Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 7

bEWEGING

gewrichten dankzij hun kunnen we beenderen van het skelet ten opzichte van elkaar bewegen.

Kogelgewricht Alle richtingen bv: schouder en heupgewricht

Ei-of-ellipsvormig gewricht

twee
richtingen loodrecht op elkaar
zadelgewricht

binnen een hoek van 90°C rond


zijn as te draaien bv: gewricht tussen
handwortelbeentjes
rolgewricht

draaien in
lengteas van schoudergewricht
scharniergewricht

beweging in één vlak


Bouw van een gewricht
Door ouderdom slijt gewrichten
sportletsels door verkeerde belasting

Gewrichten die sterke krachten ondergaan


 gewrichtsbanden of ligamenten
( bindweefsels die beenderen met elkaar
verbinden en op hun plaats houden)

Oppervlak gewrichtsholte  volledig


omgeven door een vlies synoviaal vlies

Slijmbeurs schokdemper

Reuma auto-immuunziekte

Tussen gewrichtsvlakken  extra kussen


tussen gewrichtsbanden  meniscus

Meniscus  zorgt ervoor dat


gewrichtsvlakken die niet goed op elkaar
passen, toch goed op elkaar aansluiten
*dienen als schokdemper
*verspreid slijm tussen gewrichten

Meniscus kan scheuren bij een verkeerde


draaibeweging met je knie
Ontwrichte schouder je gewrichtskop schiet
uit de kom

door een val of een slechte werpbeweging


raakbeen beschadigd door een ontsteking
Ontstoken slijmbeurs

Veroorzaakt door overbelasting bv in de knie

Andere soorten beenverbindingen


Schedel
*opgebouwd uit meerdere beenderen die verbonden zijn met naadverbindingen ( geen beweging)

Scheenbeen, kuitbeen, spaakbeen en ellepijp


*verbonden met elkaar door tussenbeenvliezen ( beetje beweeglijk)

Rib, borstbeen linker en rechterheup


*verbonden door kraakbeenderen
indeling van de spieren

skeletspier hartspier maagspier


overlangse doorsnede Overlangse doorsnede Overlangse doorsnede
-goed zichtbare vezels - vezels moeilijk zichtbaar -vezels moeilijk zichtbaar
-losse structuur -vaste structuur
Dwarse doorsnede Dwarse doorsnede Dwarse doorsnede
- vezels goed zichtbaar -weinig structuur -weinig structuur
-beetje sponsachtig
Stukjes uiteenrafelen Stukjes uiteenrafelen Stukjes uiteenrafelen
-heel goed -minder goed -niet zo goed
draden Kleine stukjes Kleine stukjes
Vorm van de cel Vorm van de cel Gladde spier
-langgerekt -korter en grilliger -kort
Kern Kern Kern
-1 -1 -1
Kenmerken Kenmerken Kenmerken
-dwarse strepen -dwarsgestreept -geen dwarse strepen
-lichte zone rond kern
Bijna alle skeletspieren werken in paren  antagonisten
De ene spier trekt samen waardoor de andere spier kan ontspannen

Spieren verbonden door één of meerdere pezen


spieren bestaan uit meerdere bundels  bundelschede

skeletspier hartspier Gladde spier


-dwarsgestreepte spieren -verbonden via -autonoom orgaan
-met onze wil besturen tussenliggende schijven -worden niet snel moe
-niet lang een -autonoom orgaan
samentrekking volhouden
1=slaapspier Sluit je mond
2=monnikskapspier Hoofd achterover en schouders bijeen, schouders
omhoog en achteruit
3=deltaspier Heft je arm zijwaarts tot een horizontale stand
4=tweehoofdige bovenarmspier Buigt je elleboog
5=kleermakersspier Draait de dijbeen naar buiten e
6=grote bilspier Buigt je dijbeen naar achteren
7=oppervlakkige kuitspier Buigt je voet naar beneden
8=grote borstspier Trekt je arm naar het lichaam toe en helpt bij de
ademhaling
9=driehoofdige bovenarmspier Strekt je elleboog
10=vierhoofdige dijspier Strekt je kniegewricht
11=tweehoofdige dijspier Buigt je kniegewricht
12=achillespees buigt je voet naar beneden

Werking van een dwarsgestreepte spier

-skeletspieren tonen dwarse strepen door


spierfibrillen (myofibrillen)

-deze fibrillen zijn onderdeel van de


sarcomeren

-elk segment is opgebouwd uit dikke en


dunne eiwitdraden (myofilamenten)

-sommige zones zijn donkerder dan andere 


patroon van lichte en donkere zones

-vezels netjes naast elkaar  dwarsgestreept

-eiwitdraden  verantwoordelijk voor


samentrekking spiervezel
Energievoorziening en contractie

Naast glucose worden er in


spieren ook vetzuren gebruikt als
energiebron

zuurstofvooraad energievoorraad
Zuurstofgas wordt gebonden aan myoglobine Stoffen worden opgeslagen zoals:
-glycogeen
-creatine
-atp
Lijkt sterk op hemoglobine energieverbruik
Beide eiwitten bevatten een voorraad aan In begin van inspanning reserves
zuurstofgas aangesproken ( korte inspanning)
Gevolg aanwezigheid rode kleur Extra aanvoer van de noodzakelijke stoffen:
- meer zuurstofgas opnemen  sneller ademen
-energieserves op andere plaatsen worden
afgebroken
-hart pompt sneller zodat de stoffen de
spiercellen sneller bereiken
Aerobe spierarbeid dit systeem is nodig om
langere inspanningen vol te houden
Als zuurstofvoorraad op is proces valt stil
Anaerobe spierarbeid melkzuur wordt
aangemaakt  stapelt zich op en veroorzaakt
krampen en spierpijn

Creatine= helpt om meer energieserves aan te


leggen maar is slecht voor de spieren zelf

Spierletsels
spierpijn door opstapeling melkzuur in de spiervezels
spierverrekking door het plotseling sterk samentrekken van een spier ( enkele spiervezels
scheuren)
spierontstekingen komen meestal ook na infecties of door kwaadaardige gezwellen

Spierziekten
Bekkengordeldystrofie verslapping van spieren vooral aan schouders, armen , het bekken en de bovenbenen
-moeilijk lopen en trappen doen

Verlammingsziekte= aandoeningen van het zenuwstelsel


Multiple scelrose verlammingsverschijnselen speren krijgen geen signalen meer van de
zenuwcellen kunnen niet bewegen en geraken verlamd.

You might also like