Nederlands
verstomd staan
(niet) in zijn gewone doen zijn
als gegoten zitten
op rolletjes lopen
nog kwiek zijn
wel wat anders aan het hoofd hebben
logisch kunnen denken
op een goed blaadje staan
een scherpe tong hebben
verdriet hebben
een kater hebben
succesvol zijn
klikken tussen personen
slap in de benen zijn
bang zijn
overspannen zijn
te goeder naam & faam bekend staan
van alle markten thuis zijn
meer dan één pijl op zijn boog hebben
iemand niet kunnen uitstaan
een beetje gek zijn
een bofkont zijn
koude rillingen hebben/veroorzaken
wrok koesteren jegens iemand
op hol slaan
in zijn nopjes zijn
dat komt op hetzelfde neer
daar zit het probleem
daar wringt het schoentje
kwaadspreken over iemand
Frans
(en) rester bouche bée
(ne pas) être dans son assiette
aller comme un gant
aller/marcher comme sur des roulettes
avoir bon pied/bon oeil
avoir d'autres chats à fouetter
avoir de la suite dans les idées
avoir la cote
avoir la langue bien pendue
avoir le coeur gros
avoir le gueule de bois
avoir le vent en poupe
avoir les atomes crochus avec qqn
avoir les jambes en coton
avoir les jetons
avoir les nerfs à vif
avoir pignon sur la rue
avoir plus d'un tour dans son sac
avoir plus d'une corde à son arc
avoir qqn dans le nez
avoir un grain
avoir une veine de pendu/cocu
avoir/donner/faire froid dans le dos
avoir/garder une dent contre qqn
battre la chamade
boire du petit lait
c'est bonnet blanc et blanc bonnet
c'est là le hic
c'est là que le bât blesse
casser du sucre sur le dos de qqn
heel duidelijk zijn
opkrassen
iemand de waarheid zeggen
kippenvel geven
spijt hebben
spijt hebben
perplex staan
iemand kort over iets inlichten
ten einde raad zijn
ongedwongen met iemand omgaan
doodop zijn
iets heel eenvoudig zijn
heel duidelijk zijn
groggy zijn
gemakkelijk zijn
in onmin leven met iemand
knettergek zijn
er slecht aan toe zijn
een heethoofd zijn
tot in de puntjes gekleed zijn
niet in zijn gewone doen zijn
op zijn paasbest gekleed zijn
iemand de haren ten berge doen rijzen
iemand een discrete hint geven
iemand in de steek laten
ertussenuit knijpen
hij weet niet hoe waar het is
er moet onderscheid zijn
er zit onweer in de lucht
boos worden
de vlam is in de pan
crever les yeux
débracher le plancher
dire à qqn ses vérités
donner la chair de poule à qqn
en avoir gros sur la patate
en avoir gros sur le coeur
en être/rester comme deux ronds de flan
en toucher un mot à qqn
être à bout
être à tu et à toi avec qqn
être au bout du rouleau
être bête comme chou
être clair comme de l'eau de roche
être dans les vapes
être du gateau
être en froid avec qqn
être fou à lier
être mal en point
être soupe au lait
être tiré à quatre épingles
être/marcher à côté ses pompes
être/se mettre sur son trente-et-un
faire dresser les cheveux sur la tête
faire du pied à qqn
faire faux bond à qqn
filer/partir à l'anglaise
il ne croit pas si bien dire
il ne faut pas mélanger les torchons et les serviettes
il y a de l'eau dans le gaz
la moutarde (lui) monte au nez
le torchon brûle
(geen) mazzel hebben
iemand het leven zuur maken
over één kam scheren
op de zelfde hoop gooien
zijn neus in andermans zaken steken
opstuiven (boos)
niet intelligent zijn
ik word er niet warm of koud van
brutaal zijn
niet goed uitkijken (fig.)
niet op zijn mondje gevallen zijn
niet van gisteren zijn
geen blad voor de mond nemen
alles verloren hebben
ten einde raad zijn
niet meer weten waar te beginnen
niets kunnen
op de voorgrond staan
een kletskous zijn
gebroken Frans spreken
zomaar geaccepteerd worden
gek worden
de draad kwijt zijn
hevig huilen
hevig huilen
zijn biezen pakken
zijn kat sturen
iemand tot het uiterste drijven
ertussenuit knijpen
zich onredelijk kwaad maken
manquer/avoir de bol
mener la vie dure à qqn
mettre dans le même bain
mettre dans le même sac
mettre son grain de sel
monter/être sur ses grands chevaux
ne aps avoir inventé l'eau chaude
ne faire ni chaud ni froid
ne pas avoir froid aux yeux
ne pas avoir les yeux en face des trous
ne pas avoir sa langue en poche
ne pas être né d'hier
ne pas être une lumière
ne pas mâcher ses mots
ne plus avoir que ses yeux pour pleurer
ne plus savoir à quel saint se vouer
ne plus savoir où donner de la tête
ne savoir rien faire de ses dix doigts
occuper le devant de la scène
parler comme un moulin
parler français comme une vache espagnole
passer comme une lettre à la poste
perdre la tête
perdre les pédales
pleurer comme une Madeleine
pleurer toutes les larmes de sons corps
plier bagage
poser un lapin
pousser/mettre qqn à bout
prendre la clé des champs
prendre la mouche
de benen nemen
de benen nemen
de benen nemen
op zijn onderwerp terugkomen
er snel vandoorgaan
onder één hoedje spelen
in het oog springen
zich iemand tot vijand maken
zo gezond zijn als een vis
uit zijn vel springen
op iemands zenuwen werken
de eerste plaats innemen
perplex staan
het hoogste woord hebben
voordeel halen uit iets
prendre la poudre d'escampette
prendre ses cliques et ses claques
prendre ses jambes à son cou
revenir à ses moutons
s'enfuir à toutes jambes
s'entendre comme larrons en foire
sauter aux yeux
se mettre qqn à dos
se porter comme un charme
sortir de ses gonds
taper sur les nerfs de qqn
tenir le haut du pavé
tomber des nues
veel/lang spreken
y trouver son compte