Evaluatie Ik en de Wereld 1

You might also like

Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 6

Rubric voor OLR 12: persoonlijke ontwikkeling

algemeen beheersingsniveau
onvoldoende voldoende goed Excellent Expert

onvoldoende voldoende goed Excellent Expert


Het duurt lang Je stelt
Kritische Op basis van gegeven Het beeld dat je Je verwoordt
vooraleer je spontaan je
houding criteria kan je sterke en hebt van jezelf op een
positieve eigen
zwakke kanten van stemt overeen duidelijke
eigenschappen en functioneren in
jezelf benoemen. Je met het manier het
werkpunten van vraag. Je stuurt
analyseert je mindere aanvoelen van beeld dat
jezelf kan je handelen bij
kanten en formuleert op anderen. Je anderen van je
formuleren. op basis van je
basis daarvan neemt hebben. Vanuit
werkpunten.
Je staat zelden werkpunten. duidelijke een natuurlijke
stil bij je eigen besluiten om je reflex bekijk je
functioneren. functioneren regelmatig je
bij te sturen. eigen
functioneren.
Je stelt een
Planning Je hebt slechts Je planning is Je houdt Door je
gedetailleerde
maken en een summiere volledig, rekening met planning weet
taakverdeling en
opvolgen planning overzichtelijk mogelijke je tijdsefficiënt
planning op.
opgesteld. Je en realistisch. knelpunten en te werken en
Je zorgt voor een
maakt slechts een bouwt marges presteer je
duidelijke omschrijving Je controleert
beperkte of in. Je kan goed beter. Je
en verdeling van taken. op regelmatige
onevenwichtige inschatten of baseert je op je
Je zorgt voor een basis de
taakverdeling. de planning al mensenkennis
evenwichtige voortgang van
dan niet om de juiste
taakverdeling. de planning en
gehaald zal persoon de
Je volgt de planning de resultaten
worden en past juiste taak te
gedurende het hele van de
deze aan indien geven.
project op. uitgevoerde
nodig.
taken.
Je spreekt je
teamleden aan
op het naleven
van de
planning.
Indien de taakverdeling
onevenwichtig
blijkt, stuur je
ze bij.
Je brengt op vraag van
Initiatief Je ziet weinig nut Je brengt op Je blijft op Je kiest
anderen in kaart welke
nemen om in het ‘in kaart eigen initiatief regelmatige specifieke
van jouw competenties
talenten te brengen’ van je de competenties basis opvolgen competenties
nog niet goed
ontwikkelen competenties. in kaart waarin welke buiten je
ontwikkeld zijn.
je je nog kan competenties je vakgebied om
Je kiest voor taken of
ontwikkelen. nog kan je kennis en
verantwoordelijkheden
uitbouwen en vaardigheden
waarmee je je Je kiest heel
wat je hebt te verruimen.
competenties verder gericht een taak
bereikt.
kan uitbouwen. die past bij de Je slaagt er ook
competenties Je hebt ook een in om
die je wil overzicht van competenties
uitbouwen. Je competenties buiten je
kan de acties buiten je vakgebied te
die je vakgebied. verwerven. Je
onderneemt en bent steeds op
de resultaten zoek naar
die je behaalde nieuwe
uitdagingen.
Rubric voor OLR 13: communicatie
algemeen beheersingsniveau
onvoldoende voldoende goed Excellent Expert

onvoldoende voldoende goed Excellent Expert


Je geeft Je geeft feedback op De feedback gaat Je maakt een Je vertelt
Feedback
feedback over basis van feiten. over feiten die de duidelijk jouw
geven
feiten die de ander kan onderscheid tussen interpretati
ander toch niet veranderen. wat je vaststelt en e van de
kan jouw interpretatie feiten en
Je durft zowel positieve
veranderen. Je verwoordt je hiervan. welk effect
als negatieve feedback
feedback op een Je geeft feedback het heeft
geven.
opbouwende over recente feiten. op jou.
Je feedback
manier. Je kiest een gepast
beperkt zich
Je formuleert je moment uit om je
tot een Je
feedback in de ik- feedback te geven.
algemeen formuleert
vorm.
oordeel (bv. Je vraagt naar een je
Je geeft suggesties
‘goed’). reactie van de feedback
ter verbetering.
andere. zodanig
Je staat open voor dat de
de reactie van de andere
andere. zich
spontaan
uitgenodig
d voelt om
te
reageren.
Je uit je Je uit constructief je Je uit spontaan en Je uit spontaan en
Mening
standpunt standpunt als dat wordt constructief je constructief je
uiten
zelden en gevraagd en staan open standpunt en staan standpunt en je
staan zelden voor het standpunt van open voor het nodigt anderen uit
open voor het anderen. standpunt van om hun mening te
standpunt van anderen. geven.
anderen.
Mondeling Je hebt tijdens Je tracht de mondelinge Je hebt tijdens je Je hebt tijdens je
e je mondelinge communicatie af te mondelinge mondelinge
communica communicatie stemmen op de communicatie communicatie
tie geen gesprekspartner, dit door afstemming op je afstemming op de
afstemming op een aangepaste gesprekspartner. gesprekspartner.
de woordkeuze en/of Interactie met de Optimale Interactie
gesprekspartne aanpak ( in functie van gesprekspartner met de
r (bv ongepast de waarbij een aantal gesprekspartner dit
gebruik van achtergrond/kennisdome van onderstaande door:
vakjargon, in). Er is interactie, al elementen - Actief luisteren
afkortingen, kan dit nog beter. gerealiseerd - Een
…). worden: onbevangen
Je hebt te - Actief luisteren houding zonder
beperkte - Een veronderstellin
interactie. Je onbevangen gen
bewaakt de houding zonder - Duidelijke
structuur van veronderstellin bewoording en
het gesprek gen vlot
niet waardoor - Duidelijke taalgebruik.
gesprekspartne bewoording en - Goed intonatie
rs afdwalen vlot en stemgebruik
van eigenlijke taalgebruik. - De structuur en
onderwerp. - Goed intonatie tijdskader van
en stemgebruik het gesprek
- De structuur en handhaven
tijdskader van - De sfeer
het gesprek bewaken
handhaven - De conclusie
- De sfeer helder
bewaken formuleren
- De conclusie
helder
formuleren
Schriftelijk Je hebt moeite Je tekst sluit aan op wat Je schrijft heldere Je hebt de Je weet je
communica met schrijven gevraagd is in de en duidelijke beschikbare doelpublie
tie (spreektaal, opdracht. Je teksten zijn teksten zonder informatie goed k te boeien
fouten, inhoudelijk relevant. Je overbodige verwerkt tot een met je
doelgericht…) hebt oog voor vorm en informatie. Je goed gestructureerd teksten. Je
. opmaak. schrijfstijl is en samenhangend teksten
Je respecteert aangepast aan je geheel. Je past de nodigen de
grammatica- en doelpubliek. Je basisprincipes van lezer uit
spellingregels en normen gebruikt een het correct gebruik om verder
(zakelijke brief). gepaste vorm van informatie in je te lezen.
Je herkent en benoemt (tabellen, rapporten
de basisprincipes voor opsommingen, zelfstandig en
het correct gebruik van schema’s, …) om systematisch toe.
gevonden informatie. de informatie
duidelijk weer te
geven.
Je past de
basisprincipes van
het correct gebruik
van informatie
zelfstandig toe.
In je portfolio lever je bewijsmateriaal aan om je ingeschat beheersingsniveau per soft skill te
staven. Je overtuigt ons van je vaardigheden op basis van concreet bewijsmateriaal. Dit bewijsmateriaal
kan de vorm aannemen van rubrics ingevuld door anderen (peers, docenten …) maar ook van een verslag
of van een video-opname van een gesprek. Je licht dit bewijsmateriaal telkens bondig toe.
• Voor elke OLR voeg je (minstens) twee bewijzen toe om je geschat beheersingsniveau te staven.

2. Mondelinge presentatie: jurymoment


Voor het vak 'ik en de wereld', krijg je 4 minuten 'een podium' om tijdens een korte, maar krachtige
voorstelling even terug te blikken op je persoonlijke groei tijdens het afgelopen academiejaar.
Mogelijke richtvragen om je voorstelling vorm te geven:

 Wie ben jij?


 In welke OLR blink jij het meest uit? Waar zitten jouw grootste groeikansen?
 Op welk bewijsmateriaal uit je portfolio ben je het meest trots?
 Wat heb je geleerd uit je analyse? (En: welke inhoud van "ik en de wereld" heeft bijgedragen
tot waar je vandaag staat?)
 Hoe merk je dit aan jezelf? (of een ander)
 Waar wil je nog meer in groeien naar volgend academiejaar?

Belangrijk: je mag bij je voorstelling een visualisatie gebruiken, maar geen PowerPoint!

3. In dialoog
Na je presentatie ga in dialoog met de leercoaches en beantwoord je hun vragen.
Je kan je hierop voorbereiden door jezelf de vraag te stellen:

 Welke mogelijke vragen kan ik verwachten?


 Wat zouden de juryleden na mijn presentatie nog willen weten?
 Je kan alvast oefenen bij familie, kennissen of medestudenten.

evaluatiecriteria

 Bij het terugkijken heeft de student aandacht voor het denken, doen, willen en voelen van zowel
hem/haarzelf als van de direct bij zijn/haar werkomgeving betrokken personen.
 De student kijkt terug, ziet verbanden en ontwikkelt op basis daarvan alternatieve methoden.
 De student kan datgene wat hij/zij heeft geleerd door te reflecteren op een actuele situatie
generaliseren en toepassen op andere situaties, en dit ook in de toekomst.
 Op basis hiervan zet de student bewust stappen in de eigen professionele ontwikkeling en
reflecteert daar ook op.

Er wordt gelet op:


 Hoe diep heeft de student zichzelf geanalyseerd?
 De uitgevoerde acties
 In hoeverre legt de student de verantwoordelijkheid bij zichzelf?
 Heeft hij/zij de dingen genoemd die goed gingen en de dingen die fout gingen?
 Is de student misschien een belangrijk aspect vergeten?
Scoringsschema PORTFOLIO: /10
Zwaar onvoldoende Het portfolio is onvolledig uitgewerkt; er ontbreken onderdelen.
0-2/10 Het is een ontoereikend werkstuk.

Onvoldoende Het geheel is onvoldoende uitgewerkt en niet herkenbaar. Het is een oppervlakkig en
3-4/10 ongenuanceerd portfolio.
Het portfolio is chaotisch.

Voldoende De uitwerking en uitdieping van het portfolio is wisselend van kwaliteit: soms te
5/10 weinig, soms voldoende.
Er is een logica en opbouw aanwezig.
De student krijgt het voordeel van de twijfel.
Gewoon goed De uitwerking en uitdieping van het portfolio is over het geheel goed, het is een
6-7/10 genuanceerd werkstuk. Het bevat eigenheid.
Er is een overzichtelijke en duidelijke structuur aanwezig. Het geheel is vlot leesbaar.

Zeer goed Het is een sterk uitgewerkt en genuanceerd portfolio dat origineel is qua opbouw en
8-9/10 vorm.
Het geheel getuigt van duidelijke eigenheid. Het portfolio is een vlot leesbaar
werkstuk.

Uitzonderlijk goed Het portfolio blinkt uit in diepgang en nuancering.


10/10 De student geeft originele insteken.
Het geheel is verrassend.

Scoringsschema MONDELINGE PRESENTATIE /10


Zwaar onvoldoende De student mist in de mondelinge presentatie van zijn profiel kernelementen van
de opdracht. De reflecties zijn oppervlakkig en vaak onherkenbaar. Mist
0-2/10 overtuiging en inzet.

Onvoldoende De student mist in de mondelinge presentatie van zijn profiel kernelementen van
de opdracht. De student profileert zich oppervlakkig en met weinig diepgang.
3-4/10

Voldoende De student heeft alle kernelementen van de opdracht verwerkt. De student


profileert zich herkenbaar. De reflecties zijn herkenbaar en to the point maar
5/10 weinig uitgewerkt.

Gewoon goed De student heeft alle kernelementen van de opdracht verwerkt. De reflecties zijn
herkenbaar en to the point en met diepgang uitgewerkt (student benoemt
6-7/10 verbanden, integreert).

Zeer goed De student heeft alle kernelementen van de opdracht verwerkt. De student
profileert zich herkenbaar en benoemt aanzetten tot een beroepsprofiel. De
8-9/10
reflecties zijn herkenbaar, to the point, genuanceerd en met diepgang
uitgewerkt (student benoemt verbanden, verwerkt feedback, benoemt
leerprocessen, integreert).

Uitzonderlijk goed De student beschikt, bovenop het voorgaande, over uitzonderlijke capaciteiten
op vlak van zelfkennis, reflectie en uitdrukkingsvaardigheid.
10/10

Scoringsschema DIALOOG /10


Zwaar onvoldoende De student begrijpt de vragen moeilijk en kan ze niet adequaat beantwoorden. De
student reageert met weerstand of gelatenheid op gekregen feedback.
0-2/10

Onvoldoende
De student begrijpt de vragen maar kan ze slechts in beperkte mate adequaat of
3-4/10 correct beantwoorden. De student blijf vaag en onduidelijk over wat hij doet met
verkregen feedback of reageert met weerstand zonder argumentatie.

Voldoende
De student beantwoordt meer dan de helft van de vragen adequaat en correct. De
5/10 student toont interesse in de gekregen feedback en toont de bereidheid om actief
aan de slag te gaan met deze feedback.

Gewoon goed
De student beantwoordt nagenoeg alle vragen adequaat en correct. De student
6-7/10 toont duidelijk interesse in de gekregen feedback en toont de bereidheid om
actief aan de slag te gaan met deze feedback.

Zeer goed
De student toont tijdens de vraagstelling dat hij/zij het onderwerp beheerst. De
8-9/10 student vraag spontaan, grondig verder door op de gekregen feedback om een
dieper inzicht te krijgen. De student zoekt in het gesprek actief naar concrete
manieren om iets te doen- met de gekregen feedback.

Uitzonderlijk goed De student toont tijdens de vraagstelling dat hij/zij het onderwerp beheerst en
kan meedenken met de jury. De student vraag spontaan, grondig verder door op
10/10 de gekregen feedback om een dieper inzicht te krijgen en controleert of hij/zij de
feedback goed heeft begrepen. De student formuleert concreet toetsbare en
haalbare stappen om de gekregen feedback om te zetten in bijgestuurd handelen.

You might also like