Zomerse nachten:

(Refrein)
Langs de kustlijn dansen we, met drankjes in onze handen,
Onder de sterren, voelen we de zeebries waaien.
In de avonduren, vinden we liefde in het zand,
Vakantie romance, hand in hand.

(Verse 1)
Bij het vallen van de zon, voelen we de hitte stijgen,
Zwoele blikken, verlangens die zwijgen.
Op het ritme van de golven, dansen we zij aan zij,
Onder de maan, voelen we ons vrij.

(Refrein)
Langs de kustlijn dansen we, met drankjes in onze handen,
Onder de sterren, voelen we de zeebries waaien.
In de avonduren, vinden we liefde in het zand,
Vakantie romance, hand in hand.

(Verse 2)
Op het zand, laten we ons gaan,
Geen zorgen, geen spijt, alleen maar verlangen.
In de warme nacht, vinden we elkaar,
Een zomerliefde, zonder gevaar.

(Brug)
Laat de muziek ons leiden, door de zwoele nacht,
Elke kus, elke aanraking, voelt zo zacht.
In deze zomerse droom, willen we nooit ontwaken,
Vakantieliefde, laten we het nooit breken.

(Refrein)
Langs de kustlijn dansen we, met drankjes in onze handen,
Onder de sterren, voelen we de zeebries waaien.
In de avonduren, vinden we liefde in het zand,
Vakantie romance, hand in hand.

(Eind)
Oh zomerliefde, zoet als de zee,
Een herinnering die altijd bij ons zal blijven.
Langs de kustlijn dansen we, voor altijd samen,
In deze zomerhit, blijven we de sterren najagen.