Professional Documents
Culture Documents
01 Massa Introductie
01 Massa Introductie
Introductie en jeugdcultuur
De Amerikaanse kunst van voor WOII was, anders dan het Europese modernisme, populaire kunst - bedoeld als
vermaak voor het grote publiek. De film was een Europese uitvinding, maar de Amerikanen zagen het volledige
commerciële potentieel. De westerns, slapsticks en romantische drama’s uit Hollywood werden overal ter wereld in
de bioscopen vertoont en door het publiek verslonden.Ook de uitvoerende kunsten (zoals jazzmuziek) en de
podiumkunsten (zoals musicals) waren niet bedoeld als artistiek experiment, maar als vermaak.
We zien hier twee kernbegrippen uit de cultuurwetenschappen ontstaan: De Europese kunst was
overwegend High Art oftewel museumkunst – kunst die zich niet richt op het grote publiek, maar bedoeld is als
intellectuele en artistieke uitingen voor een select publiek. Denk hierbij aan opera’s, symfonieorkesten, klassiek
ballet, experimentele films, schilderkunst, beeldhouwkunst, etcetera. De Amerikaanse cultuur was meer Low Art
oftewel straatkunst. Voorbeelden zijn blockbusterfilms, musicals, reproducties van bekende schilderijen, graffiti, alle
vormen van rock en popmuziek, etcetera.
Over de rellen die uitbraken rond deze film en de context waarin dit alles geplaatst dient te worden gaat het volgende
artikel uit VPRO’s ‘Andere Tijden’:
Nederland was vijftig jaar geleden in de ban van Rock & Roll; de
burgers sidderden terwijl de jeugd danste en joelde. En dat alles naar
aanleiding van de film ‘Rock around the Clock’ van Bill Haley en zijn
Comets. Een anonieme notariszoon vat in een commentaar in de
Nieuwe Apeldoornse Courant van 26 oktober 1956 de sfeer prachtig
samen: “Rock, everybody, roll, everybody…In extase bewegen zich
dansers over de vloer. Plotseling klinkt een wild geluid: de saxofonist
neemt het monotone thema over. Het publiek raakt in vervoering. De
chaos is op de dansvloer losgebroken. De jongens en meisjes zijn niet
meer te houden. Dat is het beeld van de razernij, die zich voor de ogen
van de verbaasde toeschouwer afspeelt bij de ‘Rock ’n Roll’, de rage die
thans ook in Nederland vele volgelingen heeft.
De rage van de rock&roll kwam overwaaien uit Amerika. Daar waren al enkele jaren ontwikkelingen aan de gang die
ouders en autoriteiten ernstig ongerust maakten. De zwarte rythm and blues-muziek was begin jaren vijftig opgepikt
door blanke muzikanten en leidde tot een muziekstijl die de jeugd het hoofd
op hol bracht. De energie die van de muziek uitging en de nadruk op ritme
deden volwassenen verzuchten dat het ‘apenmuziek’ was maar op jongeren
had het juist een onweerstaanbare aantrekkingskracht. Bovendien ging de
muziek gepaard met teksten die voor die tijd ongekende toespelingen op
seksualiteit bevatten; alweer een element dat jongeren beviel en ouders het
hoofd deed schudden. Maar het meest controversieel was misschien nog
wel het feit dat het meeslepende ritme van de muziek aanzette
tot....dansen! Met afgrijzen werd de jeugd gadegeslagen die zich massaal op
de dansvloer stortte, niet om zich te wagen aan een keurige foxtrot, maar
om te ‘shaken’ met de knieën en meisjes de lucht in te gooien.
Om de waanzin die zich van Amerika meester had gemaakt te benadrukken, deed de auteur van het artikel er nog
een schepje bovenop: “De historici vertellen dat de ‘rock ’n roll’ een jaar of tien geleden is ontstaan. Via het Zuiden
baande deze ‘ziekte’ zich een weg naar Californië en thans beleeft de Oostkust de finale. In verscheidene steden is de
‘rock ’n roll’ verboden, omdat hij ‘...een belemmering van de volksgezondheid en de goede moraal van de
gemeenschap is’”. En tenslotte eindigde het artikel met een verontrustende mededeling: “Ook in ons land is de
‘Rythm and Blues’-muziek al populair...De grammofoonplaten van Bill Haley and his Comets vinden een gretig
onthaal...”
Bill Haley (zie afbeelding) wordt wel gezien als de grondlegger van de rock&roll. In
ieder geval was zijn ‘Crazy man crazy’ de eerste rock&roll-plaat die in 1953 in de
hitparade in Amerika kwam. Maar de echte grote doorbraak voor Bill Haley kwam
met het nummer ‘Rock around the Clock’. Het nummer was al op de plaat
uitgebracht toen regisseur Richard Brooks besloot het te gebruiken als thema voor
zijn film Blackboard Jungle. De film laat het verhaal zien van een groep leerlingen
van een school in een New Yorkse achterbuurt die in opstand komen tegen hun
leraren. Hoewel de makers benadrukten dat de film bedoeld was als
waarschuwing tegen de toenemende jeugdcriminaliteit, paste het verhaal
moeiteloos in de rij films die in die dagen ongekend populair waren onder jongeren en allemaal opstandigheid tot
thema hadden. Films als ‘The wild one’ (1953) met Marlon Brando en ‘Rebel without a cause’ (1955) met James Dean
hadden veel succes en Blackboard Jungle paste in dezelfde trend.
Het gebruik van ‘Rock around the Clock’ bij de tienerfilm had enorme gevolgen. Het grote publiek maakte kennis met
de rock&roll en Bill Haley stond maandenlang op nummer 1 in de Amerikaanse pophitparade. Tegelijk raakte de
rock&roll-muziek versmolten met het levensgevoel uit de film: het verzet van jongeren tegen het gezag van
volwassenen. In de film gooien leerlingen de jazzplaten van hun
leraren kapot onder het roepen van ‘rock and roll’. Meer
letterlijk dan in deze scène kon de generatiekloof niet
beschreven worden. Rock&roll werd definitief de eerste
exclusieve jongerenmuziekstijl en zelfs meer dan dat. De term
werd een symbool voor de opkomende jongerencultuur; ruig,
onconventioneel, rebels, gedurfd, sexy en jong. Uit
enthousiasme bij de vertoningen van Blackboard Jungle danste
het publiek mee in de bioscoopzaal en er werd met stoelen
gesmeten. Bill Haley, met zijn babyface en spuuglok, stond aan
de wieg van dit nieuwe fenomeen.
In Nederland drong de Amerikaanse rock&roll-muziek langzaam door. De single ‘Shake, rattle & roll’ van Bill Haley
was in 1955 weliswaar in ons land te verkrijgen maar kreeg heel beperkte aandacht. In hetzelfde jaar werd de film
Blackboard Jungle, onder de titel Het Zaad der gewelddadigheid, in Nederland uitgebracht (gekeurd voor achttien
jaar en ouder), maar ook deze trok niet veel belangstelling.
Pas in de herfst van 1956, toen de film ‘Rock around the Clock’ in première ging, sloeg de rock&roll-koorts goed toe.
Ineens was het land in de ban, overal verschenen artikelen over de nieuwe rage waarbij de afkeurende toon
overheerste. Sommige publicaties beperkten zich tot een ‘recensie’ van de film zoals Jan Blokker in het Algemeen
Handelsblad die zoals gebruikelijk zijn afkeer in ironie verpakte: “De heer Bill Haley, iemand uit de Verenigde Staten
die een geheel nieuwe muziek heeft uitgevonden welke hij en zijn aanhangers rock and roll noemen...artiesten die
niet alleen op een bas tokkelen, maar het instrument ook telkens op de grond gooien.” Maar de meeste artikelen
gingen uitgebreid in op het verschijnsel rock&roll en vooral op de gevaren voor de jeugd. Zo trok in Panorama onder
de titel ‘Rock ’n roll, een nachtmerrie in dollarritme’ de auteur Dick Hendrikse van leer: “Rock ’n roll heet het geluid,
dat rampspoed bracht in Amerika. Het geluid, dat een spoor van verbijstering, verwildering, afschuw en laaiend
enthousiasme door Amerika heeft getrokken, nu als een orkaan in Engeland woedt en binnenkort ook voor
plaatselijke depressies op het continent zal zorgen.”
In kranten en tijdschriften werden eindeloos voorbeelden aangedragen van de wanordelijkheden die zich in het
buitenland rond de rock&roll hadden voorgedaan. Termen als “heidens kabaal; hel en stampei in de meest letterlijke
zin; belhamelneigingen; een orgie van geloei; hees geschreeuw; stuiptrekkende nozems in verwilderde bewegingen;
jonge dames zo overstuur, dat ze elkaar met schoenen om de oren sloegen” werden gebruikt. En daarmee wekten de
commentaren een verwachting die als vanzelf werkelijkheid werd: hoe harder het establishment tekeer ging tegen de
rock&roll, hoe aantrekkelijker de jeugd het vond en hoe meer reden er was om het ook daadwerkelijk tot een paar
leuke rellen te laten komen.
In première
“Rock&Roll-koorts”
Hoezeer de aandacht – en dan vooral de waarschuwingen – in tijdschriften en kranten voor de rock&roll invloed had
op de loop van de gebeurtenissen rond de film ‘Rock around the Clock’ is aangetoond door de auteurs Krantz en
Vercruysse in 1959. Zij maakten een overzichtelijk chronologisch lijstje. Toen de film op 1 september in de grote
steden Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Leiden in première ging, verliepen de voorstellingen rustig. Bijna twee
weken later, op 11 en 12 september, publiceerden vrijwel alle grote kranten opvallende artikelen (met aandacht
trekkende foto’s) over de ‘Rock&Roll-koorts’ in Engeland, naar aanleiding van relletjes bij vertoning van de film in
Manchester. Pas daarna deden zich ook in Nederland ongeregeldheden voor. Zo was er op 15 september in Utrecht
sprake van “herrieschoppen door kleine groepjes” wat drie dagen later uitmondt in de waarschuwing dat “de film uit
roulatie zal worden genomen als de jeugd zich niet beter gedraagt.” Eind september zijn er “ernstige
ongeregeldheden” in Enschede en in Rotterdam is er begin oktober sprake van “herrie’. De onrust deed zich tot het
eind van het jaar nog in diverse plaatsen voor.
Behalve bij de media legden Krantz en Vercruysse ook de schuld bij de overbezorgde autoriteiten: “Dit leidde in
sommige gevallen tot ostentatieve voorzorgsmaatregelen, die het gehele publiek prikkelden en kleine groepen
daaruit tot een al te beweeglijke en luidruchtige opwinding brachten. Deze ‘regiefouten’ werden zowel door de
politie als door de zaaldirecteuren en gemeentebesturen gemaakt... Bij de ongeregeldheden gedurende de maand
oktober 1956 bij de vertoning van Rock around the Clock – nadat het in september 1956 jazzconcerten waren
geweest die wangedrag bij jongeren hadden opgeroepen – kon meermalen opgemerkt worden, hoezeer juist
preventieve verbodsbepalingen ergere gevolgen hadden dan de onverkorte vertoning van de film in een groot aantal
plaatsen. De omvangrijkste en langst durende wanordelijkheden speelden zich te Apeldoorn af, waar vertoning van
de film verboden was. (…) De moeite van het vermelden waard is nog, dat de directie van het Minerva-theater te
Apeldoorn, waar de film zou draaien, ontstemd was over het verbod. Zij vreesde in het geheel niet voor haar
meubilair en interieur.”
Onrust in Apeldoorn
“Wij eisen rock&roll!”
Na lang wikken en wegen – vertelt zijn vrouw – besloot de toenmalige burgemeester Des Tombe van Apeldoorn de
film ‘Rock around the Clock’ te verbieden. Er kwamen berichten uit het buitenland en uit verschillende plaatsen in
Nederland dat de vertoning tot ongeregeldheden en zelfs vernielingen had geleid en dat wilde de burgemeester,
verantwoordelijk voor de openbare orde, voorkomen. Op zaterdag 20 oktober verscheen dan ook op het affiche in de
vitrine van bioscoop Minerva dat de film op last van de burgemeester niet in het theater te zien zou zijn. Dat zette
kwaad bloed. En wat begon als een onschuldig protest groeide, door onhandig optreden van de politie, tenslotte uit
tot 3 dagen van onrust in Apeldoorn.
Daarmee was de toon voor de komende dagen gezet. De politie hield charges – er was een samenscholingsverbod -
terwijl jongeren zich steeds weer verzamelden, borden meevoerden met de tekst ‘rock and roll’ en zich hier en daar
te buiten gingen aan baldadigheden. In het politierapport van zaterdag rapporteerde brigadier Pastoor nog om 10
over 3 ’s nachts dat er enkele arrestaties zijn verricht en : “...dat de jongelui naderhand nog steeds weer door het
centrum van Apeldoorn hebben gelopen en geschreeuwd van Rock and Roll. Daarbij hebben zij deze woorden op het
gemeentehuis gezet en ook in de Nieuwstraat op de muur van kapper Gaston deze woorden gezet, waarbij zij tevens
hebben geschreven ‘Weg met de burgemeester’.” Op zondag gingen de relletjes door waarbij, volgens het
politierapport op die dag, “...gedurende de hele avond groepsvorming optrad, waarbij de kreet “Rock and Roll’
voortdurend herhaald werd en gebruik gemaakt werd van stukken karton, houten schotten van marktkramen met de
bekende woorden. Hierbij vielen verschillende baldadigheden voor, zoals gooien met stenen, halve klinkers en
straatstenen...” Op deze dag werd ook een ruit bij de burgemeester ingegooid, een daad die de burgemeestersvrouw
zich nog goed weet te herinneren: “Die steen ging rakelings langs de slaap van mijn man.”
Uiteindelijk liepen de relletjes in Apeldoorn met een sisser af. Na vier dagen verstomden de protesten, volgens
ooggetuige Chris Eybergen nadat de burgemeester had beloofd dat de film alsnog gedraaid mocht worden als de
jeugd zich verder rustig hield. In januari 1957 ging de film alsnog in roulatie in bioscoop Minerva zonder dat er nog
één wanklank werd gehoord. Ook in andere plaatsen bleek toegeven aan de wensen van de jeugd de beste oplossing.
In Gouda ontstonden er rellen nadat de burgemeester daar, in oneindige wijsheid, besloten had de film wel te
draaien maar zonder geluid. Dat leverde de nodige wanordelijkheden op in de bioscoopzaal. Maar toen de volgende
dag besloten werd de film dan toch maar met geluid te vertonen, bleef het rustig.
De angst voor de ‘nozem’ was de film vooruitgesneld. Al jaren sprak er bij deskundigen en in de media een
toenemende bezorgdheid over lusteloze jeugd zonder enige belangstelling. Midden jaren vijftig werd die bezorgdheid
nog eens extra gevoed doordat sommige jongeren zich openlijk manifesteerden als ‘anders’; een internationaal
verschijnsel. “Nog maar betrekkelijk kort geleden begon het aanzien van de massajeugd te veranderen. Grote
groepen van haar vertegenwoordigers begonnen zich in
extravagante, opvallende, ja uitdagende kleding te steken –
en naar men de indruk kreeg nog meer dan voorheen in grote
bendes te opereren... Weliswaar kleden de ‘Teddy Boys’ (→
zie afbeelding) , de ‘Nozems’, de ‘Halbstarken’, de ‘Stilyagi’
zich op ongelijke wijze, maar bij allen is toch het
extravagante, opvallende, uitdagende in hun kleding op te
merken. In hun haardsteden wekken zij dezelfde indruk bij de
gezeten burgerij: aan de bestaande orde kenden ze geen
grote waarde toe, ze bezitten een negatieve en agressieve
mentaliteit en ze zoeken, zich van hun bijeen horen dof
bewust, aaneensluiten. Het kan niemand verwonderen, dat
deze jongeren verslingerd raken aan een vormloze, haast
barbaarse mode-dans: de rock&roll, die begeleid wordt door
een volstrekt onmuzikale muziek.” (uit Krantz en Vercruysse)
In de praktijk bleken over het algemeen ook de nozems brave pubers die zich alleen zo nu en dan wilden uitleven en
zich voornamelijk in hun kleding, met knetterende brommers en rauwe muziek wilden onderscheiden van de
volwassenen. Een verschijnsel dat tegenwoordig – na de hippies, de punkers, etc. – niemand meer vreemd in de oren
klinkt. Maar in de jaren vijftig was het betrekkelijk nieuw en onwennig. Meer geld en meer vrije tijd dan ooit tevoren
gaven tieners de kans een eigen leven te leiden: “Het kopen van een bepaalde plaat, het kiezen van kleren en
nadenken over de kleur van je schoenen waren essentiële onderdelen van het tienerleven. De straat, de ijssalon en
de bioscoop waren de belangrijkste ontmoetingsplaatsen. Door de uitvinding van de transistorradio konden steeds
meer tieners onafhankelijk van hun ouders naar een zelf gekozen programma luisteren.” De jeugdcultuur was
geboren.
1._____________________________________________________________________________________________
2._____________________________________________________________________________________________
3._____________________________________________________________________________________________
Leg uit welke factoren hebben bijgedragen aan het ontstaan van een jongerencultuur:
1.____________________________________________________________________________________________
2.____________________________________________________________________________________________
3.____________________________________________________________________________________________
4.____________________________________________________________________________________________
Geef twee verklaringen voor het feit dat de Rock&Roll films bij hebben gedragen aan de populariteit van deze muziek-
en dansstroming onder jongeren.
1._____________________________________________________________________________________________
2._____________________________________________________________________________________________
Het maken van films is een dure grap – een flop kan een filmmaatschappij tot faillissement brengen. Leg uit dat het
maken van Rock&Roll films echter een relatief veilige investering is.______________________________________
_______________________________________________________________________________________________
_______________________________________________________________________________________________
Leg uit dat het acteren in Rock&Roll films weinig eisen stelde aan het acteerwerk van de acteurs.________________
_______________________________________________________________________________________________
_______________________________________________________________________________________________
De oudere generatie had grote bezwaren tegen de Rock&Roll. Verklaar waarom de bezwaren (klachten / angsten) die
de ouderen hadden juist verantwoordelijk zijn geweest voor de populariteit van Rock&Roll bij de jeugd.
_______________________________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________________________
_______________________________________________________________________________________________
Behoord de Rock&Roll tot de High Art of de Low Art? Leg je antwoord uit. _________________________________
______________________________________________________________________________________________