Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 26

Faculteit Toegepaste Ingenieurswetenschappen

Inhoud
• Herhaling elektromagnetisch draaiveld
• Principiële werking van de inductiemotor
- Principiële werking van de STATOR
- Principiële werking van de ROTOR (open kring en stilstand)
- Principiële werking van de ROTOR (kortgesloten kring en stilstand)
- Principiële werking van de ROTOR (kortgesloten kring en draaiend)

• Equivalent schema
• Fasordiagram
• Uiteindelijke equivalente schema’s

1
Faculteit Toegepaste Ingenieurswetenschappen

Inhoud
• Vermogensverdeling in de inductiemotor
• Labotesten op de inductiemotor
• Koppel
• Koppelslipkarakteristiek

• Oefeningen

• Aanloopmethoden
• Discrete snelheidsregeling met Dahlandermotor

2
Faculteit Toegepaste Ingenieurswetenschappen

Algemene koppelformule
Tmechanisch = Pmechanisch / ωr
Zo ook:
Tmechanisch = Pe.m. / ωs met ωs = 2πf / p
= (p/2πf).Pe.m.
= (p/s2πf).Pjrotor
Tmechanisch = (p/s2πf).3.R2.I2² 3 fasig bekeken

!" #" (/
= '() . +,-.( = . 01 . 2. 3)4 . 51 . +,-.(
$ (

8
Tmechanisch = 6. 3. . 01 . 51 . 3)4 . 9( . +,-.(
(

Algemeen: Tmechanisch = k2.Φ0M.I2.cosψ2

3
Faculteit Toegepaste Ingenieurswetenschappen

Koppelslip-karakteristieken
karakteristieke waarden
T
4
Twee motoren van
gelijk vermogen !!!

sleepringmotor 2,5
2
kooi

Tn
0,6

s
sn 1

4
Faculteit Toegepaste Ingenieurswetenschappen

Stroomslip-karakteristieken
karakteristieke waarden 10

sleepring
6

kooi

In
gaat niet
0,6
naar nul !!!
s
sn 1

5
Faculteit Toegepaste Ingenieurswetenschappen

Samenvatting
@A$ 8F$ his heggen chair or

:= Pmech = 3 . R2’
$
. I2’2
2>?1
(
3. ;( < . 9( <
:=
2>-?$
( ;( <C
3. B8 -
:= .
dt

Is
2>?$ (
;( <C
agieidenbgeiijhstekena.no
behomen
we
dit
;8 + - + E8 + E() < (

R’2 Ms -
Mr
s
sk = ± -----------------------------
=

Ms

√ R1² + ( X1 + X’20 )² T .
☒ Rti t -

s
) .
INE =
31 RT .
Iif
$ 2# me, $ # Ms

K n

her
-
s
=
In
Ms

Tk = --------------------------------------------- Ms =

¥s

2 R1 ± 2 √ R1² + ( X1 + X’20 )²
6
R
,
I X, verwaoidelozen

720 → 360
R
lyase
R
Hz
=
0,1
Geg
50
:
75kW
ask
/fase
✗ i

720 ✗ Pm
is

Toeiertal 720 → 360

Koppel T /y
:
T →
,
,

Rito
T, = Kx .
bij mais s. -
.
ooh

(F)Hi
.IT
,
, µ ✗
Hit RÉ ) /sa
bij mais si 0,52

fits:[ Hit
'

'


Ru =


Rui ¥0 =
212 mr
Faculteit Toegepaste Ingenieurswetenschappen

Er ventilatoroefening
Oefening 4.8:
T [Nm]

motor karakteristiek ventilator


zonder weerstand karakteristiek
2
T Ventilator
~ In

motor karakteristiek
hominoid hopped met weerstand
Tn c-
Perfect op elbow

dfgesteld

¼Tn
d

nr [tr/min]
360 720
7
÷
Faculteit Toegepaste Ingenieurswetenschappen

Oefening 4.9
• Gegeven
Slip ring induction motor; synchronous speed =1500 rpm; nr = 1425 rpm;
rotor resistance per phase: 0,2 Ω; rotor leakage reactance per phase: 2 Ω;
Stator resistance and stator leakage reactance are to be neglected.

• Gevraagd
The motor is required to develop a constant torque down to a speed of
nr = 1200 rpm.
Explain how this goal may be accomplished.

8
Jey
: sitsoorpm R= 2 r

My -- 1h25 ✗ Pm Rt 0,2 r

We Willem naar een snerheid gain van w=^200 Hm

5, =
0,05 → 52=0,2
-
✗ h

R2 /s '
want accent
K k
gees
1- =

geen
¥1
'
tho

"_
^

T, =
K
=
If T
,
:*
^ + 4
=

76th

Rj , cte

5. n
µ >
+ Rv / ✗ 4
÷
Faculteit Toegepaste Ingenieurswetenschappen

Oplossing 4.9
R’2 / s 3 U1²
T = K . -------------------------------------------- met K = ----------
( R1 + R’2 )² + ( X1 + X’20 )² 2 π ns
s
Als T constant moet blijven terwijl nr daalt (s stijgt), moet R2’ stijgen.

t 96 I

R2 moet dan veranderen van 0,2 Ω tot 0,8 Ω


We hebben dus een voorschakelpotentiometer van 0,6 Ω nodig.

9
Faculteit Toegepaste Ingenieurswetenschappen

Oefening 4.10
• Gegeven
3 phase induction motor; ns = 750 rpm.
Under a blocked rotor condition, input power to motor: 45 kW at 193,6 A;
Stator resistance per phase: 0,2 Ω; transformation ratio k = 2;
Stator and rotor are wye-connected.

• Gevraagd
Calculate:
a) The ohmic value of the rotor resistance per phase
b) The motor starting torque

10
Faculteit Toegepaste Ingenieurswetenschappen

Oplossing 4.10
1) PK = IK² (R1 + (k².R2)/s) met s = 1
! R1 + k².R2 = (45000/3) / (193.6)² = 0.4Ω
! 0,2 + 4.R2 = 0,4
! R2 = 0,05 Ω

2) Taanloop = (3 R2’ I2’2)/ (2 π ns s) met s = 1


= (3 . 4. 0,05 . 193,6²)/ (2 . π . 750/60 . 1)
= 286,3 Nm

11
Faculteit Toegepaste Ingenieurswetenschappen

Oefening 4.11
• Gegeven
3 phase induction motor;
per-phase circuit parameters for an L-equivalent circuit:
Xµ = 20 Ω, R1 = 0,05 Ω, X1 + X20’ = 0,3 Ω, R2’ = 0,05 Ω

• Gevraagd
At what slip will the developed power be maximum?

12
Faculteit Toegepaste Ingenieurswetenschappen

Oplossing 4.11
8F$
Pmech = 3 . R2’ . I2’2 (zie equivalent schema inductiemotor)
$
Uit equivalent schema halen we volgende vergelijking
#(’ HI
B8 = {( R1 + ) + j ( X1 + X20’ )}.9( < " 9(< =
$
( R1 + JK ’ )2 + ( X1 + X20’)2
"

8F$ HI ²
Pmech = 3 . R2’ .
$ ( R1 + JK ’ )2 + ( X1 + X20’)2
"

8F$
Pmech = 3 . U1² . R2’ .
$ ( R1 + JK ’ )2 + ( X1 + X20’)2
"

$ 8F$
Pmech = 3 . U1² . R2’ .
( #8.$N#(’)² N $ " ( P8 N P()’ )²
Q.HI " .#" R $ 8F$
Pmech = .
#I " J ’ S TS ’
( $N J" )² N $ " ( I J "U )²
I I

13
Faculteit Toegepaste Ingenieurswetenschappen

Oplossing 4.11
Q.HI " .#" R $ 8F$
Pmech = .
#I " J ’ S TS ’
( $N J" )² N $ " ( I J "U )²
I I
Q.HI " $ 8F$
Pmech = .
#I ( $N8)² NQV $ "
W@XYZ[ W 3. B8 ( - − -(
= 0 => . (
=0
W- W- ;8 ( - + 1)² + 36 -
(1 – 2s) . [(s + 1)² + 36.s²] – (s – s²) . [2 (s + 1) + 72.s] = 0
(1 – 2s) . (s² + 2s + 1 + 36.s²) + (s² - s) . (74s + 2) = 0
37s² + 2s + 1 – 74s³ - 4s² - 2s + 74s³ + 2s² - 74 s² - 2s = 0
39s² + 2s – 1 = 0
39 (s – 0,14) (s + 0,19) = 0
s = 0,14

14
Faculteit Toegepaste Ingenieurswetenschappen

Oefening 4.12

Als je een motor van 7500 W 400 V / 50 Hz aansluit op


400 V / 60 Hz, welk vermogen zou je dan op het
kenplaatje noteren?

15
Faculteit Toegepaste Ingenieurswetenschappen

Oplossing 4.12
Pas = ωr.Tas met ωr = 2.π.nr en nr ~ fs
Dus Pas ~ fs.Tas
Uit de theorie weten we reeds dat Tn = k2.ΦM.I2.cosΨ2
We weten dus dat Tn ~ ΦM bij eenzelfde belasting.
Uit U = 4,44.ws.fs.ΦM.ks weten we dat ΦM ~ U/fs, zodat bij dezelfde U ΦM ~ 1/fs,
Dus als je de frequentie opdrijft tot 100 Hz, een verdubbeling, dan halveert de
flux en halveert theoretisch het koppel.
We kunnen dus besluiten dat Pmech dezelfde waarde behoud.
Dit besluit houdt echter geen rekening met de extra verliezen bij hogere
frequenties.

16
Faculteit Toegepaste Ingenieurswetenschappen

Oplossing 4.12
Door toenemende verliezen zal het praktisch koppel verder worden gereduceerd.
Vuistregel: bij 100 Hz vermindert het koppel bijkomend met 30% (70% blijft
over!).
Bij frequenties tussen 50 Hz en 100 Hz wordt aangenomen dat deze
reductiefactor lineair toeneemt met de overfrequentie boven de 50 Hz,
zodat het koppel met een factor v afzwakt: Tn f = v. Tn fz (z is zonder rekening te

houden met verliezen). agfzwahfdctor
=

f – 50
v = [ 1 – 6 (---------) ]
1000

17
Faculteit Toegepaste Ingenieurswetenschappen

Oplossing 4.12
Hoe komen we aan voorgaande vergelijking?
We weten dat het gaat om een lineaire vergelijking.
Algemene vorm van een lineaire vergelijking: v = a.f + b
met v de verzwakking en f de overfrequentie boven 50 Hz
a en b zijn 2 parameters die we moeten bepalen.
We kennen 2 punten:
Bij f = 50 Hz is v = 1 (geen afzwakking) ! 1 = a.50 + b (1)
Bij f = 100 Hz is v = 0,7 (30% reductie volgens de vuistregel)
! 0,7 = a.100 + b (2)
),Q V
(2) – (1) ! -0,3 = a.50 ! a = − = −
b) 8)))
V Q 8Q
(1) ! b = 1 + .50 =1+ =
8))) 8) 8)

18
Faculteit Toegepaste Ingenieurswetenschappen

Oplossing 4.12
V
a=−
8)))
8Q
b=
8)
a en b invullen in de oorspronkelijke vergelijking geeft dan voor v:
8Q V 8Q V 8Q V Q))
v= − 2= − (2 − 50 + 50) = − 2 − 50 −
8) 8))) 8) 8))) 8) 8))) 8)))
8Q dFb) Q dFb)
v= − 6 − =1− 6
8) 8))) 8) 8)))
1,2
Grafisch krijgen we dan volgend beeld:
1

0,8

0,6

0,4

0,2

0
50 60 70 80 90 100

19
Faculteit Toegepaste Ingenieurswetenschappen

Oplossing 4.12
We kunnen nu bij elke frequentie tussen 50 Hz en 100 Hz de verzwakking
bepalen: bij f = 60 Hz is de verzwakking v = 0,94
8
Dus theoretisch geldt: Tn fz ~
d
Cst Cst
Tn fz = ----- Bij 50 Hz is het nominaal koppel Tn 50Hz = -----
f 50
De Cst is dus 50 Tn 50Hz
50 Tn 50Hz
Tn fz = -------------- .
f

20
Faculteit Toegepaste Ingenieurswetenschappen

Oplossing 4.12
Als we rekening houden met de verzwakking v, geldt:
f – 50 50
Tn f = ( [ 1 – 6 (---------) ] . ----- Tn 50Hz
1000 f
Als f = 50 Hz is, dan heb je oorspronkelijk nominaal toegelaten moment Tn 50Hz
Als f = 100 Hz is, dan is toegelaten koppel 0,35 Tn 50Hz
Als f = 60 Hz is, dan is toegelaten koppel 0,78 Tn 50Hz

Om het vermogen te bepalen, brengen we de hoeksnelheid ook in rekening.


De hoeksnelheid is evenredig met de frequentie
f
ωf = ---- ω50
50

21
Faculteit Toegepaste Ingenieurswetenschappen

Oplossing 4.12
Aangezien Pf = ωf . Tn f vind je voor het vermogen bij nominale spanning en
verhoogde frequentie:
f f – 50 50
Pf = ---- ω50 . ( [ 1 – 6 (---------) ] . ----- Tn 50Hz
50 1000 f
f – 50
Pf = ( [ 1 – 6 (---------) ] . ω50 . Tn 50Hz
1000
P50Hz = ω50 . Tn 50Hz is wat op het kenplaatje vermeld staat.
f – 50
Pf = ( [ 1 – 6 (---------) ] . P50Hz
1000

22
Faculteit Toegepaste Ingenieurswetenschappen

Oplossing 4.12
f – 50
Pf = ( [ 1 – 6 (---------) ] . P50Hz
1000
Bij 50 Hz heb je het volledig kenplaatvermogen
Bij 100 Hz heb je 70% van het oorspronkelijk vermogen
Bij 60 Hz heb je 94% van het oorspronkelijk vermogen
Dit komt neer op 7050 W

23

You might also like