Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 3

Taalonderwijs

Werken met een


verteltafel
Rob en Hanneke van Bree
Kies een goed verhaal.

Op veel scholen hebben Een verteltafel is een plaats waar kinderen met allerlei attributen een voorgelezen
en besproken verhaal naspelen. Dat gebeurt uiteraard niet zonder doel. Door te
verteltafels in groep 1 en 2
spelen en te handelen met de aangeboden attributen, wordt een geheel van sa-
een vaste plaats verworven. menhangende, vaak nieuwe, woordbetekenissen uit een verhaal tot leven gebracht
Die plaats hebben zij nog niet en actief aangewend. Naast uitbreiding van de woordenschat, krijgen kinderen
door het herhaald naspelen van een verhaal, steeds meer greep op ingewikkelde
altijd in groep 3 en 4. Dat taalstructuren en op de verhaallijn in geschreven teksten. Ook het reageren op
is jammer, want ook in die elkaar wordt gestimuleerd, doordat kinderen rollen van verhaalpersonages op zich
nemen.
groepen kan de verteltafel een
Waardevolle doelen genoeg, dus! Het is dan ook niet verwonderlijk dat verteltafels
waardevolle rol spelen. in veel groepen 1 en 2 een plekje veroverd hebben. Inmiddels is aardig wat infor-
matie beschikbaar over het werken met verteltafels, vooral in groep 1 en 2, maar
óók voor groep 3 en 4 (zie ‘Literatuur’). Dit artikel zet uiteen hoe je de verteltafel
kunt inzetten.

De verteltafel in groep 1 en 2
Het werken met een verteltafel in groep 3 en 4 kan zonder problemen voortbou-
wen op de activiteiten die in groep 1 en 2 al rond dit didactisch instrument zijn
ontplooid. Een doorgaande lijn, wat willen we nog meer?
Laten we beginnen een blik te werpen op de opbouw van de activiteiten rondom
de verteltafel in groep 1 en 2. Er kan een viertal fasen onderscheiden worden in
het werken met de verteltafel:

Eerste fase
De eerste fase bestaat uit de keuze van een verhaal door de leerkracht. Criteria
voor een verantwoorde keuze zijn: een duidelijke verhaalstructuur, ondersteunende
illustraties, goede, maar niet te lange zinnen, veelvuldige herhaling van gebeurte-
nissen en uitdrukkingen en de aanwezigheid van aan te leren woorden.

Tweede fase
De tweede fase start met het herhaald voorlezen, bekijken en bespreken van het
boek. Onbekende woorden en nieuwe uitdrukkingen worden toegelicht. Begrijpend
en gericht luisteren naar het verhaal kan gestimuleerd worden door met behulp

14 De wereld van het jonge kind | september 2008


Hanneke van Bree

Hanneke van Bree


Een verteltafel bij het boek Kikker in de kou. Een verhaalschema waarbij sommige pictogrammen al door de leer-
kracht zijn ingevuld.

van pictogrammen de verhaalstructuur duidelijk te maken. De verteltafel in groep 3 en 4


In totaal zijn er zeven pictogrammen. Ieder pictogram staat voor een In groep 3 en 4 worden tijdens het werken met de verteltafel dezelfde
vraag die kinderen zich bij het verhaal kunnen stellen. Aangeraden fasen doorlopen als in groep 1 en 2. Alleen blijft het daar niet bij!
wordt het werken met pictogrammen in drie stappen op te bouwen. Nadat de kinderen het verhaal zelfstandig nagespeeld hebben, kunnen
De eerste stap is de introductie van pictogrammen voor de vragen ‘wie, er variaties op het verhaal bedacht worden. Niet zomaar in het wilde
wat en waar’. Daarna introduceer je pictogrammen voor het begin en weg, maar systematisch, door aan de hand van de pictogrammen een
de afloop van het verhaal, gevolgd door pictogrammen bij het probleem verhaal op poten te zetten. Achter ieder pictogram worden de vonds-
dat centraal staat in het verhaal en de oplossing die daarvoor gevonden ten van de kinderen vastgelegd.
wordt. Samen vormen deze zeven pictogrammen een verhaalschema, Vroeg in groep 3 zal de leerkracht de rol van schrijvend intermediair op
waarin de gebeurtenissen in een verhaal gestructureerd kunnen worden. zich moeten nemen. In latere stadia kunnen kinderen het schrijfwerk
De leerkracht kan de gebeurtenissen achter de juiste pictogrammen steeds meer zelf doen, zeker wanneer kaartjes met sleutelwoorden
beschrijven, zodat een overzicht van het verhaal ontstaat. Als dat over- als voorbeeld een plaats op de verteltafel krijgen. Pas nádat over
zicht klaar is, wordt het tijd voor de volgende fase! ieder pictogram is nagedacht en ieder bedenksel logisch past bij de
andere bedenksels, is het verhaal compleet en klaar om uitgespeeld te
Derde fase worden.
In de derde fase bouw je samen met de kinderen een verteltafel. Welke Maar hoe zit het met de doelstellingen? Eerder genoemde doelen
voorwerpen zijn nodig? Wie kan daarvoor zorgen? Kunnen we zelf zoals reageren op elkaar en grip krijgen op de verhaallijn, gaan
attributen maken? Kunnen we een decor knutselen of construeren? Dit natuurlijk ook bij zelfbedachte verhalen op. Maar uitbreiding van de
proces kun je ondersteunen door voldoende materialen beschikbaar te woordenschat? En het oefenen met taalstructuren? Die doelen wil je
stellen. ook bereiken. Dit doe je door als leerkracht een of meer pictogram-
men zelf in te vullen en de kinderen binnen die randvoorwaarde(n)
Vierde fase de rest van het verhaal te laten bedenken. Kinderen worden daardoor
Als de verteltafel gereed is, kan als vierde fase het naspelen van het gedwongen woorden en taalstructuren in hun verhaal op te nemen én
verhaal beginnen. Aanvankelijk is de rol van de leerkracht tijdens het ze leren om die taaluitingen in verschillende, (zelfbedachte) contexten
naspelen van het verhaal groot. Het spel wordt voorgedaan, waarbij je te gebruiken. Dubbele winst!
als leerkracht de verhaallijn bewaakt, dialogen uitlokt, demonstreert
hoe de pictogrammen leidraad in het spel zijn en kinderen stimuleert De praktijk
tot meespelen. Langzaam zullen de kinderen centraal gestelde woor- Hoe ziet die winst er in de praktijk uit? Laten we een voorbeeld geven.
den en taalstructuren actiever in hun spel gaan gebruiken. Ze zullen Het bekende prentenboek Kikker in de kou van Max Velthuijs bevat een
zich zelfstandiger in rollen verplaatsen en elkaar uit zichzelf stimuleren verhaal over winterkoude en warme vriendschap. Het boek leent zich
en ondersteunen. De rol van leerkracht verandert geleidelijk in die van prima voor activiteiten aan een verteltafel. Nadat de eerste vier fasen
observator. Een prachtrol! zijn doorlopen, breekt de tijd aan om zelf verhalen te bedenken en
daarbij nieuwe woorden te leren gebruiken.

De wereld van het jonge kind | september 2008 15


Drie pictogrammen worden door de leerkracht ingevuld: spannend is dit een prachtige, reflectieve opdracht waarin de vraag naar voren
‘wie, ‘ wat’ en ‘het begin’: komt of het verhaal wordt gespeeld zoals het door de auteurs is bedacht. Wat
• het ‘wie’, is dat het verhaal gaat over Kikker en Haas. was de bedoeling en wat niet? Welke omschrijvingen achter pictogrammen waren
• het ‘wat’, is dat een thermometer, een winterjas en duidelijk? Hoe kunnen onduidelijke omschrijvingen verbeterd worden? In de
handschoenen in het verhaal voorkomen. betekenisvolle context van hun eigen en door anderen bedachte verhalen, worden
• ‘het begint’ dat Haas Kikker uitlegt dat Kikker het beste kinderen uitgedaagd om over het communicatieve aspect van hun schriftelijke
warme, dikke kleren aan kan trekken als de thermo- taaluitingen na te denken. Dat is geen geringe opgave, maar wel een belangrijke
meter onder nul aangeeft, omdat het dan vaak bar leerervaring. Deze ervaring moet herhaald worden om kinderen zover te krijgen,
winterweer is. dat ze ook in het zelfstandig naspelen van andermans verhalen vanuit een open
De opdracht wordt toegelicht door de leerkracht. De en reflectieve houding in conclaaf gaan met de auteurs. Het uiteindelijke gevolg?
nieuwe, onbekende woorden worden uitgebreid uitgelegd. Communicatie over taaluitingen en nog betere verhaalschema’s!
En dan… aan de slag!
Gewoon doen!
Bij de overige pictogrammen scheppen de kinderen zelf de Het werken met verteltafels hoeft niet te stoppen na groep 2, maar kan via een
verhaalinhoud en leggen die vast. Dat kan klassikaal, maar doorgaande lijn ook in groep 3 en 4 een plekje krijgen. Het is een waardevol
ook in kleine groepjes of individueel. Al snel zullen de plekje, want werken met verteltafels dient veel doelen. Maar denk ook aan wat het
woorden uit het begin van het verhaal door kindermonden voor de kinderen betekent.
uitgesproken worden, aangevuld met woorden die kinde- Het naspelen van aansprekende verhalen aan een (deels) zelfontworpen verteltafel
ren van elkaar leren. Nieuwe verhalen ontstaan, nieuwe en het bedenken van eigen verhalen staan borg voor betrokkenheid. Verteltafels in
werelden gaan open. Zo gaat Kikker in het ene verhaal groep 1 tot en met 4, gewoon doen!
dik ingepakt tegen de kou met Haas skiën en blijkt hij
dat goed te kunnen. Samen maken ze veel plezier! In een Rob van Bree is leerkracht en gezondheidspsycholoog; Hanneke van
ander verhaal kijkt Kikker beteuterd op de thermometer: Bree werkt als leerkracht van groep 1/2 aan basisschool De Rank in
onder nul. Dan kun je als kale Kikker niet naar buiten. Na Helmond.
de uitleg van Haas kan Kikker toch het huis uit om lek-
kernijen te kopen. Daarna komt Haas bij hem op bezoek
en eten ze hun buikje rond. Literatuur
Bij het schrijven van dit artikel is gebruikgemaakt van onderstaande bronnen.
Het is leuk om verschillende verhalen met eenzelfde begin Om de tekst niet nodeloos te belasten is een veelvoud aan literatuurverwijzing in
met elkaar te vergelijken. Niet alle kinderen hoeven aan de tekst achterwege gelaten.
dezelfde opdracht te werken. Er kan immers eindeloos
gevarieerd worden met de combinatie van pictogrammen •H  est, J. van (2002), De verteltafel in vogelvlucht. In: Taal Lezen Primair, 7, 8-9
die door de leerkracht ingevuld worden. Veel verschillende • Kleef, M. van, Tomesen, M. (2001), Interactieve leessituaties in de onderbouw.
verhalen zijn het resultaat. Dat inspireert! In: Het Jonge Kind, 29(4), p. 106-109
• Pompert, B. (2003), Samen lezen en spelen. De didactiek van de verteltafel.
Maar er is meer. Verhalen worden niet vastgelegd om In: Zone, 2(4), p. 15-18
alleen maar door de auteurs uitgespeeld te worden. • Bacchini, S., M. Kruithof, B. Pompert, F.Janssen-Vos (1998), De voeten van de kip
Het is dankbaar om een mapje aan te leggen waarin de schmincken. Tweede taalverwerving in Basisontwikkeling. APS, Utrecht
verhaalschema’s opgenomen worden die door kinderen • Velthuijs, M. (1992), Kikker in de kou. Leopold, Amsterdam
zijn bedacht en vastgelegd en die door andere kinderen • Werkgroep Kleuters Centraal (2000), Hoekenwerk. Hoeken in de ontwikkelings­
kunnen worden nagespeeld. Ga eens in een kring om gerichte onderbouw. Bekadidact, Baarn
de verteltafel zitten en laat een of enkele kinderen een • Knijpstra H. B. Pompert en T.Schiferli (1997), Met jou kan ik lezen en schrijven.
verhaal uit dat mapje naspelen. Behalve knus, leuk en Van Gorcum, Assen, p. 134-136

mvbplanner.nl
Eindelijk een functioneel plan/registratiebord voor de kleuters!
Bezoek de site en laat u verrassen op:
mvbplanner.nl

16 De wereld van het jonge kind | september 2008

You might also like