Exercise 2 Verhaal - Perfectum - Hebben & Zijn - Answers

You might also like

Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 2

Dutchies to be

Learn Dutch with Kim

Exercise 2. Fill in: hebben or zijn.

In this exercise, I am telling you a short story about Henks day trip to Groningen. Almost all sentences
are either in the perfectum or in the plusquamperfectum, and you have to fill in the right auxiliary
verb: hebben or zijn. I’ve bolded all the past participles. The plusquamperfectum is the past perfect,
so in that case, you also have to use the past form for the auxiliary verbs hebben or zijn. I have
marked the sentences which are in the plusquam perfectum with an *.

Examples of a “normal” perfectum (1) and the *plusquamperfectum* (2) are:

1. Ik heb de hele dag gewerkt. I have worked the whole day.


2. Ik *had* de hele dag gewerkt. I had worked the whole day.

Henks dagje uit naar Groningen.

Vorige week is Henks vakantie begonnen. Hij had maandenlang heel hard gestudeerd en heeft
daardoor alle examens gehaald. Hij denkt dus dat hij wel voor alle vakken is geslaagd. Hij is dus
hopelijk bijna afgestudeerd!

Henk moet normaal elke dag vroeg naar college en dus heeft hij de eerste dagen van zijn vakantie
lekker uitgerust. Hij heeft elke dag uitgeslapen, maar ook veel gelezen, gemediteerd en series op
Netflix gekeken. Na een aantal dagen voelde hij zich weer beter en toen wilde hij ook weer wat meer
met z’n dagen gaan doen!

Henk is op maandag met de trein naar Groningen gereisd. De reis naar Groningen duurt meer dan 3
uur, dus hij is die ochtend heel vroeg opgestaan! De avond van tevoren heeft/had hij de wekker om
6 uur gezet, maar toen de wekker de volgende morgen om 6 uur ging, was hij niet zo blij. Hij is toch
uit bed gegaan en hij heeft snel een ontbijtje gemaakt, zich gedoucht, zich aangekleed en hij is om 7
uur vertrokken. In de tram heeft hij zijn ontbijt opgegeten. Op Den Haag Centraal is hij op de trein
naar Groningen gestapt. Het is een reis van 3 uur en hij was zo moe, dat hij een lekker muziekje
opzette en na een halfuur al in slaap viel! Hij heeft ruim 2 uur geslapen… Gelukkig *had* de
conducteur hem weer op tijd wakker gemaakt.

In Groningen heeft hij een OV-fiets gehuurd en is hij van hot naar her gefietst. Groningen is mooier
dan hij *had* verwacht! Het is een echte studentenstad en dus perfect voor hem! In de ochtend was
het trouwens heel erg bewolkt en hij was bang dat het zou gaan regenen, maar rond een uurtje of 1
*waren* de wolken helemaal verdwenen!

Hij heeft toen lekker op een terrasje geluncht en daarna is hij daar nog een tijdje gebleven.
Om 5 uur ging hij weer naar huis. De dag was erg geslaagd en hij heeft er erg van genoten!

© Copyright 2023 – www.learndutchwithkim.com


Dutchies to be
Learn Dutch with Kim

participium: infinitief: vertaling: hebben of zijn?

begonnen beginnen to begin/start zijn


gestudeerd studeren to study hebben
alle examens gehaald je examens halen to pass your exams hebben
geslaagd slagen to pass/succeed zijn
afgestudeerd afstuderen to graduate zijn
uitgerust uitrusten to rest hebben
uitgeslapen uitslapen to sleep in hebben
gelezen lezen to read hebben
gemediteerd mediteren to meditate hebben
gekeken kijken to watch hebben
gereisd reizen to travel zijn + hebben
opgestaan opstaan to get up zijn
de wekker gezet de wekker zetten to set an alarm hebben
gegaan gaan to go zijn
gemaakt maken to make hebben
zich gedoucht zich douchen to shower oneself hebben
zich aangekleed zich aankleden to dress oneself hebben
vertrokken vertrekken to leave zijn
opgegeten opeten to finish eating hebben
op de trein gestapt op de trein stappen to get on the train zijn
geslapen slapen to sleep hebben
wakker gemaakt wakker maken to wake (up) someone hebben
gehuurd huren to rent hebben
gefietst fietsen to ride a bike zijn + hebben
verwacht verwachten to expect hebben
verdwenen verdwijnen to disappear zijn
geluncht lunchen to have lunch hebben
gebleven blijven to stay zijn
genoten genieten to enjoy hebben

© Copyright 2023 – www.learndutchwithkim.com

You might also like