Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 144

EEN SMERIG DIER

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 1 4/11/19 17:19


Paul Baeten – Een smerig dier.indd 2 4/11/19 17:19
Paul Baeten – Een smerig dier.indd 3 4/11/19 17:19
Voor Anna Sofia

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 4 4/11/19 17:19


H et leven was slimmer dan wij waren.Daarom hield
het ons al eens tegen. In mijn geval moest het daar-
toe vrij ver gaan.

De gebeurtenissen van de zomer van 2019 waren dan ook


spectaculair, maar op geen enkele manier verrassend. Ze
waren niets meer dan het leven dat mij duidelijk maakte
dat ik het beter moest gaan behandelen, of dat het mij an-
ders in de steek zou laten. Ze waren de som van een paar
kapotte delen die samen nog altijd mijn bestaan vormden,
maar die het werk dreigden neer te leggen uit protest tegen
de algemene gang van zaken.

Op twee juni viel ik rond het middaguur in slaap achter


het stuur van mijn auto en reed zonder te remmen in een
muur van betonnen weginfrastructuur op de A35, enkele
kilometers ten noorden van de Frans-Zwitserse grensover-
gang van Bazel. Ik vloog lang genoeg door de lucht om
mij ervan bewust te worden dat ik door de lucht vloog en
vond in die zweefvlucht een vreemd soort rust, omgeven
door een gloed van geel licht, de felle zon die werd gefilterd

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 5 4/11/19 17:19


door de dunne stof van de airbags. Deze rust werd ver-
stoord toen de auto landde, enkele keren tussen beton links
en beton rechts slingerde, en uiteindelijk met veel gekrijs
rokend en lekkend tot stilstand kwam.

Enkele minuten later stapte ik uit. Geen breuken, geen her-


senschudding, volledig bij bewustzijn. De impact op de
wagen was van dien aard geweest dat de voorwielen in de
verkeerde richting stonden en de velgen in twee stukken
scheurden. Elke plaat metaal was gedeukt of opengereten
en wat de ruiten waren geweest, lag nu in scherven ver-
spreid. De eerste mensen die kwamen toegelopen, leken in
eerste instantie verbaasd een levende te zien.

Later die dag zou een gendarme voorlezen wat de schade


was aan de openbare weg en het volstaat te zeggen dat hij
zijn blad moest omdraaien om volledig te zijn.

Maar het echte drama voltrok zich een maand later, toen
ik vanuit een innig verdriet tegen een jonge perenboom
trapte en mezelf op die manier een gebroken middenvoets-
beentje bezorgde. Het gevolg was dat ik gedurende vijf
weken maar op één been kon rekenen en geblokkeerd zat

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 6 4/11/19 17:19


in het huis van mijn moeder, die ik in lange tijd niet meer
had gezien. Het leven was dus slimmer gebleken, en had
me aan de kant gezet.

Sinds mijn tienerjaren heb ik gevochten tegen een exis-


tentieel verdriet, tegen paniekaanvallen, absurde uitingen
van controledrang en een hele reeks angsten. Enkel omdat
ik ook een hevige passie herberg voor het wonder van het
leven, alsook een diep geloof in de liefde belijd, heb ik al
die dingen sinds enkele jaren klein kunnen krijgen. Ik was
iemand geworden die vond dat het leven ten dienste van
mij stond en niet omgekeerd. Ik vond mezelf slimmer dan
de meeste anderen, kocht een sportwagen en dacht dat ik
eindelijk was geworden wie ik als kind wilde zijn. Een
moderne cowboy, nergens echt thuis en daarom overal een
beetje thuis. Maar toen kwam de zomer van 2019 en ver-
loor ik de liefde die me tot dan van energie had voorzien
en zo brak de dam die mij tegen een stuwmeer vol diep ver-
driet had beschermd.

Wat volgt, zijn de brieven aan mijn therapeute die ik schreef


tijdens die weken.

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 7 4/11/19 17:19


Paul Baeten – Een smerig dier.indd 8 4/11/19 17:19
1|

Dag An,

Ik liep de trappen af naar de kelder en elf treden en


evenveel seconden lang wist ik: ik heb een leren cein-
tuur die ongetwijfeld rond mijn nek past, die hang ik
aan een leidingbuis en daarmee is het eindelijk ge-
daan. Ik besloot dat het hier zou eindigen en die be-
slissing bracht een gelukzalige rust met zich mee. Ik
hield mijn adem in, duwde mijn tong tegen mijn ver-
hemelte om alvast te proeven van de verstikking die
me zou verlossen. Zo zou het gaan, daarna zou alles
weg zijn. Nooit meer pijn, nooit meer zorgen, nooit
meer verdriet.

Die elf seconden waren genoeg om een flits van de


duisternis in haar zwartste gedaante te zien en te be-
seffen dat het nog niet mijn tijd was.

Elk leven is een wereld en ik had nog niet alle lan-


den bezocht. Er moest nog veel gebeuren. Niet nu
meteen, maar later wel. Er moest gelachen worden,

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 9 4/11/19 17:19


vluchten gemist en vuur gestookt op kille avonden.
Het moest nog ontelbare keren donderdag zijn en er
moest nog heel vaak traag gekust worden in de lange
warme uren tussen juni en september.

Ooit zou ook dit maar een herinnering zijn. Misschien


over een jaar, misschien overmorgen. Maar nu nog
niet, nu was er enkel gekmakende pijn die zich niet
liet afschrikken door relativering. Ik snakte naar troost
van de liefde, maar juist die had ik weggejaagd.

Dus viel ik op bed neer en vluchtte in een diepe slaap.

Het is gewoon even mijn decennium niet, An. Maar


straks begint er gelukkig een nieuw, en dat ga ik laten
dansen. Alle rommel, alles wat overbodig is, gooi ik
daarom weg. Ik zal dus nergens nog over stamelen of
liegen. Ik zal je alles vertellen.

Om te beginnen wat ik als kind deed wanneer ik niet


kon slapen. Ik stelde me voor dat ik op de achterbank
van de auto lag en dat mijn vader reed en mijn moe-
der naast hem zat. En de zon ging onder en niemand

10

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 10 4/11/19 17:19


sprak, maar de stilte was er een van rust. Op de radio
las iemand de uitslagen van de voetbalcompetitie voor
of speelde op zacht volume een liedje, dat alleen maar
de omliggende stilte benadrukte. Een stilte waarop je
kon bouwen. Een stilte waarin je kon schuilen. Een
stilte waarin je kon gaan slapen met het idee dat mor-
gen weer goed zou zijn.

Dertig jaar later lijkt het erop dat ik nog steeds jaag op
dat gevoel. Een kort besef van welzijn, in het beste
geval pas na de feiten. Dat je ’s avonds of de dag erna
denkt: daar had ik het vast. Een paar uren rust in mijn
hoofd. Het leven beleven in de eerste persoon, zon-
der mezelf bezig te zien en te horen. Emoties zonder
pathetiek.

In zekere zin dus het leven beleven als een kind. Wat
gek is, want als kind wilde ik niets anders dan zo snel
mogelijk opgroeien. Niet dat ik nu weer een kind zou
willen zijn. Maar het hoeft ook niet meer zo nodig
sneller vooruit te gaan dan het vanzelf al gaat.

11

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 11 4/11/19 17:19


Ik was niet meteen gewonnen voor je idee om dit
per brief te doen zolang ik niet naar de praktijk kan
komen. Ik vind het wat onwennig. Schreef al lang geen
brieven meer. Ik dacht dat het lag aan de traagheid
die er eigen aan is. Ik heb niet langer het geduld om ze
te schrijven, jij niet de tijd om ze te lezen. Maar meer
nog gaat het om de meedogenloosheid waarmee je
kleine ideetjes, frustraties en groteske gevoelens tot
hun ware grootte terugbrengt. Als ik een uur bij jou kom
praten, dan is alles wat gezegd werd na dat uur ook
weer verdampt. Dat is vaak geen slechte zaak. Maar
een groot, schijnbaar uniek sentiment kan heel snel
heel klein en beschamend worden als je het opschrijft.
Woorden kunnen opsmukken, maar ook ridiculiseren
en uitkleden. In mijn hoofd of mijn hart kan iets soms
amper passen, alsof het eruit gaat barsten, en als het
eenmaal neergeschreven staat, is het ook dat maar.
Je kunt alles proberen te benoemen – hoop, geluk, ver-
driet, aantrekking – maar op dat moment kap je de kop
en de poten er ook af. We mogen slechts kleine ver-
wachtingen koesteren van zesentwintig letters.

Ik ben moe van al het slapen.

12

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 12 4/11/19 17:19


Morgen schrijf ik je over wat er vandaag gebeurde.

K.

13

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 13 4/11/19 17:19


2|

Dag An,

Mijn moeder vond een tijdje geleden een man. Ze zei:


dit zal de laatste zijn. Wat later verhuisden zij en de
man samen naar een huis aan de rand van de stad.

Toen ik gisteren bij haar aankwam, waren er door


omstandigheden enkele jaren voorbijgegaan sinds de
laatste keer dat we elkaar zagen. Ze zei ‘dag zoon’, en
ik knikte en keek voor de eerste keer rond in het huis.

Ze vroeg me hoe ik mijn voet had gebroken en ik zei


‘ach’. Dat bleek te volstaan. Ik wilde het niet vertel-
len en zij wilde het niet weten, dat is de eeuwenoude
stilzwijgende afspraak tussen zonen en hun moeders
om die onvoorwaardelijke liefde praktisch doenbaar
te houden.

Er waren veel redenen geweest waarom ik acht jaar


eerder het land had verlaten. Ik was depressief geraakt
en zocht naar een uitweg. Ik had behoefte aan een

14

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 14 4/11/19 17:19


ander leven, dacht ik. Mij er nog niet van bewust
dat datzelfde leven je altijd maar achtervolgt, waar-
heen je ook gaat.

Daarbij dacht ik ook te ontsnappen aan het lot van


de grote liefde. Ook van haar zou ik leren dat ze niet
zomaar op een dwaalspoor wordt gezet.

We zullen hier later op terugkomen.

Maar een derde reden was dat ik nog niet wist hoe
met familie om te gaan.

De grote affectie die ik voor hen voelde, vertaalde


zich niet in de noodzaak om zo veel mogelijk contact
te zoeken. Sommige vormen van liefde leken beter te
gedijen op een afstand. Zo werd dat gevoel tijdelijk
geblokkeerd, en werd het niet voortdurend geplaagd
door de weerspannige realiteit met al haar anekdotiek
en lastige details. Maar ik was een jonge man toen,
mogelijk nog een jongen, en leefde, zoals het jongens
toebehoort, in een theoretische versie van wat nog een
echt, beproefd en gevierd leven zou moeten worden.

15

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 15 4/11/19 17:19


In theorie lijkt immers veel eenvoudig. Je kunt het hel-
der uitleggen en dan neem je aan dat het klopt. Maar
in de praktijk kreeg ik in de winter van het vijfde jaar
na mijn vertrek ineens heimwee naar de nabijheid van
de mensen die ik al heel mijn leven kende. Toch kostte
het nog eens drie jaar, een tot schroot gereduceerde
auto en een kapotte voet eer ik bij dit huis aan de rand
van de stad aanbelde. Het was stil in de straat, er ston-
den boompjes en de voortuinen leken mooi verzorgd.

Het was een warme dag gisteren, en nadat mijn moe-


der me een tijdje had aangekeken, zei ze dat het in
huis koel was. Ze schonk me in de keuken een glas
water in en ik zei dat het een mooi huis was. Ze knikte
en ademde diep in. Voor zover ik wist, had zij de hitte
altijd goed verdragen. Ik vroeg haar of ze het te warm
had en of ze wilde gaan zitten. Ze schudde nee, tegen
de wil van haar lichaam in.

‘Ik kan er niet zo goed meer tegen’, zei ze, alsof het
over alles had kunnen gaan.
Ik knikte en dronk van het water.

16

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 16 4/11/19 17:19


‘Wat is er boven?’ vroeg ik.
‘Daar hebben we een appartement gemaakt. Tante
Hilda woont er nu.’
‘Wie was dat ook alweer?’
‘Oudste zus van oma.’
‘Hm.’
‘Had vroeger die twee hondjes...’
‘O ja.’

Ik herinnerde me een krom mens dat naar drop en


oude kleren rook en in een krantenwinkel werkte en
zei dat we niet op de stapels kranten mochten gaan
zitten.

‘Je slaapt beneden’, zei ze, en ze steunde met beide


armen op de rugleuning van een stoel.
‘Wil je even zitten?’
‘Het is de overgang’, zei ze, en ik volgde haar de kamer
uit en de trap af.

Mijn moeder liet me de kamer zien. Die lag driekwart


onder de grond. Er was een bed en een tafel en een
stoel en een kast, alsof de ruimte me eraan wilde her-

17

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 17 4/11/19 17:19


inneren dat ik weer aan het sobere begin stond en een
en ander op te bouwen had. Dat gaf me hoop. Ik hield
van een goed begin, ik hield van eenvoud. Eenvoud
was goed voor mijn hoofd.

Ik staarde door het smalle, horizontale kelderraam en


zag lage appartementsgebouwen aan de overkant van
de straat. Een slimme zelfstandige had hier veertig
jaar geleden zijn pensioenplan gebouwd, midden in
de wijk. Mooi had het niet hoeven zijn. Twee blokken,
telkens drie verdiepingen, elke verdieping een flat.

‘Ze laten er mensen van Sint-Jozef logeren’, zei mijn


moeder en ze opende een lege kleerkast. ‘Deze kun
je hebben.’

Het had geen minuut gescheeld of ik had aan de over-


kant van de straat gelegen. Nadat mijn vriend Jan
me gisteren had opgehaald en me op eigen initiatief
naar de huisarts had gebracht, stelde die twee zaken
vast. Het eerste was dat mijn voet gebroken was, het
tweede dat ik klaar was om opgenomen te worden. Dat
hoefde niet lang te zijn. Net lang genoeg om wat tot

18

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 18 4/11/19 17:19


rust te komen, eens met iemand te praten. Bijna had
ik gezegd: goed, breng me maar weg, berg me maar
even op. Jan herinnerde me eraan dat ik, toen hij me
een uur eerder had gevonden, zodanig vol spanning
zat dat lopen of praten nog net wel ging, maar dan op
de manier zoals een platenspeler nog wat blijft rond-
draaien nadat iemand er met een hamer zo hard mo-
gelijk op geklopt heeft.

Ik zei: breng me maar naar het huis van mijn moeder.


Ik kon nergens anders heen en wilde in een bed krui-
pen waarvoor ik geen intakegesprek diende te voeren.
Of toch niet met iemand die ik niet kende, want de
beste afnemers van intakegesprekken zijn moeders.

Ook wist ik uit ervaring dat, hoe diep ik ook zat, ik er


na korte tijd weer zou staan, en op dat moment wilde
ik niet wakker worden in een bed op een afdeling
waar ze trager en zachter dan normaal tegen me ble-
ven praten. Ik wilde dan snel verder kunnen met dit
leven en al deze shit achter me laten.

19

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 19 4/11/19 17:19


Ik weet dat jij dat niet altijd een goede eigenschap
vindt, maar ik had je gezegd dat ik je alles zou vertel-
len.

Zo kwam het dus dat ik mijn moeder opbelde en zei


dat ik mijn voet had gebroken en tijdelijk onderdak
zocht. Ook zei ik dat ik weer in het land was. Ze zei:
ik ben thuis.

De voet was goed, de voet leidde de aandacht af van


dingen die je niet met moeders bespreekt en hield me
weg van Sint-Jozef en de overkant. Ik kon zeggen wat
ik echt wilde, en moest er gewoon ‘door de voet’ aan
toevoegen. Bijvoorbeeld: Ik blijf gewoon thuis van-
daag, door de voet. En dan zeiden mensen: Ja, natuur-
lijk. En niet: Zo? Waarom dan? Ben je ziek?

Een man staarde terug vanuit een van de apparte-


menten.

‘Dat is Luk’, zei mijn moeder. ‘’s Nachts speelt hij vaak
muziek met de ramen open omdat hij bang is, daar
moet je niet op letten.’ Ik voelde me meteen thuis in
de straat. Ze zei: ‘Luk zorgt ook voor de kippen.’

20

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 20 4/11/19 17:19


Mijn moeder was opgegroeid in een groot huis in een
bos met veel dieren en had heel haar leven in de stad
gewoond en gezegd hoe ze dat miste. Nu ze in een wijk
buiten de stad woonde, gebruikte zij de voortuin om
kippen te houden. Een buurvrouw had gezegd dat
het niet mocht van de gemeente, maar daar had mijn
moeder zich niets van aangetrokken.

‘Ik moet wat rusten nu, door de voet’, zei ik. Ze zei:
‘Natuurlijk.’

Tot morgen,
K.

21

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 21 4/11/19 17:19


Paul Baeten – Een smerig dier.indd 22 4/11/19 17:19
W e zaten in de auto en zij was aan het vertellen en
ik keek naar haar en ik kende haar zes, zeven,
acht, misschien al wel tien jaar. Het was haar auto en
zij reed en ik zag haar na alles wat we samen al mee-
maakten alsof het de eerste keer was, en voelde opwinding
en fierheid en rust. Ik wist hoe ze vertelde en hoe ze haar
zinnen zou afmaken, ik kende de bewegingen van haar
lippen en die van haar handen, ik kende de kleren die ze
droeg en ik wist hoe ze roken, ik wist hoe de huid aan de
binnenkant van haar armen net als een ander soort zacht
aanvoelde dan die van haar hals, en toch was het de eerste
keer dat ik haar zag, zoals een onderzoeker die na jaren
zwerven in de jungle plotseling op nog geen meter van een
natuurwonder staat en op dat moment weer weet waarom
hij zo lang reisde, en waarom hij al die boeken studeerde
en zo vaak zijn slaap liet in kleine tentjes ver weg van
alles wat hij kende. Het was omdat dit was wat hij deed,
dit was wat hem maakte tot wie hij was. Als hij dit niet
had, dan bestond hij nog wel, maar in een versie die haar
doel had gemist. En zij vertelde verder en reed verder en
maakte alle bewegingen die ik net voor ze zich voordeden

23

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 23 4/11/19 17:19


kon voorspellen, en ik wist dat ik haar niet kon uitleggen
wat ik toen voelde, maar het misschien wel kon laten zien,
als we gewoon even een leven de tijd kregen.

24

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 24 4/11/19 17:19


3|

Dag An,

Vertelde ik je ooit al hoe ik mijn moeder bijna verloor


tijdens de eerste minuten van ons gedeelde leven?

Ik werd in de herfst van 1981 geboren in de gemeente


Mol. Mijn moeder, amper twintig, was tijdens de be-
valling hevig gaan bloeden. De dokter die haar had
moeten opvolgen, had die dag een hartaanval gekre-
gen. Zijn vervanger was een moderne man en had een
semafoon, maar die had hij uitgezet omdat hij te veel
storingen ondervond van CB-zenders in de omgeving.
Daarbij kwam dat hij uitzonderlijk de deur naar de
hal, waar de telefoon stond, had gesloten omdat de
hond in die hal sliep. Ook dat was uitzonderlijk. De
hond had net een operatie ondergaan, en jankte bij-
gevolg, wat de man uit zijn slaap hield zolang de deur
openstond.

Uiteindelijk werd de Rijkswacht uitgestuurd om hem


te halen. Hij kwam te laat voor mij, ik was intussen

25

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 25 4/11/19 17:19


geboren. Meer dan de helft van al het bloed uit mijn
moeder haar lichaam stroomde op dat moment over
de tegels van de verloskamer. Omdat er lang niet ge-
noeg bloed in voorraad was, werd een ambulance
uitgestuurd naar een ziekenhuis dat een grotere voor-
raad had en zo werd ik geboren zonder mijn moeder
het leven te kosten.

Door het persen van mijn moeder kwam ik ter we-


reld met een bloeduitstorting ter grootte van een ping-
pongbal op mijn hoofd. Pas een derde dokter zou we-
ken later ingrijpen en met een grote spuit de bloed-
massa wegzuigen. Mijn ogen stonden ook zo scheel
dat ze amper te zien waren, wat nog voor mijn eerste
verjaardag met een operatie van een halve dag lang
werd rechtgetrokken, zodat ik nu alleen nog een lui
oog heb, maar wel min of meer zie waar ik heenga.

Mijn hele kindertijd lang heb ik het gevoel gehad op


geen enkele manier bijzonder te zijn. Ik dacht: had ik
in om het even welke eeuw voor de twintigste geleefd,
dan was ik als een moederloze freak opgegroeid, met
een vader die me misschien wel om beide zaken had
veracht of me zou hebben verstoten.

26

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 26 4/11/19 17:19


Tot op de dag van vandaag beschouw ik mijn leven dan
ook als een aan het lot ontsnapte onderneming waar
ik van het begin af in feite niet veel recht op had, en
waar op z’n minst enkele excuses voor op zijn plaats
zijn. Het was waarschijnlijk oorspronkelijk niet de be-
doeling dat ik van de partij zou zijn.

Dat gevoel draag ik nog steeds mee, maar ik heb het


tot mijn vriend gemaakt. Ik beschouw het nu als de
ultieme herinnering dat ik er toch maar als joker bij
ben, essentieel een underdog en een buitenstaander,
en dat alles wat ik kan doen al bij voorbaat gewon-
nen is. Het oorspronkelijke plan was namelijk dat ik
al heel snel weer afgeserveerd zou worden. Daarom
voel ik me ook verbonden met mensen die van het
spoor zijn geraakt en niet in het centrum van het leven
staan, maar op een afstandje of achter in de zaal of
net ver genoeg van het gebeuren om ernaar te kijken
en erom te lachen. Dat deelde ik met Jan, met mijn
grote liefde, met mijn moeder, maar ook met Luk en
alle andere randgevallen. Geen mooiere eretitel dan
‘randgeval’.

27

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 27 4/11/19 17:19


De randgevallen zijn mijn broers en zussen en ik ben
een van hun afgevaardigden die het min of meer vol-
houdt in de bovenwereld. Wij zijn de afvalligen. De
mensen die van de trein zijn gevallen of gesprongen
om onder een brug te gaan leven of een leven als land-
loper te gaan leiden. Soms echt, soms in hun hoofd.
De mensen die het geen zak meer kan schelen, op wie
de regels niet meer van toepassing zijn omdat ze er
gewoon naast gingen staan om ermee te lachen. De
mensen die bang zijn maar ook van niets schrik heb-
ben. Mensen die niet slapen in hun nachten, maar
zweten en vechten, maar ook wonderlijke, mooie,
smerige en geile dingen doen, en dan dromen van
zoete slaap tijdens de lange dagen. Mensen die het
spel hebben verlaten. Mensen voor wie het volgens
iedereen te laat is.

Kapotte zielen, vermoeide lijven. Lijven onder stress,


hoofden die het begeven hebben onder de druk. Maar
ook zachte, lekkere lijven en hoofden die de wereld
draaglijk kunnen maken voor de rest. De clowns en
niet de kijkers.

28

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 28 4/11/19 17:19


Want de clowns geven en vertellen, omdat ze op zoek
zijn naar iets wat niet te vinden is. Echte liefde voelen,
hun hemel op aarde beleven. Ze trekken hun kleren
uit en zingen en schrijven en dansen in een einde-
loze reeks pogingen om die hemel te vinden. En het
ergste is dat het soms lukt om hem even te ervaren.
Maar meestal lukt het niet, vaak wint de lelijkheid en
is de neerslag steenhard. Clowns worden bejubeld en
bewonderd, maar het zijn ook de mensen die opeens
in de krant staan, omdat ze dood werden teruggevon-
den in een appartement of een grote, eenzame villa.
En de kijkers zeggen: hoe kan dat nou, hij had toch
alles? Maar de andere clowns weten heel goed wat
daar gebeurde. De hel at de hemel helemaal op en
had daarna nog niet genoeg gegeten.

En de kijkers, dat zijn alle anderen. Mensen met een


mening. Mensen die je te snel af willen zijn omdat
ze denken dat snel zijn voor winnaars is. Mensen die
nooit tijd hebben maar ook nooit de tijd nemen. Er
zijn ook goede kijkers. De meesten onder hen. Men-
sen die voor planten in hun huis zorgen, mensen die
hun inkopen met de fiets doen, mensen met abonne-

29

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 29 4/11/19 17:19


menten op van alles. Mensen op wie alle clowns stie-
kem jaloers zijn, zodat ze hen proberen na te doen.
Wat soms lukt. Vaker niet of toch niet lang.

Ik heb mijn moeder vandaag beloofd om elke dag


eens bij Tante Hilda op bezoek te gaan. Ik weet dat
ze het vroeg om mij een reden te geven om minstens
een keer per dag uit bed te komen, maar ik heb de
opdracht aanvaard. Vanaf morgen.

K.

30

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 30 4/11/19 17:19


4|

Dag An,

Het spijt me van vannacht. Ik kon niemand anders


bereiken en de paniek nam het helemaal van me over.
En dat om helemaal niets. Ik voel me zo stom. Het
spijt me. Bedankt om je telefoon op te nemen. Elke
keer als de paniek het van me wint, voelt het alsof de
teller weer op nul komt te staan. Zoals bij drinkers
die de dagen tellen sinds hun laatste glas. Dus dit
moet dan maar weer dag één zijn. Of zullen we doen
alsof vannacht nooit plaatsvond? Dat doen duizen-
den mensen elke ochtend, in een vreemd bed of in
hun auto, alleen met gedachten die als gieren boven
hun kop cirkelen.

Het spijt me van vannacht, want wat is angst? Niks.


Lucht. Prikkels in de kop. Een lijf dat geen weg weet
terwijl het gewoon ligt of staat. Angst was oorlog en
angst was honger, maar nu was er alleen vrede en te
veel eten en meer angst dan ooit tevoren. Angst zon-
der reden? Misschien. Maar daar heb je nu juist iets

31

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 31 4/11/19 17:19


waar angst geen rekening mee houdt, met een reden.
Elke verklaring van angst klinkt alleen maar logisch
als we het stil aan onszelf vertellen, in de privacy van
ons eigen hoofd. En ’s nachts. In de duisternis luistert
angst naar elk excuus. Maar in het licht van de dag en
in de confrontatie met een luisteraar die niet wijzelf
zijn, kruipt hij weg, zich bewust van zijn eigen onno-
zelheid. Dan kruipen we zelf weg. Weg tot het donker
wordt en we weer kunnen vrijen met alle smerige die-
ren die ons willen overnemen. Andere angstige lijven,
slechte herinneringen, vervlogen hoop, allemaal met
elkaar verbonden in het zweet. Dus wat is angst? Niks
het ene moment en alles het volgende. Een beest ver
weg van ons en een beest dat ons plots overneemt.
Seks en ziekte, gedreun en absolute stilte, alles waar-
van te vluchten valt. Alles wat te veel en alles wat te
weinig is. Daar kom je hem tegen. En als je hem niet
vindt, dan vindt hij jou wel.

Wel, vannacht heeft hij mij dus gevonden.

Ik heb mijn angsten niet overwonnen, zij werden me


uiteindelijk beu. Er was geen plaats voor victorie, hoog-

32

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 32 4/11/19 17:19


stens opluchting omdat ze mij een tijd met rust laten.
Nu en dan prikken ze me dus, alsof ze me willen laten
weten dat ze het zo weer kunnen overnemen. En dan
blijkt mijn hele idee van opgebouwde weerstand niet
waardeloos, maar ook verre van sterk genoeg. Een hele
grote muur van zand om een oceaan tegen te houden,
die heb ik opgebouwd. Dus ik hoop dat ik na vannacht
weer wat met rust gelaten word. Misschien vergeten
ze mij wel weer, er zijn zoveel mensen in de wereld. Je
angsten leren je zo intiem kennen dat het je vrienden
worden. Zij het dan vrienden van wie je hoopt dat ze
je niet meer zullen bellen. Vrienden van wie je weet
dat ze je slechter maken, die je uitputten en je dan
uitlachen omdat je uitgeput bent.

Er zijn mensen die een god nodig hebben om zich


klein en ondergeschikt te voelen. Een god om zichzelf
wat in toom te houden en nederig te blijven. Iemand
met angstaanvallen heeft geen god nodig.

Drie jaar geleden was het, maar vannacht stond hij


daar weer. Tussen drie en vier, zijn geliefkoosde uur.
Midden in de claustrofobie van de nacht.

33

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 33 4/11/19 17:19


Het deed me denken aan wat intussen al meer dan
acht jaar geleden is, toen ik naar jou kwam om precies
die nachtelijke aanvallen te bespreken. Midden in de
nacht stond ik toen soms op straat in kamerjas. Het
gebeurt nu dat ik tegen valavond moe word, en dat is
niet de vermoeidheid van de dag, maar een soort van
dieper gewortelde moeheid die voelt als een souvenir
van die tijd.

Vaak waren de aanvallen zo hevig dat ik het hele bed


liet daveren met mijn spastische lijf. Ik kon de nacht
en mijn gedachten niet aan, was ervan overtuigd dat ik
ziek was. Slikte pilletjes voor de maag alsof het snoep-
jes waren, terwijl ik ze helemaal niet nodig had. Zweet-
te mezelf kurkdroog, werd zo misselijk als op een klot-
send schip en elke vezel van mijn lichaam werd gean-
nexeerd door huiverige paniek. Ik kreeg het zo warm
dat ik opstond en zelfs met het raam open dacht ik dat
ik opgesloten zat in de onbeweeglijke warmte. Dat kon
ook in januari of november zijn, dat weet je nog wel.

Later zou jij zeggen dat beginnen te stappen een goe-


de manier is om aan je angsten te ontkomen. Dat wist

34

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 34 4/11/19 17:19


mijn hoofd toen nog niet, maar mijn lijf wel en dat trok
de rest met zich mee. Soms liep ik uit radeloosheid de
straat op. Het was een stille straat in het centrum van
een stille stad, maar ik stond plots helemaal opgejaagd
buiten en wist niet waarheen. Soms voelde het alsof
ik mensen zocht, om het even wie, als afleiding mis-
schien, maar meestal wilde ik alleen maar bewegen en
andere prikkels voelen dan die van de paniek.

En dat hielp. Buiten zijn helpt. De koude lucht stroomt


je lijf in en je koelt af. Alsof de koude een herinnering
aan de realiteit is. En dan weet je: het is halfdrie, ik
sta midden in de winter op straat. In mijn ondergoed.
En dan volgt de klop. De paniek sterft uit en ruimt
plaats voor vermoeidheid. Als een vuurpijl die hele-
maal opgebrand is en terug naar de aarde wordt ge-
trokken en wanneer hij de grond raakt niks meer is
dan een koud, leeg omhulsel. Klaar voor de vuilnis-
bak. Klaar om opgeveegd te worden. En dat is precies
hoe ik me vandaag voel.

Laten we het morgen maar weer proberen.

35

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 35 4/11/19 17:19


Goedenacht.
K.

PS: Morgen ga ik echt naar Tante Hilda.

36

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 36 4/11/19 17:19


5|

An,

Ik stond vanochtend een kwartier onder de douche


en spoelde al het angstzweet van me af. Paniekaan-
vallen zijn goed voor de huid, neem dat van mij aan.
Helemaal glad en glanzend zonder sauna of scrub.

Daarna ging ik op bezoek bij Tante Hilda. Dat ging


ongeveer zo:

– Wie is dit?
– Dag tante, ik ben Karel.
– Hoe?
– Karel. Je neef.
– Ik had een nonkel die Karel heette.
– Oké.
– Een pater karmeliet.
– Zo.
– Heel vervelend man.
– Oké…
– Ben jij er eentje van hier beneden?

37

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 37 4/11/19 17:19


– Mijn moeder woont beneden, ik logeer hier.
– Waarom?
– Waarom ik hier logeer? Ik brak mijn voet en ver-
nielde mijn auto, ik moet wachten tot ik genezen
ben om weer verder te reizen.
– Waar reis je dan heen?
– Dat weet ik niet.
– Dat is raar.
– Ja.
– Ik heb veel gereisd. Eerst met mijn man en de twee
hondjes, dan is Roland gestorven en ging ik alleen
met de hondjes.
– Mooi.
– Nu zijn ook de hondjes dood.
– Ja…
– Nu ik nog.

Ik zweeg.

– Wat doe je?


– Ik schrijf.
– Wat zeg je? Je schrijft?
– Ja.

38

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 38 4/11/19 17:19


– Dus je schrijft?
– Ja, dat is wat ik zei.
– Ik had een krantenwinkel.
– Dat weet ik.
– Vijftien jaar lang.
– Ja.
– Hoe oud ben je?
– 37.
– 67?
– Nee, 37.
– Een drie en dan een zeven?
– Ja.
– Dat is jong. Weet je hoe oud ik ben?
– 98.
– 98!
– Ja...
– Ik ben van 1921. En jij bent dan van…
– 1981.
– En je schrijft, zeg je.
– Ja.
– Ik had een krantenwinkel maar niet hier. In de stad.
– Ja, tante. Ik weet het. Ik ben nog in je winkel ge-
weest.

39

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 39 4/11/19 17:19


– Maar dan werd zijn moeder ziek. Moesten we te-
rugkeren naar dat dorp.
– Ja…
– Ik zou in de stad gebleven zijn. Wat heb je in een
dorp? Niks.
– Nee.
– In de stad kon je dingen doen. Wat kan een mens
hier doen?
– Dat weet ik niet. Maar je bent niet meer in het dorp,
tante.
– Niks!
– Nee...
– In het begin ging ik naar die feesten die ze doen.
Boerenfeesten. Niet veel aan, maar goed, je ziet eens
iemand. Simpel volk. Niks mis mee.
– Nee.
– Ben ik mee gestopt.
– Ja?
– Weet je waar ik woonde, in dat dorpje?
– Je woonde tegenover de kerk.
– Tegenover de kerk. En ik ging dan naar de kerk, in
het begin. Je weet wel, om eens wat mensen te zien.
– Ja.

40

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 40 4/11/19 17:19


– En daar zaten ze dan allemaal. Ik weet de namen niet
meer. Ik ben oud nu. 98 jaar. Hoe oud ben jij?
– 37.
– En na de kerk kwamen ze naar buiten in groepjes
om na te praten. Nu hadden we erg dunne ramen in
ons huis – een eenvoudig huis, een huis voor boeren
– en ik hoorde elk woord. Nooit ben ik nog naar die
kerk geweest. Schijnheiligen, stuk voor stuk.
– Ai.
– Ik wist: die kerk en al wie erin zit, daar heb je niks
mee te winnen. Allemaal schijnheiligen. Ik kon elk
woord horen van wat ze zeiden.
– Ja, dat zei je.
– We verkochten ook reiskaarten. Kranten, boeken,
kaartjes.
– Ja.
– Maar toen werd zijn moeder ziek.
– Ik weet het.
– Niemand wilde voor het mens zorgen. Zijn zus niet.
Zijn broer al zeker niet. Roger, de zatlap.

41

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 41 4/11/19 17:19


Ik knikte.

– Dus wij dan maar verhuisd.


– Ja.
– Maar ik zou nooit verhuisd zijn. Ik was 32, ik was
gelukkig. Als je jong bent, moet je gelukkig zijn. Tijd
genoeg om later nog miserabel te worden.
– Hm.
– Wat schrijf je dan?
– Niks. Van alles.
– Wat?
– Niks, tante.
– Ik ben moe.
– Schitterend. Ik ook.
– Bedankt voor het bezoek, ik ben Hilda.

En toen viel ze in slaap.

Tot morgen.

Bedankt voor het lezen, ik ben Karel.

42

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 42 4/11/19 17:19


6|

Dag An,

Jan kwam langs en we reden naar een tankstation waar


we in het winkeltje frisdrank en chocolade kochten.
Klinkt onschuldig en puberaal, en dat is het ook, want
we doen het al sinds we onschuldige pubers waren en
zijn het altijd blijven doen om ons eraan te herinneren
dat we ook maar gewone jongens zijn gebleven on-
danks al het succes, de drugs, het geld en de talloze
vrouwen.

De waarheid is natuurlijk dat we sentimentele idio-


ten zijn en ook nog eens te lui om onze gewoontes
aan te passen en ze gemakshalve dan maar rituelen
gaan noemen. Frisdrank en chocolade snoeprepen zijn
ook het soulfood van onze generatie verloren kinde-
ren. Als de meeste andere dingen in je leven al twin-
tig jaar of langer op losse schroeven staan, is er iets
geruststellends aan overal dezelfde smaken kunnen
vinden.

43

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 43 4/11/19 17:19


Jan reed het parkeerterrein van het tankstation op en
knikte in de richting van een man die een sportwagen
zoals ik er een de lucht in had gekatapulteerd, stond
vol te tanken. Hij zei: ‘Weet je nog toen je die sport-
wagen had? Wat gebeurde daar ook weer mee?’ ‘Die
moest ik helaas van de hand doen,’ zei ik, ‘mijn beste
vriend werd te dik om erin mee te rijden.’ Hij lachte
en zei: ‘Klinkt als een fantastische vriend.’ ‘Wacht tot
je hem in het echt ontmoet. Dat valt hard tegen.’

We praatten niet over onze problemen, deden een


luide zakenman na die in de rij stond om een sport-
drankje te betalen en in draadloze oortjes stond te
roepen alsof hij alleen op de wereld was. Die merkte
dat niet. Dat maakte het nog beter. We dronken onze
drankjes in de zon op de parking.

Soms is het beter om een en ander niet te benoemen


en om te doen alsof je de duisternis niet ziet, al hangt
ze amper een meter boven je hoofd. Vaak gaat ze dan
uit verveling weg. En als je zonsondergang haalt, wordt
het toch donker en dan valt de ingebeelde duisternis
niet meer zo op.

44

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 44 4/11/19 17:19


Ik denk dat dit mijn ondoeltreffende manier is om te
zeggen dat het een goede dag was. Morgen denk ik
zonder twijfel weer te veel na en zal ik beseffen dat
een goede dag blijkbaar gelijkstaat met een waarop
je er niet bij stilstaat hoe het er eigenlijk mee gaat. Niet
dat ik dat problematisch vind. Ik denk dat we veel te
veel stilstaan bij de vraag of we gelukkig zijn. Daar
zouden enkele minuten per week, bijvoorbeeld zon-
dag onderweg naar de bakker, voor moeten volstaan.

Er niet aan denken en doorgaan lijkt me op zich geen


slechte manier om met mijn verdriet om te gaan. Die
struisvogels zijn de domsten nog niet.

Een vriend – niet deze Jan, maar een andere die ook
Jan heet – zei me ooit: de slechte momenten komen
vanzelf wel, je hoeft er thuis niet op te zitten wachten.
Hetzelfde kan moeilijker gezegd worden van de goede
momenten. Maar als het zo blijft evolueren, sta ik bin-
nen een week weer helemaal opgeladen van zelfvertrou-
wen te barsten tussen allemaal blije, mooie mensen.

K.

45

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 45 4/11/19 17:19


Paul Baeten – Een smerig dier.indd 46 4/11/19 17:19
W e lagen ’s nachts in bed en ik zei dat ze een sme-
rig dier was en ze lachte. Ik likte het vocht uit
haar mond en uit haar oksels. Soms was ze mijn parfum,
waren wij ons parfum, dan roken we naar een plek die
alleen van ons was en op die plek wilde ik een vuur
maken en blijven wonen.

47

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 47 4/11/19 17:19


Paul Baeten – Een smerig dier.indd 48 4/11/19 17:19
7|

A,

Ik dacht vandaag een boek te lezen. Keek uiteindelijk


zevenenhalf uur non-stop Netflix. Het gaat minder
diep, maar je houdt het langer vol. We denken dat die
dingen succes hebben omdat er zoveel interessants op
te zien is, maar het succes is eraan te danken dat ieder-
een aan het eind van de dag een kalmeermiddel nodig
heeft dat geen al te langdurige schadelijke gevolgen
heeft.

Iedereen vlucht op die manier weg van van zijn ge-


dachten. Ik begrijp heel goed dat ze dat doen. Er is ook
niet veel dat je kan overtuigen niet te vluchten. Het
leven werd sneller, zogezegd. Alles kan nu sneller en
gemakkelijker. Dat weet ik zo zeker nog niet. Onno-
zele dingen gaan zo snel dat je het niet meer kunt vol-
gen en belangrijke dingen worden erdoor van de baan
gereden.

49

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 49 4/11/19 17:19


De sociale cohesie is zo goed als weg. Niemand heeft
nog werk, want werk werd vervangen door jobs en van
job moet je vaak veranderen. Dus de buurt of de straat
of het dorp of het werk of de werf of de club, er valt geen
gevoel van stabiliteit meer te putten.

De fysieke kant van de mens werd teruggedrongen tot


sportclubs en fitnesstoestellen. Juridisch werd ooit de
opdeling gemaakt tussen bedienden en arbeiders, men-
sen die ’s avonds met een vermoeid hoofd maar een
ongebruikt lichaam in bed kruipen, en mensen die
fysiek uitgeput zijn maar mentaal niet veel hebben
mogen presteren. Het maatschappelijk model laat te
weinig tijd over om sociale contacten uit te bouwen
in onze directe omgeving. Natuur is iets geworden
dat kunstmatig in leven wordt gehouden door allerlei
instanties wier job het is toe te zien op de natuur. Al-
lemaal jobs, allemaal een titel, allemaal ziek van een-
zaamheid in bed tegen tien uur en ’s ochtends amper
hersteld.

Vrijheid is de mens vreemd geworden. En vaak zeg-


gen we dat het de schuld is van die telefoons, maar

50

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 50 4/11/19 17:19


dat zijn niet meer dan de perfecte producten voor
deze tijd. De eenzame mens was er eerst, het speeltje
om hem een houding te geven kwam erna pas. Het
scherm is niet de oorzaak, het is het excuus. Want we
willen niet in onze eigen hoofden kijken en in de hoof-
den van anderen nog minder.

Ik moet denken aan de mensen die ik zag op weg


met Jan naar het tankstation. Zijn zij ook zo verloren?
Zo zagen ze er niet uit. Ook zo verdomd alleen bij
momenten, te midden van het volk of in hun eigen
gezin? Ik zou het wel willen weten. Maar zoiets vraag
je blijkbaar niet. Dat is tegen het sociale contract.
Wil niemand nu eens vragen: Hebben jullie dat ook?
Waarschijnlijk niet. Ik zal wel de enige zijn. Toch?
Iedereen lijkt zo prima te blijven functioneren en al die
vergaderingen en etentjes zo belangrijk te vinden. Ben
ik de enige die maar doet alsof, of hebben we te maken
met het grootst opgezette theater uit de geschiedenis
van onze soort? Honderdduizenden, zelfs miljoenen
onvrijwillige acteurs, elke dag maar weer het podium
op. Velen van hen liggen intussen wel al uitgeteld in
de coulissen op een bedje of zelfs op de grond. Hen

51

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 51 4/11/19 17:19


noemen wij opgebrand. We vinden het systeem dat we
opzetten wel superieur, maar wij moeten het nog altijd
dienen en niet omgekeerd. Het systeem is een oven en
wie er te lang in zit, brandt op. Dat is dan spijtig.

We zijn intussen allemaal minstens voor een stuk op-


gebrand, het enige verschil is dat sommigen een ma-
nier hebben gevonden om het nog wat langer uit te
houden. Nog een maand erbij. En wie weet nog een
jaar. Misschien hebben zij een kind of een kleinkind
in hun leven dat hun moed geeft, of een leuk dier
of vrienden met wie zij een hobby uitoefenen zoals
motorrijden of schaatsen. Een buur met wie het fijn
voetbal of tennis kijken is. Misschien zijn zij door de
natuur voorzien van een bezige geest, die hen niet laat
rusten en boeken doet lezen over programmeertalen,
het liefdesleven van Marie Curie of de filosofie van
Maslow.

Of misschien zijn ze allemaal sterker dan ik. Maar dat


denken de anderen mogelijk ook van mij. Daarom
probeer ik soms te praten. Tegen mijn beste vrienden
om te beginnen. Het is niet nodig om altijd maar een

52

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 52 4/11/19 17:19


muur van zelfverzekerdheid op te trekken. Je eens in de
kaart laten kijken mag best. Of je kunt ze eenvoudig-
weg op tafel leggen en zeggen: kijk, dat zijn ze, onno-
zel hè? Soms heeft me dat schade berokkend. Er zijn
helaas mensen die over zwakte praten verwarren met
zwakte. Zij vergissen zich natuurlijk, en missen volgens
mij voor een stuk een van de essentiële aspecten van
ons korte leven, namelijk een zinvol en authentiek con-
tact leggen met een andere mens. Of dat nu in liefde
of in vriendschap is, of tijdens het wachten op de trein.
Nog meer dan dat missen zij het inzicht dat ware kracht
schuilt in zelfkennis en relativering.

Hoor me bezig. Misschien moet ik wat meer naar bui-


ten. Maar daar zitten al die andere mensen te wach-
ten waar ik achteraf dan zo over moet nadenken.

Ik hoop dat jij een goede dag had.

Tot morgen.

Je zonnetje in huis,
K.

53

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 53 4/11/19 17:19


8|

Mijn hoofd werd zichzelf even beu en geeft me van-


daag een dag vrijaf door alle pijn handig voor mij te
verdoven.

Die pijn is een kruidige mengeling van verdriet, zelf-


haat, spijt, schaamte en melancholie en heeft mijn
leven lange tijd bepaald. Tien jaar. Vijftien jaar. Ik weet
het niet meer. De duur van een gemiddeld huwelijk
of van een opvoeding.

Ze heeft me net zoals die twee dingen ook uitgeleefd


en vormgegeven. Ik was in haar gaan wonen en zij
in mij. We hebben elkaar gehaat en uitgeput. En nu,
omdat het lang genoeg geleden is, mis ik haar soms.
Net zoals mensen na vele jaren een slecht huwelijk
gaan missen. Of een destructieve opvoeding. Hun geest
is met hen aan de haal gegaan. Ze dwalen omdat ze
de weg nooit meer vonden. Niet konden kiezen voor
iets beters. De mens is niet gemaakt om te kiezen,
de mens is gemaakt om te doen. De mens is een dier
dat moet eten en stoten, een plant die in de zon moet

54

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 54 4/11/19 17:19


staan. En nu resten ons enkel nog keuzes. Keuzes over
alles, keuzes de hele dag. En wat doen we – we doen
niks. We zitten en we denken. Onze handen blijven
schoon en ons hoofd wordt vuil.

Ik mis mijn pijn soms. De intimiteit ervan. De aan-


trekking van het smerige dier dat in je woont en op
je stampt en je doet schreeuwen. Mijn dier heeft me
thuisgehouden. Bang gemaakt voor andere mensen,
bang voor verkeer. Bang in de trein en bang in het
café.

Ik wil nu het andere dier, dat wat ik liefde noem en


wat over mijn lijf kruipt en me laat ontsnappen aan
alles, met haar handen die mijn keel dichtknijpen en
nagels die door mijn huid snijden tot ze bloedt. Daar
is mijn plek, daar ben ik thuis. Niet gemaakt voor lang
geluk, maar vluchtend in mijn kleine hoek. Vluchtend
tot diep in mijn liefste dier.

Ik dacht veel aan mijn liefde vandaag, ergens tussen


droom en herinnering. Ze liep op haar blote voeten
en ik kon onmogelijk iets bedenken dat mij tegelij-

55

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 55 4/11/19 17:19


kertijd zo rustig en gelukkig en zo onhoudbaar wild
maakte. Zij in een kleed met wild haar en verder niks
en lopend op haar blote voeten, dat moet de laatste
halte voor de hemel zijn. En in de hemel zelf geloof
ik niet.

Dus wilde ik bij haar blijven. Want de pijn komt terug.


Dat weet ik wel zeker. Mensen zoeken maar naar
geluk. Het gaat daar niet om, het gaat om dankbaar
zijn dat de echte pijn je even ontziet. En dat is enkel
door toeval. Geluk is geen gevoel, het is hetzelfde ge-
luk als bij het gokken of het gooien van de dobbelste-
nen. Spelersgeluk. Geluk ontzien te worden. Geluk
van de perfecte kus. Geluk een verwante ziel tegen te
komen en samen een glas te drinken.

Leve de verdoving. En tot morgen.

K.

56

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 56 4/11/19 17:19


9|

A,

Rustige dag. Meer nieuws van boven. Tante Hilda


heeft een nieuwe hobby en die heet paranoia. Ze denkt
dat we haar geld stelen (dat doen we niet) en is voort-
durend op zoek naar bezittingen die soms echt zijn
en soms relikwieën uit een of andere herinnering. Ze
kijkt naar me, maar ik weet niet of dat is omdat ze
zich probeert te herinneren wie ik ben of om te con-
troleren of ik niets van haar steel. Misschien beide.
Vandaag ging dat ongeveer zo:

– Waar is mijn tas?


– In je kamer.
– Waarom?
– Daar zal niemand ze stelen. Hopelijk.

Toegegeven, ik voed de paranoia. Maar de dagen zijn


lang en ik heb Netflix uitgekeken, en laten we eerlijk
zijn: erger gaat het er niet door worden.

57

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 57 4/11/19 17:19


– Ik heb mijn zakdoek nodig. En al mijn spullen zitten
in die tas.
– Welke spullen?
– Mijn geld. Mijn knopen. Alles.
– Je wát?
– Ik wil mijn zakdoek.
– Die zit in de mouw van je trui.
– Ik vind hem niet.
– Daar. In je mouw. Ik zie ’m zitten.
– Ik zie je wel maar ik versta je niet.
– Dat de zakdoek in je mouw zit!
– O ja.

Ze tastte naar de verkeerde mouw.

– Ik ben triest vandaag.


– Hoe komt het?
– Ik voel me alsof ik niet thuis ben.
– Je bent thuis, tante.
– Ik had een ander huis.
– Ja, maar daar mag je niet meer heen, het is te ge-
vaarlijk. Je valt er van de trap en je wilt geen alarm
bij je dragen en je wilt ook geen ‘vreemden’ die je
komen verzorgen. Dus dit is nu je huis.

58

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 58 4/11/19 17:19


Ze dacht na.

– Waar ben ik nu dan?


– Bij mij, tante. Je bent bij mij, in het huis van je
nichtje. Dat is mijn moeder.
– Hoe lang al?
– Je woont hier al bijna een jaar.
– Een jaar?
– Ja.
– Waarom ga ik dan niet terug naar huis?
– Omdat dat te gevaarlijk is. Je viel er al vaak en de
laatste keer brak je een heup.
– Ik ben niet graag mensen ten laste.
– Je bent niemand ten laste.
– Hier is mijn zakdoekje, het zat in mijn mouw.

Ze veegde haar neus af en keek in de zakdoek.

– Mag ik je iets vragen?


– Ja.
– Hoe heet je?
– Karel.
– Karel?

59

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 59 4/11/19 17:19


– Ja. Ik ben je neef, Karel.
– Karel?
– Ja.
– Ik moet je wat vragen.
– Oké.
– Het is een geheim.
– Oké, vertel.
– Houd het voor jou, want het mens van hier beneden
vertrouw ik van geen kanten.
– Begrepen.
– Gisteren nog stal ze een ring van me.
– Oké. Wat is nu je vraag?
– Ik had een klein horloge van goud. Nam ze ook
mee.
– Wat is je vraag nu?

Ze keek schichtig rond, leunde dan in mijn richting en


fluisterde: Waar is mijn tas?

En zo ging het nog wel even door.

Telkens als ik vertrek, denk ik dat ik haar hoor huilen.

60

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 60 4/11/19 17:19


Ik ga wat eten. En dan slapen.

Tot later.

K.

61

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 61 4/11/19 17:19


10 |

An,

Vandaag zag ik mijn moeder de was vouwen op een


tafel in de tuin. Ik hinkelde tot bij haar. Ze zei: Dag
jongen.

We hadden al een en ander gezien, zij en ik.

– Ga je het me nog vertellen? vroeg ze.


– Wat?
– Hoe je je voet brak.
– Ach.
– Je slaapt hele dagen.
– Ik slaap niet heel de tijd.
– Schrijf je nog met die therapeute?
– Ja.
– Helpt dat?
– Ik denk het wel.
– Wat ga je nu doen?
– Hoezo?
– Je weet wat ik bedoel.

62

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 62 4/11/19 17:19


– Niet echt.
– Jawel.

Ze was gespannen en ik wilde weg.

– Ik zal wel zien. Eerst moet die voet weer beter zijn.
– Want je kunt niet denken als je in bed ligt?
– Ik heb wat tijd nodig.
– Blijf je in het land?
– Weet ik niet.
– Waar ga je dan wonen?
– Weet ik ook nog niet.
– Heb je die auto al verkocht?
– Nee. Het is een wrak.
– Kun je tenminste dat wrak niet verkopen dan?
– Doe ik wel eens.

Ze zuchtte en gaf het op, wat me opluchtte en verdriet


deed tegelijk.

– Wil je een tijdje hier blijven wonen nadat je voet


beter is?
– Nee.

63

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 63 4/11/19 17:19


– Maar wat wil je dan wel?
– Zoals ik al zei: ik weet het nog niet.

Ik wilde haar zeggen dat ik zoveel verdriet had dat


ik eerst weer een reden moest vinden om hoe dan
ook aan plannen maken te denken. Dat ik bij haar
had willen wonen en alleen daar en nu niet meer wist
waar ik wilde zijn, laat staan een bankstel of een koelkast
wilde installeren. In de plaats daarvan zei ik: ‘Als je
wilt, kan ik een hotelkamer huren.’ Ze schudde van
nee en ging naar binnen. Ik had valsgespeeld, ik had
gedaan alsof ik niet begreep wat ze eigenlijk vroeg. Ik
haatte mezelf, ik haatte mezelf zo fucking hard.

Toen ik zestien was, verliet ik het huis van mijn moe-


der. Sindsdien had ik andere huizen gevonden, maar
die waren steeds tijdelijk geweest. Een huis dat bleef
duren, kende ik niet. Ik dacht ook lang het niet nodig
te hebben, net zoals ik lang dacht geen pensioen-
spaarplan nodig te hebben. Het leven leek tot niet
eens zo lang geleden op een halfopen lijnstuk waarvan
enkel de geboorte een feit was, en het einde slechts
een troebel en abstract concept. Niet alleen dacht ik

64

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 64 4/11/19 17:19


niet aan de dood, ik leefde ook in de overtuiging dat
het leven iets was dat nog wel zou volgen op hetgeen
nu al bezig was. Het nu was een soort voorbereiding
voor later, een voorbereiding op geluk, succes en een
blijvend thuis.

Ik heb het vertrouwen van mijn moeder verloren.


Wanneer zij bij me is, voel ik haar ongemak. Op lange
afstand ging het nog net. Ze weet niet meer wat ze van
mij moet denken of wat ze met me aan moet. Mijn
moeder is amper twintig jaar ouder dan ik, en het risi-
co met jonge ouders is dat je ze te vroeg als vrienden
kunt beschouwen. Nadat mijn ouders bij elkaar weg-
gingen in het jaar 1996, haastte ik me om hen te zien
als mensen die er ook maar het beste van probeerden
te maken. Een overdreven gevoel voor verantwoor-
delijkheid en een haast ziekelijke empathie heeft me
er meestal van weerhouden om gepast te reageren of
mijn emoties te uiten.

Ik ben een moeilijke vriend geworden en een onmo-


gelijke zoon. Er zijn grenzen aan vriendschap en
ouderlijke liefde en die had ik opgezocht en enkele

65

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 65 4/11/19 17:19


keren had ik daardoor de ander over de grens ge-
duwd. Dat vond ik op dat moment niet eens heel erg,
ik hoefde ook geen vrienden die er maar wat bij liepen
zolang het goed ging, of niet te lang slecht. Onge-
twijfeld is dat te veel verlangen van een vriendschap,
maar dat kon me weinig schelen. Ik zou graag het om-
gekeerde beweren, want dat zou me menselijker en
wijzer doen klinken, maar het is niet zo. Ze konden
allemaal barsten in hun oppervlakkige wereldje, blind
voor de eigen fouten en streng op die van anderen.

Maar met mijn moeder zit ik in. Ik was de zoon die


alleen maar goed deed. En nu was ik gevlucht, had ik
bedrogen, verloren en dan nog eens verloren. En net
op dat moment mankeerde mij de moed om het weer
goed te maken. En ik was moe, maar zij was moeër.
Zij ging al langer mee en ik kon er alleen maar bij
staan en zeggen dat het aan een stomme voet lag.
Heel haar jonge leven had ze haar energie in mij ge-
stoken en nu het stilaan mijn beurt was, moest ik niet
alleen forfait geven, ik wilde ook nog eens de energie
die haar resteerde gebruiken voor mezelf.

66

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 66 4/11/19 17:19


Ik maak het goed, An. Er komt spoedig een dag en
dan maak ik het goed.

K.

67

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 67 4/11/19 17:19


Paul Baeten – Een smerig dier.indd 68 4/11/19 17:19
I k wilde geen spel meer spelen. Ik was moe van het spe-
len. Ik wilde haar hand vasthouden en voelen dat dat
ook voor haar meer dan genoeg was om al de rest aan te
kunnen. Echte liefde was gedeukte liefde, echte liefde was
soms ook buikpijn en huilen om geen enkele duidelijke
reden. Echte liefde was kloterij en smeerlapperij. Zweten
op elkaar, likken aan elkaar, duwen tegen elkaar, soms
weggaan maar altijd terugkeren.

69

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 69 4/11/19 17:19


Paul Baeten – Een smerig dier.indd 70 4/11/19 17:19
11 |

An,

Angela Merkel was op televisie. Ik had te doen met


haar. Een tijd geleden was het mens beginnen te tril-
len en dat was ze blijven doen en om de zoveel tijd
waren er dan camera’s bij. Journalisten en andere
eikels wilden haar een of andere ziekte aansmeren.
Maar het mens was gewoon moe. Laat Angela met
rust, dacht ik, laat haar naar huis gaan.

Tante Hilda had wel andere zorgen.

– Verzet me eens, zei ze.


– Nee.
– Ik moet verzet worden.
– Ik heb je net verzet. Je wilt elke twee minuten verzet
worden.
– Ik moet naar de wc.
– Niet waar.
– Jawel.
– Nee.

71

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 71 4/11/19 17:19


– Jawel. Ik ga het in mijn broek doen.
– Oké.
– Dan moet jij het opruimen.
– Ik ga je pampers aantrekken, zoals een baby. Wil je
dat?
– Nee. Dan trek ik ze meteen weer uit.
– Kijk es aan hoe flink, zeg.
– Verzet me nu.
– No way.
– Ik weet wel dat je Duits praat. Ik ben niet dom. Ik
ben slim.
– Goed, denk dan even in stilte na, met al je verstand.
– Je bent een monster.
– Oké, tante.
– Ik word hier mishandeld.
– Uiteraard.
– Monsters allemaal, hier.
– Oké.

Ze ademde snel en keek boos, zoals kinderen boos


kijken om te laten zien dat ze boos zijn.

– Ik heb last van mijn rug.


– Wil je een kussen?

72

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 72 4/11/19 17:19


Ze knikte en ik stak een kussen tussen haar papieren
lijfje en de rugleuning.

– Zo.
– Lager in mijn rug.
– Dat gaat niet, ik kan niet lager dan dit.
– Doe het dan maar weg.
– Zoals je wilt.

Weg ging het kussen. Ze kreeg tranen in haar ogen.

– Ik wil naar bed.


– Tante, je bent pas op.
– Breng me nu maar weer naar bed.
– Blijf nog wat zitten.
– Ik hoop dat ze me komen halen.
– Wie?
– Van boven.
– Zeg dat niet.
– Waarom niet? Het is waar.
– Dat is niet waar.
– Jawel.
– Goed, dan wel, maar je hoeft dat niet te zeggen.

73

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 73 4/11/19 17:19


– Zeg me dan, waarom niet?
– Dat is onbeleefd ten opzichte van je gast.
– Wie is de gast?
– Ik.
– O.
– Kom ik op bezoek, wil je dood. Ook niet erg leuk.
– Toch is het zo.
– Dénk het dan, het is niet omdat je oud bent dat je
met andere mensen geen rekening meer hoeft te hou-
den. Je doet mensen pijn als je zulke dingen zegt.
– Dat kan me niks schelen.
– Wel, dan ben je een vervelend mens.
– Dan ben ik ook. Ik zeg het toch. Dus leg me nu maar
mooi in bed, dan hoor je mij niet meer.
– Goed, ik ga weer naar beneden.
– Ja, laat me maar alleen.
– Dat is precies wat ik ga doen, ja.

Ze beet van boosheid op haar vals gebit.

– Kun je me eerst nog even verzetten?

74

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 74 4/11/19 17:19


Dat deed ik.

– Dichter bij het raam.

Ook dat deed ik.

– Nee, dat is te dicht.


– Zo zal het dan wel goed zijn.
– Zo ja, dank je wel, je bent een engel.

Ze sloot haar ogen.

– Je bent een engel.


– Rust nu maar.
– Mag ik je wat vragen?
– Yep.
– Waar zijn we?

Ze huilde, dit keer was ik zeker. En het brak mijn hart.

Tot morgen.
K.

75

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 75 4/11/19 17:19


12 |

Iemand graag zien is het grootste risico dat een mens


kan nemen, want je riskeert de meest onoplosbare pijn
die er is.

Dag An. Ik dacht: ik open eens lekker dramatisch, als


tegenwicht voor alle vrolijke lichtvoetigheid van de af-
gelopen twee weken.

Soms wou ik dat ik voor een compleet risicoloos leven


had gekozen. Soms wou ik dat ik genoegen kon nemen
met een leuke hobby. Ik keek naar de vissers en de
wielrenners en de dorpskwissers en vroeg me af wat
er aan me ontbrak om een van hen te zijn. Waarom
moet het leven ook zo belangrijk lijken? Waarom moet
elke stap tellen?

Dit is missen: de liefde was hier net nog en nu liep


ze de deur uit. En we zouden nog in haar park gaan
wandelen en haar broer bezoeken want die had net
een kindje en dan zouden we samen vroeg naar bed
gaan en de volgende dag kon alles wat we maar wil-

76

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 76 4/11/19 17:19


den want het was met ons twee. Missen is met een
houten roeispaan vlak in je gezicht geklopt worden.
Er is niks romantisch aan. Het heeft niets te maken
met verlangen. Het is een hol, bodemloos gevoel, en
het eet alle andere gevoelens op.

Iemand graag zien is een compleet onverantwoorde


zet. Het is bij poker niet naar je kaarten kijken en vol
overmoed alles inzetten. De grootste pijn is niet het
gemis zelf, maar niet meer gemist worden. Jouw leven
stopt en je liefde stormt in een andere richting ge-
woon door. Het besef dat je liefde nog heel aanwezig
is, in de vorm van gekmakend gemis, maar dat dat
gemis geen spiegelbeeld heeft aan de andere kant. Je
wordt niet teruggemist, er kijkt niemand terug. Je be-
staat niet meer zoals je net nog wel hebt bestaan, als
deel van iemand anders. Je bent gewoon jezelf, een
omhulsel van een hele hoop bloed en een reeks orga-
nen. Je straalt en straalt maar niemand ziet het, tot je
energie op is en alles uitdooft.

Ik dacht lang dat er maar één soort van missen was,


en dat was het missen van iemand die niet bij mij

77

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 77 4/11/19 17:19


was. Bij een afscheid ontstond er een denkbeeldige
ruimte, en daarin werd er gemist. Ik had mijn familie
gemist toen ik voor een korte periode op een jongens-
internaat verbleef. Ik had mijn liefjes gemist toen ik
jonger was en een van ons beiden een tijd naar een
buitenland moest.

Later leerde ik wat het was om liefde te missen. Geen


liefje uit de schoolbanken, echte liefde. Ik begreep
hoe mensen konden sterven van verdriet. Ik had ook
geleerd dat de mens een stuk taai leer is. Ik had gezien
dat mensen hun leven kunnen heruitvinden en toch
eindeloos de pijn van het gemis meedragen. Er was
immers altijd die denkbeeldige ruimte. Je kon erheen
en je kon elkaar daar ontmoeten. Het missen was
pijn, maar een pijn die de liefde bevestigde. Ik hou
van jou, ik mis jou. Eigenlijk komen die woorden op
hetzelfde neer.

Ik mis haar.

K.

78

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 78 4/11/19 17:19


W e kenden de nacht. De nacht was lang ons enige
thuis geweest. Ik probeerde te slapen en omdat dat
niet lukte, deed ik alsof. Toen voelde ik hoe ze me zacht-
jes streelde. Soms kan ik de nieuwe dag aan, soms wil ik
doen alsof dat moment nooit ophield. Soms wil ik in een
herinnering blijven hangen en zou ik kilo’s pillen of poe-
der kopen als dat kon helpen. Ik ging wandelen waar wij
hadden gewandeld. Een uur of twee verdween ik uit mijn
eigen en ieders agenda, en ik zocht de pijn op. Zij zat er
toch, haar nu en dan recht in de ogen kijken was zoals
zeggen: denk maar niet dat ik niet weet dat je er zit, of dat
je je kunt blijven verstoppen. Ook was er altijd een deel
van mij dat hoopte dat ik haar zou zien. Zo stond ik uren
op parkings, of liep ik toch nog een laatste rondje door het
bos of langs het water. En dan misschien nog een aller-
laatste keer. En daarna echt de laatste.

79

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 79 4/11/19 17:19


Paul Baeten – Een smerig dier.indd 80 4/11/19 17:19
13 |

Dag An,

Luk is zo iemand van wie je moeilijk kunt zeggen of


hij nu vijfendertig of vijftig is. Vandaag zag ik hem voor
het eerst nadat ik hem al vaak had gehoord. Op alle
uren van de dag en de nacht praat hij tegen de kip-
pen in de voortuin. Mijn moeder zei dat hij eerst gras
plukte voor de kippen, wat later zijn etensresten be-
waarde en nu zijn eigen maaltijd afstemt op wat de
kippen volgens hem het liefst eten. Ik wist niet dat
kippen kieskeurig waren, maar Luk bewijst het.

De andere mensen van Sint-Jozef blijven doorgaans


in hun appartementen. Er is een kale man die ik vaak
rond zijn tafel zie wandelen, soms zet hij een potje op
zijn hoofd. Zijn buurman durft wel eens naar buiten
te komen, en stapt dan een uur of langer de afstand
tussen verlichtingspalen af, telkens gaat hij een paal
verder terwijl hij zijn stappen telt.

81

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 81 4/11/19 17:19


Ik zit aan de overkant van de straat en voel me soms
schuldig omdat ik door de samenleving nog bij de nor-
malen word gerekend, en deze mensen niet meer. En
het is waar, ik tel geen stappen tussen verlichtingspa-
len en zet geen potjes op mijn hoofd, maar wat maakt
het uit. Wanneer iedereen hier gaat slapen, en ik hoor
mijn moeder en haar man snurken, en aan de over-
kant zie ik uur na uur hoe het licht aan blijft, dan voel
ik me een deserteur. Overdag hoor ik hier, in dit huis,
maar ’s nachts zou ik beter de straat oversteken. Het
is kiezen tussen de gekste onder de normalen zijn of
de normaalste onder de gekken.

Luk vroeg: Ben jij die met de sportwagen? Ik zei: Ja,


dat was ik. Hij knikte en zei: Je ma vertelde me erover.
Hij vroeg wat er was gebeurd. Ik zei dat ik een onge-
val had. Hij zei: Ja, dat heb je met snelle wagens. Ja,
zei ik. Intussen gooide hij plakken kaas over de draad
van de kippenren. Dat eten ze graag, zei hij, en hij
keek genoeglijk hoe de beesten zijn gouda naar bin-
nen pikten.

82

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 82 4/11/19 17:19


In de taal van Luk school een ouder leven. Deze man
was ooit anders geweest, goed thuis tussen de nor-
malen. Hij wist nog hoe normalen doen alsof ze een
gesprekje met elkaar voeren. Maar soms viel zijn glim-
lach weg, of zweeg hij een poos, en dan zakte zijn ge-
zicht in elkaar, samen met zijn vermogen om de pijn
tegen te houden.

Aan sommige mensen kun je goed zien dat het leven


weinig medelijden met hen heeft gehad. De rode, ge-
troebleerde huid, vermoeide kraaloogjes, haar dat het
plan om ooit een echt kapsel te worden heeft opge-
borgen.

‘Ik slaap de laatste tijd niet goed’, zei Luk, en hij knik-
te, zoals mensen soms doen om zichzelf te troosten,
alsof ze in hun hoofd tegen zichzelf zeggen: Ik weet
het, vriend. Ik wilde zeggen: Ik weet het, vriend, ik
slaap ook niet goed. Maar ik zweeg en trok een gezicht
dat empathie moest uitstralen maar waarschijnlijk als
verkrampte ongemakkelijkheid werd gelezen. Een kip
pikte op een andere kip voor een laatste stuk gouda
en ik vond mezelf een grote mislukkeling omdat ik

83

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 83 4/11/19 17:19


niet in staat was geweest iets met deze man te delen.
Vast in mijn eigen kop, niet in staat om iets te geven
aan iemand die het nodig heeft.

‘Het zijn kerels’, zei Luk, en het duurde even voor ik


doorhad dat hij de kippen bedoelde. ‘Ja…’ zei ik, en
ik lachte. ‘Er is er een,’ zei ik, ‘en die denkt dat ze een
haan is en kraait elke ochtend om zes uur iedereen
wakker.’ ‘Marcel’, zei hij. ‘Wie?’ vroeg ik. ‘Dat is Mar-
cel, daar, die bruine met die vlek.’ ‘O’, zei ik. Luk zei:
‘Als Marcel kraait, dat is voor mij het teken dat ik kan
gaan slapen, dan is de zon op.’

Slaap je liever overdag? vroeg ik.


– Ja. Maar ik ben een rare, dat heb je misschien al wel
gezien.
– Ik snap het wel, je maakt je minder zorgen overdag.
– De nacht kan lang zijn.
– Vertel mij wat.
– Wat moet ik je vertellen?
– Ik bedoel: ik vind ook dat de nachten lang kunnen
zijn.

84

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 84 4/11/19 17:19


Luk knikte.

Ik zei: Weet je wat ik doe?


– Nee.
– Ik zet een koptelefoon op en luister naar zachte mu-
ziek.

Goed, dat was gelogen, maar ik had helemaal geen


oplossing voor nachtelijke zorgen en wilde hem iets
geven om te proberen waarover ik had gelezen dat het
sommige mensen helpt.

Ik speel ook wel eens muziek, zei Luk.


– O ja? zei ik, om niet te zeggen dat ik intussen zijn
platen van Vive La France woord voor woord kon
meezingen.
– Ja. Maar ik ga je laten, je zult het wel druk hebben.
– Dat zou je denken.
– Heb je geen liefje die je goed verzorgt?
– Och, ik heb niet zoveel verzorging nodig. En ik lig
sowieso graag in bed.
– Hoe is ’t met Hilda?
– Wie? Tante Hilda?

85

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 85 4/11/19 17:19


– Ja.
– Goed.
– Vroeger kwam ze nog wel eens naar beneden, maar
nu niet meer.
– Nee, ze kan niet goed meer lopen.
– Altijd lachen met Hilda.
– Hm.
– Zo hard gelachen dat wij hebben.
– Echt?
– Doe haar de groeten van mij. Ik ga een beetje sla-
pen.
– Ja, want straks is het alweer nacht!

En ik zag zijn gezicht vertrekken en wist dat ik het


met de laatste zin verpest had en zei nog iets van ‘eens
gaan zien’ en ‘tot de volgende’, maar het was te laat.

Vannacht blijf ik op om mee naar Aznavour en


Dutronc te luisteren tot Marcel de kraaiende kip het
feestje afsluit.

À demain.
K.

86

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 86 4/11/19 17:19


14 |

Ik herinner me nog wat romantiek was. Ik herinner


me de goede tijden. Tijden waarin liefde vanzelfspre-
kend leek.

Het geloof in de echte, durende liefde was versleten


en zij werd geassocieerd met andere ouderwetsighe-
den zoals het korset en de kaarsendover. Ook leek
het idee te bestaan dat liefde een maximale duurtijd
heeft. Een uiterste houdbaarheidsdatum. En als je er
heel intens van genoot, dan zou het vast niet al te
lang duren. Een rustig kabbelende liefde, die kon dan
weer wat langer meegaan. Maar zeker niet voor altijd.

De mens zoals hij nu rondloopt, is een wezen dat


zijn diepe angsten verkoopt als zekerheden. Hij anti-
cipeert op mogelijk verlies of een teleurstelling door
zich op voorhand al in te dekken: We zullen wel zien.
We zien wel hoe het gaat. Wat is nog voor altijd? Niks
is nog voor altijd!

87

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 87 4/11/19 17:19


Natuurlijk is niet alles voor altijd. Maar we leven ge-
lukkig nog geen eeuw. Het leven begint en we gaan
een paar keer naar de film en veranderen eens van werk
en vinden een bankkaart terug onder een autostoel en
het is alweer voorbij. Liefde hoeft niet voor altijd te
duren, maar lang genoeg voor een onnozel, kort men-
senleven zou toch geen enkel probleem mogen zijn.

We zijn bang voor niks, An. Echt voor niks. En het


schoonste durven we niet meer te vieren.

Er was een tijd dat ze zo verliefd was. Ze schreef mijn


initialen op haar huid. Kocht een sleutelhanger met
de letters van mijn naam. Ze stak een bloem onder de
ruitenwisser van mijn auto. Ik kwam bij haar aan in
de straat en ze liep op haar blote voeten naar me toe
tot mijn armen rond haar lijf zaten. En ik had dat nor-
maal gevonden en niet wat het eigenlijk was, namelijk
een groot en lekker wonder.

K.

88

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 88 4/11/19 17:19


15 |

Dag An,

Met Tante Hilda gaat het slecht. Ik maakte soep voor


haar en zat erbij terwijl ze at. Ze slurpte en ik veegde
haar mond af en ging weer zitten.

Waar ben je? vroeg ze.


– Hier.
– Ik zie je niet.
– Omdat ik achter je zit.
– Waarom brandt de kachel niet?

De kachel brandde omdat het een gaskachel was op


afstandsbediening en niemand de afstandsbediening
meer kon vinden.

– Ze brandt wel.
– Ik voel het niet.
– Tja, harder dan dit kan het niet.

Dat kon wel, maar het was 25 graden in het appar-


tement.

89

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 89 4/11/19 17:19


– Zet me dichterbij.
– ‘Alstublieft.’
– Wat?
– Dat je mij niet zo moet commanderen.

Ze mompelde iets wat ik niet verstond, maar wat


zeker geen compliment was.

– Zet je me nu dichterbij?
– Zo goed?
– Een beetje gedraaid.
– Jesus fucking christ.
– Wat zeg je?
– Niks. Is het zo goed dan?
– Doe niet zo onbeleefd. Ik word hier altijd onbeleefd
behandeld. Die van beneden heeft me al geslagen
en ik word hier uitgescholden.

Ze werd niet geslagen, noch uitgescholden.

– O, is dat zo?
– Ja. Door boeren.
– Kijk eens aan. Weet je wat ik zal doen, dan? Je naar
het tehuis brengen.

90

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 90 4/11/19 17:19


– Nee, dat doe je niet.
– Jawel.
– Nee.
– Jawel. En dan kun je daar lekker met de kaarten spe-
len met de andere oude zagen. En wees maar zeker
dat daar geen kachel zal zijn.

Nog meer gemompel dat ik niet verstond.

– Ik wil naar huis.


– Je huis is verkocht.
– Waarom is mijn huis verkocht?
– Om voor je pensioen te betalen en je pampers.
– Je bent niet lief.
– Nee, ik weet het, maar jij bent ook vaak niet lief en
ik ben moe. Slaap nu maar wat bij je kachel.
– Boerenvolk.
– Echt waar...
– Ik wil naar buiten.
– Het regende de hele dag, het is koud.
– De zon schijnt.
– Ja. Maar het is kouder dan je denkt. Er is veel wind.
Op het nieuws vragen ze de mensen om binnen te
blijven.

91

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 91 4/11/19 17:19


– Ik wil in de zon.
– Het is te koud, zeg ik je.
– De zon schijnt.
– Oké, jij wilt in de zon?
– Zeg ik toch.

Dus ik met het mens die smalle trap af. Ik hinkend


op één been, zij steunend op mijn goede kant. Ze kan
amper stappen, dus ik plantte haar neer op een tuin-
bankje.

– En? Vind je het goed zo?

Ze beet op haar valse tanden.

– Koud, hè?

Ze deed alsof ze me niet hoorde. Haar lippen trokken


blauw weg.

– Ik zeg: koud, hè?

92

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 92 4/11/19 17:19


Ze knikte boos.

– Wil je weer naar binnen?

Ik kreeg het ook koud. Je moet weten dat mijn tenen


niet in het gips zitten.

– Ik vroeg of je weer naar binnen wilde.


– Ja.

Weer die trap op. Nu moest zij aan de andere kant,


dus trapte ze twee keer op mijn uitstekende tenen. Ik
vloekte en ze zei: Je moet niet vloeken, dat staat niet.
Ik zette haar weer naast de kachel en vroeg of ze het
leuk had gevonden buiten.

– Nee.
– Nee. Omdat het een vieze grijze dag is. Zo. Hier is
je kachel. Slaap nu maar.

Ze zat nu te huilen zonder tranen en ik ging haar zo


niet achterlaten dit keer.

93

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 93 4/11/19 17:19


Excuus, zei ze.
– Het is al goed.
– Ik ben zo oud.
– Ik weet het, tante. Ik weet het.
– Ik ben je zo tot last.
– Wees nu maar stil. Je bent niet tot last.
– Dank je.
– Is niks.

Ze veegde de droge tranen van haar gezicht.

– Wie stak de kachel aan?


– Ik.
– Je bent een engel.
– Oké, tante, stop maar, je doet me een plezier als je
slaapt.
– Een engel die uit de hemel neerdaalde.
– Zo is het wel goed.
– Mijn benen krijgen het er zo lekker warm van.
– Ik ben blij voor je.
– Echt een engel ben jij.
– Oké…
– Ik heb het hier zo goed, Roland.

94

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 94 4/11/19 17:19


En toen viel ze in slaap of ze deed alsof.

K.

95

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 95 4/11/19 17:19


16 |

Dag An,

Luk kwam afscheid nemen. Hij voelde zich niet lan-


ger goed genoeg om zelfstandig te leven en keert nu
terug naar de instelling, waar hij meer begeleiding
krijgt. Hij zette drie grote zakken vol eten voor de kip-
pen aan de voordeur en daarop hing een briefje met
enkel: ‘Luk’. Dat was vanochtend al. Vanmiddag zag
ik hem door het kelderraam voor het huis lopen en ik
hinkte naar boven om te doen alsof we elkaar toevallig
tegenkwamen. Hij zei: Ik kwam net afscheid nemen
want ik ben er eens vandoor, en vertelde mij wat ik
jou net vertelde.

Ik wenste hem het beste. Gedroeg me dus als een eikel.


Alsof ik beter was en hem iets te wensen had. Wat kan
ik een onuitstaanbare lul zijn. Dat ik zelf denk: man
toch, ontspan en doe normaal.

Onder andere daarom zal ik ook geen boeken meer


schrijven. Zolang ik in bed lig in deze kelder, schrijf ik

96

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 96 4/11/19 17:19


je deze brieven en daarna kap ik ermee. Ik ben er moe
van. Ik moet zo meteen nog achtendertig worden en
denk soms: hoe gaan er in godsnaam nog vijftig jaren
bij kunnen?

Een schrijver geeft ook maar wat hij kan geven. Vaak
hetzelfde, opgelapt met een nieuwe fineerlaag aan fic-
tie. En dat is een schoon leven. Het leven van de schrij-
ver is een schoon leven, ook als het een rotleven is.
Dat is uniek aan de kunst. Je mag er een ellendige boel
van maken en toch zit er een schoonheid in je be-
staan. Omgekeerd geldt het ook: je mag de grootste
successen boeken en toch zal er zoveel pijn overblij-
ven.

Ik ben bang geworden van het schrijven en daarom


wil ik ermee afrekenen door er alles aan af te staan.
Al mijn bezittingen, alles wat rond mijn lijf hangt mag
eraf.

Mijn hoofd is moe en mijn lijf is moe en liefst van al


zou ik gaan liggen op een warme plek en nooit nog
plannen maken en nooit meer verder vooruitkijken
dan een halve dag.

97

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 97 4/11/19 17:19


Ik weet niet goed waarom. Ik heb honger noch oor-
log meegemaakt, hoefde nooit te strijden tegen een
ernstige ziekte of tegen het verstikkende regime van
een potentaat.

Ik heb weinig om op tafel te leggen als bewijslast tegen


het leven. Ik heb geen recht op wat ik nu en dan ervaar,
en toch kan ik er niets aan doen dat veel zaken me
vervullen met een intense melancholie.

Soms vraag ik me af of we verloren zijn. Niet gewoon


ik en mijn pathetische zelf, maar wij, in zijn geheel, als
soort. Als toevallige variant van een mensaap die door
een of andere fout veel te slim werd en zichzelf met al
dat verstand een weg naar de ondergang redeneerde.

Maar vaker denk ik dat het misschien alleen aan mij


ligt. Foute mens voor de tijd. Maar welke mens is dan
wel gemaakt voor deze tijd? Zijn we dan misschien
allemaal foute mensen voor deze tijd? Ik denk dat
velen van ons gewoon moe zijn. Moe van veel te veel
te verwerken prikkels voor de simpele zoogdieren die
we zijn. Moe van de stem in ons hoofd die nooit eens

98

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 98 4/11/19 17:19


wil zwijgen en ons als een gummibal heen en weer
doet stuiteren. Moe van de domme meningen en zeker
ook van de slimme, moe van de kinderen, moe van
te bewegen, moe van altijd te verhuizen, moe van nooit
eens te verhuizen, moe van te werken, moe van te
doen alsof alles gaat zoals we gepland hadden – alsof
we ooit iets echt plannen. Moe van te doen alsof en
moe omdat haast niemand lijkt te willen toegeven dat
ook zij zo verdomd moe zijn.

Het leven is eindig maar ook onze energie is dat. In


het beste geval vallen die eindes samen of toch niet al
te ver uit elkaar. Sommige mensen hebben nog tonnen
energie als ze doodgaan, en dan voelen we allemaal
spijt. Het leven werd ontnomen, er was nog zoveel
te beleven. Maar soms is de energie al op nog lang
voordat het leven ophoudt. We kennen die mensen
allemaal, of we zijn ze zelf. Soms heeft een trauma de
moed uit hun botten geklopt; soms heeft een ziekte
of een relatie hen gewoon opgebruikt. En er zit voor
hen niks anders op dan de tijd verder uit te zitten. Zij
kunnen best nog plezier ervaren, maar nooit lang en
maar tot op zekere hoogte. Ik reken mezelf niet tot die

99

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 99 4/11/19 17:19


mensen, maar ik voel dat er ergens in mij zo iemand
huist. Soms neemt hij het woord en zegt: Zie je wel? Je
bent op, man. Kijk rond je, kijk naar die andere men-
sen. Hoe ze geloven in iets, hoe ze ervoor gaan. Ik ben
er vaak voor gegaan. Voor liefde en voor grootsheid,
voor het grootste succes en voor de meest kwetsbare
intimiteit. En het resultaat is dat ik nu fucking klaag-
brieven moet schrijven op bed, als een zielige aap.

En dat zou allemaal nog niet eens zo erg zijn als mijn
gedrag op niemand anders invloed zou hebben, maar
dat heeft het wel. Wat als ik met mijn auto in de lucht
was gevlogen en niet op beton was geland maar op
een auto met een gezin erin? Wat met mijn moeder,
met wie ik geen gesprek meer kan voeren, en die elke
dag dat ik hier door het huis spook zonder iets te
zeggen omdat ik een egoïst ben minstens een maand
ouder wordt? Wat met Luk, die misschien simpel be-
hoefte had aan wat menselijkheid in plaats van eikels
als ik die met hem praten alsof hij een raar object is?

K.

100

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 100 4/11/19 17:19


Z e leerde mij om mijn sokken uit te trekken en met
mijn voeten het gras en de modder te voelen. Ze
zei: We nemen gelijk welk huis, zolang er een bos in de
buurt is.We wandelden en ademden en intussen speelden
we met elkaar zoals alle andere dieren in het bos. Zij was
natuur voor mij. Ik had al mijn schaamte verloren voor
haar ogen. Ze mocht in me bijten en op mij gaan staan als
dat nodig was. Ze had me geleerd minder boos te zijn. Als
ik overdreef, werd zij rustig en als zij wild was liet ik haar
begaan en daarna kalmeren.

101

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 101 4/11/19 17:19


Paul Baeten – Een smerig dier.indd 102 4/11/19 17:19
17 |

A,

Ging langs bij Tante Hilda. Zei dat ze nu maar moest


slapen, maar ze weigert. Dit zijn haar laatste dagen.
Een sterk hart en een nog sterker karakter houden
haar tegen. Het lijf is half dood, haar kop is al half
weg, maar het hart klopt stomweg door. Een hart is
een spier zonder empathie. Een spastische arbeider
die een van de meest gecompliceerde systemen in het
heelal in leven moet houden. Of niet meer moet hou-
den, zoals in haar geval, maar het toch doet. Omdat
hij niet beter weet.

Ze is enkel nog goed om verder te leven in een paar


herinneringen. Gauw zal ze nu fictie worden. Haar
dood zal de eerste laag onwaarheden over haar leven
leggen, daarna zal bij elke navertelling van een of an-
dere anekdote het minste detail aangepast worden en
zal zij een fantastisch personage worden in plaats van
het zoveelste mens dat alle kanten uitschiet en boos-
heid en vertedering en verveling losweekt. Dan zal

103

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 103 4/11/19 17:19


ze kunnen rusten in verhalen, en de verhalen zullen
veranderen, en de herinneringen samen daarmee, en
zo zal ze uiteindelijk een engel worden. Ik ben een
ongelovige en wij zijn allemaal ongelovigen, dus de
enige hemel die we haar kunnen bieden is die van de
traag evoluerende, lieve leugen.

Ze zei niks meer. Ik probeerde. Ik zei: Wil je dichter


bij de kachel? Maar ze zei niks. Zat daar, hing daar in
haar stoeltje. Toen vulde ze haar pamper waar ik bij
stond. Ik zei: Doe maar, wie laatst lacht, lacht het
best. En ik denk dat ze even glimlachte, al kan het
ook een stuiptrekking zijn geweest.

Tot morgen.
K.

104

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 104 4/11/19 17:19


18 |

Ik kwam naar jou om getroost te worden. Mijn moe-


der kon het niet meer. Mijn lief kon het niet meer.
Mijn vrienden wisten niet langer waar te beginnen.
Er zijn mensen die moeten betalen voor seks, ik be-
taal voor een hand en een knuffel.

Een leraar Engels gaf me ooit de tip om in tijden van


tegenslag de tijdlijn van je leven uit te zoomen en je
de vraag te stellen of je tijdelijk ongeluk enig effect
zou hebben als je het bekeek in jaren of decennia.
Dat is een goede tip, tot het antwoord op die vraag
‘ik denk het wel’ of ‘ongetwijfeld’ luidt. Mensen gaan
mee in begrip maar niet tot het absolute dieptepunt.
Op dat punt ben je alleen, of er moet een vorm van
liefde bestaan die ik nog moet ontdekken. Ik zie het
soms wel, oudere mensen in volledige symbiose, en
dat geeft moed.

Ik denk ook vaak aan Luk. Ik vraag me af hoe het


met hem gaat. Of hij beter slaapt nu hij door meer
zorg omringd is. De kwestie is om de moed telkens

105

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 105 4/11/19 17:19


weer terug te vinden. Soms vraagt dat slechts enkele
uren, soms helaas ook maanden of zelfs jaren. Soms
breken mensen en liggen de stukken te verspreid om
ze ooit nog te lijmen. Sommigen van hen wonen in
de appartementen aan de overkant. Vaak zitten ze te
wachten op een bus. Je ziet die mensen en je herkent
het meteen. Hier en daar zitten ze in de massa hele-
maal alleen te wezen. Ze zitten de dagen uit. Mensen
met wie het goed gaat denken in jaren. Mensen die
arm zijn, of emotioneel gebroken, hebben niet die
luxe. De horizon van hun leven ligt zelden verder dan
het einde van de dag of de maand.

We hebben maar een eindige massa aan moed. Die


massa is groot, maar wel eindig. Ergens ligt het breek-
punt. Voor iedereen ergens anders, maar het is er wel.
Ik weet dat ik het mijne gezien heb, maar ik weet ook
dat ik er niet voorbij ben gegaan. We hebben elkaar
gezien en hebben naar elkaar gezwaaid en toen ging
ieder weer zijn kant uit.

Ik kocht een hoofdtelefoon en liet die leveren bij Sint-


Jozef ter attentie van Luk. Ik vulde digitaal een kaartje

106

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 106 4/11/19 17:19


in en schreef ‘Van Marcel’ en nu loop ik al de hele dag
te denken dat dat misschien niet het beste idee was,
maar ze leveren die dingen zo snel tegenwoordig dat
ik het niet meer kon aanpassen.

Ik hoop dat Luk een vriend vindt.

En anders toch zeker een kip met een favoriet ge-


recht.

K.

107

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 107 4/11/19 17:19


19 |

Dag An,

Ik denk dat ik iets moet opbiechten.

Ik haat zwakte. Ik haat eraan toe te geven, ik haat ze


op te biechten. Ik haat deze brieven en ik haat het dat
ik iemand als jij nodig heb. Ik haat dat ik nog gekoes-
terd moet worden, ik haat het als ik huil. Ik haat het
woord huilen. Ik wil er niks mee te maken hebben. Ik
wil de gevoeligheid afschudden en ergens achterlaten,
doorgaan en nooit meer terugkijken.

Ze zeggen wel: het is geen zwakte, het is een kracht.


Maar alleen die woorden al vind ik zwak klinken. Als
een excuus. Wat ze zeggen om de zwakken een beter
gevoel te geven. Ik zou niks liever zijn dan een onbe-
werkt rotsblok dat ligt waar het ligt en waar fijnzin-
nige instrumenten geen grip op hebben. Ik zou roe-
keloos en gevoelloos willen zijn. Nooit afwegen, niet
inzitten met gevolgen links en rechts, niet in de hoof-
den van anderen kijken maar enkel in het mijne. Ik

108

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 108 4/11/19 17:19


wil geen therapie, ik wil alleen nog training. Werken
aan mijn lichaam en mijn geest gewoon laten volgen,
in plaats van het omgekeerde. Ik wil enkel nog kracht
zijn. Eenvoudige kracht die enkel rechtdoor kan en
lomp is in de bochten en nooit omkijkt.

Je hoeft hier niet op te antwoorden.

Soms is begrip of medelijden wel het laatste wat


iemand nodig heeft. Ik ben vandaag die iemand. Ik
heb me vandaag zo kwaad gemaakt op mezelf dat ik
mijn stem schor heb geschreeuwd. Dat luchtte op en
dat was al de zorg die ik nodig had. Pijn omzetten
in geluidsgolven en keelpijn. Eindelijk iets voelen dat
echt is.

Tot morgen.
K.

109

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 109 4/11/19 17:19


20 |

Dag An,

Tante Hilda probeerde op haar eentje de trap af te


dalen gisteren. Zondag wordt ze begraven.

Ik vroeg mijn moeder of alles goed met haar was. Ze


had erg gehuild want zij was degene die haar vond.
Ze zei: Ja, ik ben gewoon zo moe. De eerste leugen is
altijd iemand die zegt gewoon moe te zijn.

Ik maakte een kop thee voor mijn moeder nadat ze


Tante hadden opgehaald. Ik heb nooit goed geweten
of mijn moeder voor mij zorgde, of omgekeerd, of al-
lebei. Zij en mijn vader hadden niet het huwelijk dat
je hoopt van je ouders. Veel werd me duidelijk toen
ik zelf volwassen werd. Ik bedoel daarmee toen ik in
mijn dertiger jaren tot een soort mentale wasdom
kwam, niet op mijn achttiende verjaardag. Lang had
ik mijn ouders beschouwd als volwassenen in de tijd
dat ik ter wereld kwam, maar dat was fout. Zij waren
eigenlijk kinderen, net zoals de kinderen die naar de

110

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 110 4/11/19 17:19


oorlogen werden gestuurd of de kinderen die op het
voetbalveld staan. In een wereld gegooid waar zij niet
klaar voor waren. Natuurlijk waren zij hongerig naar
die wereld. Natuurlijk vonden zij zichzelf lang geen
kinderen meer. Dat vinden namelijk alle kinderen. Ik
vond veel zachtheid voor hen nadat ik dit inzag. Niet
dat ik zo gul was, maar ik had intussen begrepen hoe
verleidelijk het leven wordt, als je eenmaal de gemak-
kelijke stellingen van de jeugd hebt verlaten.

Ze dronk haar thee en toen haar man thuiskwam, hiel-


den zij elkaar even vast en begonnen de praktische
regelingen te treffen.

Ik was erg gesteld geraakt op Tante Hilda. Ik vind het


erg dat ze er niet meer is. Ik ben geen spiritueel man,
maar menselijke aanwezigheid heeft een bepaalde
lading. Die van haar was er ondanks alles een die ik
liever rijk dan kwijt was.

Natuurlijk heb ik eraan gedacht. Aan de vraag of ze


zichzelf misschien van de trap liet vallen. Ik zal het
haar niet meer kunnen vragen, maar zelfs als dat wel

111

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 111 4/11/19 17:19


kon, dan zou ik haar antwoord nooit kunnen vertrou-
wen. Ze zou misschien zeggen: Ja, natuurlijk, ik had
je toch gezegd dat jullie me als een beest behandelen.
En dat zou gemeend kunnen zijn geweest of niet. Of
ze zei: Natuurlijk niet, ik ben zo graag bij jullie, je bent
een engel. En ook dat zou gemeend kunnen zijn ge-
weest of niet.

Ik ben ook blij dat tante dood is. ‘Beter voor haar’,
zeggen mensen dan. Ik denk dat het ook beter is voor
ons. Haar dood maakt plaats. Ze was ziek en nu is de
ziekte weg en kan er iets nieuws komen in de plaats.
Dat stemt haast euforisch. Verdriet en euforie ver-
schillen alleen in kleur van elkaar en zijn allebei ook
niet meer dan onbekwame reacties op te grote emo-
ties.

Tante Hilda hield vast aan haar herinneringen, maar


ze verlieten haar waar ze bij zat, en ik wilde liefst zo
veel mogelijk vergeten om het verdriet in te dammen,
maar kreeg de herinneringen niet weg. Ik snakte naar
amnesie, ik wilde liefst niks meer voelen, zij vocht om
niet weg te glippen. En allebei hadden we nachten

112

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 112 4/11/19 17:19


wakker gelegen om te piekeren over precies het tegen-
overgestelde probleem.

Op Tante Hilda.

K.

113

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 113 4/11/19 17:19


21 |

Dag An,

Mijn moeder kwam van haar werk en dronk een glas


wijn in de keuken. Ik kwam binnen en zei: Ik trapte
mijn voet stuk omdat ik boos was.

Ze vroeg: Op wie of wat?


– Mezelf.
– Wat had je gedaan?
– De liefde kwijtgespeeld.

Ze keek me aan. Het was niet onze gewoonte om ge-


woon in waarheden te praten.

Uiteindelijk vroeg ze: En was het je eigen schuld?


– Toch voor een groot stuk, ja.
– Is het nu te laat?
– Denk het.
– Dat is niet fijn.
– Nee.
– Wil je een glas wijn?

114

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 114 4/11/19 17:19


– Nee. Heb maagzuur.
– Neem je die pilletjes?
– Ja.
– Ik denk dat je een huis moet zoeken. Hierna.
– Ik weet het.
– Niet omdat ik je hier niet wil.
– Ik weet het.
– Voor jezelf.
– Ja.
– Zag je haar graag?

Ik lachte om niet te lang stil te staan bij de vervoe-


ging in de verleden tijd in die vraag. Ze was stil en zei
dan: Ik weet niet goed meer wat ik moet zeggen. Ik
zei haar: Je hoeft ook niks te zeggen, ik wou je maar
vertellen hoe ik aan die voet kwam. Ze knikte en zei:
Het spijt me dat ik je niet beter kan helpen. Ik verze-
kerde haar dat dat niet erg was. Ze hield me vast maar
ik verkrampte en spande elke spier in mijn lichaam
op om dit niet toe te laten. Ik vond niet dat ik recht
had op knuffels. Ik hield niet genoeg van mezelf om
geknuffeld te worden.

115

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 115 4/11/19 17:19


Toen zei ze: Je komt wel iemand anders tegen. En op
dat moment zakte er een loden gewicht door mijn lijf
en mijn hartslag verdubbelde en ik had zin om te kot-
sen. Ik zei: Ik ga slapen. En ze leek boos, want zei: Nu
waren we net eens aan het praten. Maar ik wilde niet
horen van ‘iemand anders’, ik wilde helemaal niks
horen dat rechtstreeks of via vijf omwegen bij haar
terechtkwam. Wat min of meer alles was.

Ik heb het gehad, An. Ik kap hiermee.

K.

116

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 116 4/11/19 17:19


22 |

Dag An,

Het spijt me dat ik enkele dagen niet van me liet


horen.

Het gips mocht eraf. Voet is nu gezwollen maar bin-


nen enkele weken zou alles vergeten moeten zijn.

Ik verkocht vanochtend het autowrak voor een paar


duizend euro en kocht met het geld meteen enkele
tweedehands zetels. Een bruine van leer of vals leer
(dat weet ik niet) en een stoffen die een of andere
sarcastische eikel de naam ‘loveseat’ meegaf. Ook be-
taalde ik de huurwaarborg voor een klein huisje in
een andere stad dat ik al even op het oog had.

Vanochtend werd ik wakker, en ik voelde dat het kon.


Dus deed ik al die dingen snel en zonder verder al te
veel na te denken, want voor je het weet kan het mo-
ment weer weg zijn. Veel had ook te maken met Luk,
die een kaartje terugstuurde met daarop: ‘Bedankt,

117

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 117 4/11/19 17:19


Marcel’ en een getekende smiley. De gekste nog niet,
die Luk.

Over een week kan ik al in het huisje en ik zou liegen


als ik zei dat ik er niet een beetje naar uitkeek.

Ik kocht ook een elektrische step en nam een nieuwe


job aan bij een hip reclamebureau voor heel veel geld.
Dat is niet waar.

Dit is wel waar: ik besefte dat ik van haar hou en dat


zal blijven doen. Dat klinkt misschien nogal voor de
hand liggend gezien de tweehonderd keer dat ik dat
al eens subtiel en lichtvoetig vermeldde. Maar sinds
vanochtend vind ik die vaststelling of die wetenschap
geruststellend en niet langer beangstigend. Een bron
van rust en niet van pijn en twijfels en gedoe. Ik hou
van haar en ik ga met mijn raar hoofd en al mijn rom-
melende woorden ook niks veranderen aan dat een-
voudige feit. Beter is het om nederig te zijn en te aan-
vaarden wat mijn hart al heel lang geleden voor mij
heeft uitgemaakt.

118

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 118 4/11/19 17:19


Maar dat ga ik haar niet vertellen. Dat lijkt me onge-
past. In films doen ze dat, romantische monologen
houden en dan samen kussen in de regen. In het echt
krijg je al snel het deksel op de neus of is ze net niet
thuis of is haar telefoon plat of krijg je de politie aan
de deur met een klacht.

Maar ik weet het. En dat is al veel. Dat is waarschijn-


lijk genoeg.

Tot snel.
Karel

119

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 119 4/11/19 17:19


Paul Baeten – Een smerig dier.indd 120 4/11/19 17:19
I k wilde helemaal niet vrijen, ik wilde haar lichaam
opeisen en van haar enkel klanken horen die al lang
geen woorden meer waren. Haar natte lijf kneden en eruit
drinken en haar als een wild dier neerdrukken en in haar
lichaam komen tot ik langs haar billen naar buiten liep
en ze te ver weg was om nog op te staan. Ik wilde dat ze
me gebruikte voor haar eigen plezier en dan kleverig en
koortsig in duizelige slaap viel.

121

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 121 4/11/19 17:19


Paul Baeten – Een smerig dier.indd 122 4/11/19 17:19
23 |

Dag An,

Je hoeft niks van wat ik schreef serieus te nemen. Ge-


bral van een ouder wordende idioot. Met een gebro-
ken voet. In een kelder. Bij zijn moeder thuis.

Ik vraag je dus om niks helemaal serieus te nemen.


Liever nog: vergeet het. Vergeet alles van wat ik je ver-
telde. Doe alsof het niet gebeurde. Volgende keer dat
we elkaar zien, wat binnenkort in je praktijk zal zijn,
zeg dan alsjeblieft: Dag Karel, dat is geleden van voor
de zomer, hoe gaat het intussen met je? En dan zeg
ik: Heel goed, dankjewel, en daarna zou ik graag een
uur volpraten over bijvoorbeeld mijn vliegangst en
dan kun jij zeggen dat het vliegtuig veruit de veiligste
manier van reizen is.

Dat zou ik heel fijn vinden.

Schrijven is je schamen. Net als dansen dat kan zijn.


Of zingen. Of iets tekenen. Of een grap vertellen.
Alles wat je moet durven, daarover kun je je achteraf

123

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 123 4/11/19 17:19


gemakkelijk schamen. Want wat het ene moment dap-
per lijkt, of excentriek, of ontwapenend, is het volgende
moment dom, raar en gênant.

De schaamte is dan ook zo’n kenmerkend deel van het


verdriet. Schaamte over hoe je je hebt laten vangen aan
de melancholie en in een verdedigende rol werd ge-
drongen.

Verdriet is als een negatieve drug, het verzwaart en


vertraagt alles, en zolang je in de trip zit, hang je eraan
en kun je eigenlijk niet veel doen. We doen niks tegen
een verkoudheid omdat niets echt helpt buiten rus-
ten en wachten. Maar wie verdriet heeft, ho maar, die
moet direct aan de slag. Terwijl het toelaten en bele-
ven misschien de doeltreffendste manier is om ervan
af te komen. Dat werkt achteraf ook zo ontnuchte-
rend. Door mijn diep verdriet en het helen, misschien
zelfs het koesteren ervan, werd het onmogelijk om me
nog door zaken die er niet echt toe doen van slag te
laten brengen. Je leert heel goed wat van belang is en
wat niet. En wat blijkt? Heel veel is niet van belang.

Tot gauw.
Karel
124

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 124 4/11/19 17:19


24 |

Lieve An,

Dit is mijn laatste brief. Ik beloofde je een maand


geleden dat ik je alles zou vertellen. Het spijt me dat
ik me aan die belofte heb gehouden.

Om te eindigen zal ik je vertellen wat ik deed als kind


wanneer ik pijn had. Wanneer ik als kind ziek werd of
eens over de kop vloog met de fiets, dacht ik: het is nu
even mijn beurt. Alsof pech een zakdoek of een bal
was die werd doorgegeven bij een spelletje en wie het
ding vasthad als de bel ging, was hem. Wat ‘hem’ dan
was? Weet ik niet. Degene die de last even moest dra-
gen, vermoed ik. De andere kinderen waren gezond,
gingen naar de klas, aten hun koek of hun fruit. En ik
zat thuis. Ik was van dienst.

De volgende keer zou het weer aan iemand anders


zijn en zo bleef alles min of meer in evenwicht. Is dat
geloven in een lot? In een loting, dat zeker. Want elke
keer als het mijn beurt was, dacht ik: zo kom ik er
eigenlijk weer goed van af. Ik brak nooit een bot (tot

125

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 125 4/11/19 17:19


ik deze zomer op een boompje trapte), kreeg geen kan-
ker, werd niet lam na een ongeval. Telkens had ik het
geluk van de speler. De keren dat het leven me een
vermanende blik en dan meteen een knipoog had ge-
geven, waren ontelbaar. ‘Kom, ga nu maar, zorg dat
het niet meer gebeurt.’ Dat was zo als kind en dat was
zo toen ik met een auto in een betonnen muur vloog.

In die zin heb ik het leven al lang in grote dank aan-


vaard. Ik hoor soms mensen beweren dat het leven
geen geschenk is en daar kan ik op geen enkele ma-
nier bij. Elke dag pijn die ik had doorgemaakt, hoe
diep die ook kon gaan, woog nooit op tegen een over-
stemmend besef van geluk. Ik geloof dat mensen die
depressies of angsten of mentale pijn hebben in essen-
tie erg gevoelige en potentieel heel gelukkige mensen
zijn. Zo gelukkig dat ze fragiel zijn in het evenwicht
ervan bewaren. Er zijn ook ongevoelige gelukkige men-
sen. Zij leven gulzig maar missen de schoonheid en
de subtiliteit. Of er ongevoelige ongelukkige mensen
bestaan, dat weet ik nog niet zeker. Net zoals je heel
goed moet begrijpen hoe angsten voelen om een goed
horrorverhaal te schrijven, zo moet je ook goed weten
wat geluk is om het te weten als je het mist.

126

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 126 4/11/19 17:19


Ik ben nu zover dat ik de zomer van 2019 kan be-
schouwen als de zomer waarin het aan mij was. Het
was aan mij om even plat te liggen terwijl de andere,
intussen al iets oudere kindjes op vakantie gingen met
hun kinderen of verliefd op terrasjes zaten. Ik heb mijn
dienst vervuld en ik leef nog.

Ik schrijf je vandaag vanuit de loveseat. Die staat in


de woonkamer van een huisje dat verder vooral opvalt
door leegte. Leegte heeft als woord een slecht imago.
Het betekent ook dat er nog veel plaats is. Dus laten
we zeggen dat ik zeker plaats genoeg heb. Mijn moe-
der komt morgen en dan schilderen we samen. Het
voordeel van nooit lang in hetzelfde huis te hebben
gewoond, is dat je goed leert schilderen. Ik wil wel eens
zien hoe al die kinderen van intacte gezinnen die heel
hun leven in een of ander saai dorp woonden kunnen
schilderen. Ik zal het je zeggen: niet zo goed als mijn
moeder en ik.

Je vroeg me of ik nog wist hoe ik er een maand gele-


den voor stond. Elf treden en elf seconden willen dat
alles stopte, ook als het dan voor altijd was. Dus ja,

127

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 127 4/11/19 17:19


dat weet ik nog heel goed. En waarom? Ik had met een
naald in de liefde geprikt en ze had met een voorha-
mer teruggeslagen, recht door mijn botten en al het
vlees dat ertussen hing.

Ik heb ontdekt dat ik lang een fout heb gemaakt. Ik


hield van mijn liefde om al haar goede kanten, dacht
ik. Van iemand houden om zijn kwaliteiten, dat heeft
niets te maken met liefde. Ik hou van haar omdat ze
zo grappig is. Omdat haar benen eindeloos lang en
lenig zijn. Omdat ze zo mooi is als ze glimlacht.

Ja. Dat zal wel. Gemakkelijk natuurlijk. Het zijn de


redenen waarom we verliefd worden op de ster van
de film. Liefde heeft daar niks mee te maken. Liefde
verschuilt zich in het omarmen van de andere kanten.
Ik hou van haar omdat ze ’s morgens niet aan te spre-
ken is en soms plots boos is en omdat ze achter haar
stoere mond net als ik gehoord en gekust wil worden.
Ik hou van haar omdat ze me kent en zo doorprikt
maar het daarom lang niet altijd doet. Ik hou van haar
omdat ze imperfect is en daardoor zo goed pakt op
mijn minstens even grote imperfectie. Gladde dingen

128

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 128 4/11/19 17:19


hebben geen grip op elkaar. Wij zijn zo onvolmaakt dat
we aan elkaar kunnen kleven alsof het zo bedoeld was.

Ik heb alle duistere rotzooi uit mijn lijf geschreven en


heb geleerd dat mijn ambities helemaal niet liggen
waar ik dacht dat ze lagen.

Mijn eerste ambitie is om te stoppen met rond te lo-


pen als een gek. Terug te keren naar de man die mijn
moeder nog zou herkennen. Iemand die liefheeft zo-
als de timmerman hout bewerkt. Omdat het natuur-
lijk is en rust brengt. Omdat je er beter van slaapt en
van gaat zweten op een goede manier. Van elkaar en
niet door elkaar.

Ik had te veel gevraagd van de liefde en te weinig ge-


boden. Je kunt niet verwachten dat zij alle rimpelin-
gen wegneemt. Ze kan wel een kleine haven zijn die
enige bescherming biedt tegen de oceaan. Een kleine
plek waarin een paar mensen zich thuis voelen en die
de grootste golven breekt. Meer is het misschien niet,
maar ik vind dat best al veel.

129

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 129 4/11/19 17:19


En wat haar betreft, ik weet dat ik heel mijn leven spijt
zal meedragen als ik haar verlies. Ik heb wel gezien dat
ik in leven blijf en mezelf herpak, maar dan wel op
een pad dat nooit echt de bedoeling is geweest. Een
pad dat ik nam omdat het oorspronkelijke door een
modderstroom werd weggeveegd. Anderen zouden
niet verder komen dan een middel om even terug te
keren naar haar en zij zouden mislukken en vervan-
gen worden en ook de vervangingen zouden misluk-
ken. Ik zou mislukken. Omdat zij mijn beste vriendin
was, en mijn mooiste op blote voeten, en mijn smerig
dier. Omdat zij dit leven alleen aankan en ik dit leven
alleen aankan, maar dat niet wil zeggen dat ik het niet
liever doe met haar hand in de mijne en mijn lippen
dicht bij die van haar. Dat hoeft daarom niet voor al-
tijd te duren, een mensenleven lijkt me al voldoende.

Wat ook precies is wat ik haar daarnet vertelde.

Bedankt voor alles.

Karel

130

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 130 4/11/19 17:19


Paul Baeten – Een smerig dier.indd 131 4/11/19 17:19
Paul Baeten – Een smerig dier.indd 132 4/11/19 17:19
EERDER VERSCHENEN

- N OV E L L E N

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 133 4/11/19 17:19


Paul Baeten – Een smerig dier.indd 134 4/11/19 17:19
ANNELIES VERBEKE
DESERTEREN

Wanneer de auteur in een zelfgegraven graf discreet ligt na te


denken over het einde van haar schrijverschap, komen haar scha-
duwzijden in verzet en dwingen haar tot groepstherapie. Daar-
bij ontmoet ze enkele notoire personages, onder wie Werther,
wellicht de bekendste Hoog Sensitieve Persoon uit de literatuur-
geschiedenis, en de onaantastbare schrijvers Johann Wolfgang
von Goethe en Thomas Mann. De Amerikaanse psychologe en
bestsellerauteur Elaine moet het gesprek in goede banen leiden.
Al snel blijkt dat het niemand aan wanhoop en ergernissen
ontbreekt. Kan de literatuur troost bieden?

AnneliesVerbeke (1976) debuteerde in 2003 bij De Geus met de


roman Slaap! In 2006 verscheen Reus, in 2009 Vissen redden en
in 2015 Dertig dagen, waarmee ze de F. Bordewijkprijs, de Opzij
Literatuurprijs en de NRC Handelsblad Lezersprijs won. Het genre
waarin ze zich het meest thuis voelt, is het korte verhaal. In 2007
verscheen Groener gras, in 2012 gevolgd door Veronderstellingen
en in 2017 door Halleluja.Voor die laatste verhalenbundel kreeg
ze de J.M.A. Biesheuvelprijs en de Cutting Edge Award.

P R A K T I S C H E I N F O R M AT I E
128 blz. – €17,50 (paperback) – €9,99 (e-book)
Paperback ISBN 978 90 223 3578 9
E-book ISBN 978 94 604 1616 3

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 135 4/11/19 17:19


Paul Baeten – Een smerig dier.indd 136 4/11/19 17:19
M A R G OT VA N D E R S T R A E T E N
H E T Z U S J E VA N D E B U U RV R O U W

Louis en Zaida zijn buren. Hoewel beide twintigers al meer dan


een jaar naast elkaar wonen, hebben ze geen contact. Tot een
lekkende waterleiding daar verandering in brengt. De tongen
komen los, maar over hun privéleven zijn beiden erg gesloten.
Wanneer Zaida halsoverkop naar het buitenland vertrekt, laat
ze Louis achter met een koekjesdoos vol herinneringen aan haar
overleden zusje Nadja. Hij duikt in de vele grote en kleine ge-
vechten die ze voerde: binnen haar familie, tegen de vooroor-
delen, maar vooral ook met zichzelf.

Margot Vanderstraeten ademt verhalen. Los van haar werk als


journaliste schreef ze vijf romans en twee interviewboeken. Van
haar jongste non-fictieroman, Mazzel tov, werden al meer dan
40.000 exemplaren verkocht. Het boek werd vertaald in het Pools,
Engels, Duits en Frans.

P R A K T I S C H E I N F O R M AT I E
160 blz. – €17,50 (paperback) – €9,99 (e-book)
Paperback ISBN 978 90 223 3492 8
E-book ISBN 978 94 604 1591 3

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 137 4/11/19 17:19


Paul Baeten – Een smerig dier.indd 138 4/11/19 17:19
ISH AIT HAMOU
ALS JE IEMAND VERLIEST
DIE JE NIET KAN VERLIEZEN

Soms kunnen de zaken behoorlijk fout lopen. Dat is precies wat


er gebeurt bij dokter Sheila. Het leven lachte haar toe. Ze was
een topchirurg, werkte in een vermaard ziekenhuis en had de
beste man van de wereld. Tot het noodlot haar genadeloos trof.
Sheila wordt overgeplaatst naar een onbenullig ziekenhuis in
een klein stadje en zal daar moeten vechten tegen vele vooroor-
delen. En vooral tegen zichzelf. De spoken in haar hoofd zijn
immers een goed bewaard geheim. Ze wil niet dat de geschie-
denis zich herhaalt…

Ooit was Ish Ait Hamou (°1987) bij het grote publiek enkel
bekend als choreograaf en jurylid uit het dansprogramma So
You Think You Can Dance. Vandaag is hij bestsellerauteur, een
gevestigde waarde op sociale media en televisie en een belang-
rijke stem in het publieke debat.

P R A K T I S C H E I N F O R M AT I E
128 blz. – €15,00 (paperback) – €9,99 (e-book)
Paperback ISBN 978 90 223 3250 4
E-book ISBN 978 94 604 1500 5

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 139 4/11/19 17:19


Paul Baeten – Een smerig dier.indd 140 4/11/19 17:19
C H R I S TO P H E V E K E M A N
GEZELLIG IS ANDERS

Ralph, zesendertig jaar, cameraman voor een regionale televisie-


zender en minnaar van een getrouwde vrouw, besluit op een
dag de kwaadaardigheid van de mensen in het algemeen en die
van hemzelf in het bijzonder niet langer voor lief te nemen. Van
nu af aan heeft hij nog slechts één streefdoel in zijn leven: het
creëren van wat hij zelf hardnekkig als ‘gezelligheid’ aanduidt.
De gevolgen zijn op zijn zachtst gezegd drastisch te noemen.

Christophe Vekeman (°1972), de Gentse schrijver met de kuif,


studeerde af als psycholoog en schudt vlotjes romans, gedichten
en verhalen uit z’n mouw. Hij schrijft over literatuur in De Mor-
gen, verzorgt een wekelijkse boekenrubriek voor het Klara-pro-
gramma Pompidou en staat geregeld op literaire podia in Vlaan-
deren en Nederland.

P R A K T I S C H E I N F O R M AT I E
160 blz. – €15 (paperback) – €9,99 (e-book)
Paperback ISBN 978 90 223 3296 2
E-book ISBN 978 94 604 1520 3

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 141 4/11/19 17:19


Paul Baeten – Een smerig dier.indd 142 4/11/19 17:19
B R E N DA F R OY E N
LENA

Lena werkt nog maar een maand als psychiatrisch verpleegkun-


dige op de crisisafdeling als een patiënt wordt binnengebracht:
onder politiebegeleiding, de handen geketend, een gevaar voor
zichzelf. Hij hallucineert, slaat wartaal uit en beweert dat hij
bijzonder is. Tijdens zijn verblijf kan Lena dat laatste alleen maar
bevestigen. Maar hoe bijzonder mag je een patiënt vinden?

Brenda Froyen (°1978) kreeg een postpartumpsychose na de


geboorte van haar derde zoontje en schreef er het beklijvende
boek Kortsluiting in mijn hoofd over. Ze ontpopte zich als een
van de voortrekkers van de vernieuwingsbeweging in de gees-
telijke gezondheidszorg in Vlaanderen en Nederland. Haar twee-
de boek, Uitgedokterd, inspireert hulpverleners om met die nieuwe
ideeën aan de slag te gaan. Lena is haar fictiedebuut.

P R A K T I S C H E I N F O R M AT I E
104 blz. – €15 (paperback) – €9,99 (e-book)
Paperback ISBN 978 90 223 3399 0
E-book ISBN 978 94 604 1562 3

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 143 4/11/19 17:19


© 2019 Uitgeverij Angèle / Standaard Uitgeverij nv
Rijnkaai 100/A11, B-2000 Antwerpen en Paul Baeten

Deze uitgave kwam tot stand


in samenwerking met Te Gek!?

Vertegenwoordiging in Nederland
New Book Collective, Amsterdam
www.newbookcollective.com

Omslagontwerp: Herman Houbrechts


Opmaak binnenwerk: Ready2Print

Eerste druk november 2019

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag


worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd
gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm
of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door
fotokopieën, opnamen of op welke wijze ook, zonder
voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

isbn 978 90 223 3577 2


d/2019/0034/137
nur 301

Paul Baeten – Een smerig dier.indd 144 4/11/19 17:19

You might also like