch, stereotiep, overdaad aan


details)

- geen duidelijk psychotisch beeld (geen hallucinaties of wanen)

Decuyper, M. (2020). Persoonlijkheidspsychologie.


11
Vergelijking SCHIZOÏDE & SCHIZOTYPISCHE PS vs. SCHIZOFRENIE:

Positieve symptomen  Schizotypische PS


wanen, hallucinaties,
bizar gedrag, vreemde (GEEN wanen en hallucinaties)
gedachten
Schizofrenie

Negatieve symptomen  Schizoïde PS


afgevlakt gevoelsleven,
apathie, sociale
terugtrekking

Decuyper, M. (2020). Persoonlijkheidspsychologie.


12
CLUSTER B (DRAMATISEREND, EMOTIONEEL, WISPELTURIG)

 Antisociale PS:
Een diepgaand patroon van gebrek aan achting voor en schending van de
rechten van anderen vanaf het vijftiende jaar aanwezig
- impulsief, roekeloos, en agressief
- makkelijk geïrriteerd, snelle verveling
- onverantwoordelijk en gericht op een snelle behoeftebevrediging
- beperkt ontwikkeld geweten
- bedriegt en liegt, houdt zich niet aan normen/wetten, rechten van anderen

(+ er zijn aanwijzingen voor gedragsstoornissen voor de leeftijd van 15)

Decuyper, M. (2020). Persoonlijkheidspsychologie.


13
AANVERWANTE DIAGNOSE: PSYCHOPATHIE

Affectieve kenmerken

PSYCHOPATHIE

Gedrags- Interpersoonlijke
kenmerken kenmerken

Decuyper, M. (2020). Persoonlijkheidspsychologie.


14
ANTISOCIALE PS = PSYCHOPATHIE ?

 historisch gezien als apart construct uitgewerkt

 Cleckley: The mask of sanity (1941) → basis voor de PCL-R

 Robins (1966): kenmerken delinquent jongeren → DSM-criteria Antisociale PS

Decuyper, M. (2020). Persoonlijkheidspsychologie.


15
ANTISOCIALE PS = PSYCHOPATHIE?

 antisociale PS komt vaker voor dan psychopathie

 meeste mensen met psychoathie hebben ook een antisciale PS maar niet omgekeerd

Antisociale PD
Psychopathie

 criteria antisociale PS meer gedragsmatig en minder strenge diagnostische grens

Decuyper, M. (2020). Persoonlijkheidspsychologie.


16
 Borderline PS:

 Een diepgaand patroon van instabiliteit in intermenselijke relaties,


zelfbeeld en affecten en van duidelijke impulsiviteit.

− instabiele relaties met anderen, sterk appel op de ander, overmatige nood aan bevestiging,
wisselend aanhankelijk en afstotend gedrag
− voortdurende angst om afgewezen te worden, moeilijke vriendschappen en relaties
− overgevoelig voor kritiek, voelt zich snel onrechtvaardig behandeld
− instabiel zelfbeeld, sterk wisselende belangstellingen, maken zelden iets af, doelloos
− gebrekkige emotie-beheersing, overweldigende woede en vijandigheid,
stemmingswisselingen
− grote emotionele pijn, chronisch gevoel van leegte
− zelfdestructief en impulsief gedrag

Decuyper, M. (2020). Persoonlijkheidspsychologie.


17
 Histrionische PS:

Een diepgaand patroon van buitensporige emotionaliteit en aandacht vragen


- overdreven emotioneel en aandachtzoekend gedrag via charmante houding, dramatische
scène of seksueel getint gedrag
- spreekstijl gericht op effect die het teweegbrengt
- veel aandacht en zorg voor uiterlijk
- overinterpretatie van vriendschappelijke relaties
- snel wisselende en oppervlakkige emoties

Decuyper, M. (2020). Persoonlijkheidspsychologie.


18
 Narcistische PS

Een diepgaand patroon van grootheidsgevoelens, behoefte


aan bewondering en gebrek aan empathie

- extreme nood aan bewondering, zichzelf belangrijk voelen,


voorkeursbehandeling, superioriteitsgevoel
- pre-occupatie met fantasieën omtrent eigen successen
- devalueren vaak het belang van anderen
- gebrek aan empathie, kunnen noden en behoeften van anderen niet inschatten
- overgevoelig aan kritiek; nijdig en jaloers van anderen

Decuyper, M. (2020). Persoonlijkheidspsychologie.


19
 Narcistische PS

- narcistische paradox
- narcisme vs. narcistische PS
- grandioos vs. kwetsbaar narcisme

Decuyper, M. (2020). Persoonlijkheidspsychologie.


20
CLUSTER C (ANGSTIG, VREESACHTIG)

 Vermijdende PS:
Een diepgaand patroon van geremdheid in gezelschap, gevoel van
tekortschieten en overgevoeligheid voor een negatief oordeel

- extreme angst voor kritiek, afwijzing of vernedering, gaan daarom contact uit de weg
- grote geremdheid/verlegenheid in sociale situaties
- laag en vertekend zelfbeeld
- eigen tekortkomingen worden extreem uitvergroot

Decuyper, M. (2020). Persoonlijkheidspsychologie.


21
 Afhankelijke PS:
Een diepgaande en buitensporige behoefte verzorgd te worden, hetgeen leidt
tot onderworpen en vastklampend gedrag, en de angst in de steek gelaten te
worden

- extreme nood aan zorg en aandacht, voelt zich vaak minderwaardig en hulpeloos
- kan niet functioneren zonder ‘sterke’ ander
- veel bevestiging nodig; durft niet ingaan tegen anderen
- aanklampend, onderdanig, passief, zelfopofferend gedrag

Decuyper, M. (2020). Persoonlijkheidspsychologie.


22
 Dwangmatige PS:

Een diepgaand patroon van preoccupatie met ordelijkheid, perfectionisme,


beheersing van psychische en intermenselijke processen, ten koste van
soepelheid, openheid en efficiëntie
- inflexibel
- regels en wetten moeten strikt nageleefd worden, grote rigiditeit
- wekken de indruk van grote zelfstandigheid en onafhankelijkheid, maar piekeren
voortdurend over hoe anderen hen beoordelen
- in intieme relaties vaak angst voor verlies van controle

Decuyper, M. (2020). Persoonlijkheidspsychologie. © Ursus Wehrli. The art of clean up


23
LESOVERZICHT

2. Prevalentie

3. Etiologie

4. Dimensionale benadering van persoonlijkheidspathologie

Decuyper, M. (2020). Persoonlijkheidspsychologie.


24
2. PREVALENTIE

 prevalentiecijfers afhankelijk van gebruikte methode

 algemene bevolking: ± 13% (Mattia & Zimmerman, 2001)


- meest voorkomende: dwangmatige PS (4.0%)
- minst voorkomende: narcistische PS (0.2%)

 psychiatrische populaties: ± 50%


- meest voorkomende: vermijdende PS (14.7%), borderline PS (14.3%)

Decuyper, M. (2020). Persoonlijkheidspsychologie.


25
 comorbiditeit

 differentiaaldiagnose
- bv. schizoïde vs. vermijdende PS

Decuyper, M. (2020). Persoonlijkheidspsychologie.


26
3. ETIOLOGIE

 biologische factoren
- genetische kwetsbaarheid
- bv. schizotypische PS

 psychologische factoren
- bv. verdrongen trauma’s, onveilige hechting (~ psychoanalyse)
- bv. verstoorde leerprocessen (~ behaviorisme)

 sociaal-culturele factoren

 Meestal combinatie van verschillende factoren

Decuyper, M. (2020). Persoonlijkheidspsychologie.


27
deviante Biologische
vrienden factoren

misbruik genetische
kwetsbaarheid

hard en
alcohol- en
inconsistent
druggebruik
straffen

Decuyper, M. (2020). Persoonlijkheidspsychologie.


28
LESOVERZICHT

4. Dimensionale benadering van persoonlijkheidspathologie

Decuyper, M. (2020). Persoonlijkheidspsychologie.


29
4. DIMENSIONALE BENADERING VAN PH-PATHOLOGIE

basisassumpties van de categoriale benadering:


 discontinuïteit: kwalitatief verschil tussen normale en abnormale
persoonlijkheid
 homogeniteit binnen categorieën: beperkte verschillen tussen individuen
met dezelfde diagnose
 exclusiviteit van categorieën: de kans dat iemand een bepaalde PS heeft, is
onafhankelijk van de kans dat hij tegelijkertijd ook een andere PS heeft

Houdbaarheid/validiteit van deze assumpties??

Decuyper, M. (2020). Persoonlijkheidspsychologie.


30
kritiek op categoriale benadering:
 overmatige diagnostische overlap (‘comorbiditeit’)
 heterogeniteit binnen categorieën
 arbitraire afgrenzing tussen normaliteit en abnormaliteit
 ontoereikende dekking
 gebrek aan wetenschappelijke ondersteuning

evolutie naar dimensionale classificatie van persoonlijkheidsstoornissen

Decuyper, M. (2020). Persoonlijkheidspsychologie.


31
CATEGORIALE VERSUS DIMENSIONALE BENADERING

categoriaal normaal abnormaal

dimensionaal maladaptief normaal neutraal normaal maladaptief


laag laag hoog hoog

emotioneel
emotioneel
instabiel
stabiel

Persoonlijkheidsstoornis = profiel met extreme varianten van algemene persoonlijkheidstrekken

Decuyper, M. (2020). Persoonlijkheidspsychologie.


32
dimensionale classificatie van PH-pathologie:
 empirisch afgeleide persoonlijkheidsdimensies:

Dominantie
Behoefte aan aandacht

Hardvochtigheid
Narcistische
PS
Histrionische
Antisociale
PS
PS
Borderline Vijandigheid
PS

Impulsiviteit
Affectieve labiliteit

Decuyper, M. (2020). Persoonlijkheidspsychologie.


33
 (dis)continuïteit

cut-offs?
90
80
70
60
50
Aanwezig
40
Afwezig
30
20
10
0
PS

 geen zwart-wit afbakening tussen normaal en abnormaal


 geen kwalitatieve maar kwantitatieve verschillen.

Decuyper, M. (2020). Persoonlijkheidspsychologie.


34
• PS-diagnose = multidimensionaal profiel

= voorbeeld van profiel op de


DAPP (= dimensionale PH-
vragenlijst)

Decuyper, M. (2020). Persoonlijkheidspsychologie.


35
 voordelen van dimensionale modellen:
 empirisch onderbouwd
 persoonlijkheidsdimensies lopen dwars door de bestaande categorieën heen en
verklaren zo hun onderlinge overlap
 geen nood aan vage restcategorie
 gedifferentieerd multidimensionaal profiel i.p.v. reductionistische categoriale diagnose
 grotere diagnostische subtiliteit en erkenning van klinische heterogeniteit
 minder stigmatiserend
 betere aansluiting bij de keuze, planning en doelstelling van behandeling

Decuyper, M. (2020). Persoonlijkheidspsychologie.


36

You might also like