Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 64

Faculteit Toegepaste Ingenieurswetenschappen

Vermogenelektronische componenten

I. Halfgeleiderstructuren

II. Diode

III. Overzicht vermogenelektronische componenten

1
Faculteit Toegepaste Ingenieurswetenschappen

I. Halfgeleiderstructuren
Faculteit Toegepaste Ingenieurswetenschappen

Kristalstructuur in halfgeleiders

3
Faculteit Toegepaste Ingenieurswetenschappen

Geleiding in zuivere halfgeleiders


Geen vrije elektronen in Si- of Ge-kristal
! perfecte isolatoren
Door energie (licht, warmte of andere straling)
! valentie-elektronen kunnen echter vrije elektronen worden
Voor elk vrij elektron ontstaat lege plaats
kan eventueel ander vrij elektron plaatsnemen
lege plaats noemen we gat.

4
Faculteit Toegepaste Ingenieurswetenschappen

Geleiding in zuivere halfgeleiders

Proces waarbij vrije elektronen en gaten ontstaan, noemen we


generatie.

Wanneer vrij elektron plaats in gat vult, verdwijnen beide.


Dit proces noemen we recombinatie.

Generatie en recombinatie balanceren zichzelf (thermisch


evenwicht)

5
Faculteit Toegepaste Ingenieurswetenschappen

Gatenstroom
Als elektron van gat naar gat springt
! lijkt alsof de gaten in andere richting opschuiven.
! we beschouwen gat als positieve ladingsdrager is.
De negatieve elektronen die van gat naar gat springen in de ene
richting, kunnen we vervangend indenken als een “gatenstroom” in
de andere richting.
Zowel elektronenstroom (negatief) als gatenstroom (positief)
verlopen volgens conventionele stroomzin in dezelfde zin.

6
Faculteit Toegepaste Ingenieurswetenschappen

Gatenstroom
Geleiding gebeurt wel degelijk door bewegende elektronen.
Het is in bepaalde gevallen gemakkelijker om de geleiding te
benaderen alsof ze deels gebeurt d.m.v. gaten.

7
Faculteit Toegepaste Ingenieurswetenschappen

P en N halfgeleiders
Zuivere halfgeleiders hebben beperkte geleidbaarheid
Elektrisch weinig interessant.

Geleidbaarheid vergroten door andere stoffen toe te


voegen: verontreinigen of doperen

2 soorten verontreinigingsmateriaal:
P-halfgeleidermateriaal of N-halfgeleidermateriaal.

8
Faculteit Toegepaste Ingenieurswetenschappen

P-halfgeleider
Verontreinigd met stof met 3 valentie-elektronen
Voorbeeld: Aluminium (Al) of Gallium (Ga).
!1 elektron te weinig voor edelgasstructuur
!eventueel vrij elektron zal niet lang vrij blijven en vult
gat, maar laat nieuw gat achter.
!vrij gat
!veel vrije gaten, nauwelijks vrije elektronen in de
structuur
Opmerking:
evenveel elektronen als protonen in structuur
! structuur globaal elektrisch neutraal.

9
Faculteit Toegepaste Ingenieurswetenschappen

P-halfgeleider

Zo’n P-kristal kan relatief veel vrije gaten genereren, dus


elektronen opnemen
Acceptormateriaal.
Geleiding gebeurt hoofdzakelijk door gatenstroom

10
Faculteit Toegepaste Ingenieurswetenschappen

N-halfgeleider

Verontreinigd met stof met 5 valentie-elektronen


Voorbeeld: Fosfor (P) of Arsenicum (As)
!1 elektron te veel voor edelgasstructuur
!vrij elektron
Eventueel vrij gat, vlug gevuld
!veel vrije elektronen, nauwelijks vrije gaten
in de structuur
Opmerking:
evenveel elektronen als protonen in structuur
! structuur globaal elektrisch neutraal.

11
Faculteit Toegepaste Ingenieurswetenschappen

N-halfgeleider

Zo’n N-kristal kan relatief veel vrije elektronen genereren


Donormateriaal.
Geleiding gebeurt hoofdzakelijk door elektronenstroom

12
Faculteit Toegepaste Ingenieurswetenschappen

PN-overgang zonder aangelegde


spanning
P-kristal in contact met N-kristal
!elektronen uit N-laag zullen recombineren met gaten uit P-laag.
! transport van elektronen van N naar P ! N-kristal blijft positief
achter
Recombinatie van deze elektronen met gaten in P-laag ! P-kristal
blijft negatief achter
!Transport stopt

13
Faculteit Toegepaste Ingenieurswetenschappen

PN-overgang zonder aangelegde


spanning

" Hoe meer elektronen N-kristal afgeeft, hoe positiever het


wordt en hoe sterker het zijn elektronen zal aantrekken en
trachten bij te houden.
" Het P-kristal wordt tegelijkertijd steeds meer negatief geladen
en zal steeds sterker elektronen van het N-kristal afstoten.

14
Faculteit Toegepaste Ingenieurswetenschappen

PN-overgang zonder aangelegde


spanning
! Er ontstaat zone waar geen vrije elektronen of gaten meer zijn
verarmingsgebied, diffusiegebied of grenslaag
!In dit gebied zitten veel vaste ionen ! kristallen krijgen daar
tegengestelde ladingen
P-blokje wordt negatief geladen en N-blokje wordt positief geladen.
!er ontstaat door deze ladingen een potentiaalverschil tussen de
kristallen.
diffusiespanning of sperspanning Ud
(afhankelijk van soort materiaal van de halfgeleider en van de
temperatuur)
Voor Si: 0,6 à 0,7 Volt
Voor Ge: 0,2 à 0,3 Volt.

15
Faculteit Toegepaste Ingenieurswetenschappen

PN-overgang aangesloten in doorlaat

Elektronen worden weggetrokken uit P-laag en aangeboden aan N-


laag
!Sperlaag versmalt
Als Ubron < Ud
! sperlaag dunner maar blijft aanwezig
! stroom door PN-overgang blijft klein
Als Ubron ≥ Ud
! sperlaag wordt door bronspanning volledig opgeheven.
! ladingsdragers ondervinden geen hinder meer in PN-overgang en kunnen
vrij door PN-overgang
! grote stroom door PN-overgang

16
Faculteit Toegepaste Ingenieurswetenschappen

PN-overgang aangesloten in sper

Door krachtwerking bron


!Extra elektronen worden weggetrokken uit N-laag
!Extra elektronen worden aangeboden aan P-laag ! lading
neemt toe
!Sperlaag neemt toe

17
Faculteit Toegepaste Ingenieurswetenschappen

Lekstroom of sperstroom
Thermische energie
!Generatie van elektron-gat paren in sperlaag
!Elektron wordt aangetrokken door N-laag en afgestoten door
P-laag
!Gat wordt opgevuld door elektron uit P-laag
!Bron zal onbalans herstellen
!Teveel elektronen in N-laag, te weinig elektronen in P-
laag
!Inverse stroom die ontstaat is lekstroom of sperstroom
!Zeer klein (pA of µA)
!Neemt sterk toe met stijgende temperatuur

18
Faculteit Toegepaste Ingenieurswetenschappen

Doorslag van de PN-junctie

• Als sperspanning te groot


- Grote inverse stroom
- PN-junctie slaagt door
- PN-overgang meestal vernietigd

19
Faculteit Toegepaste Ingenieurswetenschappen

Besluit PN-junctie
• Voorwaartse polarisatie (in doorlaat)
- PN-junctie laat grote stroom door op voorwaarde dat
bronspanning groter wordt dan de diffusiespanning.
- Bij lagere bronspanning ontstaat slechts kleine
stroom.

• Inverse polarisatie (in sper)


- PN-junctie laat zeer kleine sperstroom door.
- Bij te grote sperspanning slaagt junctie door
! zeer grote inverse stroom
! PN-junctie meestal vernietigd.

20
Faculteit Toegepaste Ingenieurswetenschappen

II. Diode
Faculteit Toegepaste Ingenieurswetenschappen

Inleiding

Diode = PN-junctie

Symbool

Eigenschap: diode laat stroom door in richting van pijl

Markering

22
Faculteit Toegepaste Ingenieurswetenschappen

Diode in doorlaat

RL = 100 Ω

Silicium ! Ud = 0,7 V

23
Faculteit Toegepaste Ingenieurswetenschappen

Diode in sper

24
Faculteit Toegepaste Ingenieurswetenschappen

Beperkingen
" In doorlaat
IF < IFmax ! Pd < Pdmax = UF.Ifmax
anders teveel warmte-ontwikkeling
(cfr grafisch: dissipatiehyperbool)
Voorbeeld

" In sper

anders doorslag
(uitz.: zener- en avalanchediodes)
25
Faculteit Toegepaste Ingenieurswetenschappen

Diodekarakteristiek
Analytische formule op basis van wetten uit vaste stoffysica.
Verband tussen stroom door en spanning over diode.
ID stroom door diode
VD spanning over diode
VD IS de inverse saturatiestroom, typisch 10-6 … 10-9 A
mm
I D = IS .(e
− 1) ηkT / e η
k
empirische constante = 1 … 2
constante van Boltzman = 1,38.10-23 J/K
T temperatuur in Kelvin
e lading van een elektron = 1,602.10-19 C
Bij kleine of negatieve spanningen over diode ! stroom klein (= IS), diode is in sper,
weerstand is dan ∞.
Bij kleine positieve spanning ! stroom klein en vanaf bepaalde spanning
(de kniespanning) neemt stroom toe.
Als spanning vergroot ! stroom stijgt en ook elektrisch vermogen.
Boven een toegelaten waarde ! diode brandt door ! weerstand opnemen in kring.

26
Faculteit Toegepaste Ingenieurswetenschappen

Diodekarakteristiek

doorlaat-
karakteristiek

Opgelet
verschillende schalen
voor doorlaat- en
sperkarakteristiek sper-
karakteristiek

27
Faculteit Toegepaste Ingenieurswetenschappen

Diodekarakteristiek: opmerkingen
Knikspanning tussen doorlaat en sper
doorlaatspanning Ud
break point-voltage (BPV)
treshold voltage
offset voltage
cut-in voltage

Voor Ge
0,2 V à 0,3 V

Voor Si
signaaldiodes: 0,6 V à 0,7 V
vermogendiodes: tussen 1 V en 2 V

28
Faculteit Toegepaste Ingenieurswetenschappen

Temperatuurafhankelijkheid

sperspanning stijgt
bij stijgende T°

Ud = -2mV/K

29
Faculteit Toegepaste Ingenieurswetenschappen

Doorslag
" Zener effect
Inverse spanning # ! elektronen uit vaste atoomstructuur
! vrije elektronen # ! inverse stroom #
! Diode stuk tenzij zener-diode

" Lawine effect


Inverse spanning # ! elektronen energie # ! bij botsing meer elektronen
vrij ! lawine effect.
! diode stuk tenzij avalanche-diode

" Thermische doorslag (opl.: goede keuze, goede koeling)


Sterke stroom in doorlaat ! warmte #
! elektron-gat paren # ! stroom # ! T° #
Daarna invers polariseren
! doorslag bij lagere spanning dan sperspanning

30
Faculteit Toegepaste Ingenieurswetenschappen

Diode doormeten
Met digitale multimeter op stand diodetest.
meter tracht constante stroom (bvb 5 mA) door diode te sturen
door klemspanning aan te passen.
In doorlaat: meter toont de doorlaatspanning
In sper: meter zet “buiten bereik” aanduiding op display

Meter geeft in beide richtingen doorlaatspanning aan


! diode is kortgesloten
Meter geeft in beide richtingen “buiten bereik” aan
! diode is onderbroken

Maar !!! Bij diodes met grotere Ud (bijv.: LEDs) tonen sommige
meters zowel in doorlaat als in sper foutief “buiten bereik” aan.

31
Faculteit Toegepaste Ingenieurswetenschappen

Diode modellen

VD
ηkT / e
I D = IS .(e − 1)

Echte wet moeilijk om mee te rekenen

! Eenvoudige karakteristieken nemen om berekeningen te


vereenvoudigen

! Perfect bruikbaar bij diode als schakelaar

32
Faculteit Toegepaste Ingenieurswetenschappen

Vervangingsschema in doorlaat


meestgebtvihtinve.mg enlarges
V0 Of 0ns

33
Faculteit Toegepaste Ingenieurswetenschappen

Vervangingsschema in sper

34
Faculteit Toegepaste Ingenieurswetenschappen
" ""

Statische weerstand
"" "
°"

Ñ÷hÑ
Kenner

Wet van Ohm toegepast op diodekarakteristiek

35
Faculteit Toegepaste Ingenieurswetenschappen
L

Junctiecapaciteit
" Diode van sper naar doorlaat
" Sperlaag vullen met vrije ladingsdragers
" Zoals opladen van condensator
" Laadstroom door diode

" Diode van doorlaat naar sper


" Vrije ladingsdragers afvoeren
" Ontladen van capaciteit
" Ontlaadstroom door diode

" Capaciteit in equivalent schema


" Waarde zeer laag
" Van belang bij hoge frequenties

36
Faculteit Toegepaste Ingenieurswetenschappen

Soorten diodes

" Signaaldiode
" Vermogendiode Lin her heel stcbio
voltage
levees ,
onayhinlelijh
uld Strom

spell

"
in

Zenerdiode →

" LED effect


capacity
" Varicap acceneueerrt

" Fotodiode
" Zonnecel
" Schottkydiode

37
Faculteit Toegepaste Ingenieurswetenschappen

Aansluiting soorten diodes

38
Faculteit Toegepaste Ingenieurswetenschappen

Signaaldiodes

" ontworpen voor lage spanningen en stromen


! kunnen klein vermogen dissiperen
" kunnen snel reageren (snelle afbouw en opbouw van de
sperlaag), d.w.z. kleine parasitaire capaciteit (zie varicap)
!klein contactoppervlak aan PN-overgang

Toepassingen
" detectie van signalen
" schakelen van signalen

39
Faculteit Toegepaste Ingenieurswetenschappen

Vermogendiodes

" ontworpen voor grote spanningen en stromen


! kunnen groot vermogen dissiperen
! groot contactoppervlak aan PN-overgang
! grote parasitaire capaciteit (= nadeel)

Toepassing
gelijkrichting van wisselspanning

40
Faculteit Toegepaste Ingenieurswetenschappen

Zenerdiodes
Ontworpen om in het doorslaggebied te werken

Doorslagspanningen:
1 V tot 270 V

Max. dissipatievermogen:
0,4 W tot 75 W
Toepassing Eypisch weihgebied
spanningsstabilisatoren en clampers

41
Faculteit Toegepaste Ingenieurswetenschappen

LEDs

LED = Light Emitting Diode


geeft licht waarvan energie evenredig is met
stroom erdoor
kleur bepaald door halfgeleidermateriaal en
dopering

42
Faculteit Toegepaste Ingenieurswetenschappen

LEDs
Eigenschappen
lange levensduur (tot 50000 uren)
grote schokbestendigheid
schakelt snel
lage spanning (echter ook lage sperspanning)
hoog rendement (10 mA – 30 mA)
goedkoop
milieuvriendelijk
lange poot = anode

Toepassingen
remlichten
tuinverlichting met ingebouwde zonnecellen
laserdiode in CD, DVD
vervanging van gloeilampen en TL-lampen

43
Faculteit Toegepaste Ingenieurswetenschappen

Led op gelijkspanning

44
Faculteit Toegepaste Ingenieurswetenschappen

Led op wisselspanning

Maximale inverse spanning LED zeer laag (ca.: 4 V)


! diode in antiparallel ! inverse spanning led = 0,7 V
Stroom kan nu beperkt worden door impedantie van condensator

45
Faculteit Toegepaste Ingenieurswetenschappen

LEDs
TweekleurenLED (meestal rood - groen)
2 aansluitingen: 2 LEDs antiparallel
3 aansluitingen: 1 gemeenschappelijke aansluiting

RGB LED (multicolor, fullcolor)


4 aansluitingen: 1 gemeenschappelijke aansluiting

IR LED (infrarood)
onzichtbaar licht
voor afstandsbediening, optocoupler

HogehelderheidsLED
sinds 2000
vervangen gloeilampen

46
Faculteit Toegepaste Ingenieurswetenschappen

Capaciteitsdiode of varicap

Varicap: in sper gebruikt


Diode in sper = condensator
P- en N-blokje = geleider met sperlaag (isolator)
Sperspanning verhogen ! sperlaag dikker ! C kleiner
C regelbaar d.m.v. aangebrachte sperspanning

Eigenschappen
regelbaar, eventueel op afstand
ongevoelig voor mechanische trillingen

47
Faculteit Toegepaste Ingenieurswetenschappen

Fotodiode

in sper gebruikt
zet licht om in energie
licht ! meer ladingsdragers ! meer sperstroom

Eigenschappen
grote gevoeligheid
grote schakelsnelheid
klein volume

Toepassingen
signalen (via glasvezel)
ontvangen en gegevens
snel doorsturen

48
Faculteit Toegepaste Ingenieurswetenschappen

Zonnecel

zet licht om in energie


zoveel mogelijk energie halen uit invallend (zon)licht

Stroom en spanning (openklemspanning is 0,3 V tot 0,6 V) laag


! cellen in parallel en groepen in serie plaatsen

49
Faculteit Toegepaste Ingenieurswetenschappen

Schottkydiode

Speciale diode

Voordelen
lage voorwaartse spanning (0,15 V tot 0,45 V)
maar ook lage inverse spanning (80 V tot 100 V)
snel schakelgedrag (10 tot 1000 keer zo snel) wegens lage junctiecapaciteit
minder warmte-ontwikkeling

Nadelen
hoge kostprijs
max. inverse spanning beperkt (tot ca. 100 V)
hoge sperstroom

50
Faculteit Toegepaste Ingenieurswetenschappen

III. Overzicht
vermogenelektronische
componenten
Faculteit Toegepaste Ingenieurswetenschappen

Vermogenelektronische schakelaars
• Diode
• SCR (Silicon Controlled Rectifier)
eenrichtingsthyristor
• Triac (Triode for Alternating Current)
• GTO (Gate Turn Off) Thyristor
• BJT (Bipolaire Junctie Transistor)
• Vermogenmosfet
(fet = Field Effect Transistor)
(mos = Metal Oxide Semiconductor)
• IGBT (Insulated Gate Bipolaire Transistor)

52
Faculteit Toegepaste Ingenieurswetenschappen

Diode

• Geen actieve schakelaar

• Laat positieve stroomtransities door

• Blokkeert negatieve stroomtransities

53
Faculteit Toegepaste Ingenieurswetenschappen

SCR of eenrichtingsthyristor

54
Faculteit Toegepaste Ingenieurswetenschappen

SCR of eenrichtingsthyristor
" Zoals diode, maar inschakelbaar via
$ Positieve spanningspuls op gate
$ Lichtpuls op gatejunctie

" Ongewenste inschakelverschijnselen via


$ Te hoge spanning tussen anode en kathode
$ Te grote dV/dt
$ Te hoge temperatuur

55
Faculteit Toegepaste Ingenieurswetenschappen

SCR of eenrichtingsthyristor doven


" Stroom onder houdstroom brengen, door
spanning anode-kathode om te keren:
" Bij wisselstroom gebeurt dit vanzelf
" In andere gevallen via hulpcircuit

" Schakelt snel in


" Schakelt traag uit

56
Faculteit Toegepaste Ingenieurswetenschappen

SCR of eenrichtingsthyristor

57
Faculteit Toegepaste Ingenieurswetenschappen

Triac

58
Faculteit Toegepaste Ingenieurswetenschappen

Triac

• Triode for Alternating Current


• 2 anti-parallel geschakelde eenrichtingsthyristoren
met 1 gate-aansluiting.
• Inschakelen via positieve of negatieve
spanningspuls op gate.

59
Faculteit Toegepaste Ingenieurswetenschappen

Nadelen triac

• lagere gevoeligheid voor ontsteking aan de poort

• langere afschakeltijd

• verdragen geen inductieve last zoals een motor

• verdragen geen grote stromen (max. 100 A)

60
Faculteit Toegepaste Ingenieurswetenschappen

GTO thyristor

• Gate Turn-Off thyristor


• Inschakelen via positieve stroompuls op gate
• Afschakelen via negatieve stroompuls op
zelfde gate.
• Nadelen:
- lage afschakelversterking
(bijv.: voor GTO van 3000 A is afschakelstroom
van 750 A nodig is).
- schakelfrequentie beperkt tot 2 KHz.

61
Faculteit Toegepaste Ingenieurswetenschappen

BJT

• Bipolaire junctietransistor
• Lage stroomversterking ! darlington
(tot 1200 V bij 800 A)

62
Faculteit Toegepaste Ingenieurswetenschappen

Vermogenmosfet

• Metal Oxide Semiconductor Field Effect Transistor

63
Faculteit Toegepaste Ingenieurswetenschappen

IGBT

• Insulated Gate Bipolaire transistor

64

You might also like