Hoofdstuk 3: bijlage

Dia 251

[1]: Smeltzekering op de lijn in HS-cabine. Niet op de N-geleider want daar is

risico dat N-geleider eerst doorsmelt waardoor bij een assymetrische belasting
een sterpuntsverschuiving optreedt en fasespanningen veranderen (vergroten of
verkleinen) met schade tot gevolg.

[2]: norm zegt een R <100ohm in rotsgebieden of andere waar R < 30ohm niet
haalbaar is, dan kan dus R <100ohm. Maar dan moet op elke kring een
afzonderlijke diff-schakelaar komen van 30mA.

Dia 291

Elke geleider gedraagt zich capacitief t.o.v. aarde waardoor er een lekstroom is
bij een massafout. Daarom diff-schakelaar zo ver mogelijk stroomafwaarts
plaatsen zodat er voldoende capacitieve werking is aan de stroomopwaarts kant
zodat een mogelijk aardfout door persoon, dat het op en ontlaad gedrag gaat
versterken, de heen/weergaande stroom door diff schakelaar als fout- of diff-
stroom gezien kan worden.

Dia 292

Door fout op L2 zal een lading ontstaan vanaf L2 die op de aarding komt en door
capacitief gedrag zal er een continu heen- en weergaande stroom ontstaan
tussen L2 en L3 EN L2 en L1, dus lekstroom van L2L3 en L2L1.

Door fout wordt PE op potentiaal van L2 gebracht dus zal potentiaal B op aarding
komen. Dus situatie waarbij AC wordt aangesloten op een fictieve condensator
die capacitief gedrag voorstelt. Aarde is dus capacitiet en door een fout komt
aarde op potentiaal L3, hierbij staat L3 op potentiaal C dus over de condensator
staat de lijnspanning LBC waardoor een heen- en weergaande ladingsverplaatsing
is in de draad.

Er is geen gevaar op elektrocutie/schade zolang het 1 of meerdere fouten op 1

lijndraad blijft. Bij meerder fouten op meerdere lijndraden dan kortsluiting en
moeten er onmiddellijk onderbroken worden.